Besluit Platform Zorgtelematica

9 november 1995

nr. DGVGZ/AIV-952569

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Overwegende dat de inbreng van het Nederlandse standpunt in het EU-beleid op het gebied van telematica in de zorgsector en het uitdragen van het genoemde EU-beleid in Nederland gerichte activiteiten vergen;

Overwegende dat het belangrijk is goed geïnformeerd te zijn over ontwikkelingen op het gebied van telematica in de zorgsector bij veldpartijen, de leveranciers van telematica-diensten en

-produkten en in het veld van wetenschap;

Overwegende dat het wenselijk is voor de uitvoering hiervan een breed samengesteld platform in te stellen;

Besluit:

1. Er is een ’Platform Zorgtelematica’.

2. Het Platform heeft tot taak om

- de nationale vertegenwoordigers (national representatives) in de programmacommissie van het Telematica-toepassingen programma (Telematics Programme Committee - TPC) van de Europese Unie en in de werkgroep 2 (Working Party 2 - WP2) van de TPC te ondersteunen bij haar werkzaamheden;

- in voorkomende gevallen een vergelijkbare ondersteuning te bieden bij relevante andere programma(-onderdelen) rond het onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO) van de EU;

- een bijdrage te leveren aan het informeren van het Nederlandse zorgveld over ontwikkelingen van het EU-beleid op het gebied van telematica in de zorgsector;

- in voorkomende gevallen de minister gevraagd of ongevraagd te informeren over ontwikkelingen op het gebied van telematica in de zorgsector bij veldpartijen, de leveranciers van telematica-diensten en -produkten en in het veld van wetenschap.

3. De leden van het Platform worden op persoonlijke titel aangesteld. Het Platform is als volgt samengesteld:

ir. R.O. Blad, ministerie van EZ,

drs. J.U. Brouwer, NZi,

B. Franken, ministerie van VWS,

prof. dr. E.S. Gelsema, Erasmus Universiteit Rotterdam,

drs. B.P. Haarsma, Vektis,

mr. J.R. Kruizenga, ministerie van VWS,

dr. ir. F.A. Kuijpers, Philips Medical Systems,

drs. A.E.J. de Meulder, ministerie van EZ,

ing. G.C.C. Molenaar, Cendata,

drs. W.J. den Ouden, ministerie van VWS,

ir. P.A.M. van Paassen, Innovatiecentrum Amsterdam-Haarlem,

B.R. Schudel, huisarts te Apeldoorn,

dr. ir. D. van Waarde, NWO/NEST,

ir. L.D.C. van Werkhoven, Bureau EG-liaison,

mr. L.J.S. Wever, ministerie van VWS.

De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een secretaris.

4. Het Platform bestaat voor de duur van het Vierde Kaderprogramma of zo veel langer als voor de goede afronding van haar taken nodig is.

5. Aan de niet-ambtelijke leden van het Platform wordt een vergoeding voor reis- en verblijfkosten verleend volgens de bestaande rijksregelingen.

6. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het Platform geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie op overeenkomstige wijze als bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De bescheiden worden bij opheffing van het Platform opgenomen in het archief van het ministerie.

7. Dit besluit wordt bekend gemaakt in de Staatscourant. Het treedt in werking met ingang van de dag van die bekendmaking en treedt terug tot het tijdstip waarop het Platform haar werkzaamheden in feite heeft aangevangen, dat wil zeggen 7 februari 1995.

Dit besluit kan worden aangehaald als ’Besluit Platform Zorgtelematica’. Een afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

De Europese Unie kent Kaderprogramma’s voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling. Binnen het vierde kaderprogramma bestaat onder andere het programma ’Telematica toepassingen’. Deze kent een verdere opdeling, waaronder de onderdelen Telematics for health care en Telematics for elderly and disabled.

Hiervoor is kennisinbreng vanuit het Nederlandse veld van zorg van belang. Daartoe is het ’Platform Zorgtelematica’ ingesteld. Het platform heeft tot taak:

a. de inbreng van de Nederlandse vertegenwoordiging te ondersteunen,

b. de communicatie tussen EU en het Nederlandse veld van zorg te helpen coördineren en

c. toekomstig EU-beleid terzake mee te helpen voorbereiden.

Naar boven