Besluit van 1 juni 2016, houdende regels met betrekking tot de productie en distributie van elektriciteit en drinkwater op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (Besluit elektriciteit en drinkwater BES)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 2 december 2015, nr. IenM/BSK-2015/75140, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 2.2, vijfde lid, 2.3, tweede lid, 3.2, vijfde lid, 3.5, vijfde lid, 3.13, eerste en tweede lid, 4.2, tweede lid, en 6.13, tweede lid, van de Wet elektriciteit en drinkwater BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 januari 2016, nr. W14.15.0423/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 30 mei 2016, nr. IenM/BSK-2016/74778, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 (begripsomschrijvingen)

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

leveringspunt voor drinkwater:

plaats waar het drinkwaternet overgaat in een op dat net aangesloten woninginstallatie of installatie als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, van de wet;

tappunt:

plaats waar drinkwater beschikbaar komt voor gebruik;

wet:

Wet elektriciteit en drinkwater BES.

HOOFDSTUK 2. PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN DRINKWATER

§ 2.1 kwaliteitseisen drinkwaterketen

Artikel 2.1 (kwaliteitseisen drinkwater)
  • 1. Een producent van drinkwater draagt er zorg voor dat het door hem geproduceerde drinkwater op het leveringspunt voor drinkwater voldoet aan de kwaliteitseisen, opgenomen in de bijlagen A en B.

  • 2. Een distributeur van drinkwater draagt er zorg voor dat het door hem aan een afnemer geleverde drinkwater op het leveringspunt voor drinkwater voldoet aan de kwaliteitseisen, opgenomen in de bijlagen A en B.

  • 3. De eigenaar van een installatie als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet, draagt er zorg voor dat het door hem ter beschikking gestelde drinkwater op het tappunt voldoet aan de kwaliteitseisen, opgenomen in de bijlagen A en B.

§ 2.2 kwaliteitscontrole en -borging, verstoring en noodvoorziening drinkwater

Artikel 2.2 (kwaliteitscontrole en -borging, meetprogramma en rapportage)
  • 1. Een producent, respectievelijk distributeur, van drinkwater beschikt over een systeem voor kwaliteitscontrole en -borging, waaronder een meetprogramma, met het oog op de eisen, bedoeld in artikel 2.3, eerste en tweede lid, respectievelijk 3.5, eerste en tweede lid, van de wet, en de bijlagen A en B.

  • 2. De eigenaar van een productie-installatie van drinkwater als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet, beschikt over een meetprogramma met het oog op de eisen, bedoeld in dat lid, onder a.

  • 3. Een systeem voor kwaliteitscontrole en borging voldoet aan de eisen, opgenomen in bijlage C.

  • 4. Het meetprogramma voldoet aan de eisen, opgenomen in bijlagen A en D.

  • 5. Een producent, distributeur of eigenaar van een productie-installatie van drinkwater als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet houdt de resultaten van het meetprogramma over het lopende en voorafgaande kalenderjaar ter beschikking voor de toezichthouder voor drinkwater en rapporteert op diens verzoek de meetresultaten voor een daarbij genoemd tijdstip.

  • 6. De producent, distributeur en eigenaar dragen in overleg met de toezichthouder zorg voor een legionellarisicoanalyse- en -beheersplan.

Artikel 2.3 (kwaliteits- en capaciteitsdocument)

Het kwaliteits- en capaciteitsdocument met risicoanalyse, bedoeld in artikel 3.5, derde lid, van de wet, voldoet aan de eisen, opgenomen in bijlage E.

Artikel 2.4 (maatregelen bij verstoring)
  • 1. Indien een verstoring optreedt in de distributie van drinkwater waardoor niet wordt voldaan aan een in bijlage A of B opgenomen kwaliteitseis, of waardoor de levering van voldoende drinkwater wordt onderbroken, neemt de distributeur de maatregelen die noodzakelijk zijn om die verstoring zo spoedig mogelijk op te heffen.

  • 2. Indien de verstoring naar verwachting kan leiden of heeft geleid tot een onderbreking van de productie of distributie gedurende een ononderbroken periode van meer dan 24 uur of tot een gevaar voor de volksgezondheid, informeert de distributeur onmiddellijk de toezichthouder voor drinkwater en de afnemers over:

    • a. de kwaliteit en hoeveelheid van het geleverde drinkwater; en

    • b. de maatregelen die zijn of worden genomen om de kwaliteit en hoeveelheid van het drinkwater te waarborgen.

Artikel 2.5 (nooddrinkwater distributeur)

Ingeval van een verstoring waardoor gedurende een periode langer dan 24 uur geen deugdelijk drinkwater kan worden geleverd aan afnemers stelt de distributeur nooddrinkwater ter beschikking.

Artikel 2.6 (noodvoorziening)
  • 1. De aanwijzing, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, van de wet, vindt plaats na overleg met de aan te wijzen noodproducent of nooddistributeur en de bestuurscolleges.

  • 2. Op verzoek van de distributeur levert de noodproducent voldoende deugdelijk drinkwater indien een producent daartoe niet in staat is.

  • 3. Op verzoek van het bestuurscollege levert de nooddistributeur op door het college aangewezen distributiepunten voldoende deugdelijk drinkwater indien de distributeur daartoe niet in staat is.

HOOFDSTUK 3. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 3.1 (procedure vergunning, aanwijzing of ontheffing)

  • 1. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de documenten waarvan een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de wet, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de wet vergezeld gaat.

  • 2. Onze Minister verzoekt het bestuurscollege van het betreffende openbare lichaam om advies over een aanvraag van een vergunning of aanwijzing.

  • 3. Onze Minister kan met redenen omkleed aanvullende informatie bij de aanvrager opvragen.

Artikel 3.2 (meetfrequentie)

Bij ministeriële regeling kan de frequentie van het meten van de afgenomen hoeveelheid elektriciteit of drinkwater, bedoeld in artikel 3.5, eerste lid, onderdeel e, van de wet, worden vastgesteld. Deze vindt ten minste tweemaal per jaar plaats.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 4.1 (inwerkingtreding)

  • 1. Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet elektriciteit en drinkwater BES in werking treedt.

  • 2. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum waarop de in het eerste lid genoemde wet inwerking treedt, treedt in afwijking van het eerste lid dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met de datum waarop de genoemde wet in werking treedt.

Artikel 4.2 (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit elektriciteit en drinkwater BES.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 1 juni 2016

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de veertiende juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

BIJLAGEN

Bijlage A. Kwaliteitseisen drinkwater (bijlage bij de artikelen 2.1, 2.2 en 2.4 van het Besluit houdende regels met betrekking tot de productie en distributie van elektriciteit en drinkwater op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (Besluit elektriciteit en drinkwater BES))

Tabel 1: microbiologische en chemische parameters

Parameter

norm

Meetfrequentie ruw water per jaar1

Meetfrequentie rein water

Meetfrequentie per meetpunt aan de tap6,7

Escherichia coli

0 kve/100 ml

12

52

12

Enterococcen

0 kve/100 ml

12

52

12

Bacteriën coligroep 37°C

0 kve/100 ml

12

52

12

Clostridium perfringens incl. sporen

0 kve/100 ml

12

12

 

Koloniegetal 37°C

500 kve/ml

12

52

12

Nitraat

50 mg/l

2

2

 

Nitriet

0,1 mg/l

2

12

12

Borium

1,0 mg/l

2

2

 

Ammonium

0,5 mg/l

2

12

12

Chloride

150 mg/l

2

2

 

DOC/TOC

Geen abnormale verandering

2

12

 

Hardheid2

1 mmol

2

2

 

IJzer

200 μg/l

2

2

12

Mangaan

50 μg/l

2

2

12

         

Saturatie Index

–0,2

 

2

 

Sulfaat

150 mg/l

2

2

 

Zuurgraad

>7,8 en < 8,5

2

52

12

Zuurstof

2 mg/l

2

52

12

Temperatuur

40 gr C

2

52

12

Troebeling

4 FTE (tap) 1 FTE (na behandeling)

12

52

12

Kleur

20 mg Pt/Co

2

2

 

Koper (na stilstand)5

2 mg/l

   

4

Lood (na stilstand)5

10 μg/l

   

4

Nikkel (na stilstand)5

20 μg/l

   

4

Geur/Smaak

Geen abnormale verandering

52

12

Vrij en/of gebonden chloor3

>0,3 en <2 mg/l

12

12

EGV

100 mS/m bij 37 gr C

2

12

12

Aluminium4

200 μg/l

2

 

1 De producent voert de metingen ten aanzien van het ruw water uit (met ruw water wordt bedoeld het water zoals afgeleverd aan de producent, na de eerste bewerking door degene die het water wint en bewerkt met reversed osmose).

2 Hardheid te berekenen als mmol Ca plus mmol Mg. Na toevoeging van mineralen na de reversed osmose dient aan de kwaliteitseis te worden voldaan.

3 Alleen nodig als ook met chloor wordt gedesinfecteerd.

4 Alleen nodig als materiaal van aluminium voor distributiedoeleinden wordt gebruikt.

5 In Nederland vindt monstername aan de tap plaats na stilstand (volgens het Random Day Time principe), normtoetsing aan het jaargemiddelde.

6 De producent van drinkwater is niet steeds dezelfde als de distributeur. Beide instanties hebben in het monitoringsprogramma dus een verantwoordelijkheid. Er kan alleen aan de tap gemeten worden als er een leidingnet aanwezig is. Als het drinkwater op een andere manier aan de klant wordt geleverd dient er een representatief meetpunt aangewezen te worden in overleg met de toezichthouder.

7 Deze frequentie is van toepassing per meetpunt. Hiertoe dient het aantal meetpunten per eiland te worden vastgesteld. Dit is sterk afhankelijk van de plaatselijke situatie. In elk geval dienen gevoelige tappunten aangewezen te worden zoals bij lange verblijftijden, of uiteinden van het net. Begonnen dient te worden met een uitgebreid programma dat in een later stadium in overleg met de toezichthouder voor drinkwater eventueel kan worden gereduceerd (zie bijlage D).

Tabel 2. Organische en overige parameters waarvoor in elk geval dient te worden gemeten bij een calamiteit en waarbij het vermoeden bestaat dat één of meerdere stoffen in het milieu terecht zijn gekomen.

Parameter

Norm

Antimoon

5,0 μg/L

Arseen

10 μg/L

Benzeen

1,0 μg/L

Benzo(a)pyreen

0,01 μg/L

Cadmium

5,0 μg/L

Chroom

50 μg/L

Fluoride

1,0 mg/L

Kwik

1,0 μg/L

PAK (som)

0,1 μg/L

Pesticiden (individueel)

0,1 μg/L

Seleen

10 μg/L

Chloride

150 mg/L

Radioactiviteit (totale indicatieve dosis)

0,1 mSv/jaar

Natrium

150 mg/L

Bijlage B. Kwaliteitseisen drinkwater (legionella) (bijlage bij de artikelen 2.1, 2.2 en 2.4 van het Besluit houdende regels met betrekking tot de productie en distributie van elektriciteit en drinkwater op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (Besluit elektriciteit en drinkwater BES))

Op het leveringspunt, minder dan 100 kolonie vormende eenheden legionellabacteriën per liter drinkwater van de bepalende soorten legionellabacteriën:

L. anisa, L. birminghamensis, L. bozemanii, L. cincinnatiensis, L. dumoffii, L. erythra, L. feeleii, L. gormanii, L. hackeliae, L. jordanis, L. lansingensis, L. longbeachae, L. maceachernii, L. micdadei, L. oakridgensis, L. parisiensis, L. pneumophila, L. sainthelensi, L. tusconensis, L. wadsworthii en L. waltersii.

Bijlage C. Eisen aan een systeem voor kwaliteitscontrole en borging (bijlage bij artikel 2.2 van het Besluit houdende regels met betrekking tot de productie en distributie van elektriciteit en drinkwater op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (Besluit elektriciteit en drinkwater BES))

Bij een systeem voor kwaliteitscontrole- en borging wordt gekeken naar de volgende processen, voor zover van toepassing:

  • 1. Primaire bedrijfsprocessen

    • de bereiding van drinkwater, met inbegrip van het gebruik van chemicaliën en materialen;

    • het conform de legionellarisicoanalyse en het legionellabeheersplan, bedoeld in artikel 2.2, zesde lid:

      • bewaken van het voldoen aan de legionella norm van 100 kve/l en het bij overschrijding hiervan nemen van maatregelen en het informeren van de toezichthouder;

      • bij overschrijding van 1.000 kve/l terstond nemen van maatregelen, en het informeren van de toezichthouder en verbruikers;

    • de opslag en distributie van het drinkwater en nooddrinkwater.

  • 2. Secundaire bedrijfsprocessen

    • de inkoop, opslag en het beheer van chemicaliën en materialen waarmee drinkwater wordt bereid, opgeslagen en gedistribueerd;

    • de bewaking van:

      • de kwaliteit van de grondstof;

      • de kwaliteitsverandering in het zuiveringsproces;

      • de kwaliteit van het drinkwater na de laatste zuiveringstap;

      • de kwaliteit van het drinkwater aan het tappunt, in geval van een distributienet, dan wel op een representatief meetpunt, indien een distributienet ontbreekt;

    • het voorkomen van verontreinigingen van het leidingnet van de distributeur vanuit de daarop aangesloten installaties;

    • de bewaking van de hoeveelheid afgeleverd drinkwater en de druk in het leidingnet van de distributeur;

    • de bewaking van de kwaliteit van de te gebruiken chemicaliën en materialen in de primaire bedrijfsprocessen;

    • de bewaking van de conditie van de watervoorzieningswerken;

    • de bewaking van de gezondheid van het personeel, teneinde de verspreiding van infectieziekten via de drinkwatervoorziening tegen te gaan;

    • het hygiënisch werken bij de aanleg en onderhoud van watervoorzieningswerken;

    • de bewaking van de vakbekwaamheid van het personeel dat werkzaam is in de primaire bedrijfsprocessen.

Bijlage D. Eisen met betrekking tot een meetprogramma voor drinkwater (bijlage bij artikel 2.2 van het Besluit houdende regels met betrekking tot de productie en distributie van elektriciteit en drinkwater op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (Besluit elektriciteit en drinkwater BES))

Eisen aan degene die de monstername en analyse doet:

  • het nemen van monsters geschiedt door gekwalificeerd personeel;

  • de analyse van de monsters geschiedt door laboratoria die een kwaliteitsborgingsysteem hanteren gebaseerd op ISO 17025 of een naar het oordeel van de toezichthouder voor drinkwater gelijkwaardige norm en daarvoor geaccrediteerd zijn.

Meetprogramma en meetfrequentie:

  • een producent, distributeur of eigenaar van een installatie als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet beschikt over een daarop betrekking hebbend meetprogramma dat voldoet aan de in bijlage A en B opgenomen eisen;

  • de producent, distributeur of eigenaar, bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet, onderzoekt het water in de frequentie en op de plaatsen, aangegeven in het meetprogramma. De toezichthouder kan bepalen dat door hem aangegeven parameters, genoemd in bijlage A of B, frequenter of minder frequent worden onderzocht dan in die bijlage is aangegeven. Tevens kan hij bepalen dat andere dan in bijlage A of B opgenomen parameters onderzocht worden in een daarbij bepaalde frequentie, indien dat naar zijn oordeel van belang is voor het verkrijgen van voldoende inzicht in de kwaliteit van het drinkwater. Ook kan hij bepalen dat minder parameters worden onderzocht, indien dat naar zijn oordeel niet bezwaarlijk is met het oog op de bescherming van de volksgezondheid.

Plaats en tijdstip van bemonstering:

  • de monstername geschiedt op een zodanig tijdstip en op zodanige wijze dat de uitkomsten van het onderzoek representatief zijn voor de kwaliteit van het betreffende drinkwater;

  • een monster dat niet ter plaatse wordt geanalyseerd wordt zodanig bewaard dat daardoor de uitkomsten van het onderzoek niet in betekenende mate worden beïnvloed.

Meting en hoeveelheid druk:

De distributeur die tevens eigenaar is van een leidingnet draagt er zorg voor dat:

  • de door het pompstation afgeleverde hoeveelheden drinkwater voortdurend, of tenminste elk uur, worden geregistreerd, en deze gegevens gedurende het lopende en voorafgaande jaar beschikbaar worden gehouden;

  • de druk van het water voortdurend wordt geregistreerd op de plaatsen die, op voordracht van de distributeur, door de toezichthouder worden vastgesteld.

Verstrekken kwaliteitsgegevens:

De producent, distributeur en eigenaar van een installatie als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet verstrekken aan de toezichthouder per meetpunt voor iedere in het meetprogramma opgenomen parameter in ieder geval de volgende gegevens:

  • het aantal uitgevoerde metingen;

  • het aantal over- of onderschrijdingen van de in bijlage A of B genoemde kwaliteitseisen.

Tevens geven zij aan de toezichthouder langs schriftelijke of elektronische weg een toelichting op afwijkingen van de voorgeschreven meetfrequenties en op over- of onderschrijdingen van de in bijlage A of B opgenomen kwaliteitseisen.

De producent, distributeur en eigenaar van een installatie als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet rapporteren in de eerste maand van elk kwartaal aan de toezichthouder een representatief overzicht van de drinkwaterkwaliteit en eventuele calamiteiten die zich hebben voorgedaan.

Bijlage E. Eisen met betrekking tot een kwaliteits- en capaciteitsdocument (bijlage bij artikel 2.3 van het Besluit houdende regels met betrekking tot de productie en distributie van elektriciteit en drinkwater op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (Besluit elektriciteit en drinkwater BES))

Eisen met betrekking tot een kwaliteits- en capaciteitsdocument

In deze bijlage zijn de eisen aan het kwaliteits- en capaciteitsdocument voor drinkwater opgenomen. Deze worden door de producent/distributeur of distributeur nader uitgewerkt. Bij het opstellen van het kwaliteits- en capaciteitsdocument kan de producent/distributeur of distributeur van drinkwater advies vragen aan de toezichthouder.

Drinkwater

Ten aanzien van de organisatie, maatregelen, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van een producent/distributeur of distributeur van drinkwater bevat het kwaliteits- en capaciteitsdocument de volgende gegevens:

  • 1. Algemene gegevens en prognose:

    • contactgegevens van de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het kwaliteits- en capaciteitsdocument;

    • een prognose conform artikel 3.5, derde lid, van de wet, bestaande uit:

      • behoefte prognose voor een periode van vijf jaar

      • planning met maatregelen ter veiligstelling van de drinkwatervoorziening.

  • 2. Risicoanalyse

    De risicoanalyse ziet op de borging van de drinkwaterkwaliteit en de continuïteit van de productie en distributie, ook in geval van verstoring. Deze omvat:

    • een overzicht van de administratieve en organisatorische gegevens van de producent of distributeur, zoals:

      • locaties

      • organisatieschema met verantwoordelijkheden en autorisaties;

    • een schematisch overzicht van technische gegevens van de producent/distributeur of distributeur, zoals:

      • een overzicht van de productie locaties

      • een overzicht van de beschikbare reservecapaciteit

      • een overzicht van de capaciteit en levering onder niet-verstoorde omstandigheden

      • verstoringsregistratie;

    • een inventarisatie en analyse van de bestaande en te mogelijke en verwachte dreigingen voor de openbare drinkwatervoorziening;

    • algemeen beleid inzake weerstandsverhoging tegen deze mogelijke dreigingen en de gemaakte keuze hoe deze dreigingen worden ondervangen;

    • een beschrijving van de op grond van de risicoanalyse getroffen beveiligingsmaatregelen, zoals:

      • een opzet en onderhoud van de organisatorische beveiligingsmaatregelen

      • een opzet en onderhoud van de bouwkundige en technische beveiligingsmaatregelen;

    • een beschrijving van de op grond van de risicoanalyse getroffen verstoringsmaatregelen, zoals:

      een beschrijving van de werkwijze bij verstoringen:

      • een beschrijving van het systeem van melding en alarmering

      • een beschrijving van de hersteldienst;

    • een beschrijving van communicatie bij verstoringen

    • een beschrijving van de organisatie en de middelen voor de inrichting van de nooddrinkwatervoorziening; en

    • een beschrijving van de afhandeling van de evaluatie na een verstoring.

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inleiding

1.1 Algemeen

Sinds 10-10-10 tot aan de inwerkingtreding van het voorliggende besluit gold in Caribisch Nederland de Wet drinkwater BES en het daarop gebaseerde Besluit kwaliteit drinkwater BES. Dat besluit continueerde de Nederlands-Antilliaanse regelgeving op het gebied van drinkwaterkwaliteit. De inhoud van de toen geldende regelgeving werd zoveel mogelijk gehandhaafd. Het genoemde besluit had betrekking op de kwaliteitseisen voor drinkwater en gaf de bestuurscolleges, de minister van Infrastructuur en Milieu en, namens de minister, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bevoegdheden. De minister van Infrastructuur en Milieu had vooral een reactieve en adviserende rol. Het besluit gaf de bestuurscolleges de bevoegdheid voorwaarden aan de drinkwatervoorziening te stellen in het belang van de volksgezondheid.

De genoemde wet en het genoemde besluit gaven noch aan de minister van Infrastructuur noch aan de ILT directe bevoegdheden ten aanzien van de drinkwatervoorziening, terwijl de minister wel verantwoordelijkheid draagt voor een betrouwbare en duurzame drinkwatervoorziening. Het omgekeerde geldt eveneens: de eilandbesturen hebben aangegeven dat de vraagstukken rond de drinkwatervoorziening binnen de huidige kaders niet door de eilanden alleen kunnen worden opgelost en dat de bestaande regelgeving de nodige beperkingen heeft. Om die reden zijn genoemde wet en besluit vervangen. De wet door de Wet elektriciteit en drinkwater BES (hierna: de wet), het besluit door het voorliggende Besluit elektriciteit en drinkwater BES (hierna: het besluit).

1.2 Verhouding tot het uitgangspunt van legislatieve terughoudendheid

Het voorliggende besluit, evenals de wet waarop het gebaseerd is, vormen een noodzakelijke verbetering. Het eerdere Besluit kwaliteit drinkwater BES voldeed niet en werd gekenmerkt door strenge regels die soms niet uitvoerbaar waren voor de bestuurscolleges van Caribisch Nederland. Daarnaast was vanwege het ontbreken van een toereikende bestuurlijke structuur (governance), de kwaliteitscontrole en -borging, het toezicht en de handhaving van de drinkwaterkwaliteit en de leveringszekerheid door de hele keten heen onvoldoende gewaarborgd. Kortheidshalve wordt voor een verdere toelichting verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat leidde tot de Wet elektriciteit en drinkwater BES (Kamerstukken II 2014/15, 34 089 nr. 3).

Een goede drinkwatervoorziening waarin de drinkwaterkwaliteit, de leveringszekerheid, het toezicht en de handhaving zijn gewaarborgd is van direct en groot belang voor de volksgezondheid in Caribisch Nederland. In het voorliggende besluit zijn de noodzakelijke verbeteringen opgenomen waarmee het regime wordt toegespitst op specifieke omstandigheden in Caribisch Nederland. Daarnaast is het besluit in lijn gebracht met de uitgangspunten van beleid en wetgeving voor Europees Nederland, de risicobenadering van bron tot tap en controle en borging van de drinkwaterkwaliteit.

1.3 Drinkwater

Een goede drinkwatervoorziening is niet alleen van direct en groot belang voor de volksgezondheid, maar ook voor het welzijn en de welvaart van de samenleving in Caribisch Nederland. Het betreft een vitale publieke dienst van groot algemeen belang die onderwerp is van specifieke overheidszorg. Centraal staat daarbij de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland. Dit betekent dat er wordt gestreefd naar waarborging van de kwaliteit van en de continuïteit van de levering van drinkwater op een wijze die past binnen de randvoorwaarden van een duurzame ontwikkeling van Caribisch Nederland, tegen maatschappelijk verantwoorde kosten. Kernpunt van het beleid is de verbetering en de bescherming van de kwaliteitszorg bij de productie en de distributie.

De doelstelling van de wet en het besluit is de bevordering van de volksgezondheid door de voorziening van drinkwater op een maatschappelijk verantwoorde manier te waarborgen. Bij het voorzien in de behoefte aan voldoende en kwalitatief goed (deugdelijk) drinkwater wordt aan de producent en de distributeur een centrale plaats toegekend. Het wordt primair tot de taak van de producent en de distributeur gerekend om zorg te dragen voor de feitelijke levering van deugdelijk drinkwater aan consumenten en andere afnemers en de onzekerheden die daarbij optreden in de verschillende onderdelen van het traject van grondstof naar eindproduct zoveel mogelijk te reduceren. De rol van de rijksoverheid daarbij is, naast het uitoefenen van toezicht, vooral voorwaardenscheppend en kaderstellend.

In het besluit zijn nadere regels gesteld met betrekking tot de kwaliteit, leveringszekerheid en de continuïteit van de drinkwatervoorziening, ook in crisisomstandigheden. Dit is noodzakelijk omdat de wet op onderdelen uitwerking bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vereist voor de drinkwatervoorziening. Daartoe zijn in het besluit onder meer kwaliteitseisen opgenomen, eisen gericht op kwaliteitscontrole en -borging en leveringszekerheid, ook bij verstoring en nadere eisen in geval van verstoring. Een goed functionerende drinkwatervoorziening wordt beschouwd als een essentieel onderdeel van de vitale infrastructuur in Caribisch Nederland. Drinkwater is voor de mens immers een primaire levensbehoefte. Van vitale infrastructuur is sprake als het gaat om producten, diensten en onderliggende processen die, als zij uitvallen, maatschappelijke ontwrichting kunnen veroorzaken. De bescherming is dus gericht op kwaliteit, leveringszekerheid en omvat bescherming tegen technisch-organisatorisch falen, overbelasten, en externe natuurlijke omstandigheden of onbewust en bewust menselijk handelen. De regering beperkt zich tot het vastleggen van kaderstellende eisen, waarbij het aan de producenten en de distributeurs is om hier uitvoering en invulling aan te geven. De wijze waarop producenten en distributeurs de kwaliteit, leveringszekerheid en continuïteit waarborgen, moet toetsbaar zijn, in het bijzonder voor de ILT die met het technische en volksgezondheidstoezicht op de drinkwatervoorziening is belast.

1.4 Risicobenadering drinkwaterkwaliteit

Producenten en distributeurs zijn verantwoordelijk voor de kwaliteitsbewaking en controle van de grondstof, het productieproces en het eindproduct. De kwaliteitseisen voor drinkwater zijn vastgelegd in dit besluit. Deze zijn gebaseerd op het Europese Nederlandse Drinkwaterbesluit en op maat gebracht voor Caribisch Nederland.

De legionella bacterie (veroorzaker veteranenziekte) vormt een potentieel gevaar voor de volksgezondheid in Caribisch Nederland. Om het risico op besmetting zo laag mogelijk te houden stellen de producent en de distributeur van drinkwater in overleg met de toezichthouder een legionella-risicoanalyse en -beheersplan op om een legionella besmetting te voorkomen en, indien deze toch optreedt, adequaat aan te pakken. Hierbij kan worden uitgegaan van de legionella-analyse en het legionella-beheersplan zoals voorheen verplicht op grond van het voormalige Besluit kwaliteit drinkwater BES.

Deugdelijk drinkwater produceren is een eerste voorwaarde voor goed drinkwater.

Gelet op de veelheid aan stoffen en micro-organismen in het milieu is het niet mogelijk om continu alle stoffen en micro-organismen te meten. Potentiële bedreigingen kunnen het gevolg zijn van de kwaliteit van de bron, de effectiviteit van de zuivering en de kwaliteit van het distributiesysteem en de leidinginstallaties. Het borgen van de kwaliteit van drinkwater gedurende de distributie en aan de kraan vergt een minstens zo grote inspanning.

De drinkwaterkwaliteit kan daarom niet uitsluitend worden geborgd door normering van individuele stoffen en micro-organismen en de controle daarop. Risicoanalyse en risicomanagement is een noodzakelijke aanvulling, in de vorm van preventief beleid, «good manufacturing practice» van de keten «van bron tot tap», en kwaliteitscontrole. Op deze wijze is de drinkwatervoorziening minder afhankelijk van controle achteraf. De afgelopen jaren zijn diverse instrumenten ontwikkeld, onder meer op basis van adviezen van de World Health Organization (WHO)1, die invulling geven aan de risicobenadering zoals kwaliteitsystemen, nieuwe meetmethoden en risicomodellen.

Beoordeling van de drinkwaterkwaliteit aan de kraan wordt zo ingebed in een systeem waarin kennis van de kwaliteit en van de bedreigingen voor het gehele drinkwatersysteem als uitgangspunt gelden.

1.5 Leveringszekerheid drinkwater

Leveringszekerheid betreft de waarborging van de drinkwatervoorziening door producenten en distributeurs in alle omstandigheden. Ter voldoening hieraan zijn producenten en distributeurs verplicht deugdelijk drinkwater te leveren in alle omstandigheden in zodanige hoeveelheid en onder zodanige druk als vereist is in het belang van de volksgezondheid. Producenten en distributeurs dienen maatregelen te nemen ten einde de kans op verstoringen als gevolg van interne en externe factoren zoveel mogelijk te voorkomen. Hieraan dient een risicoanalyse ten aanzien van het gehele bedrijfsproces – van bron tot levering – ten grondslag te liggen, Hierbij moet tevens rekening worden gehouden met de mogelijkheid van ernstige bedreigingen in de vorm van legionella, breuk van transportleidingen, calamiteiten met betrekking tot de kwaliteit van de bronnen en moedwillige verstoringen van de productie of de distributie. Verder zijn (nood)producenten en (nood)distributeurs verplicht bij uitval van de openbare drinkwatervoorziening nooddrinkwater te leveren aan de bevolking.

1.6 Elektriciteit

Het besluit bevat geen voorschriften over technische aspecten van elektriciteit. De wet reguleert met betrekking tot elektriciteit primair de tarifering voor elektriciteit en bevat voorts algemene bepalingen over de voorzieningen. Een voorbeeld is artikel 2.3, eerste lid, van de wet. De wet bevat geen grondslagen voor het nadere regels over de technische voorzieningen. De reden is dat bij elektriciteit geen vergelijkbaar risico dreigt voor de volksgezondheid terwijl dit bij drinkwater bij uitval van de voorziening of indien niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan, wel het geval is. Voorts wordt vanwege het principe van legislatieve terughoudendheid afgezien van dergelijke gedetailleerde regels. Regels met betrekking tot het kwaliteits- en capaciteitsdocument zijn wel van toepassing op distributeurs van elektriciteit.

1.7 Overheidslasten

Om een goede inschatting van overheidslasten te maken wordt twee jaar na de inwerkingtreding van het besluit een evaluatie uitgevoerd. Twee jaar na de inwerkingtreding is er duidelijkheid over de verdeling van werkzaamheden tussen de ILT (eerstelijns toezicht) en de lokale toezichthouder, welke capaciteit hiermee is gemoeid en hoe hoog de bijbehorende kosten daarvoor zullen zijn.

1.8 Administratieve en overige uitvoeringslasten

De zorg voor de drinkwaterkwaliteit is sterk vereenvoudigd, doordat in de nieuwe regelgeving de ketenbenadering als uitgangspunt is gekozen. Daarnaast is het aantal te analyseren chemische parameters sterk vereenvoudigd en op maat gemaakt voor Caribisch Nederland.

Het besluit kent ook nieuwe regels die tot extra administratieve lasten en eenmalige uitvoeringskosten leiden. De extra jaarlijkse administratieve lasten bedragen € 5.500 (prijspeil 2015). De eenmalige uitvoeringskosten bedragen € 35.000 (prijspeil 2015).

2. Voorbereiding van het besluit

In februari 2015 is het ontwerpbesluit ter consultatie aan de bestuurscolleges, de producenten en distributeurs voorgelegd. Daarnaast heeft een internetconsultatie van het besluit plaatsgevonden. Commentaar is ontvangen van de bestuurscolleges en de drinkwaterproducenten. Op het ontwerpbesluit heeft de ILT de HUF-toets uitgevoerd.

Het commentaar heeft geleid tot aanpassing van het ontwerpbesluit. De analyse van watermonsters wordt uitgevoerd door een laboratorium dat een kwaliteitsborgingsysteem hanteert dat is gebaseerd op ISO 17025 of een gelijkwaardig verklaarde norm en dat daarvoor in overeenstemming met deze norm geaccrediteerd is.

3. Algemene toelichting per hoofdstuk

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

In dit hoofdstuk worden de begrippen gedefinieerd die in het besluit worden gebruikt.

Hoofdstuk 2 Drinkwater

In dit hoofdstuk worden kwaliteitseisen gesteld. Onder de eisen worden mede begrepen de eisen die worden gesteld aan de controle op en borging van die kwaliteit, onder meer door metingen en het kwaliteits- en capaciteitsdocument. Er wordt aangegeven hoe met de uitkomsten van die metingen moet worden omgegaan. In de bijlagen bij dit besluit zijn nadere regels opgenomen met de inhoudelijke normen die worden gesteld ten aanzien van de kwaliteit van het drinkwater, de metingen en de vereisten ten aanzien van het kwaliteits- en capaciteitsdocument (de kwaliteitsbewaking en kwaliteitsborging).

Leveringszekerheid betreft de waarborging van de drinkwatervoorziening door producenten en distributeurs in alle omstandigheden. Ter voldoening hiervan zijn de producenten en de distributeurs verplicht deugdelijk drinkwater te leveren in alle omstandigheden, in zodanige hoeveelheid en onder zodanige druk als vereist is in het belang van de volksgezondheid. Producenten en distributeurs dienen maatregelen te nemen ten einde de kans op verstoring als gevolg van een interne en externe factor zoveel mogelijk te voorkomen. Hieraan dient een risicoanalyse ten aanzien van het gehele bedrijfsproces, van bron tot levering ten grondslag te liggen, waarbij tevens rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid van ernstige bedreiging in de vorm van de breuk van een transportleiding, calamiteiten met betrekking tot de kwaliteit van de bronnen en moedwillige verstoringen van het bedrijf.

2.1 Kwaliteitseisen drinkwaterketen

In de artikelen 2.3 en 3.5 van de Wet elektriciteit- en drinkwatervoorziening BES is de plicht neergelegd om deugdelijk drinkwater te leveren in zodanige hoeveelheid en onder zodanige druk als het belang van de volksgezondheid vereist. Er is nader invulling gegeven aan de kwaliteitseisen van productie, distributie en het ter beschikking stellen van drinkwater.

In aansluiting daarom worden eisen gesteld aan wijze waarop een product en de levering tot stand komen, de proceskwaliteit.

2.2 Kwaliteitsborging, risicoanalyse en verstoring drinkwaterketen

Om een product en levering tot stand te brengen die aan alle eisen voldoen is het noodzakelijk dat de processen waarmee dat gebeurt ook van hoge kwaliteit zijn. Om de kwaliteit van deze processen te waarborgen door de producent of distributeur is een systeem voor kwaliteitscontrole en -borging noodzakelijk. Dit is mede van belang voor de oordeelsvorming van de ILT-inspecteur bij het handhaven van de voorschriften uit de Wet elektriciteit- en drinkwatervoorziening BES en de daarop berustende voorschriften, zoals dit besluit. Een systeem voor kwaliteitscontrole en -borging geeft vertrouwen in de zorg voor een aan de eisen beantwoordend product en een dito levering.

De levering van drinkwater in kwantitatieve zin dient in alle omstandigheden zoveel mogelijk gewaarborgd te zijn. In dit verband worden nadere eisen gesteld aan de hoeveelheid en druk van het geleverde water, de prognose van de waterbehoefte, de risicoanalyse, het nooddrinkwater, het gebruik van energie, materialen en chemicaliën en het oefenen van de inzet van de producent en de distributeur bij verstoringen. De uit te voeren maatregelen zijn er op gericht de kans op verstoring als gevolg van interne en externe factoren zoveel mogelijk te voorkomen en, indien toch verstoring optreedt, nooddrinkwater te doen leveren en, bij volledige uitval van de producent of distributeur, een noodproducent en nooddistributeur achter de hand te hebben.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Dit hoofdstuk bevat de mogelijkheid om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen met betrekking tot procedure en inhoud van vergunningverlening, aanwijzing en ontheffing. Daarnaast bevat dit hoofdstuk een grondslag tot het bij ministeriële regeling stellen van regels met betrekking tot de meetfrequentie. Deze vindt tenminste tweemaal per jaar plaats en waar nodig (voor drinkwater) vaker om betalingsachterstanden te voorkomen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Dit hoofdstuk bevat het bepalingen met betrekking tot de inwerkingtreding en de citeertitel.

Artikelsgewijs

Artikel 1.1 (begripsomschrijvingen)

Leveringspunt voor drinkwater. De distributeur is verantwoordelijk voor de drinkwaterkwaliteit op het leveringspunt, d.w.z. op het punt waar de woninginstallatie of installatie als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, van de wet, is aangesloten op het drinkwaternet. De eigenaar van een installatie als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, is er op grond van dat lid verantwoordelijk voor dat zijn installatie geen nadelige gevolgen heeft voor de kwaliteit van het drinkwater en dat de gebruikte materialen en chemicaliën en de wijze van toepassing daarvan geen gevaar voor de volksgezondheid en het milieu veroorzaken. Het drinkwater dient ook aan het tappunt nog aan de kwaliteitseisen te voldoen. Conform bijlagen A en B vinden daar evenals bij woninginstallaties metingen plaats door de distributeur. Indien niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan als gevolg van zijn installatie dient de eigenaar op grond van zijn wettelijke zorgplicht maatregelen te nemen om de nadelige gevolgen weg te nemen.

Tappunt. Een tappunt kan een kraan zijn in een woninginstallatie of binnen een ander gebouw dan een woning. Ook vallen hier tappunten in openbare gebouwen en de openbare ruimte onder.

Artikel 2.1 (kwaliteitseisen drinkwater)

De kwaliteitseisen van bijlage A voor microbiologische en chemische parameters zijn vergelijkbaar met die van het Drinkwaterbesluit op basis van de Drinkwaterwet. Hetzelfde geldt voor die van bijlage B voor legionella. De eisen voor een producent zijn opgenomen in artikel 2.1, eerste lid. Grondslag is artikel 2.3, tweede lid, aanhef en onder a, van de wet. Artikel 2.1, tweede lid, bevat dezelfde eisen voor een distributeur van drinkwater. Grondslag is artikel 3.5, tweede lid, aanhef en onder a van de wet. Eenduidige kwaliteitseisen door de keten heen zijn noodzakelijk om tot een goed eindproduct op het tappunt te komen. Ook voor degene die produceert voor eigen gebruik (installaties als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, van de wet) geldt dat het drinkwater op het tappunt moet voldoen aan de kwaliteitseisen, tenzij anders is bepaald in bijlage A of B.

Artikel 2.2 (kwaliteitscontrole en -borging, meetprogramma en rapportage)

Grondslag voor de regels ten aanzien van de kwaliteitscontrole en -borging is artikel 2.3, tweede lid, aanhef en onder b (producent) en artikel 3.5, vijfde lid, aanhef en onder e, van de wet (distributeur) (eerste lid). Dit omvat mede een meetprogramma. Voor een producent voor eigen gebruik geldt alleen de verplichting tot een meetprogramma (tweede lid). Grondslag voor de regels t.a.v. rapportage (vijfde lid) is artikel 2.3, tweede lid, aanhef en onder b, en artikel 3.5, vijfde lid, aanhef en onder e, van de wet. Op grond van het zesde lid is een legionellarisicoanalyse en -beheersplan vereist voor een (eigen) producent of distributeur. Hierbij kan worden uitgegaan van de risicoanalyse en het beheersplan zoals al verplicht onder het eerdere Besluit kwaliteit en drinkwater BES.

Artikel 2.3 (kwaliteits- en capaciteitsdocument)

In bijlage E zijn de eisen voor het kwaliteits- en capaciteitsdocument opgenomen. Deze zijn zoveel mogelijk beperkt tot de essentiële eisen met het oog op continuïteit, capaciteit en kwaliteit, dit gezien de schaalgrootte van de voorzieningen. Grondslag is artikel 3.5, derde en vierde lid, van de wet.

Artikelen 2.4 (maatregelen bij verstoring) en 2.5 (nooddrinkwater distributeur)

Zowel de producent als de distributeur van drinkwater is gehouden tot productie en levering zonder verstoring. Dit volgt uit de artikelen 2.3, eerste lid, en 3.5, eerste lid, van de wet. Op grond van artikel 3.9, eerste lid, van de wet moet een distributeur er redelijkerwijs alles aan doen om een verstoring te voorkomen en deze zo spoedig mogelijk te verhelpen. In artikel 2.4 van dit besluit zijn de verplichtingen van de distributeur bij verstoring verder uitgewerkt. Grondslag is artikel 3.5, vijfde lid, aanhef en onder f en g, van de wet. De maatregelen dienen zo spoedig mogelijk te worden genomen (eerste lid). In gevallen als bedoeld in het tweede lid dient ook direct met de toezichthouder contact te worden opgenomen. Dit is mede van belang met het eventueel opstarten van de noodproductie of nooddistributie. Ook dient de distributeur zo spoedig mogelijk de afnemers te informeren.

Op grond van artikel 3.9, derde lid, van de wet dient hij een alternatieve wijze van levering aan te bieden bij een verstoring langer dan 12 uur. Bij een verstoring langer dan 24 uur dient de distributeur vervolgens overeenkomstig artikel 2.5 van dit besluit nooddrinkwater ter beschikking te stellen. Grondslag is artikel 3.5, vijfde lid, aanhef en onder g, van de wet. In dit verband is van belang dat de distributeur op grond van artikel 3.5, eerste lid, aanhef en onder f, van de wet een voorraad drinkwater van tenminste zeven aaneengesloten kalenderdagen voor zijn verzorgingsgebied dient aan te houden.

Indien de distributeur niet aan zijn verplichting tot levering van nooddrinkwater onder verstoring kan voldoen dient de op grond van artikel 4.2 van de wet aangewezen noodproducent of nooddistributeur voor nooddrinkwater zorg te dragen (zie hierna, toelichting op artikel 2.6).

Artikel 2.6 (noodvoorziening)

De regeling voor de noodvoorziening voor drinkwater van artikel 2.6 is gebaseerd op artikel 4.2, tweede lid, van de wet.

Een aanwijzing van een noodproducent of nooddistributeur kan direct vanaf de inwerkingtreding van de wet plaatsvinden en vindt plaats na voorafgaand overleg met betrokken bedrijven en de bestuurscolleges. De noodvoorziening moet direct na een verzoek daartoe in bedrijf kunnen komen. Distributie vindt plaats op door het bestuur van het openbaar lichaam aangewezen distributiepunten. Daarbij zal zoveel mogelijk rekening moeten worden gehouden met reisafstanden (bijvoorbeeld niet meer dan 3 km) en het maximum aantal personen dat van een distributiepunt gebruik kan maken (bijvoorbeeld niet meer dan 1.500). Voor personen die niet of minder mobiel zijn (ouderen, zieken, andere personen met beperkingen) is het wenselijk dat er zo mogelijk ook aan huis kan worden geleverd. Het is aan de nooddistributeur en het bestuur van het openbaar lichaam om hier nadere afspraken over te maken.

Artikel 3.1 (procedure vergunning, aanwijzing of ontheffing)

Op grond van het eerste lid van artikel 3.1 kan bij ministeriële regeling worden geregeld welke documenten bij een aanvraag om een vergunning (voor producenten) of een aanwijzing (voor distributeurs) moeten worden meegezonden. Op grond van dit artikellid kunnen ook regels worden gesteld over het doen van een aanvraag voor zowel een vergunning als een aanwijzing. Dit is aan de orde bij de zogenaamde verticaal geïntegreerde bedrijven, waarin productie en distributie zijn verenigd. Voor die bedrijven is zowel een vergunning als een aanwijzing vereist. Het stellen van regels over een gezamenlijke aanvraag kan leiden tot vermindering van administratieve lasten.

Het tweede lid regelt dat bij een aanvraag voor een vergunning of aanwijzing het bestuurscollege van het betreffende openbare lichaam om advies wordt gevraagd. Een dergelijk advies is van belang om inzicht te krijgen in de belangen en de feitelijk omstandigheden op het betreffende eiland. In het derde en vierde lid is geregeld dat de minister ook van anderen dan de aanvrager informatie kan opvragen die in het kader van de beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is.

Artikel 3.2 (meetfrequentie)

De bepaling strekt tot het doelmatig meten en daarmee kostenbesparing. Het meten vindt ten minste twee maal per jaar plaats. Voor drinkwater kan dit eventueel vaker plaatsvinden om betalingsachterstanden te voorkomen. Grondslag is artikel 3.5, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de wet.

Artikel 4.1 (inwerkingtreding)

Eerste lid.

Er wordt voorzien in invoering gelijktijdig met de wet. Doel is om aan te sluiten bij het niveau van de kwaliteitseisen en leveringszekerheid voor drinkwater in Europees Nederland, met voldoende oog voor de haalbaarheid en betaalbaarheid van aanpassingen in de voorzieningen en rekening houdend met de specifieke omstandigheden in Caribisch Nederland.

Uitgegaan wordt van inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2016. Van de vaste invoeringstermijn wordt afgeweken vanwege de grote publieke en private nadelen die zouden ontstaan bij verdere vertraging van de invoering van de wet en uitvoeringsregelgeving, zoals het niet kunnen invoeren van de verbeterde governance en het niet kunnen opheffen van het verbod op plaatsing van zonnepanelen door particulieren. Over het wetsvoorstel en de uitvoeringsregelgeving is uitgebreid gecommuniceerd met de BES eilanden zodat de afwijking geen nadelige gevolgen hoeft te hebben.

Tweede lid.

Met het oog op de mogelijkheid dat het besluit wordt bekendgemaakt op of na de datum waarop de wet in werking treedt is het tweede lid opgenomen. Die bepaling houdt in dat in dat geval het besluit in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met de datum waarop de wet in werking treedt. Hiermee wordt alsnog een gelijktijdig van kracht worden bereikt en wordt voorkomen dat er een tijdvak kan ontstaan waarbinnen geen normen voor drinkwater zouden gelden. Dit zou anders het geval kunnen worden bij een inwerkingtreding van de wet met ingang van 1 juli 2016 (waarbij de vigerende regelgeving in zijn geheel wordt ingetrokken) en een publicatie van het besluit op of na die datum. Een eventuele terugwerkende kracht is naar verwachting beperkt tot hooguit enkele dagen en heeft geen nadelige gevolgen voor burgers of bedrijven.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

WHO guidelines for Drinking water quality (2004)

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven