Besluit van 20 juni 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 18 april 2018 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof (Stb. 2018, 137), met uitzondering van artikel I, onderdeel C, en tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit energie vervoer (Stb. 2018, 134)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van (PM), nr. IenW/BSK-2018/58264, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel V van de wet van 18 april 2018 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof (Stb. 2018, 137) en gelet op artikel 53 van het Besluit energie vervoer (Stb. 2018, 134);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 18 april 2018 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof (Stb. 2018, 137), met uitzondering van artikel I, onderdeel C, en het Besluit energie vervoer (Stb. 2018, 134) treden in werking met ingang van 1 juli 2018 en werken terug tot en met 1 januari 2018.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 20 juni 2018

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Uitgegeven de achtentwintigste juni 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de wet van 18 april 2018 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van de zogenoemde ILUC-richtlijn (Richtlijn (EU) 2015/1513) (Stb. 2018, 137), uitgezonderd artikel I, onderdeel C, en de inwerkingtreding van het daarmee samenhangende Besluit energie vervoer (Stb. 2018, 134).

Artikel I, onderdeel C, van de wet van 18 april 2018 ziet op een meer beperkte omschrijving wat onder de begripsomschrijving van «leveren aan de Nederlandse markt voor vervoer» moet worden verstaan (zie ook de wijziging van artikel 9.7.1.1 Wet milieubeheer in artikel I, onderdeel B, van de wet van 18 april 2018). Mocht de situatie omtrent het verschil tussen de gegevens van de Nederlandse Emissieautoriteit en het Centraal Bureau voor de Statistiek over ingeboekte leveringen van biobrandstoffen die onder schorsing van betaling van accijns worden geleverd, hiervoor aanleiding geven, dan kan artikel I, onderdeel C, op een later moment alsnog in werking treden.

De wet van 18 april 2018 en het Besluit energie vervoer (alsmede de Regeling energie vervoer, welke wordt gepubliceerd in de Staatscourant) treden op 1 juli 2018 in werking, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2018. De terugwerkende kracht is ingegeven, teneinde aan te sluiten bij de jaarsystematiek van de nieuwe regelgeving en mede gelet op de reeds verstreken implementatietermijn van de ILUC-richtlijn. Een eventuele inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2019 zou met zich meebrengen dat het hiervoor aangehaalde artikel I, onderdeel C, eveneens met ingang van 1 januari 2019 in werking dient te treden, terwijl op dit moment hiervoor geen aanleiding bestaat. Voorts zou dit leiden tot een verzwaring van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

Om het bedrijfsleven tijdig voor te bereiden op de nieuwe wet- en regelgeving, is het gedurende de totstandkoming regelmatig geïnformeerd over de inhoud van de ILUC-wetgeving, inclusief consultaties, en de voortgang van de wetgevingsprocedures. Eind 2017 is het bedrijfsleven geïnformeerd dat de ILUC-wetgeving naar verwachting rond juli 2018 in werking zou treden, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2018.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven