nr. 19
MOTIE VAN HET LID ÇÖRÜZ C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat zich zowel in de jeugdzorg als in de jeugd-ggz als in
de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten, jeugdigen bevinden met ernstige
opgroei- of opvoedingsproblemen;
overwegende, dat het voor een ongestoorde ontwikkeling van al deze jeugdigen
nodig kan zijn dat hun opvoeding gepaard gaat met dwang;
overwegende, dat het wetsvoorstel gesloten jeugdzorg uitsluitend voor
jeugdigen in de jeugdzorg voorziet in de mogelijkheid tot dwang in verband
met de aanpak van de opgroei- of opvoedingsproblemen in de vorm van het toepassen
van maatregelen tegen de wil van de jeugdige;
overwegende, dat jeugdigen met een psychische stoornis of een licht verstandelijke
handicap eveneens ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen kunnen hebben die
evenzeer vragen om dergelijke maatregelen teneinde te kunnen voorzien in hun
opvoeding;
overwegende, dat de huidige wettelijke regelingen, waaronder de Wet bijzonder
opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, dergelijke maatregelen niet mogelijk
maken voor jeugdigen met een psychische stoornis of een licht verstandelijke
handicap die ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen hebben;
verzoekt de regering op korte termijn met een wettelijke regeling te komen
waarmee de rechtsposities van deze drie groepen jeugdigen zoveel mogelijk
worden geharmoniseerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Çörüz
Voordewind
Bouchibti