Goedkeuring besluiten Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid

Goedkeuring van het besluit tot aanpassing van het mandaat aan de administratie, de Commissie Premie-inning en de Grensgevallencommissie met betrekking tot indelingszaken en van het besluit tot intrekking van het mandaat van de Commissie indeling van cultuurtechnische en civieltechnische bedrijven van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid

5 oktober 1995

nr. 954061

Het College van toezicht sociale verzekeringen,

Gelezen het verzoek van de Bedrijfsvereniging van de Bouwnijverheid van 8 september 1995;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Regeling voorlegging besluiten uitvoeringsinstanties,

Besluit:

Goed te keuren de bijgevoegde besluiten van 11 april 1995 en 19 juni 1995 van het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid inzake de wijziging van haar mandaatsbesluiten.


Zoetermeer, 3 oktober 1995.
College van toezicht sociale verzekeringen,
E.J.J.E. van Leeuwen-Schut, voorzitter;
E.C.J.E. Czyzewski, secretaris.

Bijlage

Besluit van het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid tot aanpassing van het mandaat aan de administratie, de Commissie Premie-inning en de Grensgevallencommissie met betrekking tot indelingszaken

Het Bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid,

Besluit:

Artikel 1

1. Artikel 1 van het mandaat van het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid aan de administratie wordt gewijzigd en luidt als volgt:

De beslissingen inzake de toepassing van de Organisatiewet sociale verzekeringen met betrekking tot de indeling en inschrijving van werkgevers bij de bedrijfsvereniging.

2. De richtlijn bij artikel 1 wordt ingetrokken.

Artikel 2

Artikel 1 van het mandaat van het bestuur van de Bedrijfsvereniging aan de Commissie Premie-inning vervalt.

Artikel 3

Het mandaat van het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid aan de Grensgevallencommissie komt als volgt te luiden:

1. Het beslissen omtrent het instellen van beroep tegen beslissingen van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming op grond van artikel 64, vijfde lid van de Organisatiewet sociale verzekeringen of het maken van bezwaar en het instellen van beroep tegen beslissingen van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming op grond van artikel 65, tweede en derde lid, Organisatiewet sociale verzekeringen. In spoedeisende zaken kunnen de in de vorige volzin bedoelde beslissingen genomen worden door twee, door het bestuur van de bedrijfsvereniging aangewezen, leden van de Grensgevallencommissie.

2. De commissie besluit voorts in alle gevallen met betrekking tot de indeling en inschrijving van werkgevers, waarin de bevoegdheid tot het beslissen aan de administratie is gemandateerd, maar de administratie het geval ter beslissing aan de commissie voorlegt. De commissie is bevoegd te bepalen dat tijdelijk bepaalde categorieën van gevallen, waarin de bevoegdheid tot beslissen is gemandateerd, aan haar ter beslissing worden voorgelegd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 11 april 1995.

Aldus besloten op 11 april 1995.

Toelichting

De richtlijn behorend bij artikel 1 van het mandaatsbesluit van de BV Bouw aan de administratie wordt ingetrokken. Uiteraard vervalt ook de verwijzing in artikel 1 van genoemd mandaatsbesluit naar deze richtlijn. Deze richtlijn hield in dat de administratie alvorens een werkgever in te delen bij de Risicogroep Schildersbedrijf of de Risicogroep Baggersbedrijf, advies diende te vragen aan de betrokken risicogroep, hetgeen in de praktijk neerkwam op overleg over de indeling met de uitvoeringsinstelling van de desbetreffende risicogroep.

Deze richtlijn heeft haar betekenis verloren nu aan de sfb uitvoeringsinstelling bouwnijverheid de uitvoering van de sociale verzekeringswetten voor zowel de hoofdgroep Bouw als voor de risico-groepen Schildersbedrijf en Baggerbedrijf is opgedragen.

Tevens heeft het bestuur van de BV Bouw van de gelegenheid gebruik gemaakt om de zinsnede in artikel 1 luidende ’in die gevallen waarin geen twijfel bestaat bij welke bedrijfsvereniging een werkgever is aangesloten’ te schrappen. Deze zinsnede is overbodig omdat in artikel 60 van het mandaatsbesluit een algemeen voorbehoud ten aanzien van het mandaat in twijfelgevallen is vervat.

Het mandaat aan de Grensgevallencommissie is uitgebreid met de bevoegdheid om te beslissen omtrent het instellen van beroep tegen besluiten van het Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming (Tica) gebaseerd op artikel 64, vijfde lid, Organisatiewet sociale verzekeringen (Osv) of het maken van bezwaar en het instellen van beroep tegen beslissingen van het Tica op grond van artikel 65, tweede en derde lid, Osv. In spoedeisende gevallen kunnen deze beslissingen zelfs genomen worden door twee leden van de Grensgevallencommissie, die door het bestuur zijn aangewezen.

Aan de Grensgevallencommissie is al de bevoegdheid gemandateerd te beslissen omtrent de toepassingen van de bepalingen van de Osv betreffende indeling en inschrijving van werkgevers bij de BV Bouw, voorzover deze beslissingen niet aan de administratie of aan de Commissie indeling van cultuurtechnische en civieltechnische bedrijven zijn gemandateerd. Ook aan de Commissie Premie-inning was een soortgelijk mandaat verleend. Het bestuur van de BV Bouw heeft besloten dit mandaat in te trekken omdat het niet gewenst is dat er sprake is van een dubbel mandaat en omdat in de praktijk de desbetreffende beslissingen altijd werden voorgelegd aan de Grensgevallencommissie.

Besluit van het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid tot intrekking van het mandaat van de Commissie indeling van cultuurtechnische en civieltechnische bedrijven

Het bestuur van de Bedrijfsvereniging voor de Bouwnijverheid

Gelet op het besluit tot opheffing van de Commissie indeling van cultuurtechnische en civieltechnische bedrijven;

Besluit:

Artikel 1

Het mandaat verleend aan de Commissie indeling van cultuurtechnische en civieltechnische bedrijven wordt ingetrokken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 19 juni 1995.

Aldus besloten op 19 juni 1995.

Naar boven