Besluit van 29 juni 2016, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 8 juni 2016 houdende wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet (Stb. 2016, 268)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 juni 2016, kenmerk 985157-152595-WJZ;

Gelet op artikel VI van de wet van 8 juni 2016 houdende wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet (Stb. 2016, 268);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De wet van 8 juni 2016 houdende wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet (Stb. 2016, 268) treedt, met uitzondering van de artikelen I, onderdeel C, en II, onderdeel A, in werking op 1 augustus 2016, waarbij de artikelen I, onderdelen A, E, G, H en I, en II, onderdeel C, terugwerken tot en met 1 januari 2015.

  • 2. Artikel I, onderdeel C, treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016 en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 3. Artikel II, onderdeel A, treedt in werking onmiddellijk nadat artikel III, onderdeel E, subonderdeel 2, van de Verzamelwet VWS 2016 in werking is getreden en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 29 juni 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de dertiende juli 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet van 8 juni 2016 houdende wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet. Die wet zal grotendeels op 1 augustus 2016 in werking treden. Van de vaste verandermomenten voor de inwerkingtreding van wetgeving (1 januari en 1 juli) wordt afgeweken omdat hierin een aantal wijzigingen opgenomen zijn die terugwerkende kracht krijgen en het wenselijk is de duur van de terugwerkende kracht zo kort mogelijk te houden.

Aan de artikelen I, onderdelen A, E, G, H en I, en II, onderdelen A en C, wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2015. Het gaat hierbij om de wijzigingen met betrekking tot de logeeropvang, de grondslag voor orthocommunicatieve behandeling van autisme, het overgangsrecht voor pgb-houders die woonachtig waren in een kleinschalig wooninitiatief en artikel 10.2.4 van de Wet langdurige zorg. Ook de wijziging van artikel 7.3.1, derde lid, van de Jeugdwet en het toegevoegde artikel 7.3.17 van de Jeugdwet krijgen terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015.

Een uitzondering op de inwerkingtreding per 1 augustus 2016 vormt artikel I, onderdeel C, van de wet, waarin de overbruggingszorg is opgenomen. Omdat voor de goede werking van dat onderdeel nog een uitvoeringsregeling noodzakelijk is, treedt dat op 1 oktober 2016 in werking. Ook dat onderdeel krijgt vervolgens werkende kracht tot en met 1 januari 2015.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven