Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 1995, 216 pagina 8 | Interne regelingen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 1995, 216 pagina 8 | Interne regelingen |
25 oktober 1995
nr. MLB/OP-95.2747
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
Besluit:
1. Met ingang van heden is ingesteld een commissie van externe deskundigen, hierna te noemen ’de commissie’, die de regering adviseert over verschillende beleidsopties met betrekking tot de vormgeving van het publieke omroepbestel na de huidige concessieperiode.
2. De commissie rapporteert in ieder geval over de onderwerpen die in de bijlage bij dit besluit worden genoemd.
De commissie adviseert voor 1 april 1996.
De commissie bestaat uit:
de heer ir. M. Ververs (voorzitter);
de heer mr. J.P.H. Donner;
de heer mr. F.H.G. de Grave;
de heer prof.dr. J. Groebel;
de heer W. Meijer.
De commissie richt haar werkzaamheden naar eigen inzicht in en bepaalt daarbij zelf de wijze van besluitvorming.
De commissie zal worden ondersteund door een onafhankelijk secretariaat en in staat worden gesteld ten behoeve van haar gedachtenvorming extern onderzoek te laten verrichten.
De leden van de commissie en de voorzitter genieten voor het bijwonen van vergaderingen en overige bijeenkomsten vacatiegelden overeenkomstig het Vacatiegeldenbesluit 1988. Voorts ontvangen zij voor hun werkzaamheden vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de bepalingen die hiervoor gelden of zullen gelden voor burgerlijke rijksambtenaren.
Dit besluit vervalt met ingang van de dag na die waarop het advies is uitgebracht.
Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant geplaatst worden.
Bij haar aantreden heeft de regering toegezegd dat in deze kabinetsperiode bezien wordt of de taak en de functie van de publieke omroep in een veranderend medialandschap wijzigingen in organisatie, financieringsstructuur en omvang van de publieke omroep na een concessieperiode van vijf jaar noodzakelijk maken.
In de mediabrief van 16 mei 1995 heeft de regering aangegeven hoe de publieke omroep gedurende de concessieperiode op veranderingen in het medialandschap dient te reageren. Bovendien dient de brief en de daarin vastgelegde grondslagen voor het mediabeleid als opmaat voor een maatschappelijk debat over de principes van mediabeleid, de overheid en de rol van de publieke omroep en daarvan afgeleid de vormgeving van het publieke omroepbestel na de huidige concessieperiode. Als basis voor dat debat is een onafhankelijk onderzoek van verschillende beleidsopties aangekondigd. Het onderzoek moet inzicht verschaffen in de consequenties voor programmering, bereik en werkgelegenheid van verschillende financieringswijzen en variaties in het aantal netten.
Ter uitvoering van de toezeggingen in de mediabrief wordt een commissie ingesteld met de opdracht om de regering in het voorjaar van 1996 te rapporteren over de onderwerpen die in de bijlage bij dit besluit worden genoemd.
De commissie wordt verzocht voor
1 april 1996 te rapporteren. Er wordt naar gestreefd in de tweede helft van 1996 beleidsconclusies te trekken om de benodigde wetgeving op basis daarvan voor te bereiden, gericht op implementatie na afloop van de concessieperiode.
De Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen,
A. Nuis.
De commissie rapporteert in ieder geval over de volgende onderwerpen:
1. Een nadere uitwerking van de principes die ten grondslag liggen aan het mediabeleid, de plaats, functie en taken van de publieke omroep en de organisatie, sturing en bekostiging van de publieke omroep, in het licht van de belangrijkste ontwikkelingen in de media.
2. Een onderzoek naar de volgende dimensies voor de vormgeving van het mediabeleid als geheel en de publieke omroep, getoetst aan hun gevolgen voor het programmabereik, de herkenbaarheid van de programmering, de financiering, de organisatieverandering en de werkgelegenheid:
a. het versterken van het huidige omroepbestel met inachtneming van de noodzakelijke versterking van de organisatiestructuur;
b. het verkleinen van het aantal bestaande netten van drie naar twee publieke televisienetten en vermindering van het aantal radiozenders met een duidelijk herkenbare publieke programmering;
c. het terugbrengen van het publieke omroepbestel tot een informatief, cultureel en educatief publiek televisienet als specifieke aanvulling op de commerciële markt;
d. het garanderen van de publieke taken in de omroep via vormen van programmafinanciering;
e. het invoeren van publieke abonnee-omroep.
Expliciete aandacht wordt gevraagd voor de gevolgen van de overgang naar de geschetste opties voor het geheel van voorzieningen die nu uit de omroepmiddelen worden gefinancierd. De commissie wordt eveneens gevraagd een voorkeur uit te spreken voor een model waarin de publieke taken in de omroep geoptimaliseerd worden, conform de beleidsintentie in het regeerakkoord om voorwaarden te scheppen voor een sterke, herkenbare publieke omroep naast vormen van commerciële omroep.
De Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen,
A. Nuis.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-1995-216-p8-SC4133.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.