Besluit van 25 maart 2010, houdende inwerkingtreding van de wet van 18 juli 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het verbeteren en versterken van de vaststelling van de identiteit van verdachten, veroordeelden en getuigen (Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen) (Stb. 2009, 317) en het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 22 maart 2010, nr. 5646685/10/6;

Gelet op artikel XIII van de wet van 18 juli 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het verbeteren en versterken van de vaststelling van de identiteit van verdachten, veroordeelden en getuigen (Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen) (Stb. 2009, 317) en artikel 16 van het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 18 juli 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met het verbeteren en versterken van de vaststelling van de identiteit van verdachten, veroordeelden en getuigen (Wet identiteitsvaststelling verdachten, veroordeelden en getuigen) (Stb. 2009, 317) en het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden, met uitzondering van de artikelen 11 en 12, onderdeel C, onder 1, treden met ingang van 1 oktober 2010 in werking.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2010

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de tweeëntwintigste april 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven