7 februari 1995
Nr. 480738/595/JB3
Directoraat-Generaal Politie en Criminaliteitsbestrijding
De Minister van Justitie,
Gelezen de brief d.d. 31 januari 1995 namens de schietvereniging 'De Snip',
waarin is vermeld dat deze vereniging van 11 tot en met 13 mei 1995 op de
banen van deze schietvereniging te Lopik de 'Grand Prix of Lopik '95 (een
internationale wedstrijd kleiduivenschieten op het onderdeel skeet), organiseert;
Overwegende dat in artikel 14 van de Regeling wapens en munitie vrijstelling
is verleend voor het doen binnenkomen of uitgaan, het vervoeren en voorhanden
hebben van schietwapens van categorie III, met inbegrip van ten hoogste 200
patronen voor de gezamenlijke schietwapens, welke worden meegevoerd door een
in het buitenland wonende sportschutter, die zich voor het deelnemen aan wedstrijden
naar Nederland begeeft, respectievelijk na eerder genoemde wedstrijden weer
naar het buitenland terugkeert;
Overwegende voorts dat bevoegde sportschutters uit het buitenland aan
de bedoelde wedstrijd zullen deelnemen die op uiteenlopende tijdstippen respectievelijk
zullen arriveren en vertrekken, waardoor zij de wapens en munitie voor een
langere periode in Nederland voorhanden zullen hebben dan ingevolge bovengenoemde
vrijstelling is toegestaan;
Overwegende dat deze sportschutters in totaal 400 hagelpatronen, kaliber
12, behoeven en vanuit het buitenland willen meenemen;
Gelet op artikel 14, eerste lid, artikel 22, eerste lid en artikel 26,
eerste lid, van de Wet wapens en munitie (WWM);
Besluit:
1. Aan buitenlandse sportschutters vrijstelling te verlenen voor het doen
binnenkomen en uitgaan, vervoeren en voorhanden hebben van schietwapens van
categorie III, die zodanig zijn verpakt dat zij niet voor onmiddellijk gebruik
kunnen worden aangewend, alsmede van ten hoogste 400 hagelpatronen van het
kaliber 12.
2. De vrijstelling geldt slechts:
a. indien de sportschutter blijkens een schriftelijke uitnodiging of verklaring
van de schietvereniging 'De Snip' deelneemt of heeft deelgenomen aan de 'Grand
Prix of Lopik '95';
b. de sportschutter een kopie van dit besluit bij zich heeft; en
c. de sportschutter in het land van herkomst bevoegd is de meegebrachte
schietwapens en munitie voorhanden te hebben en die bevoegdheid door middel
van een door de desbetreffende autoriteiten afgegeven bevoegdheidsdocument
kan aantonen;
d. in de periode van 4 tot en met 20 mei 1995.
Dit besluit zal worden bekend gemaakt in de Staatscourant.
's-Gravenhage, 7 februari 1995.
De Minister van Justitie,namens de Minister,
het hoofd van de Directie Politie,
voor
deze,
R. Tenge, hoofd afdeling Bijzondere Wetten.