Wijziging Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling

6 oktober 1995

AB95/U1396

Directoraat-Generaal Management en Personeelsbeleid

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 7, eerste lid, onder b, van de Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. onderdeel e, komt als volgt te luiden:

e. ’kraamcentrum’: een instelling als zodanig bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van de Ziekenfondswet;.

2. De onderdelen f tot en met n worden geletterd h tot en met p en worden een nieuw onderdeel f en een nieuw onderdeel g ingevoegd, luidende:

f. ’kraaminrichting’: een instelling als zodanig bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van de Ziekenfondswet;

g. ’ziekenhuis’: een instelling als zodanig bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van de Ziekenfondswet en artikel 8, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;.

B. Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

Aan onderdeel c, wordt een nieuw onderdeel 5 toegevoegd, luidende:

5. De in rekening gebrachte kosten van de verrichtingen, bedoeld onder 1, 2, 3 en 4, worden vergoed, met inachtneming van het bepaalde in de bijlage van dit besluit, op basis van de door de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde vastgestelde tarieven terzake.

C. Na onderdeel II van de bijlage, bedoeld in artikel 2, onderdelen b, c en d, van het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling, zoals deze is vastgesteld voor 1995, wordt een nieuw onderdeel IIa toegevoegd, luidende:

IIa. Verloskundige hulp en kraamzorg vanaf 15 augustus 1995

a. Verloskundige hulp - voor- en nabehandeling inbegrepen - verleend door een verloskundige of huisarts: ten hoogste f 1050 (code 402);

b. Indien de verloskundige of huisarts alleen de voorbehandeling respectievelijk de nabehandeling heeft verricht:

1. voor voorbehandeling tot ten hoogste f 315 (code 404);

2. voor nabehandeling tot ten hoogste f 210 (code 405).

c. Indien de verloskundige of huisarts alleen de verlossing heeft geleid: ten hoogste f 525 (code 403);

d. Bij poliklinische bevalling in een ziekenhuis of kraaminrichting in welk geval de kraamvrouw binnen 24 uur na de bevalling naar huis terugkeert: de door het ziekenhuis of de kraaminrichting in rekening gebrachte kosten tot ten hoogste f 750 (code 401);

e. Kraamzorg ten huize van de betrokkene, verleend onder verantwoordelijkheid van een kraamcentrum, van ten minste 24 en ten hoogste 80 uren, verdeeld over ten hoogste 10 dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling: de door het kraamcentrum gedeclareerde kosten voor verleende kraamzorg onder aftrek van f 6 per elk in rekening gebracht uur (code 414).

f. Kraamzorg verleend in een kraaminrichting of in een ziekenhuis, gedurende ten hoogste 10 dagen te rekenen vanaf de dag van bevalling, zonder medische indicatie: het door de kraaminrichting of het ziekenhuis in rekening gebrachte tarief tot ten hoogste f 337 en onder aftrek van f 48 per elk in rekening gebrachte dag (code 410).

g. Kraamzorg in een ziekenhuis, gedurende ten hoogste 10 dagen te rekenen vanaf de dag van bevalling, met medische indicatie: de door het ziekenhuis in rekening gebrachte tarief onder aftrek van f 48 per elk in rekening gebrachte dag (code 409).

h. Kraamzorg ten huize van de betrokkene, nadat kraamzorg in een ziekenhuis is verleend met medische indicatie, verleend onder verantwoor- delijkheid van een kraamcentrum, met inachtneming van de periode, bedoeld onder e: de door het kraamcentrum gedeclareerde kosten voor verleende kraamzorg onder aftrek van f 6 per elk in rekening gebracht uur (code 415).

i. Op het voor het verlenen van een tegemoetkoming in aanmerking te brengen bedrag, dat op de onder a tot en met h aangegeven wijze is vastgesteld, dient de terzake eventueel door een verzekeringsinstelling of krachtens een publiekrechtelijke ziektekostenregeling verleende tegemoetkoming onder welke benaming ook, in mindering te worden gebracht.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de tweede dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 augustus 1995.

De Minister van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
De Directeur Arbeidszaken Overheid,
J. Sikkel.

Toelichting

Algemeen

De Regeling ziektekostenvoorziening overheidspersoneel (Z.v.o.-regeling) geeft betrokkenen het recht op vergoeding van ziektekosten die voor eigen rekening zijn gebleven. In het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling is vastgelegd welke geneeskundige hulp voor vergoeding in aanmerking komt. In de bijlage horende bij dit besluit, die jaarlijks wordt vastgesteld, zijn de vergoedingen op het gebied van de tandheelkundige en verloskundige hulp alsmede kraamzorg weergegeven.

Het vergoedingenpakket van de Z.v.o.-regeling is in hoge mate afgestemd op het verstrekkingenpakket van de Ziekenfondswet. Een en ander betekent dat wijzigingen in het ziekenfondspakket leiden tot aanpassing van het Z.v.o.-vergoedingenpakket. In het kader hiervan zijn thans enige aanpassingen aangebracht aan het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling en de bijlage zoals deze is vastgesteld voor 1995.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In het Besluit vergoedingenlijst Z.v.o.-regeling is de definitie van het begrip kraamcentrum aangepast in verband met het feit dat bij de Regeling eigen bijdrage ziekenfondsverzekering (Stcrt. 10 augustus 1995, nr. 153) het Besluit kraamzorg ziekenfondsverzekering is ingetrokken. Voorts zijn definities van twee begrippen ingevoegd, te weten: kraaminrichting en ziekenhuis.

Artikel I, onderdeel B

Ter voorkoming van onduidelijkheden in de praktijk, is thans uitdrukkelijk bepaald dat bij de vergoedingen op het vlak van tandheelkundige hulp wordt uitgegaan van tarieven die door de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde terzake zijn vastgesteld. Uiteraard dient daarbij tevens hetgeen is bepaald met betrekking tot de tegemoetkomingen voor tandheelkundige verrichtingen en leveringen in de bijlage, in acht te worden genomen.

Artikel I, onderdeel C

Met het Besluit van 2 augustus 1995, tot wijziging van het Verstrekkingen-besluit ziekenfondsverzekering en het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden (Stb. 1995, 374) alsmede de eerder genoemde Regeling eigen bijdrage kraamzorg ziekenfondsverzekering zijn de ziekenfondsverstrekkingen op het vlak van de kraamzorg - met ingang van 15 augustus 1995 - aangepast aan de inmiddels gewijzigde praktijk en tarifering van deze zorg.

Thans zijn ook de desbetreffende Z.v.o.-vergoedingen - op overeenkomstige wijze - daaraan aangepast.

Het onderscheid tussen interne kraamzorg en wijkkraamzorg is thans komen te vervallen, evenals het onderscheid tussen kraamzorg verleend door of vanwege kraamcentrum en kraamzorg verleend door een particuliere verpleegkundige. Bepalend is dat deze zorg wordt verleend onder de verantwoordelijkheid van een kraamcentrum.

Daarnaast is de eigen bijdrage per dag bij de vergoeding voor kraamzorg verleend ten huize van de betrokkene gewijzigd in een eigen bijdrage per uur.

Verder is bij kraamzorg in een ziekenhuis, al dan niet met medische indicatie, en kraamzorg in een kraaminrichting het maximum aantal dagen dat voor vergoeding in aanmerking komt, van ten hoogste 9 dagen vervangen door een maximum van 10 dagen. De in aftrek te brengen eigen bijdrage bij de vergoeding van eerder genoemde kraamzorg is ongewijzigd gebleven.

Tot slot is voorzien in een tegemoetkoming voor zgn. resterende kraamzorg. Met deze kraamzorg wordt de kraamzorg bedoeld die is verleend ten huize van de betrokkene, nadat er kraamzorg in een ziekenhuis met medische indicatie is verleend. Voorwaarde daarbij is dat het verblijf in het ziekenhuis niet langer heeft geduurd dan de periode waarover een vergoeding wordt toegekend voor kraamzorg ten huize van de betrokkene, te weten: 10 dagen. Ter illustratie hiervan: de kraamvrouw verblijft 5 dagen in het ziekenhuis met medische indicatie; wanneer in dat geval na het verblijf in het ziekenhuis nog kraamzorg ten huize van de betrokkene wordt verleend, dan komen 5 dagen van deze zorg (van 8 uren per dag) voor vergoeding in aanmerking. Heeft het verblijf in het ziekenhuis daarentegen 10 dagen geduurd, dan komt de eventueel daaropvolgende kraamzorg ten huize van betrokkene niet voor vergoeding in aanmerking.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

voor deze,

de Directeur Arbeidszaken Overheid,

J. Sikkel.

Naar boven