Aanwijzing bevolkingsonderzoek naar borstkanker als bevolkingsonderzoek bedoeld in Besluit c.p.v.

22 augustus 1995

nr. PAO/GZ–95.7553

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2, onder b, van het Besluit collectieve preventie volksgezondheid,

Besluit:

Artikel 1

Als bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 2, onder b, van het Besluit collectieve preventie volksgezondheid wordt aangewezen bevolkingsonderzoek naar borstkanker.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 1995.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

Artikel 2, tweede lid, onder d, van de Wet collectieve preventie volksgezondheid draagt de gemeenteraden op bij te dragen aan de opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s. Het Besluit collectieve preventie volksgezondheid draagt de gemeenteraad op in ieder geval zorg te dragen voor de totstandbrenging van een oproepsysteem van door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen bevolkingsonderzoek.

Inmiddels zijn de inhoudelijke, organisatorische en uitvoerende taken van partijen op het gebied van bevolkingsonderzoek naar borstkanker uitgekristalliseerd en in diverse documenten nader omschreven. Tevens is aangegeven hoe in de financiering van de genoemde gemeentelijke taak wordt voorzien.

Om een goede uitvoering van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker te kunnen garanderen na de beoogde landelijke invoering ervan in 1996, wordt aanwijzing van dit bevolkingsonderzoek op grond van artikel 2, onder b, van het Besluit collectieve preventie volksgezondheid ter concretisering van de wettelijk omschreven taak geboden geacht.

Cruciaal voor het welslagen van ieder bevolkingsonderzoek is een goed functionerend oproepsysteem. Binnen het oproepsysteem zijn twee hoofdtaken te onderscheiden, te weten het aanleveren van persoonsgegevens en het uitnodigen van de doelgroep. De laatste taak, het uitnodigen van de doelgroep, geschiedt door degenen die vergunning voor bevolkingsonderzoek hebben (zullen krijgen), te weten negen regionale samenwerkingsverbanden van integrale kankercentra en gemeentelijke gezondheidsdiensten (verder: screeningsorganisaties), die daartoe van de Ziekenfondsraad de benodigde middelen ontvangen uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten. Wat betreft de eerste taak, het aanleveren van persoonsgegevens, gaf de toenmalige bewindspersoon bij brief van 11 januari 1994 (PAO/GZ–93.20346) aan dat het aanleveren van persoonsgegevens door gemeenten aan regionale uitvoerders van bevolkingsonderzoek, i.c. de screeningsorganisaties, bij uitstek (en van oudsher) een gemeentelijke taak is, gezien de relatie met het beheer van de bevolkingsadministratie.

Voor een adequaat functionerend oproepsysteem is het noodzakelijk dat beide beschreven taakbestanddelen van het oproepen goed op elkaar aansluiten. Hiertoe is het vanuit een oogpunt van doelmatigheid en standaardisering van belang dat de screenings-

organisaties zijn aangesloten op het netwerk van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (in het vervolg afgekort als GBA-netwerk). De screeningsorganisaties dienen hiertoe te zijn geautoriseerd door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Inmiddels hebben alle screeningsorganisaties de benodigde autorisatie aangevraagd. Het voornemen bestaat om de screeningsorganisaties aan te wijzen als bijzondere derde op grond van artikel 99, derde lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Zodra de organisatie- en financieringsstructuur van het eveneens in de toelichting op het Besluit collectieve preventie volksgezondheid genoemde bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker (paragraaf 2) voldoende zijn uitgekristalliseerd en in het verlengde daarvan duidelijk is welke partijen straks zullen moeten worden aangesloten op het GBA-netwerk en wat de gemeentelijke taak concreet zal inhouden, zijn er mijnerzijds voldoende redenen om over te gaan tot aanwijzing van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker op grond van artikel 2, onder b, van het Besluit collectieve preventie volksgezondheid.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

E. Borst-Eilers.

Naar boven