Besluit van 18 november 2011, houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 ter implementatie van resolutie 2010-II van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en ter reparatie van enkele discrepanties met de Duitse en Franse taalversies van dat reglement

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 8 september 2011, nr. IenM/BSK-2011/118140, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte, de resolutie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart van 8 en 9 december 2010 (protocollen 2010-II-24 en 2010-II-25) en de artikelen 4 en 19 van de Scheepvaartverkeerswet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 oktober 2011, nr. W14.11.0367/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 november 2011, nr. IenM/BSK-2011/151400, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Rijnvaartpolitiereglement 1995 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1.10, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt na onderdeel aa. door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • ab. de bunkerverklaring als bedoeld in Bijlage 2, Deel A, artikel 3.04, eerste lid, van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI), met inbegrip van de kwitanties van de vergoedingstransacties van het SPE-CDNI over een periode van ten minste twaalf maanden. Indien de laatste afname van gasolie meer dan twaalf maanden geleden heeft plaatsgevonden, dient ten minste de laatste bunkerverklaring aan boord aanwezig te zijn;

  • ac. de bij artikel 15.07, tweede lid, voorgeschreven losverklaring.

B

Het opschrift van artikel 1.11 komt te luiden:

Artikel 1.11 Rijnvaartpolitiereglement 1995 aan boord

C

In artikel 3.10, tweede lid, wordt na «moet» ingevoegd: des nachts.

D

In artikel 3.25, eerste lid, onderdeel b, wordt na het eerste gedachtestreepje «een rood licht» vervangen door: een rood helder of gewoon licht.

E

De artikelen 3.31 en 3.32 komen te luiden:

Artikel 3.31

  • Teken van het verbod van toegang aan boord (Bijlage 3: schets 60)

    1. Indien op grond van wettelijke voorschriften de toegang aan boord voor onbevoegden is verboden, moet dit verbod worden aangeduid door:

    één of meer ronde witte symbolen met een rode rand en een rode diagonale balk en met, in zwart, de afbeelding van een afwerende hand.

    Deze symbolen moeten naar behoefte aan boord of bij de loopplank worden aangebracht.

    De doorsnede van deze symbolen moet ongeveer 0,60 m bedragen.

  • 2. Deze symbolen moeten zo nodig worden verlicht om des nachts duidelijk zichtbaar te zijn.

  • 3. De symbolen die overeenkomstig de op 30 november 2011 geldende versie van het Rijnvaartpolitiereglement waren voorgeschreven, mogen tot en met 30 november 2015 worden gebruikt.

Artikel 3.32

  • Teken van het verbod te roken, onbeschermd licht of vuur te gebruiken (Bijlage 3: schets 61)

    1. Indien het op grond van wettelijke voorschriften aan boord is verboden:

    • a) te roken;

    • b) onbeschermd licht of vuur te gebruiken, moet dit verbod worden aangeduid door één of meer ronde witte symbolen met een rode rand en een rode diagonale balk en met de afbeelding van een brandende lucifer.

    Deze symbolen moeten naar behoefte aan boord of bij de loopplank worden aangebracht.

    De doorsnede van deze symbolen moet ongeveer 0,60 m bedragen.

  • 2. Deze symbolen moeten zo nodig worden verlicht om des nachts duidelijk zichtbaar te zijn.

  • 3. De symbolen die overeenkomstig de op 30 november 2011 geldende tekst van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 waren voorgeschreven, mogen tot en met 30 november 2015 worden gebruikt.

F

In artikel 6.13, derde lid, vervalt de tweede volzin.

G

Artikel 7.02, eerste lid, onderdeel l, komt te luiden:

  • l. in een door het teken A.5.1 (bijlage 7) aangeduid vak, waarvan de breedte op het teken in meters is aangegeven. De breedte is vanaf het teken te rekenen.

H

Artikel 9.04, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. Artikel 6.05 is niet van toepassing.

I

In artikel 10.01. eerste lid, onderdeel c, wordt «artikel 9.04 is van toepassing» vervangen door: artikel 9.04 blijft van toepassing.

J

Artikel 15.01 komt te luiden:

Artikel 15.01

  • Begripsbepalingen en toepassing

    1. De begripsbepalingen van artikel 1 van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) en van de artikelen 5.01 en 8.01 van bijlage 2 zijn van toepassing op dit hoofdstuk.

  • 2. De toepassingsmodaliteiten van de bepalingen van dit hoofdstuk zijn in het CDNI geregeld.

K

Artikel 15.02 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «vermijden» wordt «en» vervangen door een komma.

2. Na «zo veel mogelijk te beperken» wordt ingevoegd: en vermenging van verschillende afvalsoorten zo veel mogelijk te voorkomen.

L

Artikel 15.03 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het is verboden vanaf schepen afgewerkte olie, bilgewater, afgewerkt vet en overige oliehoudende afvalstoffen dan wel slops, huisvuil, zuiveringsslib, overig klein chemisch afval, delen van de lading alsmede afval van de lading te lozen of te water te doen geraken.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Uitzonderingen op dit verbod zijn slechts toegelaten overeenkomstig het CDNI.

3. In het derde lid (nieuw) wordt na «schipper» ingevoegd: , onverminderd de bepalingen van het CDNI,.

M

Artikel 15.04 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «afvalstoffen» ingevoegd: , met uitzondering van delen van de lading, alsmede afval van de lading,.

2. In het tweede lid, onderdeel c, vervalt in de slotzin «toegelaten».

N

Artikel 15.05 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Een schip met een machinekamer als bedoeld in het Reglement onderzoek schepen op de Rijn, met uitzondering van een klein schip,» vervangen door: Elk gemotoriseerd schip, indien het gasolie gebruikt,.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval, slops en overig klein chemisch afval moeten met regelmatige, van de staat en van het gebruik van het schip afhankelijke, tussenpozen bij de door de bevoegde autoriteiten toegelaten inrichtingen voor het ontvangen van afval tegen ontvangstbewijs worden afgegeven. Het bewijs bestaat uit een aantekening door de ontvangstinrichting in het olie-afgifteboekje.

3. In het vierde lid wordt «Huisvuil moet» vervangen door: Huisvuil en zuiveringsslib moeten.

O

In artikel 15.06, tweede lid, wordt in de aanhef na «verantwoordelijk zijn» ingevoegd: , voordat zij met het bunkeren beginnen,.

P

Artikel 15.07 komt te luiden:

Artikel 15.07

  • Verzameling, afgifte en inname van afval van de lading

    1. Bij het nalossen alsmede bij de afgifte en inname van afval van de lading, dient de schipper de bepalingen van deel B van de Uitvoeringsregeling van het CDNI na te komen.

  • 2. Ieder schip dat op de Rijn is gelost, moet voor elk lossen een geldige losverklaring aan boord hebben overeenkomstig het in Aanhangsel IV van Bijlage 2 van het CDNI opgenomen model. Behoudens de in het CDNI vermelde uitzonderingen, dient de verklaring ten minste zes maanden na afgifte aan boord te worden bewaard.

Q

Artikel 15.08 vervalt.

R

Artikel 15.09 wordt vernummerd tot 15.08.

S

Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Bij schets 34, wordt in het onderschrift «Artikel 3.14 Veerponten» vervangen door: Artikel 3.16 Veerponten.

2. De schetsen 60 en 61, komen te luiden:

T

Bijlage 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In afdeling I, onderdeel A, punt A.1, wordt in de zin die begint met «In-, uit-, of doorvaren verboden» «artikelen 6.08, lid 2» vervangen door: artikelen 3.25, lid 1, onder b, 6.08, lid 2.

2. Onderdeel D.1, onder b, komt te luiden:

  • b. Voor verkeer uitsluitend in de richting waarin de tekens zichtbaar zijn (Doorvaart uit de tegengestelde richting verboden) (artikel 6.25, lid 2, onder b)

3. Onderdeel E.1, komt te luiden:

  • E.1 In-, uit- of doorvaren toegestaan (algemeen teken).(artikelen 3.25, lid 1, onder a, 6.08, lid 2, 6.27, lid 2, en 6.28a)

4. Onderdeel E.8 komt te luiden:

  • E.8 Plaats om te keren. (artikelen 6.13 en 7.02, lid 1, onder i)

5. Afdeling II, onderdeel 2, wordt als volgt gewijzigd:

a. De tekst van onderdeel a wordt onder de afbeeldingen van dat onderdeel geplaatst en komt te luiden:

  • a. Ligplaats nemen toegestaan.

b. De tekst van onderdeel b wordt onder de afbeeldingen van dat onderdeel geplaatst en komt te luiden:

  • b. Ligplaats nemen verboden (over 2000 m).

c. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. Invaren van een haven of nevenvaarwater gelegen in de richting van het rode licht A.1 en de verlichte pijl is verboden (Artikel 6.16 lid 4).

U

Bijlage 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In afdeling I, onderdeel 2, komt de illustratie te luiden:

2. Afdeling IV, figuur 12, komt te luiden:

3. Afdeling V, wordt als volgt gewijzigd:

a. Het opschrift komt te luiden:

V. Aanvullende markering voor het varen op radar (indien nodig).

b. Het opschrift van onderdeel A komt te luiden:

A. Markering van brugpijlers.

c. Het opschrift van onderdeel B komt te luiden:

B. Markering van bovengrondse lijnen.

V

Bijlage 10 komt te luiden:

Annexe/Anlage/Bijlage 10

MODELE DE CARNET DE CONTROLE DES HUILES USEES

(Article 15.05 RPNR ; annexe 2, appendice I CDNI1)

MUSTER FÜR DAS ÖLKONTROLLBUCH

(§ 15.05 RheinSchPV; Anlage 2, Anhang I CDNI1)

MODEL VOOR HET OLIE-AFGIFTEBOEKJE

(Artikel 15.05 RPR; bijlage 2, aanhangsel I CDNI1)

CARNET DE CONTRÔLE DES HUILES USEES

ÖLKONTROLLBUCH

OLIE-AFGIFTEBOEKJE

  • 1 Convention relative à la collecte, au dépôt et à la réception des déchets survenant en navigation rhénane et intérieure (CDNI)

    Übereinkommen über die Sammlung, Abgabe und Annahme von Abfällen in der Rhein- und Binnenschifffahrt (CDNI)

    Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI)

Page/Seite/Bladzijde 1

   

N° d’ordre :

   

Laufende Nr.:

   

lgnummer:

..............................................................................................................................

Type du bâtiment

Nom du bâtiment

 

Art des Fahrzeugs

Name des Fahrzeugs

 

Aard van het schip

Naam van het schip

 

Numéro européen unique d’identification des bateaux ou numéro officiel:

Einheitliche europäische Schiffsnummer oder amtliche Schiffsnummer: ......................................................

Uniek Europees scheepsidentificatienummer of officieel scheepnummer:

Lieu de délivrance:

Ort der Ausstellung: ......................................................

Plaats van afgifte:

Date de délivrance:

Datum der Ausstellung: ......................................................

Datum van afgifte:

Le présent carnet comprend .......... pages.

Dieses Buch enthält .......... Seiten.

Dit boekje telt .......... bladzijden.

Cachet et signature de l’autorité qui a délivré le présent carnet

Stempel und Unterschrift der Behörde, die dieses Ölkontrollbuch ausgestellt hat

Stempel en ondertekening van de autoriteit die het boekje heeft afgegeven ................................................................................................

Page/Seite/Bladzijde 2

Etablissement des carnets de contrôle des huiles usées

Le premier carnet de contrôle des huiles usées, muni sur la page 1 du numéro d’ordre 1, est délivré par une autorité compétente sur présentation du certificat de visite en cours de validité ou d’un autre certificat reconnu comme étant équivalent. Cette autorité appose également les indications prévues sur la page 1.

Tous les carnets suivants seront établis et numérotés dans l’ordre par une autorité compétente. Toutefois, ils ne doivent être remis que sur présentation du carnet précédent. Le carnet précédent doit recevoir la mention indélébile «non valable». Après son renouvellement, le carnet précédent doit être conservé à bord durant au moins six mois à compter de la dernière inscription.

Ausstellung der Ölkontrollbücher

Das erste Ölkontrollbuch, versehen auf Seite 1 mit der laufenden Nummer 1, wird von einer zuständigen Behörde gegen Vorlage des gültigen Schiffsattestes oder eines als gleichwertig anerkannten Zeugnisses ausgestellt. Sie trägt auch die auf Seite 1 vorgesehenen Angaben ein.

Alle nachfolgenden Kontrollbücher werden von einer zuständigen Behörde mit der Folgenummer nummeriert und ausgegeben. Sie dürfen jedoch nur gegen Vorlage des vorhergehenden Kontrollbuches ausgehändigt werden. Das vorhergehende Kontrollbuch wird unaustilgbar «ungültig» gekennzeichnet. Nach seiner Erneuerung muss das vorhergehende mindestens sechs Monate nach der letzten Eintragung an Bord aufbewahrt werden.

Afgifte van het olie-afgifteboekje

Het eerste olie-afgifteboekje, daartoe op bladzijde 1 voorzien van het volgnummer 1, wordt door een bevoegde autoriteit op vertoon van het geldige certificaat van onderzoek of van een gelijkwaardig erkend bewijs afgegeven. Deze autoriteit vult tevens de gegevens op bladzijde 1 in.

Alle volgende olie-afgifteboekjes worden door een bevoegde autoriteit afgegeven nadat deze daarop het aansluitende volgnummer heeft aangebracht. Ieder volgend olieafgifteboekje mag echter slechts na overleggen van het vorige boekje worden afgegeven. Het vorige boekje wordt op onuitwisbare wijze als «ongeldig» gemerkt. Na het verkrijgen van een nieuw olie-afgifteboekje moet het voorgaande boekje gedurende ten minste zes maanden na de laatste daarin vermelde datum van afgifte aan boord worden bewaard.

Page 3 et suivantes/Seite 3 und folgende/Bladzijde 3 en volgende

  • 1. Déchets huileux et graisseux survenant lors de l’exploitation du bâtiment acceptés/

    Akzeptierte öl und fetthaltige Schiffsbetriebsabfälle/

    Geaccepteerde olie- en vethoudende scheepsbedrijfsafvalstoffen:

    • 1.1 Huiles usées/Altöl/afgewerkte olie ............................ l

    • 1.2 Eau de fond de cale de/Bilgenwasser aus/Bilgewater van

      Salle des machines arrière/Maschinenraum hinten/

      machinekamer achter ............................ l

      Salle des machines avant/Maschinenraum vorne/

      machinekamer voor ............................ l

      Autres locaux/Andere Räumen/andere ruimten ............................ l

    • 1.3 Autres déchets huileux ou graisseux/

      Andere öl- oder fetthaltige Abfälle/

      Overige olie- of vethoudende afvalstoffen:

      Chiffons usés/Altlappen/gebruikte poetslappen ............................ kg

      Graisses usées/Altfett/afgewerkt vet ............................ kg

      Filtres usés/Altfilter/gebruikte filter ............................ pièces/Stück/stuk

      Récipients/Gebinde/verpakkingen ............................ pièces/Stück/stuk

  • 2. Notes/Bemerkungen/Opmerkingen:

    • 2.1 Déchets refusés/Nicht akzeptierte Abfälle/

      niet geaccepteerd afval

      .........................................................................................................

      .........................................................................................................

      .........................................................................................................

    • 2.2 Autres remarques/Andere Bemerkungen/overige opmerkingen:

      .........................................................................................................

      .........................................................................................................

 

Lieu

Date

 

Ort ........................................

Datum ........................................

 

Plaats

Datum

Cachet et signature de la station de réception

Stempel und Unterschrift der Annahmestelle

Ondertekening en stempel van de ontvangstinrichting

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2011.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 18 november 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de dertigste november 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) heeft het Rijnvaartpolitiereglement 1995 (Rpr) gewijzigd bij resolutie 2010-II van 8 en 9 december 2010 (protocollen 2010-II-24 en 2010-II-25). Het onderhavige besluit strekt er toe om deze wijzigingen met ingang van 1 december 2011 in de Nederlandse versie van het Rpr te ïmplementeren.

De bovengenoemde resolutie betreft in de eerste plaats de aanpassing van de Rpr-bepalingen, in verband met de bescherming van het water tegen verontreiniging en verwijdering van scheepsafvalstoffen, aan het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart van 9 september 1996 (CDNI).

De bovengenoemde resolutie betreft voorts de verplichting voor scheepsexploitanten om binnen uiterlijk vier jaar de tekens van het verbod van toegang aan boord en van het verbod te roken, onbeschermd licht of vuur te gebruiken door nieuwe modellen te vervangen, aangezien de huidige tekens afwijken van de desbetreffende Europese richtlijnen en de genoemde verboden onvoldoende duidelijk weergeven.

Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal tekstuele verschillen met de Duitse en Franse taalversies van het Rpr weg te nemen. Deze verschillen kwamen naar voren bij vertaalwerkzaamheden van het secretariaat van de CCR. De voorstellen van het secretariaat om deze verschillen ongedaan te maken zijn hierin meegenomen.

Administratieve lasten en nalevingskosten

Voor de scheepsexploitanten blijft de aanpassing van het Rpr aan het CDNI in principe zonder gevolgen, aangezien de bepalingen van het Rpr overeenkomen met de bepalingen van het CDNI.

Voor de scheepsexploitanten blijft de vervanging van de verbodstekens voorlopig zonder gevolgen, aangezien de bestaande tekens kunnen worden gehandhaafd. Op middellange termijn zullen deze vervangen moeten worden door nieuwe tekens. Hierdoor zullen evenwel geen extra kosten ontstaan, aangezien de tekens ten gevolge van door het weer veroorzaakte slijtage of door beschadiging toch al vervangen moeten worden. Tegelijkertijd bespaart het scheepvaartbedrijfsleven kosten, aangezien in de toekomst in plaats van speciale uitvoeringen voor de binnenvaart, internationaal gebruikelijke tekens gebruikt worden.

De tekstuele aanpassingen aan de Franse en Duitse taalversies van het Rpr leiden niet tot nieuwe informatieverplichtingen of tot het vervallen ervan voor burgers of bedrijven.

Vaste verandermomenten

Bij het onderhavige besluit zijn de vaste verandermomenten buiten toepassing gelaten, aangezien de inwerkingtredingsdatum 1 december 2011 voortvloeit uit de desbetreffende besluiten van de CCR (protocollen 2010-II-24 en 2010-II-25). Bovendien betreft het hier één op één implementatie van internationale besluiten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdelen A, J tot en met R en V

De in hoofdstuk 15 van het Rpr vermelde bepalingen betreffende de bescherming van het water tegen verontreiniging en verwijdering van scheepsafvalstoffen, en de in artikel 1.10 vermelde bepalingen betreffende de scheepsbescheiden en andere documenten die aan boord aanwezig moeten zijn, zijn aan de bepalingen van het CDNI aangepast. Deze bepalingen omvatten zowel gedragsvoorschriften voor de schipper en de overige bemanning als gegevens over de scheepsbescheiden en andere documenten die aan boord aanwezig moeten zijn om de nakoming van deze voorschriften aan te tonen. Met het opnemen van deze bepalingen in het Rpr is beoogd de schipper met zo eenvoudig en duidelijk mogelijke regels over zijn verantwoordelijkheden te informeren en deze verantwoordelijkheden te benadrukken. De opname van de bepalingen in het Rpr vereenvoudigt bovendien het opleggen van mogelijke sancties tegen de schipper of andere bemanningsleden bij overtreding hiervan.

Met betrekking tot de toepassing van hoofdstuk 15 van het Rpr is in artikel 15.01, tweede lid, bepaald dat daarop bijlage 2 en de daarbij behorende aanhangsels van het CDNI, bijgenaamd de «Uitvoeringsregeling», van toepassing zijn.

De uitzonderingen krachtens het CDNI op het algemene lozingsverbod, waarnaar artikel 15.03, tweede lid, verwijst zijn:

  • het lozen van waswater van bepaalde soorten lading;

  • het lozen van regen- en buiswater;

  • het lozen van huishoudelijk afvalwater door alle schepen, behalve de hotel- en passagiersschepen voor meer dan 50 passagiers;

  • het lozen van het effluent van boordzuiveringsinstallaties van hotel- en passagiersschepen voor meer dan 50 passagiers (mits wordt voldaan aan de eisen van Aanhangsel V van de Uitvoeringsregeling).

De voorschriften van het Rpr betreffende het olie-afgifteboekje voorzien erin dat het eerste olie-afgifteboekje door de autoriteit die het certificaat van onderzoek heeft afgegeven, wordt verstrekt. Schepen met een communautair certificaat, die thans voor de vaart op de Rijn zijn toegelaten, zijn over het algemeen niet in het bezit van een olie-afgifteboekje. Daarom zijn nu artikel 15.05, eerste lid, en bijlage 10 van het Rpr aan de gewijzigde situatie aangepast. Deze wijzigingen moesten ook voor het CDNI worden uitgevoerd. Bovendien waren kleine aanpassingen van bijlage 10 van het RPR aan Aanhangsel I van de Uitvoeringsregeling van het CDNI noodzakelijk.

Onderdelen B tot en met D, F tot en met I, S, onder 1, en T tot en met U

Met deze wijzigingen worden uiteenlopende redactionele foutjes en verschrijvingen, die in de loop der jaren in de tekst geslopen zijn, verwijderd door de tekst in overeenstemming te brengen met de Duitse en Franse taalversies van het Rpr.

Onderdelen E en S, onder 2

Met deze wijzigingen is beoogd dat de krachtens de artikelen 3.31 en 3.32 van het RPR aan te brengen tekens in geval van een verbod van toegang aan boord of van het verbod te roken, onbeschermd licht of vuur te gebruiken, in de toekomst overeenstemmen met de signaleringsborden, die conform de richtlijnen 92/58/EEG van de Raad betreffende de minimumvoorschriften voor de veiligheids- en/of gezondheidssignalering op het werk (Pb L 245) en 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van richtlijn 82/714/EEG van de Raad (Pb L 389), alsmede conform het Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995, worden vereist en de afgebeelde symbolen de verboden duidelijk weergeven.

De momenteel op de vaartuigen aanwezige verbodstekens worden nog gedurende vier jaren toegestaan.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven