Staatsbladvan het Koninkrijk der NederlandenWet van 3 juli 2019, houdende implementatie van de richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PbEU 2017, L 198)Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht te wijzigen ter implementatie van de richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees parlement en de Raad van 5 juli 2017 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PbEU 2017, L 198);Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:IIn artikel 323a van het Wetboek van Strafrecht wordt «drie jaren» vervangen door «vier jaren».IAIn artikel 67, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering vervalt «323a,».IIDeze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.Kamerstuk 35 160’s-Gravenhage,3 juli 2019Willem-AlexanderDe Minister van Justitie en Veiligheid,F.B.J.GrapperhausUitgegeven de vijftiende juli 2019De Minister van Justitie en Veiligheid,F.B.J.Grapperhaus