De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het combineren van wetsvoorstellen met verschillende strekking in
één voorstel het de Eerste Kamer onmogelijk maakt per onderwerp een eigenstandige
afweging te maken tot en met een politiek eindoordeel;
overwegende dat reeds eerder en bij verschillende gelegenheden de Eerste Kamer heeft
uitgesproken een koppeling van niet samenhangende onderwerp in één wetsvoorstel ongewenst
te vinden;
overwegende dat in het thans aanhangige wetsvoorstel 36.208 wederom niet samenhangende
onderwerpen worden gekoppeld;
overwegende dat de aanvaarde motie-Hoekstra van 17 november 2015 nog eens expliciet
aan de regering vraagt zich voortaan te onthouden van dergelijke koppelingen;
van oordeel dat de regering in voorkomend geval derhalve bewust de Eerste Kamer hindert
in zijn medewetgevende taak;
van oordeel dat dit omwille van de kwaliteit van wetgeving ongewenst is;
voorts van oordeel dat het gebruiken van manieren om bij wetgeving een medewetgever
buitenspel te zetten niet past in de democratische en staatsrechtelijke traditie van
Nederland;
verzoekt de regering met een novelle te komen ten einde het onderwerp afschaffing
IOAOW uit wetsvoorstel 36.208 te verwijderen, en een aangepast wetsvoorstel in te
dienen over de andere twee voorstellen uit het oorspronkelijke wetsvoorstel 36.208,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Rooijen