Wijziging Regeling vangstbeperking

28 december 1995

Nr. J. 9517778

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 3, 4 en 6 van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Na overleg met het Produktschap Vis;

Besluit:

Artikel I

De Regeling vangstbeperking1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van dit artikellid door een punt-komma, een nieuwe begripsbepaling toegevoegd, luidende:

groepscontingent: groepscontingent als bedoeld in artikel 10 van de Regeling contingentering kabeljauw en wijting 1996, dan wel als bedoeld in artikel 10 van de Regeling contingentering tong en schol 1996.

B

In artikel 3, derde lid, wordt het jaartal ’1995’ vervangen door: 1996.

C

De artikelen 4, onderdelen e en f, en 6 tot en met 9 vervallen.

D

In artikel 11, derde lid, wordt de zinsnede ’de artikelen 2, 3, 4, 6 en 12, vierde lid,’ vervangen door: de artikelen 2, 3, 4 en 12, vierde lid.

E

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde en zesde lid komen te luiden:

5. Het is verboden per kalendermaand meer dan 80 kg. makreel uit sector IIa en deelgebied IV aan boord te hebben of aan te landen met een vissersvaartuig waarvoor geen document als bedoeld in artikel 9 van de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 is toegekend.

6. De ondernemer die met een vissersvaartuig, waarvoor geen document als bedoeld in artikel 9 van de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 is toegekend, deelneemt aan een groepscontingent, wordt geacht 960 kg. makreel ten titel van beheer in die groep te hebben ingebracht.

2. Een nieuw zevende lid wordt toegevoegd, luidende:

7. Het is verboden met vissersvaartuigen die aan een groepscontingent deelnemen en waarvoor geen document als bedoeld in artikel 9 van de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 is toegekend, een grotere hoeveelheid makreel uit sector IIa en deelgebied IV aan boord te houden of aan te landen dan de op grond van het zesde lid in een groep ingebrachte hoeveelheid makreel.

F

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

1. Het is verboden met een vissersvaartuig haring of makreel aan te landen.

2. Van het in het eerste lid bedoelde verbod wordt vrijstelling verleend indien:

a. de haring onderscheidenlijk de makreel met het aanlandende vissersvaartuig is gevangen met inachtneming van:

- voor zover het betreft haring, de Regeling contingentering haring 1996;

- voor zover het betreft makreel, artikel 12, vijfde, zesde en zevende lid, dan wel, in voorkomend geval, de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996; dan wel

b. de aangelande haring onderscheidenlijk de aangelande makreel van een met naam en registratienummer genoemd schip of vissersvaartuig werd overgeladen, met vermelding van het vangstgebied en de plaats van overladen, dan wel

c. de haring onderscheidenlijk de makreel in een buitenlandse haven aan boord is genomen van het aanlandende vissersvaartuig.

3. De ondernemer dient de in het tweede lid, onderdelen a tot en met c, genoemde handelingen op eerste vordering van de met de controle belaste ambtenaar met behulp van schriftelijke bescheiden aan te tonen.

G

Artikel 14 vervalt.

H

In artikel 15 wordt de zinsnede ’de artikelen 2, 3, 6, 11 en 13’ vervangen door: de artikelen 2, 3, 11 en 13.

I

De bijlagen 2 tot en met 4 worden vervangen door de bijlagen 2 tot en met 4 bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 28 december 1995. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen.

1 Laatstelijk gewijzigd bij regeling van 28 december 1995, nr. J. 9517952, Stcrt. 252.

Toelichting

De onderhavige regeling vormt allereerst een actualisering van de Regeling vangstbeperking voor het jaar 1996. De onderdelen C tot en met H van de regeling hangen samen met de introductie van de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996 en de Regeling contingentering haring 1996.

Daarnaast is in onderdeel E, met betrekking tot artikel 12 voorzien in een verruiming van de bijvangstregeling voor makreel voor ondernemers die niet beschikken over een document als bedoeld in artikel 9 van de Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996. Indien een ondernemer met zijn vissersvaartuig deelneemt aan een groepscontingent als bedoeld in artikel 10 van de Regeling contingentering tong en schol 1996 of artikel 10 van de Regeling contingentering kabeljauw en wijting 1996, wordt hij geacht twaalf maal de maandhoeveelheid bijvangst, bedoeld in het vijfde lid van artikel 12, te hebben ingebracht ten titel van beheer in de desbetreffende groep. Qua systematiek is hierbij aangesloten bij een reeds bestaande bepaling in de Regeling contingentering kabeljauw en wijting.

Voorts is de bepaling, opgenomen in het oude artikel 12, zesde lid, thans opgenomen in de Regeling technische maatregelen, zulks uit oogpunt van systematiek.

In artikel 13 zijn de bepalingen met betrekking tot het zgn. ’klondyken’ uitgebreid tot de aanlanding van makreel, zulks in verband met de eerdergenoemde Regeling contingentering makreel westelijke wateren 1996.

Het Produktschap Vis kan met de regeling instemmen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen.

Bijlage 2 ‐ Totaal vangstverbod voor

Vissoort gebied

Ansjovis in de deelgebieden VIII, IX, X en Copace (EG-zone)

Blauwe wijting in de sector VIIIc

in de deelgebieden IX, X en Copace (EG-zone)

Garnaal (Noorse) in de deelgebieden III en IV (Noorse zone)

Garnaal (Penaeus) langs de kust van Frans Guyana

Haring in deelgebied III

in de sectoren VIIa, e en f

Heek in de deelgebieden III, VIII, IX, X en Copace (EG-zone)

Horsmakreel in de sector VIIIc

in deelgebied IX, X en Copace (EG-zone)

Kabeljauw in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden III, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Kever in de deelgebieden III en IV (Noorse zone)

Langoestine in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden III, VI, VII, VIII, IX X en Copace (EG-zone)

Lodde in de sector IIb

Makreel in de sector VIIIc

in de deelgebieden III, IX, X en Copace (EG-zone)

Schartong in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Schelvis in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden III, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Schol in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden I, III, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Sprot in deelgebied III

in de sectoren VII d en e

Tong in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden I, III, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Wijting in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden III, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Witte koolvis in de sectoren Vb (EG-zone) en VIIIa, b, c, d

in de deelgebieden VI, VII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Zalm in deelgebied III

Zandspiering in deelgebied IV (Noorse zone)

Zeeduivel in de sectoren Vb (EG-zone) en VIII a, b, c, d

in de deelgebieden VI, VII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Zwarte koolvis in de sector Vb (EG-zone)

in de deelgebieden III, VI, VII, VIII, IX, X, XII, XIV en Copace (EG-zone)

Bijlage 3 ‐ Totaal voor de gezamenlijke Nederlandse vissers in 1996 te vangen hoeveelheden (x 1000 kg) in levend gewicht

Vissoort gebied hoeveelheid

Haring in de sectoren IIa (EG-zone), IVa, b tezamen 41.830

in de sectoren IVc, en VIId tezamen 23.170

in de sectoren Vb (EG-zone), VIa-Noord en VIb tezamen 8.570

in de sectoren VIa-Zuid en VII b, c tezamen 2.550

in de sectoren VIIg, h, j, k tezamen 1.020

Heek in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV (EG-zone) tezamen 60

in de sector Vb (EG-zone) en

in de deelgebieden VI, VII, XII en XIV tezamen 170

Kabeljauw in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV tezamen 13.510

Langoestine in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV (EG-zone) tezamen 410

Makreel in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV tezamen 1.280 1

in de sectoren Vb (EG-zone), VIII a, b, d, e en

in de deelgebieden II (excl. EG-zone), VI, VII, XII

en XIV tezamen 23.060 2 3

Schelvis in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV tezamen 700

Schol in de deelgebieden II en IV tezamen 30.520

Sprot in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV (EG-zone) tezamen 1.500

Tong in de deelgebieden II en IV tezamen 17.300

Wijting in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV tezamen 4.210

Zwarte koolvis in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV tezamen 120

Andere soorten dan

haring, kabeljauw,

makreel, schelvis,

schol, tong, wijting

en zwarte koolvis in deelgebied IV (Noorse zone) 440

1 van deze hoeveelheid mag niet meer dan 300 ton worden gevangen in de sectoren IV b en c.

2 mag niet worden gevangen in de wateren die vallen onder de souvereiniteit of jurisdictie

van Spanje.

3 van deze hoeveelheid mag 6.060 ton worden gevangen in de periode van 1 oktober 1996 tot en met 31 december 1996 in de sector IV a (EG-zone).

Bijlage 4 ‐ Totaal voor de gezamenlijke vissers van de lid-staten van de EG in 1996 te vangen hoeveelheden (x 1000 kg) in levend gewicht

Vissoort gebied hoeveelheid

Blauwe wijting in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV (EG-zone) tezamen 50.000

in de sector Vb (EG-zone) en

in de deelgebieden VI en VII tezamen 47.500

in de sectoren VIIIa, b, d (excl. Spaanse en

Portugese zone) tezamen 15.000

in de sector VIIIe 1.000

Horsmakreel in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV (EG-zone) tezamen 55.000 1

in de sectoren Vb (EG-zone) en VIIIa, b, d, e

(excl. Spaanse en Portugese zone) en

in de deelgebieden VI, VII, XII en XIV tezamen 259.000 1

Kabeljauw in de sector IIb en

in deelgebied I tezamen 250

Kever in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV (EG-zone) tezamen 180.000

Sprot in de sector IIa (EG-zone) en

in deelgebied IV (EG-zone) tezamen 164.670

Witte koolvis in de sector VIIIe 100

Zeeduivel in de sector VIIIe 100

1 van deze hoeveelheden mag maximaal 50% worden gevangen in de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 juli 1996.

Naar boven