Besluit van 6 oktober 2016 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 oktober 2016, nr. 2016-0000214332,

Gelet op artikel III van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319) treedt, onder toepassing van artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum, in werking met ingang van 1 januari 2017.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 6 oktober 2016

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Uitgegeven de zeventiende oktober 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van artikel I van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319) met ingang van 1 januari 2017. In dit besluit wordt toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum zodat, in afwijking van artikel 9 van de Wet raadgevend referendum, hetgeen geregeld is omtrent de inwerkingtreding niet van rechtswege vervalt indien een inleidend verzoek tot het houden van een referendum over de onderhavige wet onherroepelijk wordt toegelaten. Dit is van belang, omdat de wijzigingen in artikel I, onderdelen B, onder 3 en 4, C en R, van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319) mede als grondslag dienen voor de wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag ten behoeve van het jaar 2017. Genoemd besluit zal per 1 januari 2017 in werking treden.

Artikel II van de Wet van 23 augustus 2016 tot aanpassing van enige bepalingen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de reparatie van enige onvolkomenheden (Stb. 2016, 319) zal in werking treden direct nadat de bepalingen uit de Wet van 21 november 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het personenregister kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de mogelijkheid te komen tot meertalige buitenschoolse opvang (Stb. 2015, 452) die zien op het personenregister, in werking treden. Dit wordt te zijner tijd geregeld in het inwerkingtredingsbesluit van die wet.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven