Besluit van 9 december 2016, houdende vaststelling van het tijdstip tot wanneer de verzekerde met een modulair pakket thuis geen recht heeft op het schoonhouden van de woonruimte op grond van de Wet langdurige zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 december 2016, kenmerk 1060846-159013-WJZ;

Gelet op de artikelen 11.1.9, eerste lid, van de Wet langdurige zorg en 8.6a van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De verzekerde die zijn recht op zorg op grond van de Wet langdurige zorg tot gelding brengt met een modulair pakket thuis heeft tot 1 januari 2017 geen recht op het schoonhouden van de woonruimte, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wet langdurige zorg.

  • 2. Artikel 2.3.5, zesde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 geldt tot 1 januari 2017 niet voor de daar bedoelde cliënten die hun recht op zorg tot gelding brengen met een modulair pakket thuis en een maatwerkvoorziening inhoudende het schoonhouden van hun woonruimte hebben aangevraagd.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 9 december 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de twintigste december 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Per 1 januari 2017 worden de Wlz-uitvoerders verantwoordelijk voor het schoonhouden van de woonruimte van verzekerden met een modulair pakket thuis op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Daarmee geldt met ingang van 1 januari 2017 voor elk van de leveringsvormen binnen de Wlz dat het schoonhouden van de woonruimte onderdeel uitmaakt van de aanspraak. Dat geldt zowel voor nieuwe cliënten als voor cliënten die op 1 januari 2017 al een modulair pakket thuis hadden. Voor cliënten die in 2016 huishoudelijke hulp ontvangen vanuit de gemeenten is het van belang dat er een zorgvuldige overdracht plaatsvindt van de gemeenten naar de zorgkantoren. Partijen hebben met elkaar afgesproken dat de gemeenten pas stoppen met de levering van huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 indien de continuïteit van zorgverlening voor het schoonhouden van de woonruimte vanuit de Wlz is gegarandeerd.

Met de Wet van 8 juni 2016 tot wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet is geregeld dat de uitvoering van de huishoudelijke hulp voor verzekerden met een modulair pakket thuis op grond van de Wlz voor onbepaalde tijd zou gebeuren door de gemeenten.

In artikel 11.1.9 van de Wlz is geregeld dat tot een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip de verzekerde met een modulair pakket thuis geen recht heeft op het schoonhouden van de woonruimte op grond van de Wlz. Met dit koninklijk besluit wordt geregeld dat per 1 januari 2017 een verzekerde met een modulair pakket thuis op grond van de Wlz recht heeft op huishoudelijke hulp op grond van de Wlz. Verder is in artikel 8.6a van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 geregeld dat tot een bij koninklijk besluit vast te stellen datum het college van burgemeester en wethouders (college) huishoudelijke hulp niet kunnen weigeren aan verzekerden die een modulair pakket thuis ontvangen op grond van de Wlz. Met dit koninklijk besluit wordt ook geregeld dat dat tijdstip wordt vastgesteld op 1 januari 2017.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven