Wet van 7 april 2011 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Dienstenwet en enige andere wetten ter vastlegging van uitzonderingen op de toepasselijkheid van de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen ingevolge de Dienstenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uitzonderingen op de toepasselijkheid van de positieve fictieve beschikking van de Algemene wet bestuursrecht ingevolge de Dienstenwet in een aantal wetten vast te leggen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL I

Aan artikel 3:10 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien deze afdeling van toepassing is op de voorbereiding van een besluit is paragraaf 4.1.3.3. niet van toepassing.

ARTIKEL II

Artikel 28 van de Dienstenwet wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning, ingesteld bij of ter uitvoering van een verordening of besluit als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

ARTIKEL III

Na het opschrift van Afdeling 3 van hoofdstuk V, Titel III, van de Flora- en faunawet wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 75f

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in de artikelen 68, eerste lid, en 75, derde lid, van het verbod bedoeld in artikel 13.

ARTIKEL IV

Na artikel 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 111a

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op:

  • a. een aanvraag tot een vergunning als bedoeld in artikel 66;

  • b. een aanvraag tot een vaststelling van een werkgebied als bedoeld in artikel 81f, en

  • c. een aanvraag tot een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in artikel 107, eerste lid.

ARTIKEL V

Aan artikel 20 van de Handelsregisterwet 2007 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een opgave ter inschrijving in het handelsregister.

ARTIKEL VI

De Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 15f wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om goedkeuring.

B

Aan artikel 17, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

In gevallen als bedoeld in de eerste volzin is met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning.

C

Aan artikel 22, vierde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een aanwijzing.

D

Aan artikel 29a, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: In gevallen als bedoeld in de eerste volzin is met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning.

E

Aan artikel 33, vierde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een aanwijzing.

ARTIKEL VII

Aan artikel 25 van de Mijnbouwwet wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

ARTIKEL VIII

In hoofdstuk VIII van de Natuurbeschermingswet 1998 wordt na het opschrift van dat hoofdstuk een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag tot een vergunning als bedoeld in de artikelen 16 en 19d.

ARTIKEL IX

Artikel 5 van de Wet ruimtevaartactiviteiten wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning.

HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN FINANCIËN

ARTIKEL X

Aan artikel 6 van de Wet toezicht accountantsorganisaties wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

HOOFDSTUK 4. MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

ARTIKEL XI

De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 12 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot aanstelling tot verkeersregelaar en verlenging van die aanstelling als bedoeld in het derde lid, onderdeel d.

B

Artikel 101, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag tot erkenning. Bij ministeriele regeling worden nadere regels vastgesteld met betrekking tot de aanvraag van een erkenning.

ARTIKEL XII

Artikel 3.10, vierde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht komt te luiden:

  • 4. Indien op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, zijn tevens de artikelen 13.6, 13.9 en 13.11, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet milieubeheer van toepassing.

ARTIKEL XIII

Aan artikel 1.3, vierde lid, van de Wet milieubeheer wordt een volzin toegevoegd, luidende: Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een beschikking krachtens het eerste lid.

HOOFDSTUK 5. MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

ARTIKEL XIV

Aan artikel 45 van de Monumentenwet 1988 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK 6. MINISTERIE VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

ARTIKEL XV

De Advocatenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot inschrijving als bedoeld in het eerste lid.

B

Aan het slot van artikel 9b, derde lid, wordt toegevoegd:

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om vrijstelling.

C

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 12, vierde lid.

ARTIKEL XVI

De Wet beëdigde tolken en vertalers wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot inschrijving als bedoeld in het eerste lid.

B

Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot verlenging van de inschrijving als bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL XVII

De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

B

Aan artikel 5, vierde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing.

C

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot toestemming als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.

D

Aan artikel 9, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op het verzoek tot toestemming om handboeien te dragen.

E

Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een verklaring van betrouwbaarheid als bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL XVIII

De Wet wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot ontheffing.

B

Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot erkenning of een verzoek tot het verlengen van een erkenning.

C

Aan artikel 13 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot ontheffing.

D

Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om een consent.

HOOFDSTUK 7. MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

ARTIKEL XIX

De Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het eerste lid.

B

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het vijfde lid.

C

Aan artikel 35 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL XX

De Wet op de dierproeven wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2 van de Wet op de dierproeven wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.

B

Na artikel 10a, achtste lid, van de Wet op de dierproeven wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag voor advies, bedoeld in het eerste lid, van een op de voet van artikel 18a erkende dierexperimentencommissies en op een oordeel, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, gevraagd aan de Centrale commissie dierproeven, bedoeld in artikel 18.

C

Na artikel 16, derde lid, van de Wet op de dierproeven wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het tweede lid.

HOOFDSTUK 8. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL XXI

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 mei 2010 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de Advocatenwet, de Wet op de rechtsbijstand en de Wet tarieven in burgerlijke zaken in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde (Kamerstukken 32 382) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet eerder in werking treedt dan, of gelijktijdig in werking treedt met deze wet, komt artikel XV, onderdeel A van deze wet te luiden:

A

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek tot inschrijving als bedoeld in het eerste lid.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 mei 2010 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de Advocatenwet, de Wet op de rechtsbijstand en de Wet tarieven in burgerlijke zaken in verband met de positie van de advocatuur in de rechtsorde (Kamerstukken 32 382) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet later in werking treedt dan deze wet, komt artikel I, onderdeel B, onder 2, van die wet te luiden:

  • 2. Het tweede, derde en zesde lid worden vernummerd tot zesde, achtste respectievelijk tiende lid.

3. Indien het bij koninklijke boodschap van 15 december 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking cassatierechtspraak) (32 576) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet in werking treedt nadat deze wet in werking is getreden, of gelijktijdig met deze wet in werking treedt, komt artikel 12a van de Advocatenwet als volgt te luiden:

Artikel 12a

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 12, derde lid.

4. Indien het bij koninklijke boodschap van 15 december 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking cassatierechtspraak) (32 576) tot wet is verheven of wordt verheven, en artikel I, onderdeel B, van die wet in werking treedt voordat deze wet in werking is getreden komt artikel XV, onderdeel C, van deze wet als volgt te luiden:

C

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 12, derde lid.

ARTIKEL XXII

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 7 april 2011

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de derde mei 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 614

Naar boven