Besluit van 3 juli 2017 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, en onderdeel E, wat betreft het vervallen van artikel 9, van de wet van 25 november 2013 tot wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 28 juni 2017, nr. WJZ / 17078131;

Gelet op artikel IV van de wet van 25 november 2013 tot wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht (Stb. 2013, 466);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel B, en onderdeel E, wat betreft het vervallen van artikel 9, van de wet van 25 november 2013 tot wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht (Stb. 2013, 466) treedt in werking met ingang van 1 augustus 2017.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 3 juli 2017

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de dertiende juli 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel I, onderdeel B, van de Wet tot wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht is bepaald dat artikel 9 van de Postwet 2009 vervalt. Het ex ante toezicht op basis van artikel 13a en verder van de Postwet 2009 vervangt het toezichtregime van artikel 9. In de toelichting bij dat artikel (Kamerstukken II 2012/13, 33 501, nr. 3) is destijds aangegeven dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) naar verwachting nog enige tijd nodig zou hebben om te beoordelen of een verplichting moet worden opgelegd aan een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht. Gedurende die overgangsperiode was het wenselijk dat postvervoerbedrijven nog een beroep kunnen doen op artikel 9, eerste lid. Vandaar dat de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, pas op een later moment zou plaatsvinden.

Dit argument is nogmaals herhaald in de toelichting op de Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken over het ex ante toezicht op grond van de Postwet 2009 van 18 december 2016 (Stcrt. 2016, nr. 70314). Gelet op de voortgang van de besluitvorming van ACM op basis van de artikelen 13a en verder is duidelijk dat de overgangsfase nu ten einde komt en het vervallen van artikel 9 kan worden geëffectueerd. Om een soepele overgang te borgen tussen het toezichtregime op basis van artikel 9 en dat van de artikelen 13a en verder zal artikel 9 per 1 augustus 2017 komen te vervallen. Artikel I, onderdeel B van de Wet tot wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht zal derhalve met ingang van 1 augustus 2017 in werking treden.

Er wordt afgeweken van de vaste verandermomenten om dubbele reguleringsregimes te voorkomen. De ACM is voornemens om medio juli 2017 een definitief besluit te nemen op grond van de artikelen 13a en verder van de Postwet 2009. Dat is het moment om duidelijkheid te bieden aan marktpartijen over het reguleringsregime dat geldt. Om ervoor te zorgen dat het ex post regime van artikel 9 en het ex ante regime van artikel 13a en verder niet naast elkaar toegepast worden, moet artikel 9 zo spoedig mogelijk na het definitieve besluit van de ACM te vervallen. Dit voorkomt ongewenste gevolgen voor de doelgroep van dit besluit, de postvervoerbedrijven.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven