Wijziging Regeling borgstelling waterschadekredieten 1995

11 april 1995

nr. WJA/JZ 95026602

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 2 van de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ;

Besluit:

Artikel I

De Regeling borgstelling waterschadekredieten 19951 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt '1 maart 1995' vervangen door: 1 mei.

B

Bijlage 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. In artikel 4, eerste lid, onder b, wordt het zinsdeel '5% van de bruto toegevoegde waarde van de jaaromzet van de ondernemer blijkens de aangiften omzetbelasting 1994' vervangen door: 3% van de waarde van de jaaromzet 1994 van de ondernemer zoals berekend op basis van de in bijlage D bij deze overeenkomst bepaalde grondslag aan de hand van de aangiften omzetbelasting 1994.

2. Bijlage D bij bijlage 1 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 1.

C

Bijlage 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In artikel 4, eerste lid, onder b, wordt het zinsdeel '5% van de bruto toegevoegde waarde van de jaaromzet van de ondernemer blijkens de aangiften omzetbelasting 1994' vervangen door: 3% van de waarde van de jaaromzet 1994 van de ondernemer zoals berekend op basis van de in bijlage D bij deze overeenkomst bepaalde grondslag aan de hand van de aangiften omzetbelasting 1994.

2. Bijlage D bij bijlage 2 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage 2.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 1 en 2, die ter inzage worden gelegd. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 11 april 1995.
De minister van Economische Zaken, G.J. Wijers.

1 Bekendgemaakt in Staatscourant 1995, 37.

De terinzagelegging geschiedt bij het ministerie van Economische Zaken, Hoofdafdeling Ondernemingsfinanciering, Bezuidenhoutseweg 30, 's-Gravenhage.

Toelichting

Bijgaande wijziging heeft betrekking op de bepaling t.a.v. de berekening van het maximaal in aanmerking te nemen bedrag voor het afsluiten van een waterschadeborgstellingskrediet (artikel 4, onder b), in de door de staat met een bank te sluiten borgstellingsovereenkomst volgens het model dat is opgenomen in de bijlagen 1 en 2 bij de Regeling borgstelling waterschade-

kredieten 1995.

Gebleken is dat het berekenen van de in 1994 gerealiseerde toegevoegde waarde op grond van de aangiften omzetbelasting op praktische problemen stuit. In deze wijziging is daarom als uitgangspunt genomen een benadering van de gemiddelde toegevoegde waarde van de omzet over 1994 in het midden- en kleinbedrijf (ondernemingen met maximaal 100 werknemers). Er is gekozen voor het midden- en kleinbedrijf omdat het overgrote deel van de ondernemingen hiertoe behoort.

Dit resulteert in een bedrag van 3% van de jaaromzet over 1994 zoals berekend op basis van de nieuwe bijlage D bij de modelborgstellingsovereen-

komsten. Ten bedrage van maximaal dit bedrag, eventueel vermeerderd met het ongesubsidieerde gedeelte van de activaschade, kan een waterschadeborgstellingskrediet worden verstrekt aan ondernemers met onder andere een zekerhedentekort.

Het percentage van 3 is vastgesteld op grond van twee factoren.

a) Volgens cijfers van het Economisch instituut voor het midden- en kleinbedrijf ('Kleinschalig ondernemen 1994') bedraagt de gemiddelde toegevoegde waarde 60% van de totale omzet over 1994.

b) De forfaitair bepaalde tijdsduur van de omzetderving blijft vastgesteld op

een twintigste deel (of 5%).

De minister van Economische Zaken,

G.J. Wijers.

Naar boven