Spraakverkeer over vaste verbindingen door middel van ’dial in’ of ’dial out’

Bekendmaking van de Minister van Verkeer en Waterstaat inzake verdergaande liberalisering van het spraakverkeer over vaste verbindingen

10 april 1995

Nr. HDTP/95/9035/HW

De Minister van Verkeer en Waterstaat maakt het volgende bekend.

Inleiding

In de Bekendmaking van 30 mei 1994, nr. 94/12417/HW (Stcrt. 1994, nr. 103) heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming met richtlijn 90/388/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 (Pb.EG L 192/10) betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten (dienstenrichtlijn) een beperktere strekking toegekend aan het begrip ’derden’ in artikel 5 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (WTV) dan voordien het geval was. Daardoor kunnen vaste verbindingen niet alleen worden gebruikt voor het aan derden aanbieden van datadiensten maar ook voor het verzorgen van spraakverkeer binnen zogenaamde gesloten gebruikersgroepen. Deze vorm van spraakverkeer wordt aangemerkt en toegestaan als eigen gebruik. Wat onder gesloten gebruikersgroepen dient te worden verstaan staat beschreven in bovenvermelde bekendmaking. Als gevolg van die bekendmaking handelt degene die, deeluitmakend van een dergelijke groep, over vaste verbindingen spraakverkeer verzorgt binnen de samenstellende delen van die groep ofwel degene die vaste verbindingen gebruikt voor het al dan niet op commerciële basis verzorgen van spraakverkeer tussen samenstellende delen van een gesloten gebruikersgroep, niet meer in strijd met het verbod neergelegd in artikel 5 WTV.

De aanleiding voor deze verruiming van de gebruiksmogelijkheden van vaste verbindingen voor spraakverkeer was de aan de definitie van spraaktelefoondienst in de dienstenrichtlijn voor de Europese Commissie gegeven nadere uitleg. Op grond van de dienstenrichtlijn mag uitsluitend de spraaktelefoondienst die bestemd is voor het publiek exclusief worden voorbehouden aan een enkele telecommunicatieorganisatie. In de gevallen zoals hierboven genoemd, is er geen sprake van een zodanige publieksdienst.

De onderhavige Bekendmaking heeft tot doel ook op een tweede punt de reikwijdte van het in artikel 5 WTV neergelegde verbod op spraakverkeer over vaste verbindingen aan te passen aan de dienstenrichtlijn. Dit brengt mee dat het verzorgen van

spraakverkeer voor derden over vaste verbindingen binnen de hierna aan te geven grenzen ruimer wordt toegelaten. Van eigen gebruik of een gesloten gebruikersgroep hoeft dan geen sprake te zijn. Dit is de uitkomst van het verdere overleg met de Europese Commissie over de uitleg van de omschrijving spraaktelefoondienst in de dienstenrichtlijn en de betekenis ervan voor de liberalisering van het spraakverkeer over vaste verbindingen. Niet alleen het begrip ’publiek’ vormt, zoals

boven aangegeven, in de opvatting van de Commissie een essentieel element in de omschrijving van de spraaktelefoondienst (welke dienst voorlopig nog mag worden voorbehouden blijven aan een enkele telecommunicatieorganisatie), ook moet het, bij een voor te behouden spraaktelefoondienst, gaan om spraakverkeer van en naar aansluitpunten van een (geschakeld) openbaar telefoonnet. Dit betekent dat als een vaste verbinding slechts aan één zijde is verbonden met een openbaar geschakeld telefoonnet en er wordt daarover spraakverkeer verzorgd, er geen sprake is van spraakverkeer van en naar een geschakeld openbaar telefoonnet. Een dergelijke dienst valt derhalve niet onder de aan Koninklijke PTT Nederland N.V. (KPN) voorbehouden spraaktelefoondienst.

Ondergetekende heeft besloten de door de Commissie voorgestane uitleg van de werking van de dienstenrichtlijn voor Nederland ook op dit punt te volgen.

Evenals de voorgaande verruiming van de gebruikersmogelijkheden van vaste verbindingen zal ook deze verruiming in de tekst van de regelgeving tot uitdrukking moeten worden gebracht door overneming van de richtlijndefinitie van de voorbehouden spraaktelefoondienst. Dit zal plaatsvinden met een volgende wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, namelijk die in verband met de liberalisering van de kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur. De onderhavige verdergaande liberalisering van het spraakverkeer over vaste verbindingen in overeenstemming met de terzake geldende Europese richtlijn hoeft op deze formele wetsaanpassing niet te wachten. Vooruitlopend daarop geschiedt dan ook de onderhavige bekendmaking om de Nederlandse situatie geheel in overeenstemming te brengen met de dienstenrichtlijn.

Deze Bekendmaking verruimt de mogelijkheden verder voor het verzorgen van spraakverkeer voor derden over vaste verbindingen door het verbod van artikel 5 WTV buiten toepassing te laten voor die gevallen dat geen sprake is van spraakverkeer van en naar aansluitpunten van een geschakeld openbaar telefoonnet.

Gebruiksmogelijkheden van vaste verbindingen voor spraakverkeer, in gevallen waarbij de vaste verbinding slechts aan één zijde is verbonden aan een geschakeld openbaar telefoonnet.

De gebruiksmogelijkheden van vaste verbindingen voor spraakverkeer worden verruimd, indien deze vaste verbindingen

slechts aan één zijde met een openbaar geschakeld telefoonnet zijn verbonden. Praktische betekent dit dat zich twee situaties kunnen voordoen van niet aan KPN voorbehouden spraakverkeer: inbellen (dial-in) en uitbellen (dial-out). De combinatie van beide is niet toegestaan.

De situatie dial-in betekent dat vanuit een binnenlands of buitenlands openbaar geschakeld telefoonnet spraakverkeer een nationaal of internationaal netwerk van vaste verbindingen wordt ingeleid. Het spraakverkeer verlaat dit netwerk niet.

De situatie dial-out betekent dat het spraakverkeer zijn oorsprong vindt in een nationaal of internationaal netwerk van vaste verbindingen en op een zeker punt (in het binnen- of buitenland) het netwerk verlaat naar een openbaar geschakeld telefoonnet. Het verzorgen van spraakverkeer voor derden over vaste verbindingen waarbij sprake is van een van beide mogelijkheden namelijk ofwel ’dial in’ ofwel ’dial out’, is voortaan toegestaan. Verboden blijven echter spraakdiensten waarbij een combinatie wordt geboden, namelijk waarbij spraakverkeer loopt van het openbare net naar een vaste verbinding en vervolgens weer terug naar hetzelfde openbare net of naar een buitenlands openbaar net (dial in en dial out gecombineerd) of van een vaste verbinding via het openbare net of een buitenlands openbaar net naar een andere vaste verbinding (dial out en dial in gecombineerd). Dit soort spraakdiensten blijven aangemerkt als ’spraaktelefoondienst’ die vallen onder het verbod van artikel 5 WTV.

Als voorbeelden van ’dial in’ of dial out’ spraakverkeer kunnen worden genoemd:

a. een bedrijf dat diensten, waarbij spraakverkeer, verzorgt over zijn internationale vaste verbindingen ten behoeve van zijn eigen vestigingen en zijn klanten aanbiedt hiervan gebruik te maken door middel van inbellen via een openbaar geschakeld telefoonnet. Het gesprek van de klant kan dan bij een centraal punt binnenkomen op het vaste verbindingennetwerk en daarover doorgeleid worden naar de persoon en de vestiging van zijn keuze op de vaste verbinding. In dit geval is er een eenzijdige verbinding met een openbaar geschakeld telefoonnet door middel van ’dial in’.

b. een internationale hotelketen waarvan de vestigingen in de diverse landen door middel van vaste verbindingen met elkaar verbonden zijn, biedt haar gasten de mogelijkheid om vanaf hun hotelkamer via dat netwerk van vaste verbindingen tegen concurrerende tarieven door middel van een uitbelvoorziening (internationaal) te bellen naar elke gewenste abonnee van een geschakeld openbaar telefoonnet. In dit geval komt de eenzijdige koppeling van het netwerk van vaste verbindingen aan een geschakeld openbaar telefoonnet tot stand door middel van ’dial out’.

c. een internationale hotelketen als bedoeld onder voorbeeld b. die tegen betaling andere bedrijven de mogelijkheid biedt hun kantoren via een vaste verbinding te koppelen met haar netwerk van vaste verbindingen om daarover (internationaal) spraakverkeer af te wikkelen door middel van een uitbelvoorziening met iedere gewenste abonnee van een openbaar geschakeld telefoonnet in binnen- of buitenland. Ook hier is evenals bij voorbeeld b. sprake van alleen ’dial out’.

Verplichtingen voor aanbieders van spraakdiensten

Indien het niet gaat om spraakverkeer voor gesloten gebruikersgroepen of om spraakverkeer over vaste verbindingen die slechts aan één zijde verbonden zijn aan een openbaar geschakeld telefoonnet, geldt het verbod van artikel 5 WTV in volle omvang en blijft overtreding van dit verbod strafbaar. Tegen overtredingen van artikel 5 WTV kan zowel strafrechtelijk als administratiefrechtelijk worden opgetreden. Sinds de inwerkingtreding van de wet mobiele telecommunicatie op 1 september 1994 kan aan overtreders van artikel 5 WTV een administratieve boete worden opgelegd van 1 miljoen gulden.

Zoals reeds in de bekendmaking van 30 mei 1994 inzake de gesloten gebruikersgroepen is medegedeeld bestaat het voornemen nadere regels te stellen (een vergunnings- of registratieverplichting) terzake van het aanbieden van telecommunicatiediensten. Deze regels zullen worden opgenomen in het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in verband met de liberalisering van de kabelgebonden telecommunicatie-infrastructuur.

Conclusie

Het verzorgen van spraakverkeer over vaste verbindingen voor derden op al dan niet commerciële basis is met in achtneming van de thans geldende wettelijke regels voor een ieder vrij indien:

a. het spraakverkeer wordt afgewikkeld binnen zogenaamde gesloten gebruikersgroepen (Bekendmaking van 30 mei 1994) of b. het netwerk van vaste verbindingen door middel van ’dial out’ ofwel door middel van ’dial in’ slechts aan één zijde is verbonden met een geschakeld openbaar telefoonnet (onderhavige Bekendmaking).


’s-Gravenhage, 10 april 1995. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven