Instellingsverordening Produktschap Pluimvee en Eieren

Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 16 december 1994, houdende de instelling van een produktschap voor ondernemingen op het gebied van de pluimveehouderij, de be- en verwerking van en de handel in pluimvee, pluimveevlees, pluimveevleesprodukten, eieren, eiprodukten, wild en tamme konijnen

(Instellingsverordening Produktschap Pluimvee en Eieren)

De Sociaal-Economische Raad;

Gelet op artikel 67 jo. artikel 68 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gelet op artikel 5, derde lid, van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie;

Gehoord de in de bijlage genoemde organisaties;

Besluit:

§ 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. de wet: de Wet op de bedrijfsorganisatie (Stb. 1992, 409);

b. de raad: de Sociaal-Economische Raad;

c. het produktschap: het Produktschap voor Pluimvee en Eieren.

Artikel 2

1. In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. pluimvee: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (ratites);

b. pluimveevlees: vlees afkomstig van pluimvee;

c. pluimveevleesprodukten: produkten afkomstig van pluimveevlees;

d. eieren: vogeleieren welke tot menselijk voedsel kunnen dienen;

e. eiprodukten: produkten afkomstig van eieren;

f. wild: alle gedode, voor menselijke consumptie geschikte soorten zoogdieren en vogels die in het vrije veld plegen te leven.

2. In deze verordening wordt onder handel niet begrepen de aanvoer-, transito- en driehoekshandel. De werkzaamheid van tussenpersonen wordt wel begrepen onder het begrip handel.

3. In deze verordening wordt onder pluimveehouderij mede verstaan: het pluimveefokbedrijf, het pluimveevermeerderingsbedrijf, het pluimveeopfokbedrijf en de kuikenbroederij.

§ 2 Het produktschap

Artikel 3

1. Er is een Produktschap voor Pluimvee en Eieren.

2. Het produktschap is ingesteld voor de ondernemingen waarin:

a. de pluimveehouderij wordt uitgeoefend;

b. pluimvee, eieren, wild en tamme konijnen of daaruit verkregen produkten worden be- of verwerkt tot produkten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen;

c. de handel wordt uitgeoefend in:

– pluimvee, eieren, wild of tamme konijnen of in daaruit verkregen produkten welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijk voedsel kunnen dienen;

– broedeieren en eendagskuikens.

3. Als ondernemingen bedoeld in het tweede lid worden mede aangemerkt de veilingen van de in dat lid bedoelde produkten.

4. Het produktschap is gevestigd te Zeist.

Artikel 4

1. Het bestuur van het produktschap bestaat uit 26 leden, waarvan 16 leden door organisaties van ondernemers en 10 leden door organisaties van werknemers worden benoemd.

2. De raad regelt bij besluit de indeling naar geleding.

§ 3 Bevoegdheden

Artikel 5

1. Aan het produktschap is overgelaten de regeling of nadere regeling van de navolgende onderwerpen:

a. de registratie van de ondernemingen waarvoor het produktschap is ingesteld;

b. het verstrekken van de voor vervulling van de taak van het produktschap nodige gegevens;

c. de voor de vervulling van de taak van het produktschap nodige inzage van boeken en bescheiden en bezichtiging en opneming van bedrijfsmiddelen en voorraden van ondernemingen;

d. aangelegenheden verband houdend met de voortbrenging, de afzet, de verdeling en de aanwending van pluimvee, pluimveevlees, pluimveevleesprodukten, eieren, eiprodukten, wild en tamme konijnen, waaronder mede begrepen:

1° de opslag en de be- en verwerking van deze produkten;

2° de bevordering van de gezondheidstoestand, de zuiverheid en de kwaliteit van de pluimveestapel alsmede de kwaliteit van pluimveevlees, pluimveevleesprodukten, vlees en vleesprodukten van wild en tamme konijnen, eieren en eiprodukten;

alsmede het verlenen van diensten ter zake van deze produkten;

e. aangelegenheden verband houdend met de mededinging;

f. het instellen van fondsen in het belang van de bedrijfsgenoten.

2. Als aangelegenheden bedoeld in het voorgaande lid onder d worden niet aangemerkt de in- en uitvoer.

3. Verordeningen betreffende de in het eerste lid bedoelde onderwerpen hebben niet betrekking op de aanvoer-, transito- en driehoekshandel.

4. Verordeningen betreffende onderwerpen als bedoeld in het eerste lid onder b en c houden waarborgen in tegen misbruik van de ingevolge die verordening te verstrekken gegevens.

Artikel 6

Bij een op grond van artikel 5 vastgestelde verordening kan worden bepaald dat de bij of krachtens die verordening gestelde regelen mede andere dan de in artikel 102, eerste lid van de wet bedoelde natuurlijke en rechtspersonen binden, voor zover deze handelingen verrichten die bedrijfsmatig in de ondernemingen waarvoor het produktschap is ingesteld, plegen te worden verricht.

Artikel 7

Overtredingen van een bij of krachtens een op grond van artikel 5 vastgestelde verordening kunnen bij verordening worden aangewezen als strafbare feiten.

Artikel 8

1. Op overtreding van een op grond van artikel 5 vastgestelde verordening door personen bedoeld in artikel 102, eerste lid, van de wet kunnen, ook indien de overtreding als strafbaar feit is aangewezen, bij die verordening tuchtrechtelijke maatregelen worden gesteld.

2. Op overtreding van een verordening betreffende een der in artikel 5 genoemde onderwerpen, kan bij die verordening als tuchtrechtelijke maatregel een geldboete tot ten hoogste tienduizend gulden worden gesteld.

Artikel 9

1. De door het produktschap krachtens artikel 126, eerste lid van de wet op te leggen heffingen kunnen worden opgelegd naar een grondslag welke het bestuur passend acht.

2. Het produktschap kan heffingen opleggen voor een ander doel dan de dekking van de huishoudelijke uitgaven van het produktschap.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 10

Deze verordening wordt in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie geplaatst.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als Instellingsverordening Produktschap Pluimvee en Eieren.

Den Haag, 16 december 1994.
Th. Quené, voorzitter.
R. Gerritse, algemeen secretaris.

Goedgekeurd door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens de minister van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij beschikking van 3 maart 1995, nr. AV/A&M 94/5997.

Bijlage

– Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond

– Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité

– Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond

– Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders van de drie Centrale Landbouw Organisaties

– Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren

– Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie

– Nederlandse Vereniging voor de Handel en Verwerking van Pluimvee, Wild en Tamme Konijnen

– Nederlandse Bond van Poeliers en Wildhandelaren

– Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel

– Voedingsbond FNV

– Industrie- en Voedingsbond CNV

– Dienstenbond CNV

– FNV Dienstenbond, Bedrijfsbond van werknemers in de handel, banken, verzekeringen, verenigingen, administratieve kantoren en vrije beroepen

Naar boven