Besluit van 1 juli 2009 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet investeren in jongeren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 juni 2009, nr. IVV/LZW/2009/12488, gedaan in overeenstemming met Onze Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 93 van de Wet investeren in jongeren;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De artikelen van de Wet investeren in jongeren treden in werking met ingang van 1 oktober 2009, met uitzondering van artikel 58, onderdelen C, E, onder 2, en F tot en met O.

  • 2. Artikel 58, onderdelen C, E, onder 2, en F tot en met O, treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij horende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 juli 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Uitgegeven de tweede juli 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet investeren in jongeren (WIJ). Alle artikelen van de WIJ, met uitzondering van bepaalde onderdelen van artikel 58, treden op 1 oktober 2009 in werking. Het feit dat artikel 58, onderdelen C, E, onder 2, en F tot en met O, pas in werking treedt met ingang van 1 januari 2011, heeft te maken met het overgangsrecht van de WIJ.

In artikel 86 van de WIJ staat dat jongeren die op de dag voor inwerkingtreding van de WIJ een recht op algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) hebben, nog gedurende een jaar onder het regime van de WWB blijven vallen.

Echter, door inwerkingtreding van artikel 58 (wijziging van de WWB) van de WIJ, vervalt en wijzigt een aantal artikelen dat nog van belang is voor deze groep. Om deze reden is besloten deze wijzigingen pas in werking te laten treden met ingang van 1 januari 2011. Deze datum is gekozen omdat dit de datum is die genoemd wordt in het tweede lid van artikel 86, waarin overgangsrecht is geregeld voor deelnemers aan het experiment, bedoeld in het Tijdelijk besluit bevordering arbeidsinschakeling alleenstaande ouders WWB. Ook voor deze groep is het van belang dat de genoemde wijzigingen van de WWB pas later in werking treden. Aangezien de WIJ een voorliggende voorziening is voor de WWB, brengt dit niet met zich mee dat andere jongeren dan degenen die zijn genoemd in artikel 86 van de WIJ vanaf de datum van inwerkingtreding van de WIJ – anders dan via de toepassing van artikel 78f van de WWB – nog een beroep zouden kunnen doen op de WWB.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Naar boven