Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
STB10521
Jaargang 2006
2006
473
Wet van 28 september 2006 tot wijziging van artikel 15 van de Wet op de
beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met
herformulering eisen inzake hernieuwde erkenning als
specialist
Wij
Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen,
die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te
weten:
Alzo Wij in overweging genomen
hebben dat het wenselijk is de bepalingen in de Wet op de beroepen in
de individuele gezondheidszorg met betrekking tot de herregistratie van
specialisten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij
deze:
ARTIKEL I
Artikel 15 van de
Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg wordt gewijzigd als
volgt:
1.
Het eerste lid komt te
luiden:
1.
Een regeling ten
aanzien waarvan toepassing wordt gegeven aan artikel 14, eerste lid,
kan mede inhouden dat degene die de opleiding tot specialist heeft
voltooid een erkenning als specialist wordt verleend voor een bij de
regeling bepaalde periode en dat aansluitende hernieuwde erkenning
slechts plaatsvindt indien de specialist gedurende een bij die regeling
bepaald tijdvak, voorafgaand aan de indiening van de aanvrage tot
hernieuwde erkenning, regelmatig op het desbetreffende deelgebied van
de beroepsuitoefening werkzaam is geweest, dan wel het beroep zal
uitoefenen onder de bij de verlening van de hernieuwde erkenning aan te
geven scholingsvoorwaarden.
2.
Aan het tweede lid wordt onder vervanging
van de punt aan het einde van onderdeel b door een puntkomma een nieuw
onderdeel toegevoegd, luidende:
c. tevens eisen
worden gesteld ter zake van deelname aan deskundigheidsbevorderende
activiteiten gedurende de in het eerste lid bedoelde periode van
werkzaam zijn.
3.
Onder vernummering van het derde tot en met
het vijfde lid tot het vierde tot en met het zesde lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:
3.
Een
regeling als bedoeld in het eerste lid biedt aan degene aan wie geen
hernieuwde erkenning als specialist wordt verleend vanwege het niet
voldoen aan de daartoe gestelde eisen, de mogelijkheid wederom als
specialist te worden erkend zodra door het volgen van scholing, die is
afgestemd op het kennis- en vaardigheidsniveau van betrokkene, opnieuw
wordt voldaan aan de eisen voor zodanige
erkenning.
ARTIKEL IA
Indien het bij koninklijke boodschap van
29 augustus 2005 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging
van enige artikelen van de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg (specialistenregisters) tot wet is verheven en in
werking treedt voordat of op hetzelfde tijdstip als deze wet in werking
treedt, wordt artikel I als volgt
gewijzigd:
1.
Onderdeel 1 komt te
luiden:
1. Het eerste lid komt te
luiden:
1.
Een regeling als bedoeld in
artikel 14, tweede lid, onder d, kan mede inhouden dat degene die de
opleiding tot specialist heeft voltooid wordt ingeschreven als
specialist voor een bij de regeling bepaalde periode en dat een
aansluitende hernieuwde inschrijving slechts plaatsvindt indien de
specialist gedurende een bij die regeling bepaald tijdvak, voorafgaand
aan de indiening van de aanvraag tot hernieuwde inschrijving,
regelmatig op het desbetreffende deelgebied van de beroepsuitoefening
werkzaam is geweest dan wel het beroep zal uitoefenen onder de bij de
hernieuwde inschrijving aan te geven
scholingsvoorwaarden.
2.
Onderdeel 3 komt te
luiden:
3. Onder vernummering van het derde tot
en met het vijfde lid tot het vierde tot en met het zesde lid wordt een
lid ingevoegd, luidende:
3.
Een regeling
als bedoeld in het eerste lid biedt aan degene die niet opnieuw als
specialist wordt ingeschreven vanwege het niet voldoen aan de daartoe
gestelde eisen, de mogelijkheid wederom als specialist te worden
ingeschreven zodra door het volgen van scholing, die is afgestemd op
het kennis- en vaardigheidsniveau van betrokkene, opnieuw wordt voldaan
aan de eisen voor zodanige
inschrijving.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking
op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de
verschillende onderdelen van artikel I verschillend kan worden
vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Kamerstuk 30
443
Gegeven te
’s-Gravenhage,
28
september 2006
Beatrix
De Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
J.
F. Hoogervorst
Uitgegeven de vierentwintigste oktober 2006
vierentwintigste
oktober
2006
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin