Besluit van 12 oktober 2006, tot uitvoering van artikel 2 van de Metrologiewet en ter implementatie van enkele Europese richtlijnen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 5 september 2006, nr. WJZ 6066164;

Gelet op richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 (PbEG L 39) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG, op richtlijn 76/766/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholtabellen (PbEG L 262), op richtlijn 71/347/EEG van de Raad van 12 oktober 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de meting van het natuurgewicht van granen (PbEG L 239) en artikel 2 van de Metrologiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 14 september 2006, no. W10.06.0379/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 9 oktober 2006, nr. WJZ 6074955;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. wet: de Metrologiewet;

b. SI: het Internationale stelsel van meeteenheden (Système International);

c. SI-grondeenheden: de eenheden, genoemd in artikel 3, eerste lid;

d. afgeleide SI-eenheden: de eenheden, bedoeld in artikel 5, eerste lid.

§ 2. Erkende meeteenheden

Artikel 2

  • 1. De erkende meeteenheden om daarin grootheden uit te drukken zijn:

    a. de SI-grondeenheden;

    b. afgeleide SI-eenheden;

    c. de overige eenheden, genoemd in deze paragraaf.

  • 2. Samengestelde eenheden kunnen worden gevormd door een combinatie van de eenheden, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

  • 1. De namen en symbolen van de SI-grondeenheden en de daarbij behorende grootheden zijn:

    grootheid

    eenheid

    naam

    symbool

    lengte

    de meter

    m

    massa

    het kilogram

    kg

    tijd

    de seconde

    s

    elektrische stroom

    de ampère

    A

    thermodynamische temperatuur

    de kelvin

    K

    hoeveelheid stof

    de mol

    mol

    lichtsterkte

    de candela

    cd

  • 2. Verstaan wordt onder:

    a. de meter: de lengte van de weg die het licht in vacuüm aflegt in een tijd van 1/299 792 458 seconde;

    b. het kilogram: de massa die gelijk is aan de massa van het internationale prototype van het kilogram;

    c. de seconde: de tijdsduur van 9 192 631 770 perioden van de straling overeenkomend met de overgang tussen de twee hyperfijnniveaus van de grondtoestand van het atoom cesium 133;

    d. de ampère: de constante stroom die, indien hij wordt onderhouden in twee evenwijdige, rechtlijnige en oneindig lange geleiders van te verwaarlozen cirkelvormige doorsnede, welke geplaatst zijn in het luchtledige op een onderlinge afstand van 1 meter, tussen deze twee geleiders een kracht veroorzaakt gelijk aan 2 x 10–7 newton voor iedere meter lengte;

    e. de kelvin: het 1/273,16 gedeelte van de thermodynamische temperatuur van het tripelpunt van water;

    f. de mol: de hoeveelheid stof van een systeem dat evenveel elementaire entiteiten bevat als er atomen zijn in 0,012 kilogram koolstof 12;

    g. de candela: de lichtsterkte, in een gegeven richting, van een bron die een monochromatische straling met een frequentie van 540 x 1012 hertz uitzendt en waarvan de stralingssterkte in die richting 1/683 watt per steradiaal is;

  • 3. Indien de hoeveelheid stof wordt uitgedrukt in mol, worden de elementaire entiteiten, bedoeld in het tweede lid, onder f, gespecificeerd in atomen, moleculen, ionen, elektronen, andere deeltjes of bepaalde groeperingen van andere deeltjes.

Artikel 4

De in de navolgende tabel opgenomen veelvouden van de seconde en de kilogram en het in de tabel opgenomen deel van de kilogram hebben een eigen naam en symbool:

grootheid

eenheid

naam

symbool

verband

Tijd

minuut

min

1 min = 60 s

 

uur

h

1 h = 3600 s

 

dag

d

1 d = 86400 s

Massa

ton

t

1 t = 1 Mg = 103 kg

 

gram

g

1g = 10–3 kg

Artikel 5

  • 1. De afgeleide SI-eenheden zijn eenheden die op coherente wijze zijn afgeleid van de SI-grondeenheden. De afgeleide SI-eenheden worden uitgedrukt in:

    a. machten van de SI-grondeenheden,

    b. producten van twee of meer van de SI-grondeenheden, of

    c. een combinatie van de onder a en b bedoelde afgeleide eenheden.

  • 2. De afgeleide SI-eenheden van de grootheden, genoemd in de navolgende tabel, hebben een eigen naam en symbool.

    grootheid

    eenheid

    naam

    symbool

    uitgedrukt in:

    vlakke hoek

    radiaal

    rad

    m · m–1 = 1

    ruimtehoek

    steradiaal

    sr

    m2 · m–2 = 1

    frequentie

    hertz

    Hz

    s–1

    kracht

    newton

    N

    m · kg · s–2

    druk, spanning

    pascal

    Pa

    N · m–2 = m–1 · kg · s–2

    energie, arbeid, hoeveelheid warmte

    joule

    J

    N · m = m2 · kg · s–2

    vermogen, energieflux

    watt

    W

    J · s–1 = m2 · kg · s–3

    elektrische lading, hoeveelheid elektriciteit

    coulomb

    C

    s · A

    elektrische spanning, elektrische potentiaal, elektromotorische spanning

    volt

    V

    W · A–1 = m2 · kg · s–3 · A–1

    elektrische weerstand

    ohm

    V · A–1 = m2 · kg · s–3 · A–2

    elektrische geleiding

    siemens

    S

    A · V–1 = m–2 · kg–1 · s3 · A2

    elektrische capaciteit

    farad

    F

    C · V–1 = m–2 · kg–1 · s4 · A2

    magnetische flux

    weber

    Wb

    V · s = m2 · kg · s–2 · A–1

    magnetische inductie

    tesla

    T

    Wb · m–2 = kg · s–2 · A–1

    inductantie

    henry

    H

    Wb/A = m2 · kg · s–2 · A–2

    lichtstroom

    lumen

    lm

    cd · sr = m2 · m–2 · cd = cd

    verlichtingssterkte

    lux

    lx

    lm/m2= m2 · m–4 · cd = m–2 · cd

    ioniserende stralingsactiviteit

    becquerel

    Bq

    s–1

    geabsorbeerde dosis, soortgelijke energieoverdracht, kerma, geabsorbeerde dosisindex

    gray

    Gy

    J/kg = m2 · s–2

    dosisequivalent

    sievert

    Sv

    J/kg = m2 · s–2

    katalytische activiteit

    katal

    kat

    s–1 · mol

    celsiustemperatuur

    graad Celsius

    °C

    K

  • 3. De radiaal is de vlakke hoek tussen twee stralen van een cirkel, die op de omtrek een boog afsnijden waarvan de lengte gelijk is aan die van de straal.

  • 4. De steradiaal is de ruimtehoek die, wanneer zijn top samenvalt met het middelpunt van een bol, op die bol een oppervlakte uitsnijdt gelijk aan die van een vierkant met de straal van de bol als zijde.

  • 5. De celsiustemperatuur is gedefinieerd als het verschil t = T – T0 tussen twee thermodynamische temperaturen T en T0 waarbij T0 = 273,15 kelvin.

  • 6. Het vermogen kan ook worden uitgedrukt in de eigen namen van de eenheid van vermogen, de voltampère, met het symbool «VA», voor het uitdrukken van het schijnbaar vermogen van de elektrische wisselstroom, en de voltampère reactief, met het symbool «var», voor het uitdrukken van reactief elektrisch vermogen.

Artikel 6

De in de navolgende tabel opgenomen veelvouden en delen van afgeleide SI-eenheden hebben een eigen naam en symbool:

grootheid

eenheid

naam

symbool

verband

inhoud, volume

liter

l of L

1 l = 1 dm3 = 10–3 m3

vlakke hoek

volle hoek

1 volle hoek = 2 π rad

 

graad

°

1° = π · 180–1 rad

 

minuut

'

1' = π · 10800–1 rad

 

seconde

"

1" = π · 648000–1 rad

 

decimale graad of gon

gon

1 gon = π · 200–1 rad

druk, spanning

bar

bar

1 bar = 105 Pa

Artikel 7

Ten aanzien van de in de navolgende tabel genoemde eenheden geldt dat zij binnen het SI gebruikte eenheden zijn, waarvan de waarden in SI experimenteel zijn verkregen. Zij hebben een eigen naam en symbool:

grootheid

eenheid

naam

symbool

definitie

Massa

geünificeerde atomaire massaeenheid

u

1 u = 1/12 van de massa van een atoom van de nuclide 12C

Energie

elektronvolt

eV

1 eV = de kinetische energie die een elektron krijgt wanneer deze een potentiaalverschil van 1 volt in vacuüm doorloopt

Artikel 8

Ten aanzien van de onderstaande erkende eenheden gelden de daarbij vermelde beperkingen in hun gebruik:

grootheid

uitsluitend voor

eenheid

naam

symbool

waarde

sterkte van optische systemen

dioptrie

1 dioptrie = 1 m–1

oppervlakte van grond

are

a

1 a = 102 m2

werkzame doorsnede

barn

b

1 b = 10–28 m2

massa van edelstenen

metriekkaraat

1 metriekkaraat =

2 · 10–4 kg

lineïeke massa van textielvezels en garens

tex

tex

1 tex = 10–6 kg · m–1

bloeddruk en druk van andere lichaamsvloeistoffen

millimeter kwik

mm Hg

1 mm Hg = 133,322 Pa

Artikel 9

De decibel A, waarvan het symbool dB(A) is, is de eenheid van geluidniveau van een geluid, waarbij onder geluidniveau wordt verstaan het twintigvoud van de logaritme met grondtal 10 van de verhouding van de effectieve waarde van de geluiddruk van het geluid, gewogen volgens de curve A, vastgelegd in Publikatie 61672-1 van de International Electrotechnical Commission, en een vergelijkingsdruk van 2 · 10–5 pascal.

Artikel 10

  • 1. De benaming «EEG-natuurgewicht» mag uitsluitend worden gebruikt ter aanduiding van het natuurgewicht van granen, uitgedrukt in kilogram per hectoliter, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van richtlijn (EEG) nr. 71/347 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1971 (PbEG L 239) betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de meting van het natuurgewicht van granen.

  • 2. Bij of in verband met de handel in granen tussen, in verschillende Lid-Staten van de Europese Unie, andere Staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Turkije gevestigde kopers en verkopers, mogen ter aanduiding van het natuurgewicht van graan slechts benamingen worden gebezigd, welke een gelijke betekenis hebben als de benaming «EEG-natuurgewicht».

Artikel 11

De benaming «alcoholgehalte» mag met betrekking tot een mengsel van water en alcohol voor geen andere grootheid worden gebezigd dan voor het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte als weergegeven in de navolgende tabel:

grootheid

uitsluitend voor

eenheid

naam

symbool

waarde

alcoholvolumegehalte van een mengsel van water en alcohol bij 20 °C

volumeprocent

% vol

1% vol = 0,01 m3 · m–3

alcoholmassagehalte van een mengsel van water en alcohol

massaprocent

% mas

1% mas = 0,01 kg · kg–1

Artikel 12

  • 1. Behoudens het derde lid, worden in de navolgende tabel genoemde decimale veelvouden en delen van de in het tweede lid bedoelde eenheden, indien deze veelvouden en delen niet worden aangeduid door een getal voor de naam of het symbool van de betrokken meeteenheden, aangeduid door aan die naam of dat symbool één van de volgende voorvoegsels, onderscheidenlijk symbolen vooraf te laten gaan:

    Factor

    Voorvoegsel

    Symbool

     

    Factor

    Voorvoegsel

    Symbool

    1024

    yotta

    Y

     

    10–1

    deci

    d

    1021

    zetta

    Z

     

    10–2

    centi

    c

    1018

    exa

    E

     

    10–3

    milli

    m

    1015

    peta

    P

     

    10–6

    micro

    μ

    1012

    tera

    T

     

    10–9

    nano

    n

    109

    giga

    G

     

    10–12

    pico

    p

    106

    mega

    M

     

    10–15

    femto

    f

    103

    kilo

    k

     

    10–18

    atto

    a

    102

    hecto

    h

     

    10–21

    zepto

    z

    101

    deca

    da

     

    10–24

    yocto

    y

  • 2. Het gebruik van de in het eerste lid genoemde voorvoegsels is van toepassing op:

    a. de SI-grondeenheden, genoemd in art. 3, eerste lid;

    b. de afgeleide SI-eenheden, genoemd in artikel 5, tweede lid;

    c. de eenheden: liter, ton, bar, decimale graad of gon, atomaire massaeenheid, elektronvolt, dioptrie, are, barn, metriekkaraat, tex, voltampère en voltampère reactief.

  • 3. De namen en symbolen van de decimale veelvouden en delen van de eenheid van massa worden gevormd door toevoeging van voorvoegsels aan het woord «gram» en van hun symbolen aan het symbool g.

  • 4. Het honderdvoud van de are wordt aangeduid met de naam hectare.

§ 3. Nationale meetstandaarden

Artikel 13

Er worden nationale meetstandaarden beheerd of verwezenlijkt van de volgende grootheden:

a. lengte;

b. massa;

c. tijd;

d. elektrische spanning;

e. elektrische weerstand;

f. thermodynamische temperatuur;

g. lichtsterkte.

Artikel 14

De verwezenlijking van de nationale meetstandaard van lengte vindt plaats met een methode, gebaseerd op een golflengte van een gestabiliseerde lichtbron die vastgelegd is in aanbeveling 1 uit 2002, aanbeveling 1 uit 2003 dan wel aanbeveling 3 uit 2005 van het Comité international des Poids et Mesures.

Artikel 15

Als nationale meetstandaard van massa geldt de massa vastgesteld door het Bureau international des Poids et Mesures van het platina-iridium massastuk nr. 53.

Artikel 16

De verwezenlijking van de nationale meetstandaard van tijd vindt plaats met een methode gebaseerd op de aanwijzing van drie cesiumatoomklokken.

Artikel 17

De verwezenlijking van de nationale meetstandaard van elektrische spanning vindt plaats met een methode gebaseerd op het Josephson effect conform aanbeveling 1 uit 1988 van het Comité international des Poids et Mesures.

Artikel 18

De verwezenlijking van de nationale meetstandaard van elektrische weerstand vindt plaats met een methode gebaseerd op het quantum Hall effect conform aanbeveling 2 uit 1988 van het Comité international des Poids et Mesures.

Artikel 19

De verwezenlijking van de nationale meetstandaard van thermodynamische temperatuur vindt plaats met een methode gebaseerd op de Internationale Temperatuurschaal van 1990 (ITS-90) conform aanbeveling 5 uit 1989 van het Comité international des Poids et Mesures.

Artikel 20

De verwezenlijking van de nationale meetstandaard voor lichtsterkte is gebaseerd op de meting van het stralingsvermogen met een Absolute Cryogene Radiometer.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 21

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 22

Dit besluit wordt aangehaald als: Meeteenhedenbesluit 2006.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 12 oktober 2006

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

J. G. Wijn

Uitgegeven de achtentwintigste november 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

Het Meeteenhedenbesluit 2006 strekt ter uitvoering van artikel 2 van de Metrologiewet. Hierin is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur voor grootheden meeteenheden vastgesteld kunnen worden. Daarnaast kunnen regels worden opgenomen betreffende het symbool, de aanduiding, de omschrijving en het gebruik van een meeteenheid en de benaming en de meetstandaard van een grootheid.

De implementatie van de richtlijn meetinstrumenten is aanleiding geweest om de metrologische wetgeving te herzien. Hierbij is de IJkwet vervangen door de Metrologiewet. Als gevolg hiervan dient de regelgeving ten aanzien van de meeteenheden en meetstandaarden aangepast te worden aan de nieuwe wet.

Dit besluit bevat de hernieuwde implementatie van Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van meeteenheden (PbEG L39) (hierna: de meeteenhedenrichtlijn). De meeteenhedenrichtlijn bevat weinig discretionaire ruimte voor de lidstaten, inhoudelijk zal de regelgeving op dit punt dan ook geen wijziging ondergaan. Daarnaast worden regels gegeven voor het beheer en de verwezenlijking van de meetstandaarden.

In een vroeg stadium is reeds overleg gevoerd met de Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden. Dit overleg had met name betrekking op de wijze waarop de meetstandaarden verwezenlijkt zouden moeten worden. Over het uiteindelijke besluit heeft de Raad op 29 augustus 2006 een positief advies uitgebracht. Ook de suggesties van NMi Van Swinden Laboratorium, de beheerder van de nationale standaarden onder het regime van de IJkwet, zijn in dit besluit verwerkt.

Uit het besluit vloeien geen administratieve lasten of nalevingskosten voort.

2. Regime onder de IJkwet

Zoals in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Metrologiewet (Kamerstukken II 2004/05, 30 208, nr. 3, hoofdstuk 2) is aangegeven is het stelsel van meeteenheden vastgelegd in de meeteenhedenrichtlijn. Deze richtlijn is gebaseerd op het Internationale Stelsel van Eenheden (Système international d’unités ofwel het SI-stelsel). De richtlijn is op verschillende plaatsen in de metrologische wetgeving geïmplementeerd.

Ten eerste wordt in de IJkwet het gebruik van erkende grondeenheden geregeld. Deze zijn in de IJkwet zelf opgenomen evenals het daarbij behorende symbool. Daarnaast wordt de fysische grootheid gedefinieerd. Enkele voorbeelden zijn de grootheid «lengte» met als eenheid de meter en het symbool m, de grootheid massa met als eenheid het kilogram en het symbool kg. Eveneens zijn in de wet opgenomen de voorvoegsels en symbolen die gebruikt moeten worden bij decimale veelvouden en delen van de meeteenheden. Ter illustratie: men kan een lengte van duizend meter aanduiden als 1 kilometer, 10 hectometer, 100 decameter of 1000 meter. Ten slotte is in artikel 5 van de IJkwet het verbod opgenomen om grootheden uit te drukken in andere dan erkende meeteenheden.

Ten tweede is in het Eenhedenbesluit 1981 het deel van de meeteenhedenrichtlijn geïmplementeerd dat betrekking heeft op de meeteenheden die van de grondeenheden zijn afgeleid of daarmee samenhangen. De beide categorieën eenheden zijn in tabelvorm weergegeven. Daarbij wordt bepaald in welke gevallen er een specifieke meeteenheid moet worden gebruikt en welke meeteenheden beperkingen kennen in het gebruik. Verder zijn in dit besluit zijn nog enkele bepalingen uit andere richtlijnen met betrekking tot meeteenheden en het gebruik van namen opgenomen.

Ten derde is in de Regeling van 9 november 1977, nr. 677/701 WJA, houdende toepassing van artikel 5, tweede lid, van de IJkwet (Stcrt 1977, 221) het laatste deel van de meeteenhedenrichtlijn geïmplementeerd in de vorm van een aantal vrijstellingen op het verbod van artikel 5 van de IJkwet. Het gebruik van afwijkende aanduidingen van meeteenheden is hierin geregeld.

Naast het stelsel van meeteenheden wordt in de IJkwet aangegeven van welke grootheden er een nationale meetstandaard wordt beheerd of verwezenlijkt. De wijze waarop dit moet gebeuren is vastgelegd in het Standaardenbesluit 1989.

Wegens het intrekken van de IJkwet komen bovengenoemde besluiten en de regeling van rechtswege te vervallen.

3. Inhoud Meeteenhedenbesluit 2006

De meeteenheden en de meetstandaarden zijn in één besluit geregeld. Onder de IJkwet was de regelgeving enigszins verbrokkeld en niet altijd even overzichtelijk hetgeen een meer uniforme regeling wenselijk maakte. Daarnaast zijn de regels inzake meeteenheden voor een groot deel op Europees niveau vastgesteld. In dit besluit kan een aanpassing aan gewijzigde Europese regelgeving sneller gerealiseerd worden.

3.1 Meetstandaarden en voorvoegsels

In dit besluit zijn conform het SI-stelsel, de meeteenheden op een systematische wijze gerangschikt. Het SI-stelsel vormt immers een samenhangend geheel van meeteenheden. Zo worden in de tweede paragraaf de erkende meeteenheden ingedeeld in verschillende categorieën. Dit zijn in de eerste plaats de SI-grondeenheden die gedefinieerd zijn als fundamentele eenheden voor natuurkundige grootheden. Vervolgens is er de categorie van afgeleide SI-eenheden. Deze zijn op coherente wijze afgeleid van de SI-grondeenheden. Het gaat hierbij om producten of machten van de afzonderlijke SI-grondeenheden of een combinatie daarvan. Zo is de grootheid kracht afgeleid van de grootheid lengte met de eenheid m, de grootheid massa met de eenheid kg en de grootheid tijd met de eenheid s. De eenheid van kracht is newton en 1 newton is 1 m.kg.s–2. Met betrekking tot de eenheden die samenhangen met de SI-grondeenheden en afgeleide eenheden is er voor gekozen de opzet van de richtlijn te volgen en ze niet bij elkaar in tabelvorm op te nemen. Reden daartoe is dat er vaak een directe relatie bestaat tussen een grootheid en de daarmee samenhangende eenheid, als ook het feit dat deze relatie op verschillende wijze tot stand komt. Zo hebben enkele SI-grondeenheden en afgeleide SI-eenheden voor bepaalde veelvouden of delen hiervan een eigen naam en symbool. In de artikelsgewijze toelichting bij paragraaf 2 wordt ingegaan op enkele bijzondere eenheden: de eenheden met een beperkt gebruik, de decibel, het EEG-natuurgewicht van granen en het alcoholgehalte.

Ten slotte worden in de tweede paragraaf de voorvoegsels genoemd. Indien decimale veelvouden en delen van eenheden niet worden aangeduid door een getal voor de naam of het symbool van de betrokken meeteenheid, wordt één van de voorvoegsels dan wel symbolen zoals genoemd in de tabel opgenomen in artikel 12 gebruikt. Zo betekent 1 nanometer 10–9 meter.

3.2. Beheer en verwezenlijking van de nationale meetstandaarden

Teneinde de uniformiteit van metingen en de herleidbaarheid van meetresultaten naar het SI-stelsel zeker te stellen worden nationale meetstandaarden beheerd en verwezenlijkt. Hiermee wordt de rechtszekerheid in Nederland bevorderd. Immers door het instellen van nationale meetstandaarden kan door iedereen de nauwkeurigheid van meetmiddelen en meetresultaten objectief worden vastgesteld. In paragraaf drie zijn de grootheden benoemd waarvan nationale meetstandaarden worden beheerd dan wel verwezenlijkt. Indien een nationale meetstandaard een zogenaamd artefact is zoals het platina-iridium 1 kg massastuk Nr. 53 dan is er sprake van het beheren van de nationale meetstandaard. In veruit de meeste gevallen wordt een nationale meetstandaard verwezenlijkt (gerealiseerd) op basis van een zeer nauwkeurig fysisch proces zoals bijvoorbeeld de meter op basis van de frequentie van een zeer stabiele laser of de ohm op basis van het quantum-Hall effect.

De nationale meetstandaarden worden internationaal vergeleken volgens de methodiek vastgelegd in de Mutual Recognition Arrangement van het Internationaal Comité voor Maten en Gewichten (CIPM) (1999). Deelname aan deze vergelijkingen leidt tot de internationale erkenning van de nationale meetstandaarden en verzekert daarmee de internationale aansluiting van de Nederlandse metrologische infrastructuur en draagt bij aan de internationale erkenning van Nederlandse kalibratiecertificaten. De vergelijkbaarheid van de nationale meetstandaarden is vastgelegd in de Key Comparison Database van het Internationaal Bureau voor Maten en Gewichten (BIPM). Deze is voor iedereen toegankelijk zodat per instituut inzicht verkregen kan worden in de kwaliteit van de nationale meetstandaarden.

Van de meeste basisgrootheden wordt er een primaire meetstandaard onderhouden dan wel verwezenlijkt. De wijze waarop deze meetstandaarden moeten worden onderhouden c.q. verwezenlijkt, wordt op internationaal niveau door de Meterconventie, een diplomatiek verdrag, vastgesteld. Het standaardenbesluit is na de vaststelling in 1989 niet meer aangepast. De nieuwe wetgeving biedt een goede gelegenheid om het beheer en de verwezenlijking van de meetstandaarden aan te passen aan de laatste internationale inzichten. Hierdoor worden wetgeving en praktijk weer met elkaar in lijn gebracht. Er is voor gekozen om een korte omschrijving van de werkzaamheden op te nemen en waar mogelijk een verwijzing naar een besluit van de Meterconventie. De werkzaamheden hebben een hoog wetenschappelijk karakter en de omschrijving is primair bedoeld voor de beheerder van de meetstandaarden. Voor deskundigen geeft de gekozen omschrijving voldoende inzicht in de wijze waarop de meetstandaarden tot stand komen.

Nieuw in de opsomming van de te onderhouden primaire meetstandaarden is de meetstandaard voor lichtsterkte. Sinds de ontwikkeling van de voor deze meetstandaard benodigde apparatuur kan deze standaard op primair niveau in Nederland gerealiseerd worden. In de opsomming ontbreken de ampère en de mol. De ampère is op dit moment op primair niveau niet praktisch realiseerbaar. Op internationaal niveau wordt hieraan wel gewerkt maar tot die tijd wordt de ampère gerealiseerd via de primaire standaard van de elektrische spanning en de primaire standaard van de elektrische weerstand. Ook bij de mol is een standaard op primaire niveau nog niet realiseerbaar. Op dit moment wordt de mol niet als een fysische grootheid gerealiseerd maar als een chemische standaard in de vorm van een gecertificeerd referentiemateriaal. De variëteit in chemische referentiematerialen is groot, moeilijk af te bakenen en aan verandering onderhevig. Op dit moment beperken de werkzaamheden zich vooral tot de gasvormige referentiematerialen waar de molaire fractie op gravimetrische wijze wordt bepaald.

Ten slotte is besloten om de meetstandaard van het EEG-natuurgewicht van granen niet meer op te nemen. Richtlijn nr. 71/347/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1971 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake de meting van het natuurgewicht van granen (PbEG L 262) (richtlijn inzake de meting van het natuurgewicht voor granen) verplicht niet tot het onderhouden van deze meetstandaard en uit onderzoek blijkt dat in de praktijk er ook geen gebruik van wordt gemaakt. Bovendien kan men altijd in Duitsland bij het Duitse metrologische instituut zijn meetinstrument laten kalibreren tegen het EEG-standaardinstrument.

Onlosmakelijk verbonden aan nationale meetstandaarden is het feit dat er slechts één nationale instelling belast kan zijn met de zorg voor de meetstandaarden en de daarmee samenhangende kalibratiewerkzaamheden. Onder de IJkwet was deze taak toebedeeld aan NMi Van Swinden Laboratorium. Zoals in de memorie van toelichting op de Metrologiewet (Kamerstukken II 2004/05, 30 208, nr. 3, paragraaf 4.1) is aangegeven zal de aanwijzing worden gecontinueerd.

Indien slechts de meetstandaarden beheerd zouden worden die in dit besluit genoemd worden dan zou men niet kunnen stellen dat Nederland over een adequate metrologische infrastructuur beschikt. Immers, dat betekent dat aan de behoefte van de maatschappij in brede zin voldaan kan worden. Met maatschappij in brede zin wordt bedoeld de behoefte voortkomend uit het handelsverkeer, de wetenschap, innovatieve technologieën etc. Net als onder de IJkwet is ervoor gekozen om slechts de wijze van totstandkoming van de grondeenheden in dit besluit te regelen. De overige meetstandaarden waar de maatschappij behoefte aan heeft, zijn afgeleiden van deze basiseenheden. Deze meetstandaarden worden verwezenlijkt op basis van industriële en maatschappelijke behoefte en vormen een wezenlijk onderdeel van de metrologische infrastructuur. De Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden adviseert over de meetstandaarden die in dat kader nodig zijn. Ook is het niet altijd nodig om deze op primair niveau te verwezenlijken. In de memorie van toelichting op de Metrologiewet (Kamerstukken II 2004/2005, 30208, nr. 3, hoofdstuk 2) is aangeven dat de kosten van de metrologische infrastructuur, voor zover ze niet toe te rekenen zijn aan derden, voor rekening komen van de overheid. In een private jaarlijks overeen te komen overeenkomst wordt thans vastgelegd welke meetstandaarden met de daarbij behorende kalibratiefaciliteiten in stand worden gehouden, de wijze waarop en de financiering daarvan. Deze methodiek zal ook onder de Metrologiewet worden gecontinueerd zodat op eenvoudige wijze ingespeeld kan worden op veranderende behoeften in de maatschappij.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In dit artikel worden de eenheden erkend; de SI-grondeenheden, de afgeleide SI-eenheden en de overige in paragraaf 2 genoemde eenheden. Combinaties van deze eenheden zijn de zogenoemde «samengestelde eenheden». Hierbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de meeteenhedenrichtlijn. De SI-grondeenheden zijn de 7 eenheden, genoemd in artikel 3. Zij vormen de basis van het het SI-stelsel. Afgeleide eenheden zijn de eenheden die van deze grondeenheden zijn afgeleid. Hier gaat het bijvoorbeeld om oppervlak dat wordt uitgedrukt in de vierkante meter (m2).

Artikel 4

In dit artikel worden de erkende eenheden genoemd die veelvouden of decimale veelvouden zijn van de SI-grondeenheden, genoemd in artikel 3. Zo kan een massa van 1000 kg als ton wordt aangeduid. Daarnaast wordt bij de grootheid tijd afgeweken van het normale regime van decimale veelvouden en delen. Immers, de eenheid van tijd is de seconde, maar zestig seconden wordt aangeduid met minuut en 60 minuten met een uur.

In dit besluit is het gram expliciet als erkende meeteenheid opgenomen. Het kilogram bevat, wegens historische redenen, als enige SI-grondeenheid een voorvoegsel. Zie verder de toelichting op artikel 12.

Artikel 5

De afgeleide SI-eenheden zijn eenheden die op coherente wijze zijn afgeleid van SI-grondeenheden. Deze eenheden worden gegeven in de vorm van machten van grondeenheden (bijvoorbeeld de oppervlakte die de tweede macht is van de meter), in producten van grondeenheden, (bijvoorbeeld de coulomb die het product is van seconde en ampère) of door een combinatie van die twee en hebben al dan niet een eigen naam en symbool. Hierbij dient te worden opgemerkt dat een product van een negatieve eerste macht gelijk staat aan delen. Zo wordt de katalytische activiteit uitgedrukt in mol per seconde, ofwel s–1 · mol. In het bijzonder kunnen afgeleide eenheden worden uitgedrukt door gebruikmaking van de eigen namen en symbolen, genoemd in artikel 5, tweede lid. Zo kan de SI-eenheid van dynamische viscositeit worden uitgedrukt als m–1 · kg · s–1 of N · s · m–2 of Pa · s.

Het CIPM heeft in aanbeveling 1 uit 1980 uitgemaakt dat de radiaal en steradiaal niet langer als aanvullende, maar als afgeleide eenheden beschouwd moeten worden.

De eenheid van de katalytische activiteit, de katal, is opgenomen in dit besluit ondanks dat het hier niet gaat om implementatie. Op de 21e Algemene Conferentie voor maten en gewichten (CGPM) in 1999 is de katal in resolutie 12 vastgesteld als erkende afgeleide meeteenheid met een eigen naam. In beide gevallen was de gehele Europese Unie partij.

Artikel 7

De waarde van de eenheden, genoemd in dit artikel, zijn niet exact bekend, maar zijn experimenteel verkregen. De atomaire massaeenheid komt overeen met 1,660 565 5 × 10–27 kg en een elektronvolt 1,602 189 2 × 10–19 J. De gegeven waarden zijn overgenomen uit de meeteenhedenrichtlijn.

Artikel 8

In dit artikel zijn de grootheden opgenomen voor specifieke toepassingsgebieden. De eenheid «are» mag slechts worden gebruikt om de oppervlakte van grond aan te duiden, de millimeter kwik voor de «bloeddruk en druk van andere lichaamsvloeistoffen» en de eenheid «metriekkaraat» voor de massa van edelstenen. De barn, de eenheid van de grootheid «werkzame doorsnede», is een eenheid die universeel gebruikt wordt.

Artikel 9

De decibel wordt gehanteerd als de eenheid om daarmee het geluidsniveau uit te drukken. Het is een logaritmische schaal om de verhoudingen aan te duiden. Daarbij is 0 decibel de verhouding 1 met de vergelijkingsdruk van 2 · 10–5 pascal. Van de in het artikel genoemde publicatie verscheen de eerste druk in 2002.

Artikel 11

In richtlijn 76/766/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholtabellen (PbEG L 262) stelt de Europese wetgever regels inzake het gebruik van de eenheid «alcoholgehalte», die alleen mag worden gebezigd voor het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte.

Artikel 12

In dit artikel worden de voorvoegsels en hun symbolen geregeld voor de aanduiding van decimale veelvouden en delen. In afwijking met het algemene systeem wordt bij de eenheid van massa niet uitgegaan van de bij de massa behorende eenheid «kilogram» maar worden de voorvoegsels aan het woord «gram» en de symbolen aan het symbool «g» toegevoegd. Er wordt dus gesproken van milligram en niet van een microkilogram als het gaat om 1 x 10–3 gram. Dit is bepaald door het CIPM in 1967, aanbeveling 2.

Voor het aanduiden van decimale veelvouden en delen van een afgeleide eenheid, uitgedrukt in een breuk, kunnen voorvoegsels worden verbonden met de eenheden in de teller of in de noemer, dan wel in beide termen.

Samengestelde voorvoegsels, dat wil zeggen voorvoegsels die worden gevormd door het naast elkaar plaatsen van twee of meer der bovengenoemde voorvoegsels, mogen niet worden gebruikt. Dit wordt tot uitdrukking gebracht door de zinsnede «aan die naam of dat symbool één van de volgende voorvoegsels»; het gaat hier uitdrukkelijk om één voorvoegsel.

III. Transponeringstabel Bijlage

Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 (PbEG L 39) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG

Meeteenhedenbesluit 2006

Bijlage Hoofdstuk 1

Artikel

1.1

3

1.1.1

5, tweede en derde lid

1.2.1

5, tweede lid

1.2.2

5, eerste lid

1.2.3

5, tweede lid

1.3

12

1.4

4, 6

2

4, 6

3

7

4

8

5

1, tweede lid

De Minister van Economische Zaken,

J. G. Wijn


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven