Instelling preventief toezicht op provincies en gemeenschappelijke regelingen

«Provinciewet, W.g.r»

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevr A. G. M. van de Vondervoort, maakt op grond van artikel 209 van de Provinciewet en artikel 57 van de Wet gemeenschappelijke regelingen bekend dat de begrotingen van de navolgende provincies en gemeenschappelijke regelingen waaraan provincies deelnemen, voor het dienstjaar 1995 alsmede de daarop betrekking hebbende wijzigingen haar goedkeuring behoeven:

– de provincies Drenthe en Zeeland

vanwege het feit dat de begroting niet reëel in evenwicht is en het niet aannemelijk is dat het evenwicht op termijn tot stand zal worden gebracht (artikel 207, eerste lid van de Provinciewet).

– de volgende gemeenschappelijke regelingen, waaraan provincies deelnemen:

Afvalverwijdering Utrecht, Nieuwegein

Bestuursacademie Oost-Nederland, Velp

Bestuursacademie Randstad, Maarssen

Bestuursacademie Zuid-Nederland, Tilburg

Financiëel Koepelschap Buitenstedelijke Openluchtrecreatie, Berkel en Rodenrijs

Recreatieschap Groenraven, Utrecht

Natuur- en Recreatieschap Haringvliet, Brielle

Havenschap Delfzijl, Delfzijl

Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch, Dordrecht

Industrie- en Havenschap Moerdijk, Moerdijk

Instituut Ziektekostenverzekering Ambtenaren, Nieuwegein

Interprovinciaal Overleg,

's-Gravenhage

Interprovinciale Ziektekosten Regeling, Utrecht

Recreatieschap Nationaal Park de Biesbosch, Drimmelen

Recreatieschap Noorderpark, Utrecht

Recreatieschap Noord-West Utrecht, Utrecht

Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug en Valleigebied, Utrecht

Recreatieschap Veerse Meer, Middelburg

Vervoerregio Friesland, Leeuwarden

Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg, Brielle

Recreatieschap IJsselmonde, Barendrecht

vanwege het feit dat de begroting voor het dienstjaar 1995 en/of de rekening over het dienstjaar 1993 niet tijdig zijn vastgesteld en ingezonden (artikel 57 en 58 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, juncto artikel 207, tweede lid, ad b en/of c van de Provinciewet).

Indien de begroting of een besluit tot wijziging daarvan nog niet is goedgekeurd behoeven besturen van bovengenoemde provincies en gemeenschappelijke regelingen mijn toestemming tot het doen van uitgaven (artikel 212, eerste lid van de Provinciewet en artikel 57 van de Wet gemeenschappelijke regelingen).

Op de overige provincies en gemeenschappelijke regelingen die onder toezicht van de minister van Binnenlandse Zaken staan is repressief toezicht van toepassing.

Naar boven