Besluit van 28 augustus 2006, inzake vrijstelling voor fietsen met trapondersteuning van aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen alsmede houdende wijziging van het Besluit van 16 september 1965, houdende vaststelling van het bewijs van verzekering voor de niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en enkele regelen met betrekking tot het bewijs van vrijstelling (Stb. 414)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie van 3 juli 2006, nr. 5429308/06/6, Directie Wetgeving;

Gelet op de artikelen 14, 17, derde lid, 34 en 38 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

De Raad van State gehoord ( advies van 27 juli 2006, nr. W03.06.0249/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 22 augustus 2006, Directie Wetgeving, nr. 5437344/06/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De bezitter van een fiets met trapondersteuning, als bedoeld in artikel 1, onderdeel ea, van de Wegenverkeerswet 1994 is vrijgesteld van de verplichting tot het sluiten van een verzekering als bedoeld in de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.

Artikel 2

Het Besluit van 16 september 1965, houdende vaststelling van het bewijs van verzekering voor de niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en enkele regelen met betrekking tot het bewijs van vrijstelling (Stb. 414), wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervalt, onder de vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel g door een punt, onderdeel h.

B

In artikel 2, eerste lid, aanhef, artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste en tweede lid, en artikel 10, eerste en tweede lid, vervallen telkens de woorden «of een fiets met trapondersteuning».

C

In artikel 2, eerste lid, onderdeel a, artikel 3, tweede lid, artikel 4, eerste lid, onderdeel d, tweede lid, zesde lid, onderdelen a tot en met d, en artikel 10, eerste en tweede lid, vervallen telkens de woorden «of de fiets met trapondersteuning».

D

Artikel 2, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een document waaruit blijkt dat met betrekking tot het door hem bestuurde gehandicaptenvoertuig een verzekering overeenkomstig de wet van kracht is.

E

Artikel 4, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. In afwijking van het eerste lid kan een verzekeraar, mits hem een geldig ten name van de verzekeringnemer gesteld fabrikanten- of handelaarsbewijs W.A.M. (gehandicaptenvoertuigen) wordt getoond, in het document, in plaats van het merk en ingeslagen identificatienummer van het gehandicaptenvoertuig vermelden: «gehandicaptenvoertuig, deel uitmakende van de fabrieks- of handelsvoorraad van de verzekeringnemer». De verzekeraar tekent de verstrekking van een zodanig document op door Onze Minister te bepalen wijze op het in de eerste volzin bedoelde bewijs aan.

F

In artikel 4, zesde lid, onderdeel a, en artikel 5a, eerste lid, wordt «(gehandicaptenvoertuigen/fietsen met trapondersteuning)» telkens vervangen door: (gehandicaptenvoertuigen).

G

In artikel 5, eerste lid, vervallen de woorden «of fiets met trapondersteuning».

H

In artikel 5, vijfde lid, zesde lid, onderdeel a, en artikel 5a, eerste lid, vervallen telkens de woorden «en fietsen met trapondersteuning».

I

In artikel 5a, eerste lid, vervallen de woorden «, fietsen met trapondersteuning».

J

In artikel 5a, derde lid, vervallen telkens de woorden «of fietsen met trapondersteuning».

K

In artikel 8, eerste lid, artikel 9, eerste en tweede lid, en artikel 10, eerste en tweede lid, vervallen telkens de woorden «of op de fiets met trapondersteuning».

L

In artikel 9, eerste en tweede lid, en artikel 10, tweede lid, vervallen telkens de woorden «of zodanige fiets met trapondersteuning».

M

In artikel 10, eerste lid, vervallen de woorden «of een zodanige fiets met trapondersteuning».

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2006.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vrijstelling voor fietsen met trapondersteuning van aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 28 augustus 2006

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zevende september 2006

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit wordt de fiets met trapondersteuning zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ea, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna te noemen: elobike) vrijgesteld van de verzekeringsplicht op grond van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam).

De elobike is een vervoermiddel dat is voorzien van een elektrische hulpmotor waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en ten slotte wordt onderbroken bij een snelheid van 25 km per uur. Of eerder, indien de berijder ophoudt met trappen. De hulpmotor ondersteunt derhalve de trapbeweging van de berijder tot een snelheid van maximaal 25 km per uur.

De status van de elobike is momenteel tweeërlei: volgens de Wegenverkeerswet is het een «normale» fiets waarvoor de gedragsregels voor fietsers van toepassing zijn. Voor de Wam daarentegen is het een fiets met hulpmotor (immers mede door een mechanische kracht aangedreven), die op grond van de definitie van motorrijtuig verplicht moet worden verzekerd. Bij veel elobikebezitters leeft dan ook onduidelijkheid over de regels voor het gebruik ervan.

In de eerste richtlijn betreffende de aansprakelijkheidsverzekering voor motorijtuigen van 24 april 1972 (72/166/EEG PbEG L 103) is voorzien in de mogelijkheid om bepaalde motorrijtuigen vrij te stellen van de verzekeringsplicht. In de Wam is die mogelijkheid verwerkt in artikel 17, derde lid, voor bepaalde soorten van motorrijtuigen die nauwelijks gevaar opleveren. Tien jaar ervaring met de elobike heeft uitgewezen dat dit vervoermiddel tot die categorie behoort. Van het aanvankelijk ingeschatte verhoogde ongevalsrisico is niet gebleken. Dit besluit strekt dan ook tot afschaffing van de verzekeringsplicht voor elobikes op grond van de Wam. Het staat de elobikebezitter uiteraard vrij om op vrijwillige basis een dergelijke verzekering af te sluiten.

In het besluit van 16 september 1965, houdende vaststelling van het bewijs van verzekering voor de niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en enkele regelen met betrekking tot het bewijs van vrijstelling (Stb. 414), dienen alle verwijzingen naar de fiets met trapondersteuning te vervallen. Artikel 2 van dit besluit strekt daartoe. Over de wijzigingen bestaat overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Het afschaffen van de verzekeringsplicht leidt tot een vermindering van de administratieve lasten voor de burgers. Volgens een opgave van de Fietsersbond betreft het een aantal van ongeveer 100.000 fietsen met trapondersteuning. Ervan uitgaande dat een burger 15 minuten besteedt aan het sluiten van een verzekering, betekent dit een aanzienlijke lastenvermindering in tijd gemeten.

Het Verbond van Verzekeraars heeft laten weten dat afschaffing van de verzekeringsplicht voor dit vervoermiddel enerzijds leidt tot afname van de kosten, maar dat er anderzijds ook geen inkomsten meer tegenover staan. Uiteindelijk zal afschaffing van de verzekeringsplicht volgens het Verbond voor verzekeraars budgettair neutraal verlopen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven