Besluit van 3 juli 2012, tot wijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol in verband met het nieuwe justitieel complex en nieuwbouw van de Koninklijke Marechaussee op Schiphol

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 15 mei 2012, nr. IENM/BSK-2012/63677, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 8.4 van de Wet luchtvaart;

De afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 juni 2012, No. W 14.12.0166/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 26 juni 2012, nr. IENM/BSK-2012/120045, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Luchthavenindelingbesluit Schiphol wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1.1, eerste lid, onderdelen b, c en d, wordt «artikel 1 van het Bouwbesluit» telkens vervangen door: artikel 1.1 van het Bouwbesluit 2012.

B

De in artikel 1.2.1, eerste lid, genoemde bijlage 1 wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde bijlage 1.

C

De in artikel 1.2.1, tweede lid, genoemde bijlage 2 wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde kaart in bijlage 2.

D

De overzichtskaart beperking bebouwing behorende bij de in artikel 2.2.1, eerste en tweede lid, genoemde bijlage 3A en de in artikel 2.2.1, derde en vierde lid, genoemde bijlage 3B wordt vervangen door de bij dit besluit in bijlage 3 gevoegde overzichtskaart beperking bebouwing.

E

Van de in artikel 2.2.1, derde en vierde lid, genoemde bijlage 3B wordt detailblad 15 vervangen door het bij dit besluit in bijlage 4 gevoegde blad 15.

F

De overzichtskaart hoogtebeperkingen behorende bij de in artikel 2.2.1, eerste en tweede lid, genoemde bijlage 3A en de in artikel 2.2.1, derde en vierde lid, genoemde bijlage 3B wordt vervangen door de bij dit besluit in bijlage 5 gevoegde overzichtskaart hoogtebeperkingen.

G

Van de in artikel 2.2.2, eerste lid, genoemde bijlage 4 wordt detailblad 15 vervangen door het bij dit besluit in bijlage 6 gevoegde blad 15.

H

De in artikel 2.2.3, eerste lid, genoemde bijlage 5 wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde kaart in bijlage 7.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 3 juli 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Uitgegeven de eenentwintigste augustus 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doelstelling besluit

Het onderhavige besluit wijzigt het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (hierna: LIB) om een grenswijziging van het luchthavengebied aan de (noord)westzijde van de luchthaven Schiphol te kunnen realiseren.

Deze wijziging beoogt het nieuwe complex van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, evenals de nieuwe kazerne voor de Koninklijke marechaussee voor het district Schiphol aan het aangewezen luchthavengebied toe te voegen.

Deze wijziging is noodzakelijk om de Koninklijke marechaussee in afdoende mate de bevoegheid te geven binnen deze nieuwe locaties, daarbuiten op het luchthavengebied en tussen de locaties (vervoer), de (parket)politietaken uit te voeren, conform de Politiewet 1993, artikel 6, eerste lid, onder c. De bevoegdheid van de Koninklijke marechaussee om (parket)politietaken uit te oefenen is voor de locatie Schiphol gekoppeld aan het aangewezen luchthavengebied. Aangezien beide complexen gelegen zijn buiten het huidige aangewezen luchthavengebied, voorziet de onderhavige wijziging in het behoud van de algehele politietaak van de Koninklijke marechaussee op de luchthaven Schiphol.

Gezien de verantwoordelijkheid van de bewindspersoon van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt het onderhavige besluit door betreffende bewindspersoon ondertekend.

2. Achtergronden en overwegingen

Op Schiphol-Oost is sinds medio 2002 een tijdelijk justitieel complex in gebruik dat een uitzetcentrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers, een politiecellencomplex voor de Koninklijke marechaussee en een detentiecentrum voor onder meer vreemdelingenbewaring omvat, evenals een nevenvestiging van de rechtbank Haarlem en het arrondissementsparket Haarlem. In het kantorengedeelte van het complex zijn onderdelen van de Koninklijke marechaussee en de Douane werkzaam. Daarnaast bevindt zich elders op Schiphol-Oost een locatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst met een aanmeldcentrum voor asielzoekers.

Aangezien het huidige justitieel complex deel uitmaakt van het daartoe aangewezen luchthavengebied Schiphol, is de Koninklijke marechaussee bevoegd tot de uitoefening van de (parket)politietaken in het complex.

Na de brand op het complex Schiphol-Oost in 2006 was de gemeente Haarlemmermeer voornemens het complex te sluiten. Bestuurlijk overleg tussen de gemeente en het Rijk resulteerde in een akkoord over tijdelijke openstelling van het complex op Schiphol-Oost onder de voorwaarde dat een nieuw permanent complex zou worden ontwikkeld in de directe nabijheid van Schiphol, dat ultimo 2012 in gebruik wordt genomen.

In een convenant van 19 april 2006 tussen de Minister van Justitie, de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (hierna: VROM) en de burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer zijn deze bestuurlijke afspraken vastgelegd.

Ter uitwerking van deze bestuurlijke afspraken is een locatie voor het nieuwe justitieel complex aangewezen, noordwestelijk van de Sloterweg, tegenover het terrein van de nieuw te realiseren Koninklijke marechaussee-kazerne. Bij deze locatiekeuze hebben destijds de volgende overwegingen een rol gespeeld:

  • het maakt op Schiphol een optimale en efficiënte afwikkeling mogelijk ten aanzien van een intensieve drugsbestrijding (de zogenoemde «bolletjeslikkers») en het uitzetten van vreemdelingen.

  • het maakt het mogelijk dat de Koninklijke marechaussee zo optimaal en efficiënt mogelijk gebruik kan maken van de aanwezige capaciteit van politiecellen.

  • het voorkomt dat verdachten regelmatig, langdurig en over grote afstanden verplaatst worden tussen luchthaven, de Koninklijke marechaussee-kazerne en het justitieel complex met haar voorzieningen van een politiecel, het Huis van Bewaring en het openbaar ministerie.

  • het dient het algemeen belang en de veiligheid omdat verdachten kort onderweg zijn tussen de luchthaven en het justitieel complex en omdat kritisch bewijsmateriaal zoals drugs zo kort mogelijk behoeven te worden verplaatst. De korte verplaatsing is vooral van belang voor de zogenoemde «bolletjesslikkers» die vanaf het moment van aanhouding onder (medische) verantwoordelijkheid van de Staat vallen. Omdat altijd gevaar voor lekkage van bolletjes bestaat, is een zo kort mogelijk durende verplaatsing van groot belang.

  • het maakt het de Koninklijke marechaussee mogelijk alle justitiële ketens op Schiphol goed te bewaken.

Met de keuze voor deze locatie kunnen alle deelnemende partijen optimaal invulling geven aan een integrale benadering van het hele veiligheidscluster. In en rond de nieuwe locaties willen Justitie en de Koninklijke marechaussee dan ook hun huidige intensieve samenwerking optimaal voortzetten.

Het ministerie van Justitie en het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben eind 2010 verkend op welke wijze de Koninklijke marechaussee de politie- en parketpolitietaken in het nieuwe justitiële complex en de Koninklijke marechaussee-kazerne kan uitvoeren, op eenzelfde wijze als in de huidige situatie op Schiphol-Oost. Geconcludeerd is dat alleen het toevoegen van beide complexen aan het aangewezen luchthavengebied in afdoende mate de bevoegdheden en verantwoordelijkheden kan afdekken, conform de Politiewet 1993, artikel 6, eerste lid 1, onder c.

3. Doorlopen stappen

Op 19 april 2006 hebben de Minister van Justitie, de Minister van VROM en de burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer bestuurlijke afspraken gemaakt over de realisatie van het nieuwe permanente complex van Justitie in de nabijheid van Schiphol.

In de zomer van 2008 is door het Ministerie van Justitie en de Koninklijke marechaussee contact opgenomen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat om te bepalen welke stappen moeten worden genomen om zowel het nieuwe permanente complex van Justitie als de huisvesting van de Koninklijke marechaussee toe te voegen aan het in het LIB aangewezen luchthavengebied Schiphol.

In vervolg daarop is op 25 augustus 2009 door de minister van Justitie een brief verstuurd aan de minister van Verkeer en Waterstaat, waarin hij, mede namens de minister van Defensie het verzoek doet een grenswijziging van het luchthavengebied van de luchthaven Schiphol te realiseren door middel van een aanpassing in het LIB.

Het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben vervolgens afgesproken dat het wijzingsbesluit ultimo in werking moet zijn getreden wanneer de bouwactiviteiten zijn afgerond, dan wel de beide complexen in gebruik kunnen worden genomen, in de tweede helft van 2012. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft deze afspraken bij brief van 18 februari 2011 bevestigd en aangegeven positief te staan tegenover het verzoek van de minister van Veiligheid en Justitie en de procedure spoedig in gang te zullen zetten. Onderhavig besluit is daar de uitwerking van.

4. De gevolgen in beeld

a. Verbeelding grenswijziging

In figuur 1 wordt de grenswijziging weergegeven aan de hand van een schets van het gewenste grensverloop ten opzichte van het huidige grensverloop in het LIB aan de noordwestelijke zijde van het luchthavengebied ter hoogte van de Sloterweg.

b. Actualisatie van het LIB Schiphol

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is, conform de Aldersafspraken over Schiphol (2008), een algehele actualisatie van het huidige Luchthavenindelingbesluit Schiphol aan het voorbereiden. De besluitvorming daarover zal naar verwachting in 2013 plaatsvinden. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft eerder aangegeven het LIB een robuust ruimtelijk kader te willen laten zijn dat niet veelvuldig aan wijzigingen onderhevig is, om daarmee langdurige juridische duidelijkheid en zekerheid naar de omgeving toe te kunnen bieden. Het Rijk heeft echter besloten om met het voorliggende wijzigingsbesluit niet te wachten tot deze algehele actualisatie van het LIB, omdat het noodzakelijk is dat de Koninklijke marechaussee de (parket)politietaken kan uitvoeren wanneer beide complexen in de tweede helft van 2012 in gebruik worden genomen, de grenswijziging daartoe beperkt is en deze ook alleen met de (parket)politietaken samenhangt.

c. Effecten en belangenafweging

In de convenantsafspraken van 19 april 2006 tussen de minister van Justitie, de minister van VROM en de burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer inzake de locatie en realisatie van het nieuwe permanente complex van Justitie in de nabijheid van Schiphol, is afgesproken dat de gemeente Haarlemmermeer zich zal inspannen om realisatie van het bouwplan planologisch mogelijk te maken.

Na vaststelling van de locatie voor het nieuwe complex heeft de gemeente voorts voor zowel het complex van Justitie als voor de Koninklijke marechaussee-kazerne de nodige planologische procedures, middels wijziging van het bestemmingsplan en bouwbesluiten, doorlopen.

Binnen deze planologische procedures heeft een afweging van de bouwplannen plaatsgevonden en zijn daarbij eventuele maatschappelijke gevolgen van de nieuwe complexen, waaronder mogelijke effecten op het milieu, waar nodig onderzocht en nader afgewogen.

Het onderhavige besluit voegt naast de beide complexen, ook de lokale verkeersinfrastructuur toe aan het luchthavengebied. Het doel hiervan is te borgen dat de Koninklijke marechaussee ook in afdoende mate bevoegdheid heeft (deels) buiten de complexen en tussen de complexen in de verbinding naar andere locaties op het luchthavengebied (vanwege vervoer). Het besluit heeft geen gevolgen voor de bestaande gebruiksmogelijkheden van de verkeersinfrastructuur, dan wel de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden in en rond het luchthavengebied.

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu concludeert, als bevoegd gezag voor het aangewezen luchthavengebied, dat van het onderhavige besluit geen nieuwe effecten uitgaan die een nadere (belangen)afweging behoeven. Deze grenswijziging van het aangewezen luchthavengebied houdt immers alleen verband met de noodzaak dat de Koninklijke marechaussee in de nieuwe complexen de (parket)politietaken integraal kan uitoefenen. Het onderhavige besluit is op basis van de Wet milieubeheer dan ook niet MER-plichtig bevonden.

d. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het onderhavige besluit betreft een beperkte wijziging van het aangewezen luchthavengebied, en daarmee samenhangend het beperkingengebied, van Schiphol. Het besluit is handhaafbaar en uitvoerbaar en zal verwaarloosbare gevolgen hebben op de handhavingslast.

e. Bestuurlijke en administratieve lasten voor burgers en bedrijven

Uit dit besluit vloeien geen bestuurlijke en administratieve lasten voort voor medeoverheden, burgers en bedrijven.

f. Afstemming, zienswijzen en voorhang

Het ontwerp-besluit is afgestemd met de gemeente Haarlemmermeer en de luchthaven Schiphol.

Het ontwerp-besluit is vastgesteld in de ministerraad van 10 februari 2012, is in de Staatscourant van 15 februari 2012 gepubliceerd en heeft in totaal zes weken ter inzage gelegen voor zienswijzen.

Er is één zienswijze binnengekomen welke bij brief van 18 april 2012 (kenmerk IENM/BSK-2012/51885) is beantwoord. Als gevolg van de zienswijze is in het besluit een verduidelijking opgenomen ten aanzien van het toevoegen van de lokale verkeersinfrastructuur aan het luchthavengebied.

Het ontwerp-besluit is parallel aan de zienswijzeprocedure voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft het besluit op 30 maart 2012 voor kennisgeving aangenomen.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

Deze wijziging omvat uitsluitend het vervangen van de verwijzing naar het Bouwbesluit door een verwijzing naar het Bouwbesluit 2012 en heeft dan ook geen inhoudelijke consequenties.

Bij de totstandkoming van het Bouwbesluit 2003 is verzuimd deze verwijzing aan te passen, deze omissie wordt thans hersteld.

B, C, D, E, F, G, H

De wens om het nieuwe complex van het Ministerie van Justitie, evenals de nieuwe kazerne voor de Koninklijke Marechaussee voor het district Schiphol, aan het aangewezen luchthavengebied toe te voegen, noopt tot een aanpassing van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol.

De hoofdkaart bijlage 1 het luchthavengebied, de overzichtskaart beperking bebouwing, de detailkaart bijlage 3B, nummer 15, de overzichtskaart hoogtebeperkingen, de detailkaart bijlage 4, nummer 15, en de kaart beperking aantrekken vogels (bijlage 5), zijn gewijzigd.

Als gevolg van de uitbreiding kruist het luchthavengebied op een tweetal plaatsen de rijksweg A4. De eerste passage, het zuidelijk kunstwerk, betreft een verhoogde verbinding (viaduct), waarover een dienstweg loopt voor de reeds bestaande functies in het gebied rond de Sloterweg, zoals de brandweer en de sneeuwvloot van Schiphol. De tweede passage, het noordelijk kunstwerk, betreft een onderliggende verbinding (tunnel) onder de A4, inclusief daar doorheen een openbaar fietspad.

De uitbreiding van het luchthavengebied heeft uitsluitend betrekking op de bovengenoemde kruisingen met de rijksweg en niet op de A4 zelf. De uitbreiding van het luchthavengebied heeft geen gevolgen voor het eigendom en de beheerafspraken van beide kunstwerken. Het toevoegen van deze passages aan het luchthavengebied is noodzakelijk voor een effectieve uitvoering van de (parket)politietaken van de Koninklijke marechaussee op het hele luchthavengebied.

Artikel II

Dit besluit wordt in werking gesteld als het nieuwe complex van het ministerie van Veiligheid en Justitie, evenals de nieuwe kazerne voor de Koninklijke marechaussee voor het district Schiphol, in gebruik kan worden genomen (voorzien op 1 oktober 2012). De planning is gericht op juli/augustus 2012, maar een precieze datum is op dit moment nog niet vast te stellen. De inwerkingtreding wordt bepaald bij koninklijk besluit.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III

Bijlage IV

Bijlage V

Bijlage VI

Bijlage VII


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven