J. F. Jeekel benoemd tot lid van de Tweede Kamer

Besluit van de voorzitter van het centraal stembureau ter benoeming van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, noodzakelijk geworden door het openvallen van een plaats in dat orgaan

De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;

Gezien de bij hem op 25 augustus 1995 ingekomen brief van de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 24 augustus 1995 houdende mededeling dat L. S. Groenman, wonende te Maarssen, ontslag neemt als lid van dat orgaan met ingang van 30 augustus 1995.

Overwegende:

dat blijkens het besluit van het centraal stembureau van 10 mei 1994, L. S. Groenman was gekozen op het stel gelijkluidende lijsten nr. 1 van lijstengroep nr. 4,

dat ingevolge artikel W 2 van de Kieswet de volgende kandidaten buiten rekening worden gelaten op grond van de daarbij vermelde omstandigheden:

H. A. F. M. O. van Mierlo te Amsterdam, aangezien van hem een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen,

G. J. Wolffensperger te Amsterdam, aangezien hij reeds lid is van die Kamer,

J. Kohnstamm te Amsterdam en D. K. J. Tommel, aangezien van hen een schriftelijke verklaring is ontvangen dat zij niet voor benoeming in aanmerking wensen te komen,

L. S. Groenman te Maarssen, aangezien het haar vacature betreft,

A. Nuis te Den Haag, aangezien van hem een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen,

O. Scheltema-De Nie te Haren, A. J. Schimmel te Amsterdam, J. A. Jorritsma-van Oosten te Middelburg, E. D. C. M. Lambrechts te Uden, G. Ybema te Leeuwarden, M. M. Versnel-Schmitz te Utrecht, B. O. Dittrich te Amsterdam, P. K. ter Veer te Woltersum, H. G. Fermina te Dordrecht, N. G. van ’t Riet te Utrecht, M. J. Augusteijn-Esser te Emmen, Th. C. de Graaf te Leiden, J. M. de Koning te Baambrugge, B. R. A. van den Bos te Den Haag en J. van Walsem te Harderwijk, aangezien zij reeds lid zijn van die Kamer,

A. M. Portegies te Lochem, G. Poortinga te Britsum, S. Edin te Amsterdam, D. Rookmaker te Groningen, M. A. C. Zwetsloot te Nieuwe Niedorp, E. R. Kuiper te Amsterdam, J. van Dalen te Wittelte, E. P. Esajas te Amsterdam en J. W. Westerhof te Delft, aangezien van hen een schriftelijke verklaring is ontvangen dat zij niet voor benoeming in aanmerking wensen te komen;

Overwegende,

dat hiermee op het stel gelijkluidende lijsten nr. 1 van lijstengroep nr. 4 geen kandidaten meer beschikbaar zijn,

dat ingevolge artikel P 13, eerste lid, van de Kieswet thans in aanmerking komt het stel gelijkluidende lijsten nr. 2 van lijstengroep nr. 4,

dat ingevolge artikel W 2 van de Kieswet de volgende kandidaten buiten rekening worden gelaten op grond van de daarbij vermelde omstandigheden;

H. A. F. M. O. van Mierlo te Amsterdam, aangezien van hem een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen,

G. J. Wolffensperger te Amsterdam, aangezien hij reeds lid is van die Kamer,

J. Kohnstamm te Amsterdam en D. K. J. Tommel, aangezien van hen een schriftelijke verklaring is ontvangen dat zij niet voor benoeming in aanmerking wensen te komen,

L. S. Groenman te Maarssen, aangezien het haar vacature betreft,

A. Nuis te Den Haag, aangezien van hem een schriftelijke verklaring is ontvangen dat hij niet voor benoeming in aanmerking wenst te komen,

O. Scheltema-De Nie te Haren, A. J. Schimmel te Amsterdam, J. A. Jorritsma-van Oosten te Middelburg, E. D. C. M. Lambrechts te Uden, G. Ybema te Leeuwarden, M. M. Versnel-schmitz te Utrecht, B. O. Dittrich te Amsterdam, P. K. ter Veer te Woltersum, H. G. Fermina te Dordrecht, N. G. van ’t Riet te Utrecht, M. J. Augusteijn-Esser te Emmen, Th. C. de Graaf te Leiden, J. M. de Koning te Baambrugge, B. R. A. van den Bos te Den Haag en R. H. L. M. van Boxtel te Gorinchem, aangezien zij reeds lid zijn van die Kamer,

dat, gelet op artikel W 1 van de Kieswet, thans voor benoeming in aanmerking komt J. F. Jeekel, wonende te Rijswijk;

Verklaart dientengevolge J. F. Jeekel, wonende te Rijswijk, benoemd tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

’s-Gravenhage, 30 augustus 1995.
J. H. Prins, voorzitter.

Naar boven