Mandateringsbesluiten openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaal

Regeling houdende mandatering van de in artikel 5 van de Scheepvaartverkeerswet opgenomen bevoegdheid van het bevoegd gezag inzake beslissingen met betrekking tot het aanbrengen of verwijderen van een verkeersteken

Het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied,

Gelet op de artikelen 2 en 5 van de Scheepvaartverkeerswet;

Gelet op artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet;

Overwegende:

– dat in verband met de in de periode van 9 augustus 1995 tot en met 14 augustus 1995 te houden nautische manifestatie ’Sail 1995’, een aantal tijdelijke verkeersbesluiten ten behoeve van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer moeten worden genomen;

– dat het hiertoe noodzakelijk is de directeur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied op te dragen en te machtigen deze tijdelijke verkeersbesluiten te nemen;

– dat het tevens, in verband met de operationele uitvoering, noodzakelijk is de directeur toe te staan het nemen van verkeersbesluiten door te mandateren aan de havenmeester, werkzaam bij de nautische sector van het Gemeentelijk Havenbedrijf Amsterdam, of zijn plaatsvervanger;

Besluit:

1. de directeur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied op te dragen en te machtigen tijdelijke verkeersbesluiten te nemen;

2. de directeur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied toe te staan de onder punt 1 genoemde bevoegdheid door te mandateren aan de havenmeester of zijn plaatsvervanger;

3. dit besluit in de Staatscourant te plaatsen en in werking te laten treden met ingang van de tweede dag na de dagtekening van plaatsing in de Staatscourant.


Amsterdam, 18 juli 1995.
Het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied,
E. F. L. Peer, voorzitter.
A. P. V. Poelsma, secretaris.

Naar boven