Wet van 28 maart 2018 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht accountantsorganisaties in verband met het vergroten van de transparantie van het toezicht op financiële markten (Wet transparant toezicht financiële markten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de transparantie van het toezicht op de financiële markten en accountantsorganisaties te vergroten door uitbreiding van de bevoegdheden tot openbaarmaking van informatie en verduidelijking van de rechtsbescherming van betrokkenen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:

A

De artikelen 1:94 en 1:95 komen te luiden:

Artikel 1:94

  • 1. De toezichthouder kan met een openbare verklaring een overtreding en de naam van de overtreder openbaar maken bij een overtreding:

    • a. als bedoeld in artikel 1:80a of een overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen, indien die overtreding is gerangschikt in de derde boetecategorie, bedoeld in artikel 1:81, tweede lid, en is begaan door een bank of een beleggingsonderneming in de zin van de verordening kapitaalvereisten;

    • b. van artikel 1:74, voor zover het betreft een vordering om inlichtingen voor het opstellen van een afwikkelingsplan als bedoeld in artikel 3A:10 of artikel 9 van de verordening gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme;

    • c. van de artikelen 3:53, eerste lid en 3:57, eerste lid, of een overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen, indien die overtreding is gerangschikt in de derde boetecategorie, bedoeld in artikel 1:81, tweede lid, en is begaan door een beheerder van een beleggingsinstelling of van een instelling voor collectieve belegging in effecten;

    • d. van een voorschrift, gesteld bij of krachtens het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen, indien die overtreding is gerangschikt in de derde boetecategorie, bedoeld in artikel 1:81, tweede lid, en is begaan door een beleggingsonderneming of een datarapporteringsdienstverlener;

    • e. van een voorschrift, gesteld bij of krachtens het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen, indien die overtreding is gerangschikt in de derde boetecategorie, bedoeld in artikel 1:81, tweede lid, en is begaan door een bemiddelaar in verzekeringen of verzekeraar en de overtreding betrekking heeft op een verzekering met een beleggingscomponent;

    • f. van een voorschrift, gesteld bij of krachtens hoofdstuk 5.1;

    • g. van een voorschrift, gesteld bij of krachtens hoofdstuk 5.1a, 5.2, 5.3 of 5.9, indien de overtreding is gerangschikt in de derde boetecategorie, bedoeld in artikel 1:81, tweede lid, met uitzondering van een overtreding als bedoeld in de artikelen 5:25c, zesde tot en met negende lid, en 5:36, en de overtreding is begaan door een uitgevende instelling als bedoeld in de hoofdstukken 5.1a en 5.3 of een meldingsplichtige als bedoeld in artikel 5:33, eerste lid, onderdeel c; of

    • h. van een ander voorschrift waarvoor dit ter uitvoering van een bindende EU-rechtshandeling bij algemene maatregel van bestuur is bepaald.

  • 2. De toezichthouder kan met een openbare waarschuwing elke overtreding van een ingevolge deze wet gesteld voorschrift of verbod en de naam van de overtreder openbaar maken, indien dat naar het oordeel van de toezichthouder nodig is om het publiek snel en effectief te informeren teneinde schade te voorkomen of te beperken.

Artikel 1:95

De toezichthouder maakt op grond van artikel 1:94 geen gegevens openbaar, voor zover:

  • a. die gegevens herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon en bekendmaking van zijn persoonsgegevens onevenredig zou zijn;

  • b. betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend;

  • c. een lopend strafrechtelijk onderzoek of een lopend onderzoek door de toezichthouder naar mogelijke overtredingen zou worden ondermijnd;

  • d. de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht; of

  • e. openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen.

B

Artikel 1:98, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan het einde van onderdeel a vervalt «of».

2. Na onderdeel a wordt, onder verlettering van onderdeel b tot c, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. niet in overeenstemming is met het doel van de opgelegde bestuurlijke sanctie, tenzij het een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete betreft; of

C

Artikel 1:99 komt te luiden:

Artikel 1:99

  • 1. Alvorens over te gaan tot openbaarmaking van gegevens die tot afzonderlijke personen herleidbaar zijn op grond van deze afdeling, neemt de toezichthouder een besluit tot openbaarmaking. Dit besluit bevat de openbaar te maken gegevens en de wijze en termijn waarop de openbaarmaking zal plaatsvinden.

  • 2. Onverminderd artikel 4:11 van de Algemene wet bestuursrecht kan de toezichthouder bij het nemen van een besluit op grond van artikel 1:94 de toepassing van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht achterwege laten, indien van de belanghebbende geen adres bekend is en het adres ook niet met een redelijke inspanning kan worden verkregen.

D

Na artikel 1:99 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 1:100

  • 1. De toezichthouder gaat pas over tot openbaarmaking op grond van deze afdeling, nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit tot openbaarmaking aan de belanghebbende is bekendgemaakt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid gaat de toezichthouder pas over tot openbaarmaking op grond van artikel 1:94, eerste lid, nadat het besluit tot openbaarmaking onherroepelijk is.

  • 3. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht om openbaarmaking op grond van deze afdeling te voorkomen, wordt de openbaarmaking opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan.

  • 4. De toezichthouder beëindigt het openbaar beschikbaar houden van gegevens die tot afzonderlijke personen herleidbaar zijn op grond van artikel 1:94, tweede lid, of 1:97, eerste lid, onverwijld indien en voor zover:

    • a. het besluit tot openbaarmaking wordt ingetrokken; of

    • b. het besluit tot openbaarmaking door de bestuursrechter onherroepelijk is vernietigd.

  • 5. In de gevallen, bedoeld in het vierde lid, biedt de toezichthouder de belanghebbende aan de intrekking of de vernietiging openbaar te maken.

  • 6. In afwijking van artikel 1:97, vijfde lid, zijn het vierde en vijfde lid van overeenkomstige toepassing op een besluit tot openbaarmaking op grond van artikel 1:97, derde of vierde lid, voor zover de openbaarmaking in strijd met artikel 1:98 heeft plaatsgevonden.

Artikel 1:100a

  • 1. In afwijking van artikel 1:100, eerste en tweede lid, en van artikel 1:97, eerste lid, kan de toezichthouder op een kortere termijn en zo nodig onverwijld overgaan tot openbaarmaking, voor zover:

    • a. bescherming van de belangen die deze wet beoogt te beschermen geen verder uitstel toelaat; of

    • b. de overtreder zelf informatie openbaar heeft gemaakt over de overtreding of het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie waarop de openbaarmaking betrekking heeft, en versnelde openbaarmaking in het belang van het publiek noodzakelijk is ter bescherming van het vertrouwen in het toezicht op de financiële markten.

  • 2. In de gevallen bedoeld in het eerste lid kan de toezichthouder tevens besluiten dat artikel 1:100, derde lid, buiten toepassing blijft.

  • 3. De toezichthouder verricht een redelijke inspanning om de betrokkene voorafgaand aan de openbaarmaking in kennis te stellen van de voorgenomen openbaarmaking.

  • 4. Bij openbaarmaking van een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie is artikel 1:97, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

E

Artikel 1:101 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «tegen een besluit als bedoeld in de artikelen 1:94 en 1:97» vervangen door: om openbaarmaking op grond van deze afdeling te voorkomen,.

2. In het tweede lid wordt «een publicatieverbod van een besluit als bedoeld in de artikelen 1:94 en 1:97 heeft opgelegd» vervangen door: openbaarmaking op grond van deze afdeling heeft verboden, of indien op grond van artikel 1:98 nog geen tot afzonderlijke personen herleidbare openbaarmaking heeft plaatsgevonden.

3. In het tweede lid wordt na «terzake van het bezwaar» ingevoegd: tegen het besluit tot openbaarmaking of het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke sanctie.

4. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Indien de voorzieningenrechter openbaarmaking op grond van deze afdeling heeft verboden, of indien op grond van artikel 1:98 nog geen tot afzonderlijke personen herleidbare openbaarmaking heeft plaatsgevonden, en beroep of hoger beroep wordt ingesteld tegen het besluit tot openbaarmaking of het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke sanctie, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.

F

Artikel 3:72 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vijfde lid wordt «welke staten openbaar worden gemaakt» vervangen door: welke staten of gegevens uit die staten openbaar worden gemaakt.

2. Het negende lid komt te luiden:

  • 9. De Nederlandsche Bank maakt periodiek de voornaamste geaggregeerde gegevens openbaar op basis van de staten die ingevolge het eerste lid door banken met zetel in Nederland aan haar zijn verstrekt en publiceert de niet-geaggregeerde gegevens van deze banken die daartoe bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vijfde lid, zijn aangewezen.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de periodiciteit van de publicatie van niet-geaggregeerde gegevens op grond van het negende lid en de procedure bij openbaarmaking.

ARTIKEL II

De Wet toezicht accountantsorganisaties wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 48a, zevende lid, komt te luiden:

  • 7. Indien de Autoriteit Financiële Markten op grond van het zesde lid bevindingen en conclusies openbaar maakt die mede zijn gebaseerd op een controledossier dat betrekking heeft op een organisatie van openbaar belang, doet de accountantsorganisatie mededeling aan het auditcomité van die organisatie van openbaar belang van de voornaamste bevindingen en conclusies uit het verslag bedoeld in het vijfde lid ten aanzien van dat controledossier. De accountantsorganisatie doet de mededeling binnen tien werkdagen na de openbaarmaking.

B

Na artikel 48a worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 48b

  • 1. Alvorens over te gaan tot openbaarmaking van gegevens als bedoeld in artikel 48a, zesde lid, neemt de Autoriteit Financiële Markten een besluit tot openbaarmaking. Dit besluit bevat de openbaar te maken gegevens en de wijze en termijn waarop de openbaarmaking zal plaatsvinden.

  • 2. De Autoriteit Financiële Markten gaat pas over tot openbaarmaking op grond van artikel 48a, zesde lid, nadat tien werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit tot openbaarmaking aan de betrokken accountantsorganisatie is bekendgemaakt.

  • 3. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht om openbaarmaking op grond van artikel 48a, zesde lid, te voorkomen, wordt de openbaarmaking opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter.

  • 4. De Autoriteit Financiële Markten beëindigt het openbaar beschikbaar houden van gegevens die tot afzonderlijke accountantsorganisaties herleidbaar zijn op grond van artikel 48a, zesde lid, onverwijld indien en voor zover:

    • a. het besluit tot openbaarmaking wordt ingetrokken; of

    • b. het besluit tot openbaarmaking door de bestuursrechter onherroepelijk is vernietigd.

  • 5. In de gevallen bedoeld in het vierde lid, biedt de Autoriteit Financiële Markten de betrokken accountantsorganisatie aan de intrekking of de vernietiging openbaar te maken.

Artikel 48c

  • 1. Alvorens over te gaan tot publicatie op grond van artikel 48a, zesde lid, stelt de Autoriteit Financiële Markten elk van de betrokken accountantsorganisaties in de gelegenheid om binnen tien werkdagen na bekendmaking van het besluit tot openbaarmaking een schriftelijke reactie te geven op gegevens die openbaar worden gemaakt die op haar betrekking hebben.

  • 2. De Autoriteit Financiële Markten maakt de schriftelijke reactie of een zakelijke weergave ervan gelijktijdig openbaar met de bevindingen en conclusies waarop de reactie betrekking heeft.

  • 3. Bij het openbaar maken van de schriftelijke reactie maakt de Autoriteit Financiële Markten geen gegevens openbaar die herleidbaar zijn tot andere personen dan de betrokken accountantsorganisatie.

Artikel 48d

De Autoriteit Financiële Markten maakt op grond van artikel 48a, zesde lid, geen gegevens openbaar, voor zover:

  • a. die gegevens herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon en bekendmaking van zijn persoonlijke gegevens onevenredig zou zijn;

  • b. betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend;

  • c. een lopend strafrechtelijk onderzoek zou worden ondermijnd;

  • d. de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht; of

  • e. openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen.

Artikel 48e

  • 1. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht om openbaarmaking op grond van artikel 48a, zesde lid, te voorkomen, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.

  • 2. Indien de voorzieningenrechter openbaarmaking op grond van artikel 48a, zesde lid, heeft verboden vindt het horen van belanghebbenden ter zake van het bezwaar tegen het besluit tot openbaarmaking niet in het openbaar plaats.

  • 3. Indien de voorzieningenrechter openbaarmaking op grond van artikel 48a, zesde lid, heeft verboden en beroep of hoger beroep wordt ingesteld tegen het besluit tot openbaarmaking vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.

C

Na artikel 65 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 65a

De Autoriteit Financiële Markten maakt op grond van artikel 64 geen gegevens openbaar, voor zover:

  • a. die gegevens herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon en bekendmaking van zijn persoonsgegevens onevenredig zou zijn;

  • b. betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend;

  • c. een lopend strafrechtelijk onderzoek zou worden ondermijnd;

  • d. de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht; of

  • e. openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen.

D

Artikel 66, derde lid, wordt vervangen door twee leden, luidende:

  • 3. De Autoriteit Financiële Markten beëindigt het openbaar beschikbaar houden van gegevens die tot afzonderlijke accountantsorganisaties herleidbaar zijn op grond van artikel 64 onverwijld indien en voor zover:

    • a. het besluit tot uitvaardigen van een openbare waarschuwing wordt ingetrokken; of

    • b. het besluit tot uitvaardigen van een openbare waarschuwing door de bestuursrechter onherroepelijk is vernietigd.

  • 4. In de gevallen bedoeld in het derde lid, biedt de Autoriteit Financiële Markten de belanghebbende aan de intrekking of de vernietiging openbaar te maken.

E

Na artikel 66 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 66a

  • 1. In afwijking van artikel 66, eerste lid, kan de Autoriteit Financiële Markten op een kortere termijn en zo nodig onverwijld overgaan tot openbaarmaking op grond van artikel 64, voor zover:

    • a. bescherming van de belangen die deze wet beoogt te beschermen geen verder uitstel toelaat; of

    • b. de overtreder zelf informatie openbaar heeft gemaakt over de overtreding en versnelde openbaarmaking in het belang van het publiek noodzakelijk is ter bescherming van het vertrouwen in het toezicht op accountantsorganisaties.

  • 2. In de gevallen bedoeld in het eerste lid kan de Autoriteit Financiële Markten besluiten dat artikel 66, tweede lid, buiten toepassing blijft.

  • 3. De Autoriteit Financiële Markten verricht een redelijke inspanning om de betrokken accountantsorganisatie voorafgaand aan de openbaarmaking in kennis te stellen van de voorgenomen openbaarmaking.

F

Artikel 67 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Alvorens over te gaan tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete neemt de Autoriteit Financiële Markten een besluit tot openbaarmaking. Dit besluit bevat de openbaar te maken gegevens en de wijze en termijn waarop de openbaarmaking zal plaatsvinden.

2. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De Autoriteit Financiële Markten gaat pas over tot openbaarmaking op grond van het eerste lid, nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit aan de betrokken accountantsorganisatie bekend is gemaakt.

3. In het zesde lid wordt «vierde lid» vervangen door: vijfde lid.

G

De laatste volzin van artikel 68 komt te luiden: Artikel 67, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

H

Artikel 69 wordt gewijzigd als volgt:

1. De laatste volzin van het eerste lid komt te luiden: Artikel 67, tweede tot en met zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

I

Artikel 70 komt te luiden:

Artikel 70

  • 1. In afwijking van artikel 67, derde lid, 68 of 69 kan de Autoriteit Financiële Markten op een kortere termijn en zo nodig onverwijld overgaan tot openbaarmaking, voor zover:

    • a. bescherming van de belangen die deze wet beoogt te beschermen geen uitstel toelaat; of

    • b. de overtreder zelf informatie openbaar heeft gemaakt over de overtreding of het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie en versnelde openbaarmaking in het belang van het publiek noodzakelijk is ter bescherming van het vertrouwen in het toezicht op accountantsorganisaties.

  • 2. In de gevallen genoemd in het eerste lid kan de Autoriteit Financiële Markten besluiten dat artikel 67, vierde lid, buiten toepassing blijft.

  • 3. Indien bij openbaarmaking van een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, is artikel 67, zesde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De Autoriteit Financiële Markten verricht een redelijke inspanning om de betrokken accountantsorganisatie voorafgaand aan de openbaarmaking in kennis te stellen van de voorgenomen openbaarmaking.

  • 5. De Autoriteit Financiële Markten beëindigt het openbaar beschikbaar houden van gegevens die tot afzonderlijke accountantsorganisaties herleidbaar zijn op grond van artikel 68 onverwijld indien en voor zover:

    • a. het besluit tot openbaarmaking wordt ingetrokken; of

    • b. het besluit tot openbaarmaking door de bestuursrechter onherroepelijk is vernietigd.

  • 6. In de gevallen bedoeld in het vijfde lid, biedt de Autoriteit Financiële Markten de belanghebbende aan de intrekking of de vernietiging openbaar te maken.

  • 7. In afwijking van artikel 67, zesde lid, en artikel 69 zijn het vijfde en zesde lid van overeenkomstige toepassing op een besluit tot openbaarmaking op grond van artikel 67 of 69, voor zover de openbaarmaking in strijd met artikel 67, vijfde lid, heeft plaatsgevonden.

J

Artikel 71 komt te luiden:

Artikel 71

  • 1. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht om openbaarmaking op grond van dit hoofdstuk te voorkomen, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.

  • 2. Indien de voorzieningenrechter openbaarmaking op grond van dit hoofdstuk heeft verboden, of indien op grond van artikel 67, vijfde lid, nog geen tot afzonderlijke personen herleidbare openbaarmaking heeft plaatsgevonden, vindt het horen van belanghebbenden ter zake van het bezwaar tegen het besluit tot openbaarmaking of het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom niet in het openbaar plaats.

  • 3. Indien de voorzieningenrechter openbaarmaking op grond van dit hoofdstuk heeft verboden, of indien op grond van artikel 67, vijfde lid, nog geen tot afzonderlijke personen herleidbare openbaarmaking heeft plaatsgevonden, en beroep of hoger beroep wordt ingesteld tegen het besluit tot openbaarmaking of het besluit tot het opleggen van de bestuurlijke boete of de last onder dwangsom, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren.

ARTIKEL III

  • 1. Op besluiten tot het openbaar maken van een overtreding door middel van een verklaring of een waarschuwing of besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie wegens een overtreding van een voorschrift of verbod ingevolge de Wet op het financieel toezicht, die zijn genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, blijft afdeling 1.5.1 van de Wet op het financieel toezicht van toepassing, zoals die gold voor dat tijdstip.

  • 2. Op besluiten tot het uitvaardigen van een openbare waarschuwing of tot het opleggen van een bestuurlijke boete of last onder dwangsom wegens een overtreding van bij of krachtens de Wet toezicht accountantsorganisaties gesteld voorschrift, die zijn genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II blijft hoofdstuk 6 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van toepassing, zoals dat gold voor dat tijdstip.

  • 3. Op de openbaarmaking van bevindingen en conclusies op grond van artikel 48a, zesde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, die zijn betrokken in een verslag waarvan voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II reeds een afschrift, bedoeld in artikel 48a, vijfde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties is verstrekt, zijn de artikelen 48b tot en met 48e van de Wet toezicht accountantsorganisaties niet van toepassing. Op die besluiten blijft artikel 48a van de Wet toezicht accountantsorganisaties van toepassing, zoals dat gold voor dat tijdstip.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet transparant toezicht financiële markten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 28 maart 2018

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Uitgegeven de twaalfde april 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 769

Naar boven