Wijziging Regeling aanwijzing bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten en wijziging Vrijstellings- regeling bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten

24 december 1995

Nr. J. 9513662

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op Verordening 3626/82 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1982 betreffende de toepassing in de Gemeenschap van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten (PbEG L 384);

Gelet op Verordening 3254/91 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 4 november 1991, houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en produkten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen (Wildklemverordening) (PbEG L 308);

Gelet op de artikelen 3a, eerste lid, en 5, eerste lid, van de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten;

Besluit:

Artikel I

De Regeling aanwijzing bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten1 wordt gewijzigd als volgt:

Bijlage C wordt gewijzigd als volgt:

1. In het onderdeel FAUNA, onder de orde RODENTIA (knaagdieren), wordt na ’Sciurus deppei (CR)’ ingevoegd:

# Castoridae

- Canadese bever [27] Castor canadensis [27]

# Muridae

- Muskusrat [27] Ondatra zibethicus [27].

2. In het onderdeel FAUNA, onder de orde CARNIVORA (roofdieren), wordt bij de familie Canidae na ’Canis aureus (IN)’ ingevoegd:

- Coyote [27] Canis latrans [27].

- Wolf [1]* Canis lupus [1]*

3. In het onderdeel FAUNA, onder de orde CARNIVORA (roofdieren), wordt bij de familie Procyonidae na ’Potos flavus (HN)’ ingevoegd:

- Wasbeer [27] Procyon lotor [27].

4. In het onderdeel FAUNA, onder de orde CARNIVORA (roofdieren), worden bij de familie Mustelidae de volgende wijzigingen aangebracht:

a. na ’subfamilia Lutrinae [1] (nb)’ wordt ingevoegd:

- Amerikaanse marter [27] Martes americana [27];

b. na ’Martes foina intermedia (IN)’ wordt ingevoegd:

- Canadese marter [27] Martes pennanti [27]

- Sabelmarter [27] Martes zibellina [27];

c. na ’Mustela sibirica (IN)’ wordt ingevoegd:

- Canadese das [27] Taxidea taxus [27].

5. Na annotatie [26] ’Pachypodium brevicaule is opgenomen in bijlage c, deel 2 van de basisverordening’ wordt een annotatie toegevoegd die komt te luiden:

[27] Het verbod op het binnen het grondgebied van Nederland brengen geldt uitsluitend voor pelzen, huiden, vellen en pelterijen van genoemde diersoort en voor goederen die pelzen, huiden, vellen of pelterijen van genoemde diersoort bevatten. Het verbod geldt niet voor het binnen het grondgebied van Nederland brengen voor zover de goederen afkomstig zijn uit een andere Lid-Staat van de Europese Unie.

Het in artikel 3a, eerste lid, van de wet genoemde verbod op het buiten het grondgebied van Nederland brengen is niet van

toepassing op de aangeduide delen of produkten van de aangewezen diersoort. Ook de in artikel 3a, tweede en derde lid, van de wet genoemde verboden zijn hierop niet van toepassing.

Artikel II

De Vrijstellingsregeling bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten1 wordt gewijzigd als volgt:

Na artikel 17 wordt een nieuw artikel 17a toegevoegd dat komt te luiden:

Artikel 17a

1. Van het verbod, bedoeld in artikel 3a, eerste lid van de wet, op het binnen het grondgebied van Nederland brengen, wordt vrijstelling verleend voor specimina van de volgende soorten:

RODENTIA (knaagdieren)

# Castoridae

- Canadese bever Castor canadensis

# Muridae

- Muskusrat Ondatra zibethicus

CARNIVORA (roofdieren)

# Canidae

- Coyote Canis latrans

# Procyonidae

- Wasbeer Procyon lotor

# Mustelidae

- Amerikaanse Marter Martes americana

- Canadese marter Martes pennanti

- Sabelmarter Martes zibellina

- Canadese Das Taxidae taxus

2. De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor specimina geheel of gedeeltelijk bestaande uit of bevattende pelzen, huiden, vellen en pelterijen van dieren behorende tot de in het eerste lid genoemde soorten, tenzij deze afkomstig zijn uit een andere Lid-Staat van de Europese Unie.

3. Van het verbod, bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de wet, op het buiten het grondgebied van Nederland brengen en van de verboden, bedoeld in artikel 3a, tweede en derde lid, van de wet van de in het eerste lid bedoelde specimina wordt vrijstelling verleend.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

1 Supplement bij Staatscourant 1995, 144; laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 20 oktober 1995 (Stcrt. 1995, 209).


’s-Gravenhage, 24 december 1995. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J.J. van Aartsen.

Naar boven