Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
STB8977
Jaargang 2005
2005
37
Wet van 16 december 2004, houdende invoering van de Wet financiering
sociale verzekeringen
Wij
Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen,
die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te
weten:
Alzo Wij in overweging genomen
hebben, dat het wenselijk is de invoering van de Wet financiering
sociale verzekeringen en enkele daarmee samenhangende onderwerpen te
regelen, zulks onder intrekking van onder andere de Wet financiering
volksverzekeringen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij
deze:
HOOFDSTUK 1.
DEFINITIES
Artikel 1.
Algemene begrippen
In de hoofdstukken 3 en 4 van deze wet en de daarop
berustende bepalingen wordt verstaan
onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid;
b. UWV: het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5
van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen;
c. SVB: de Sociale
verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
d. College zorgverzekeringen: het College voor
zorgverzekeringen, genoemd in hoofdstuk IA van de
Ziekenfondswet;
e. werknemer: de
werknemer in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op
de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
f. werkgever: de werkgever in de zin van de
Werkloosheidswet, de Ziektewet of de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering;
g. inspecteur: de functionaris van de
rijksbelastingdienst die als zodanig bij regeling van Onze Minister van
Financiën is aangewezen.
HOOFDSTUK 2.
WIJZIGING VAN
ANDERE WETTEN
§ 1.
Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Artikel 2.
Werkloosheidswet
De
Werkloosheidswet, zoals deze
komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2003
ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet en de
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de
vervanging van fictief arbeidsverleden door feitelijk arbeidsverleden
en de beperking van het verzorgingsforfait (29 249), het bij
koninklijke boodschap van 26 juni 2002 ingediende voorstel van wet
houdende regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van
kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet
kinderopvang) (28 447) en het bij koninklijke boodschap van 13 april
2004 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van enkele
socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het
aanbrengen van enige vereenvoudigingen (29 513) tot wet zijn verheven
en in werking treden, wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 6a, tweede
lid, wordt «de artikelen 81, vijfde lid, 97b, tweede lid, 97c,
eerste lid, 97d, vierde lid en 127b» vervangen door: de
artikelen 79, tweede lid, en
127b.
Aa
In artikel
14, eerste lid, wordt «de Coördinatiewet Sociale
Verzekering» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet financiering
sociale
verzekeringen.
Ab
Artikel
17b wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
zesde lid vervalt onderdeel c, onder vervanging van de puntkomma aan
het slot van onderdeel b door een
punt.
2.
Het zevende lid komt
te luiden:
7.
Bij algemene
maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld:
a. ter vaststelling van het aantal dagen waarover
loon is ontvangen, bedoeld in artikel 17, onderdeel b, onder
1°;
b. op grond waarvan voor het
bepalen van het aantal van 52 dagen, bedoeld in artikel 17, onderdeel
b, onder 1°, dagen waarover, anders dan bedoeld in het vijfde
lid, geen loon is ontvangen, worden gelijkgesteld met dagen waarover
loon is
ontvangen.
B
In artikel 19, eerste lid, onderdeel j, wordt
«artikel 17 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering een
vrijstelling» vervangen door: artikel 64 van de Wet financiering
sociale verzekeringen een ontheffing. Voorts wordt «een zodanige
vrijstelling» vervangen door: een zodanige
ontheffing.
C
Na
artikel 36b wordt een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 37
Ingeval
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een aan een
overheidswerknemer toegekende uitkering op grond van deze wet, de
Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of hoofdstuk
3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg, dan wel een
toeslag op grond van de Toeslagenwet betaalt aan een overheidswerkgever
met het oogmerk die uitkering of toeslag door diens tussenkomst te doen
uitbetalen:
a. wordt de bedoelde uitkering of toeslag niet
vermeerderd met de daarover door de werkgever verschuldigde premie op
grond van artikel 24, tweede lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen en wordt die uitkering of toeslag verminderd met het door
de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer verschuldigde deel
van de premie op grond van dat lid;
b. treedt, in afwijking van artikel 11, tweede lid,
artikel 10, derde lid, van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering, en artikel 11, derde lid, van de
Ziektewet, voorzover die artikelleden betrekking hebben op de premie
bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen, de overheidswerkgever niet in de plaats van het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
c. wordt voor de inhouding, bedoeld in artikel 32,
eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen onder loon
niet verstaan de bedoelde uitkering of
toeslag.
D
In artikel 42, vierde lid, wordt «artikel
33a» vervangen door: artikel
83c.
E
In artikel 58
vervallen het tweede en derde lid, onder vernummering van het vierde
lid tot tweede
lid.
F
In artikel 59
vervalt onderdeel c. Onderdeel d wordt verletterd tot
c.
G
Artikel 72a wordt
als volgt gewijzigd:
1.
In het eerste lid
wordt «een persoon als bedoeld in artikel 78a, die recht heeft
op uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb» vervangen door:
degene die uit hoofde van een dienstbetrekking als overheidswerknemer
met die overheidswerkgever recht heeft op uitkering op grond van
hoofdstuk IIa of IIb.
2.
In
het vierde lid wordt «als bedoeld in artikel 78a»
vervangen door: als bedoeld in het eerste
lid.
H
Hoofdstuk
VII komt te
luiden:
HOOFDSTUK VII.
VERHAAL
Artikel 79
1.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verhaalt op de
overheidswerkgever tot wie de dienstbetrekking bestond uit hoofde
waarvan de overheidswerknemer de in onderdeel a bedoelde uitkering
ontvangt:
a. de op grond van hoofdstuk IIa of IIb te betalen
uitkering aan die overheidswerknemer, met uitzondering van de premie
verschuldigd over een uitkering, als bedoeld in artikel 24, tweede lid,
van de Wet financiering sociale verzekeringen;
b. de op grond van enige wet over de uitkering,
bedoeld in onderdeel a, door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen verschuldigde premies die niet op deze
uitkering in mindering kunnen worden gebracht, met uitzondering van de
premie verschuldigd over een uitkering, als bedoeld in artikel 24,
tweede lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen;
c. de financiële
tegemoetkomingen op grond van artikel 7:6 van de Wet arbeid en zorg en
de daaraan verbonden uitvoeringskosten;
d. de vergoeding, bedoeld in artikel 110 van de Wet
financiering sociale verzekeringen, die betrekking heeft op de persoon
die de in onderdeel a bedoelde uitkering
ontving.
2.
Voor de
toepassing van het eerste lid wordt onder uitkering niet verstaan de
uitkering aan een
persoon:
a. voor wie een beschikking geldt als bedoeld in
artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
waarin hij met betrekking tot de, in de in het eerste lid bedoelde
dienstbetrekking, verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt
als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet;
b. waarvan het de overheidswerkgever niet
redelijkerwijs duidelijk kon zijn dat deze tot hem in een
privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking
stond.
3.
Op het totaal
van de bedragen die op de overheidswerkgever op grond van het eerste
lid over enig tijdvak wordt verhaald, wordt in mindering gebracht
hetgeen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in dat tijdvak
ontvangt door de toepassing van artikel 36 of de artikelen 7:11, derde
lid, of 7:13 van de Wet arbeid en zorg, onder aftrek van de daarop
betrekking hebbende uitvoeringskosten, voorzover die toepassing
betrekking heeft op uitkeringen, premies en tegemoetkomingen die eerder
op grond van dat lid op de overheidswerkgever zijn
verhaald.
4.
Indien hetgeen op grond
van het tweede lid in mindering wordt gebracht het totaal van de
bedragen die op de overheidswerkgever over het betrokken tijdvak wordt
verhaald overtreft, wordt dat meerdere door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen betaald aan de
overheidswerkgever.
5.
Indien de
overheidswerkgever, bedoeld in het eerste lid, niet meer bestaat, wordt
voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid onder
overheidswerkgever verstaan de rechtsopvolger van die
overheidswerkgever. De eerste zin is niet van toepassing met betrekking
tot de rechtsopvolger na
faillissement.
6.
Het besluit waarbij
de in het eerste lid bedoelde uitkering, premies, tegemoetkoming of
vergoeding worden verhaald, vermeldt de termijn of de termijnen
waarbinnen deze moeten worden betaald, alsmede de wijze waarop het
besluit bij gebreke van tijdige betaling, overeenkomstig het zevende
tot en met negende lid zal worden ten uitvoer
gelegd.
7.
Het besluit waarbij de in
het eerste lid bedoelde uitkering, premies, tegemoetkoming of
vergoeding worden verhaald, levert een executoriale titel op in de zin
van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De
titel heeft mede betrekking op de rente en kosten, bedoeld in het
negende lid.
8.
Het besluit waarbij de
in het eerste lid bedoelde uitkering, premies, tegemoetkoming of
vergoeding worden verhaald, wordt bij gebreke van tijdige betaling met
toepassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op kosten
van de overheidswerkgever of diens rechtsopvolger betekend en ten
uitvoer gelegd.
9.
Bij gebreke van
tijdige betaling wordt het te verhalen bedrag verhoogd met de
wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende
kosten.
10.
Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen kan nadere regels stellen met betrekking tot
het eerste tot en met derde lid en het vijfde
lid.
Artikel 80
1.
Een beschikking tot verhaal van uitkering,
premies, tegemoetkoming of vergoeding als bedoeld in artikel 79, eerste
lid, wordt niet meer gegeven indien meer dan vijf jaren sedert het
einde van het kalenderjaar zijn verstreken, waarin zij zijn betaald of
afgedragen.
2.
Uitkering, premies,
tegemoetkoming of vergoeding, die niet zijn ingevorderd binnen tien
jaren na het geven van de beschikking tot verhaal, worden niet meer
ingevorderd.
3.
De rechtsvordering
tot terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag in verband met
verhaal van uitkering, premies, tegemoetkoming of vergoeding verjaart
door verloop van vijf jaren sedert het einde van het kalenderjaar
waarin de beschikking tot verhaal is
gegeven.
Artikel 81
De vordering
van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wegens verhaal als
bedoeld in artikel 79, eerste lid, is bevoorrecht op alle goederen van
de werkgever en gaat boven alle andere voorrechten met uitzondering van
die van de artikelen 287 en 288 onder a, alsmede dat van artikel 284
van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek.
I
De
artikelen 102, 103, 104 en 105
vervallen.
J
Artikel
112 vervalt.
K
Artikel
116 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
eerste lid wordt «, 97, 97b, tiende lid, 97l, derde lid, en 97n,
tweede lid» vervangen door: en 79, tiende
lid.
2.
Het tweede en derde
lid vervallen, onder vernummering van het vierde lid tot het tweede
lid.
L
Het
opschrift van Hoofdstuk X komt te luiden:
HOOFDSTUK
X. BEPALINGEN IN VERBAND MET DE ALGEMENE WET BESTUURSRECHT EN BEROEP IN
CASSATIE
M
In
Hoofdstuk X wordt voor artikel 127 een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 126c
In
afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de
werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen over het verzekerd zijn op
grond van deze wet als bedoeld in artikel 127a, eerste
lid.
N
Artikel
127a wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het
eerste lid komt te luiden:
1.
Een aanvraag tot het geven van een beschikking
over het verzekerd zijn op grond van deze wet kan door de werknemer
uitsluitend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden
ingediend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft de
beschikking binnen dertien weken na ontvangst van de
aanvraag.
2.
Het vierde lid vervalt, onder vernummering
van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde
lid.
3.
In het nieuwe vierde
en vijfde lid wordt «, derde of vierde lid» telkens
vervangen door: of derde
lid.
O
Artikel
128 vervalt.
P
In
artikel 129b wordt «bedoeld in artikel 97b» vervangen
door: bedoeld in artikel
79.
Q
Artikel 129d
komt te
luiden:
Artikel 129d
1.
Tegen
uitspraken van de Centrale Raad van Beroep kan ieder der partijen
beroep in cassatie instellen terzake van schending of verkeerde
toepassing van de artikelen 2 tot en met 12 en 14, eerste lid, en de
daarop berustende bepalingen.
2.
Op
dit beroep zijn de voorschriften betreffende het beroep in cassatie
tegen de uitspraken van de gerechtshoven inzake beroepen in
belastingzaken van overeenkomstige toepassing, waarbij de Centrale Raad
van Beroep de plaats inneemt van een
gerechtshof.
R
Artikel 130g wordt als volgt
gewijzigd:
1.
In het eerste lid wordt na
«De artikelen 82, tweede lid, 82a, eerste lid, en 97c, zesde
lid,» ingevoegd: zoals deze artikelen luidden op de dag
voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale
verzekeringen,.
2.
In het
tweede lid wordt na «De artikelen 82, derde lid, 82a, tweede
lid, en 97c, zevende lid,» ingevoegd: zoals deze artikelen
luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding
van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering
sociale verzekeringen,.
3.
In
het derde lid wordt na «de artikelen 82, tweede, derde en vierde
lid, 82a, eerste, tweede en derde lid, of 97c, zesde, zevende en
achtste lid,» ingevoegd: zoals deze artikelen luidden op de dag
voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet Wet financiering sociale
verzekeringen,.
S
In
artikel 131 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding
«1.» voor het eerste
lid.
Artikel 3.
Wet
op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
De Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid,
wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onderdeel c
komt als volgt te luiden:
c.
Arbeidsongeschiktheidsfonds: het fonds genoemd in artikel 112 van de
Wet financiering sociale
verzekeringen;.
2.
Onderdeel
e komt als volgt te luiden:
e.
Arbeidsongeschiktheidskas: de Arbeidsongeschiktheidskas genoemd in
artikel 113 van de Wet financiering sociale
verzekeringen;.
3.
In
onderdeel f wordt «bedoeld in artikel 75, eerste lid»
vervangen door: bedoeld in artikel 40, aanhef en eerste lid, onderdeel
b, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
B
In
artikel 6a, tweede lid, wordt « van de artikelen 75a, derde lid,
76a, tweede lid, en 87g» vervangen door: van de artikelen 75a,
derde lid, en
87g.
Ba
In artikel 13,
eerste lid, wordt «de Coördinatiewet Sociale
Verzekering» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet financiering
sociale
verzekeringen.
C
In
artikel 23, eerste lid, wordt «artikel 79b» vervangen
door: de artikelen 49 en 50 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
D
In
artikel 33, eerste lid, wordt «op grond van artikel 17 der
Coördinatiewet Sociale Verzekering wegens gemoedsbezwaren van
verplichtingen ingevolge deze wet was vrijgesteld» vervangen
door: op grond van artikel 64 van de Wet financiering sociale
verzekeringen ontheffing was verleend van verplichtingen op grond van
deze wet.
E
In artikel
34a, eerste lid, wordt «persoon, bedoeld in artikel 63, eerste
lid, van die wet» vervangen door: personen, bedoeld in artikel
29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot
hem in dienstbetrekking
stonden.
F
In artikel
71b, derde lid, wordt «persoon, bedoeld in artikel 63, eerste
lid, van die wet» vervangen door: personen, bedoeld in artikel
29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot
hem in dienstbetrekking
stonden.
G
Hoofdstuk
III, § 2,
vervalt.
H
Artikel 75
vervalt.
I
In artikel
75a, eerste lid, aanhef, wordt «eigen risicodrager»
vervangen door: eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 40, aanhef en
eerste lid, onderdeel b, van de Wet financiering sociale verzekeringen,
.
J
In artikel 75b,
vijfde lid, wordt «artikel 75, eerste lid» vervangen
door: artikel 40, tweede lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
K
Artikel
75c vervalt.
L
Artikel
75f, eerste lid, komt te
luiden:
1.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen brengt bij de
eigenrisicodrager de kosten in rekening ter zake van de betaling van de
uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en het
verhaal op de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 75a, vierde
lid.
M
Hoofdstuk
IV vervalt.
N
Artikel
80a wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het
derde lid en het lid dat als eerste met «4.» is
aangeduid, worden genummerd als leden twee en
drie.
2.
In het tot derde lid
vernummerde vierde lid, wordt «de artikelen 97l en 97m van de
Werkloosheidswet» vervangen door: de artikelen 96 en 97 van de
Wet financiering sociale
verzekeringen.
O
Artikel
84 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
eerste lid, onderdeel a, worden «artikel 9, eerste lid, van de
Coördinatiewet sociale verzekering» respectievelijk
«artikel 9a» vervangen door: «artikel 17, eerste
lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen» en
«artikel
18».
2.
Het tweede en
derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde lid tot tweede
lid.
P
In
artikel 85 vervalt onderdeel c onder toevoeging van «en»
na de puntkomma aan het slot van onderdeel b en onder verlettering van
onderdeel d tot onderdeel
c.
Q
In § 1 van
hoofdstuk VII wordt, onder vernummering van artikel 86a tot 86b, een
artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 86a
In
afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de
werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen over het verzekerd zijn op
grond van deze wet als bedoeld in artikel 87, eerste
lid.
R
Artikel
87, eerste lid, komt als volgt te
luiden:
1.
Een
aanvraag tot het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op
grond van deze wet kan door de werknemer uitsluitend bij het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden ingediend. Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft de beschikking
binnen dertien weken na ontvangst van de
aanvraag.
S
Artikel
87a vervalt.
T
In
artikel 87e wordt «artikel 78, derde of vierde lid»
vervangen door «artikel 37, tweede of derde lid, van de Wet
financiering sociale
verzekeringen».
U
In
artikel 87f, eerste lid, wordt «artikel 1, derde tot en met
zevende lid,» vervangen door: de artikelen 1, derde tot en met
zevende lid, 2 tot en met 11 en 13, eerste
lid,.
V
In artikel 91,
tweede lid, wordt «degene, die krachtens het bepaalde bij het
eerste lid van artikel 16a der Coördinatiewet Sociale
Verzekering mede als werkgever wordt beschouwd, ongeacht de bij het
tweede lid van dat artikel bedoelde uitzonderingen» vervangen
door: de inlener, bedoeld in artikel 34 van de Invorderingswet
1990.
W
Artikel 91a
vervalt.
X
In artikel
91b, eerste lid, wordt «, 75a en 76f» vervangen door
«en 75a en artikel 117 van de Wet financiering sociale
verzekeringen».
Y
In
artikel 92 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding
«1.» voor het eerste
lid.
Artikel 4.
Ziektewet
De
Ziektewet wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste
lid, onderdeel h, wordt «bedoeld in artikel 63, eerste
lid» vervangen door: bedoeld in artikel 40, aanhef en eerste
lid, onderdeel a, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
Aa
In
artikel 14, eerste lid, wordt «de Coördinatiewet Sociale
Verzekering» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet financiering
sociale
verzekeringen.
B
Artikel
39a, zevende lid, vervalt, onder vernummering van het achtste lid tot
zevende lid.
C
Na
artikel 39a worden twee artikelen ingevoegd,
luidende:
Artikel 39b
1.
Een
beschikking tot verhaal van uitkering en premies als bedoeld in artikel
39a, eerste lid, wordt niet meer gegeven indien meer dan vijf jaren
sedert het einde van het kalenderjaar zijn verstreken, waarin zij zijn
betaald of afgedragen.
2.
Uitkering
en premies die niet zijn ingevorderd binnen tien jaren na het geven van
de beschikking tot verhaal, worden niet meer
ingevorderd.
3.
De rechtsvordering
tot terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag in verband met
verhaal van uitkering en premies verjaart door verloop van vijf jaren
sedert het einde van het kalenderjaar waarin de beschikking tot verhaal
is
gegeven.
Artikel 39c
De
vordering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wegens
verhaal als bedoeld in artikel 39a, eerste lid, is bevoorrecht op alle
goederen van de werkgever en gaat boven alle andere voorrechten met
uitzondering van die van de artikelen 287 en 288 onder a, alsmede dat
van artikel 284 van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek.
D
In
artikel 43 wordt «vrijstelling als bedoeld in artikel 17 der
Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door:
ontheffing wegens gemoedsbezwaren als bedoeld in artikel 64 van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
E
In
artikel 52b, tweede lid, wordt «degene, die krachtens het
bepaalde bij het eerste lid van artikel 16a der Coördinatiewet
Sociale Verzekering mede als werkgever wordt beschouwd, ongeacht de bij
het tweede lid van dat artikel bedoelde uitzonderingen»
vervangen door: de inlener, bedoeld in artikel 34 van de
Invorderingswet
1990.
F
In artikel 60
wordt «de artikelen 102 en 103 van de Werkloosheidswet»
vervangen door: de artikelen 94 en 93 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
G
In
artikel 61 wordt «artikel 104 van de Werkloosheidswet»
vervangen door: artikel 106 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
H
Artikel
63 vervalt.
I
In
artikel 63a, eerste en derde lid, wordt «persoon, bedoeld in
artikel 63, eerste lid» telkens vervangen door: personen,
bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, die
laatstelijk tot hem in dienstbetrekking
stonden.
J
In artikel
63b wordt in het eerste en tweede lid «het risico, bedoeld in
artikel 63, eerste lid» vervangen door: het risico, bedoeld in
artikel 40, aanhef en eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering
sociale verzekeringen. Voorts wordt in het tweede lid «de
kredietinstelling of verzekeraar, bedoeld in artikel 63, eerste
lid» vervangen door: de kredietinstelling of verzekeraar,
bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
K
Artikel
63c komt te
luiden:
Artikel 63c
Indien
de werkgever zich met betrekking tot de begeleiding van zijn zieke
werknemers niet meer laat bijstaan door een arbodienst meldt hij dat zo
spoedig mogelijk. Indien de werkgever deze verplichting niet is
nagekomen legt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen hem een
boete op van ten hoogste € 454. De artikelen 45a, vierde, vijfde
en zevende lid, 45b, 45c, 45e, eerste lid, eerste volzin, en tweede
lid, en 45g, eerste, vierde, zesde, achtste en negende lid, zijn van
overeenkomstige
toepassing.
L
Artikel
63e vervalt.
M
Artikel
68 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
eerste lid, onderdeel a, worden «het in artikel 9, eerste lid,
van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde
bedrag» respectievelijk «krachtens artikel 9a»
vervangen door: «het in artikel 17, eerste lid, van de Wet
financiering sociale verzekering bedoelde bedrag» en «op
grond van artikel
18».
2.
Het tweede en
derde vervallen onder vernummering van het vierde lid tot tweede
lid.
N
In
artikel 71 vervalt onderdeel c onder toevoeging van «en»
na de puntkomma aan het slot van onderdeel b en onder verlettering van
onderdeel d tot onderdeel
c.
O
Onder
vernummering van de artikelen 72a en 72b tot 72b en 72c wordt een
artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 72a
In
afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de
werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen over het verzekerd zijn op
grond van deze wet als bedoeld in artikel 72c, eerste
lid.
P
Artikel
72c, eerste lid, komt te
luiden:
1.
Een
aanvraag tot het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op
grond van deze wet kan door de werknemer uitsluitend bij het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden ingediend. Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen geeft de beschikking
binnen dertien weken na ontvangst van de
aanvraag.
Q
In artikel 75m, eerste lid, wordt «artikel
1, derde tot en met zevende lid,» vervangen door: de artikelen
1, derde tot en met zevende lid, 2 tot en met 12 en 14, eerste
lid,.
R
In artikel 86,
eerste lid, wordt «blijft artikel 39a» vervangen door:
blijven de artikelen 39a, 39b en
39c.
Artikel 5.
Wet
structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
De
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, zoals deze komt
te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 20 oktober 2003
ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet en de
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de
vervanging van fictief arbeidsverleden door feitelijk arbeidsverleden
en de beperking van het verzorgingsforfait (29 249) en het bij
koninklijke boodschap van 2 april 2004 ingediende voorstel van wet tot
wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en
enige andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang
tot die verzekering voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van
deze wet arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ )
(29 497) tot wet worden verheven en in werking treden, wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als
volgt gewijzigd:
1.
Onderdeel l wordt
vervangen door:
l. werknemersverzekeringen: de
verplichte verzekeringen op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet
en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering alsmede de verplichte
verzekering ingevolge de Ziekenfondswet waarvoor op grond van artikel
15 of 18 van die wet premie wordt
geheven.
2.
De
onderdelen n tot en met u worden geletterd o tot en met
v.
3.
Onderdeel m wordt
vervangen door:
m. volksverzekeringen: de
verzekeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene
nabestaandenwet alsmede de Algemene
Kinderbijslagwet;
4.
Na
onderdeel m wordt een nieuw onderdeel ingevoegd,
luidende:
n. werknemer: werknemer in de zin van
de werknemersverzekeringen of een werknemer, artiest, beroepssporter,
lid van een buitenlands gezelschap of een aangewezen andere natuurlijke
persoon als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de loonbelasting
1964;.
B
Artikel
13, vierde lid, wordt als volgt
gewijzigd:
1.
In de eerste en derde zin
wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door:
Bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur.
2.
De tweede zin komt
te luiden: Een in het eerste lid genoemde rechtspersoon verstrekt in de
in de eerste zin bedoelde maatregel bepaalde gegevens op verzoek aan
een in die maatregel genoemde derde indien die gegevens noodzakelijk
zijn voor de uitvoering van taken door die derden en deze taken naar
hun aard gelijk zijn aan taken waarvoor op grond van het eerste lid
goedkeuring is
verleend.
C
In
artikel 17, eerste lid, onderdeel h, wordt
«Werkloosheidswet» vervangen door: Wet financiering
sociale
verzekeringen.
D
Artikel
30, eerste lid, wordt als volgt
gewijzigd:
1.
Onderdeel c wordt vervangen
door:
c. beheren en administreren van de
fondsen, bedoeld in artikel 1, onderdelen j tot en met n van de Wet
financiering sociale verzekeringen, en het Reïntegratiefonds,
genoemd in artikel 41 van de Wet op de (re)integratie
arbeidsgehandicapten, het Toeslagenfonds, genoemd in artikel 31 van de
Toeslagenwet en het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten,
genoemd in artikel 63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten;
.
2.
In de
onderdelen f en g wordt «een persoon, als bedoeld in artikel 63,
eerste lid, van die wet» vervangen door: personen als bedoeld in
artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die
laatstelijk tot hem in dienstbetrekking
stonden,.
3.
Onder vervanging
van de punt na onderdeel l door een puntkomma, wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
m. diensten te verrichten
voor gegevensverkeer met het buitenland ten behoeve van een rechtmatige
uitvoering van bij of krachtens deze wet of enige andere wet aan het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Centrale organisatie
werk en inkomen en de Sociale verzekeringsbank opgedragen taken en van
aan de colleges van burgemeester en wethouders opgedragen taken bij of
krachtens de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen en de Wet inkomensvoorziening kunstenaars en ten behoeve
van Onze Minister met het oog op het toezicht op de naleving van
wetten, waarbij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de
genoemde bestuursorganen de omvang van die diensten nader kunnen
overeenkomen of voorzover dit voortvloeit uit internationaalrechtelijke
voorschriften.
4.
Onder
vervanging van de punt na onderdeel m worden twee nieuwe onderdelen
toegevoegd, luidende:
n. het verrichten van
diensten in opdracht van de Sociale verzekeringsbank en de Centrale
organisatie werk en inkomen in verband met de uitvoering van aan die
bestuursorganen bij of krachtens deze wet of enige andere wet
opgedragen taken;
o. het voeren van een adequate administratie
ten behoeve van de uitoefening van zijn
taak.
E
Artikel
33 komt te
luiden:
Artikel 33.
Polisadministratie
1.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen draagt zorg voor de
inrichting en adequate werking van de
polisadministratie.
2.
De
polisadministratie heeft tot
doel:
a. van de werknemer gegevens over zijn
arbeidsverhouding en uitkeringsverhouding – daaronder begrepen
duur, loon en premies werknemersverzekeringen – vast te leggen
ten behoeve van de werknemersverzekeringen;
b. besluiten over recht op uitkering of verstrekking
te baseren op gegevens als bedoeld in onderdeel a met het oog waarop
berichten aan de werknemer worden verstrekt over die gegevens en het al
dan niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen;
c. van de persoon die vrijwillig verzekerd is voor de
Ziektewet, Werkloosheidswet en Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering gegevens te verwerken waarbij de
onderdelen a en b van overeenkomstige toepassing zijn;
d. van de werknemer gegevens over genoten loon in de
zin van de Wet op de loonbelasting 1964, ingehouden loonbelasting en
premie volksverzekeringen in de zin van de Wet financiering sociale
verzekeringen, alsmede andere gegevens van belang voor de heffing van
de inkomstenbelasting te verwerken ten behoeve van de uitvoering van de
taken van de rijksbelastingdienst;
e. van de werknemer overige gegevens van belang voor
de inschrijving van de verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet te
verwerken;
f. van de werknemer overige
gegevens van belang voor statistische doeleinden op het gebied van
arbeid en lonen te verwerken ten behoeve van het Centraal bureau voor
de statistiek.
3.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is de verantwoordelijke in
de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens voorzover het betreft de
verwerking van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b
en c, en de bewerker in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens
voorzover het betreft de verwerking van de gegevens, bedoeld in het
tweede lid, onderdelen d tot en met f.
4.
De verantwoordelijke in de zin van de Wet
bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van de gegevens,
bedoeld in het tweede lid, onderdelen d, e en f, zijn respectievelijk
Onze Minister van Financiën, de ziekenfondsen, bedoeld in de
Ziekenfondswet, en het Centraal bureau voor de
statistiek.
5.
De
rijksbelastingdienst verstrekt aan het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen, in het kader van zijn taak bedoeld in het
eerste lid, alle gegevens en inlichtingen, die verkregen zijn bij de
uitvoering van de heffing van loonbelasting en van de artikelen 58,
tweede lid, en 59 van de Wet financiering sociale verzekeringen,
voorzover die gegevens en inlichtingen noodzakelijk zijn voor het
verwerken van gegevens in de polisadministratie.
6.
De gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens wordt ter verificatie geraadpleegd voor de gegevens,
die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van
dit artikel worden verwerkt.
7.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt aan de
rijksbelastingdienst alle gegevens en inlichtingen, die noodzakelijk
zijn ten behoeve van de uitvoering van de taken van de
rijksbelastingdienst.
8.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt Onze Minister en
bestuursorganen als bedoeld in de artikelen 62, 72 en 73, vierde lid,
gegevens die op grond van het tweede lid verwerkt worden in de
polisadministratie, met uitzondering van de gegevens, bedoeld in het
tweede lid, onderdeel d.
9.
Bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld,
in ieder geval over de inrichting, de gegevensset en de wijze van
verkrijging van de gegevens van de polisadministratie. Tevens worden
regels gesteld over het elektronische gegevensverkeer, de daarbij te
gebruiken elektronische infrastructuur en de eisen die aan de
gegevensverstrekking uit de polisadministratie worden
gesteld.
F
Artikel 33a
vervalt.
G
Na artikel
33 worden drie artikelen ingevoegd,
luidende:
Artikel 33a.
Gegevensverwerking
voor vervulling taken UWV en
CWI
1.
Het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen is de verantwoordelijke in de zin van de Wet
bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van gegevens van
uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, aanhef en
sub 2, noodzakelijk voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel
30, eerste lid, onderdeel a.
2.
De
gegevens, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
worden verwerkt, worden door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen of de Centrale organisatie werk en inkomen met
toepassing van artikel 28, niet verkregen van de in het eerste lid
genoemde uitkeringsgerechtigden, voorzover zij verkregen kunnen worden
uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, de
polisadministratie, bedoeld in artikel 33, of van de Sociale
verzekeringsbank, omdat ze verwerkt worden in de
verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35.
3.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
is, voorzover het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen niet
verantwoordelijke is in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens,
bewerker in de zin van die wet voor de verwerking van gegevens ter
uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel
m.
Artikel 33b.
Sociaal-fiscaalnummer
1.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gebruikt het
sociaal-fiscaalnummer bij de verwerking van persoonsgegevens voor de
uitvoering van de in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, genoemde
verzekeringen en wetten en bij de verwerking van persoonsgegevens in de
polisadministratie, bedoeld in artikel 33.
2.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
verifieert het sociaal-fiscaalnummer in relatie tot de bijbehorende
persoonsidentificerende gegevens, van de natuurlijke persoon, bedoeld
in artikel 33, tweede lid, onderdeel a, bij de eerste opname in de
polisadministratie en vervolgens indien daartoe aanleiding is, bij de
rijksbelastingdienst.
3.
Bij
ministeriële regeling kunnen, in overeenstemming met Onze
Minister van Financiën, nadere regels worden gesteld ter
uitvoering van dit artikel.
Artikel 33c.
Bericht over verwerkte
gegevens
1.
Het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt aan de werknemer
periodiek een bericht als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel
b.
2.
Indien de gegevens opgenomen in
het bericht, bedoeld in het eerste lid, niet juist of niet volledig
zijn, doet de werknemer het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen hiervan terstond schriftelijk
mededeling.
3.
Indien de werknemer
het bericht, bedoeld in het eerste lid, niet heeft ontvangen en hij
redelijkerwijs een bericht kon verwachten, deelt hij dit terstond aan
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen mede.
4.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
beslist naar aanleiding van een mededeling als bedoeld in het tweede of
derde lid, over de opname, verbetering en aanvulling van gegevens van
de werknemer.
5.
Bij
ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de
periodiciteit van het bericht, die voor verschillende soorten
werknemers verschillend kan zijn, en in samenhang daarmee voor de
inhoud van het
bericht.
H
Artikel 34, eerste lid, wordt als volgt
gewijzigd:
1.
Onderdeel b wordt vervangen
door:
b. beheren en administreren van de
fondsen, bedoeld in artikel 1, onderdelen f en g van de Wet
financiering sociale verzekeringen en het Algemeen Kinderbijslagfonds,
genoemd in artikel 29a van de Algemene
Kinderbijslagwet;.
2.
Onder
vervanging van de punt na onderdeel g door een puntkomma, worden twee
onderdelen toegevoegd, luidende:
h. het
verrichten van diensten voor gegevensverkeer met het buitenland ten
behoeve van de rechtmatige uitvoering van bij of krachtens deze wet of
enige andere wet aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
of de Centrale organisatie werk en inkomen opgedragen taken, of van aan
de colleges van burgemeester en wethouders opgedragen taken bij of
krachtens de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen en de Wet inkomensvoorziening kunstenaars of van bij of
krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Ziekenfondswet
aan het College zorgverzekeringen opgedragen taken of ten behoeve van
de vaststelling van het verzekerd zijn op grond van de
werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen, voorzover dit
voortvloeit uit internationaalrechtelijke voorschriften of dit tussen
de betrokken bestuursorganen is overeengekomen;
i. het voeren
van een adequate administratie ten behoeve van de uitoefening van haar
taak.
I
Artikel
35 komt te
luiden:
Artikel 35.
Verzekerdenadministratie
Sociale verzekeringsbank
1.
De
Sociale verzekeringsbank is de verantwoordelijke in de zin van de Wet
bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van gegevens over
verzekerden en uitkeringsgerechtigden in de zin van de
volksverzekeringen en over bij de verzekerden behorende personen in de
verzekerdenadministratie.
2.
De
verwerking van gegevens in de verzekerdenadministratie heeft tot
doel:
a. van verzekerden, pensioengerechtigden,
nabestaanden en andere uitkeringsgerechtigden gegevens te verwerken
noodzakelijk voor de uitvoering van de wetten, genoemd in artikel 34,
eerste lid, onderdeel a;
b. van
kinderen van verzekerden gegevens te verwerken noodzakelijk voor de
uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet;
c. van de echtgenoot, kinderen of huisgenoten van de
verzekerde en pensioengerechtigde gegevens te verwerken noodzakelijk
voor de uitvoering van de Algemene nabestaandenwet en de Algemene
Ouderdomswet;
d. van andere personen
gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van taken als
bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel d;
e. gegevens vast te leggen over verzekerde en niet
verzekerde tijdvakken op grond van verplichte of vrijwillige
verzekering voor de volksverzekeringen;
f. gegevens te verwerken om te voldoen aan
verplichtingen van de Sociale verzekeringsbank op grond van
internationaalrechtelijke voorschriften.
3.
Voorzover de Sociale verzekeringsbank geen
verantwoordelijke is in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens
is de Sociale verzekeringsbank bewerker in de zin van die wet voor de
verwerking van gegevens ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel
34, onderdeel h.
4.
De Sociale
verzekeringsbank verstrekt Onze Minister en bestuursorganen als bedoeld
in de artikelen 62, 72 en 73, vierde lid, gegevens als bedoeld in het
tweede lid die verwerkt wordt in de verzekerdenadministratie, voorzover
deze gegevens niet verwerkt worden in de polisadministratie, bedoeld in
artikel 33, en verstrekt het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen alle gegevens, die noodzakelijk zijn voor
verwerking van gegevens in de polisadministratie.
5.
De gegevens, die door de Sociale verzekeringsbank
worden verwerkt worden niet verkregen van de in het tweede lid genoemde
personen, voorzover zij verkregen kunnen worden uit de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens of de polisadministratie, bedoeld
in artikel 33.
6.
De Sociale
verzekeringsbank gebruikt het sociaal-fiscaalnummer bij de verwerking
van persoonsgegevens als bedoeld in dit artikel. Artikel 33b, tweede en
derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
worden nadere regels gesteld, in ieder geval over de inrichting en de
gegevensset van de verzekerdenadministratie. Tevens worden regels
gesteld over het elektronische gegevensverkeer, de daarbij te gebruiken
elektronische infrastructuur en de eisen die aan de
gegevensverstrekking uit de verzekerdenadministratie worden
gesteld.
J
De artikelen 50 tot en met 53
vervallen.
K
In
artikel 54, derde lid, wordt onderdeel b vervangen
door:
b. de
rijksbelastingdienst;.
L
In
artikel 55 vervallen het derde en vierde lid onder vernummering van het
vijfde lid tot derde
lid.
M
De artikelen
58, 59 en 60
vervallen.
N
In
artikel 61 wordt na «werknemersverzekeringen» ingevoegd
«, de rijksbelastingdienst» en wordt na «deze
wet» ingevoegd «en de Wet financiering sociale
verzekeringen» en wordt «het heffen van bijdragen»
vervangen door: het heffen van premies en
bijdragen.
O
Artikel
73 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In de
aanhef van het eerste lid wordt «de door hen gevoerde»
vervangen door: de onder hun verantwoordelijkheid
gevoerde.
2.
In het eerste
lid, onderdeel a, wordt «vierde lid, onderdeel b»
vervangen door: vierde lid, onderdeel
B.
3.
In het eerste lid,
onderdeel c, wordt na «of voorzieningen» ingevoegd: ,
voorzover die uitvoering betrekking heeft op taken die naar hun aard
gelijk zijn aan de taken, die bij of krachtens deze wet aan de Centrale
organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank zijn
opgedragen.
4.
In het eerste
lid, onderdeel d, wordt «die worden verwerkt in de
administratie, bedoeld in artikel 33,» vervangen door: die
worden verwerkt door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
als verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming
persoonsgegevens, .
5.
Onder
vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid,
vervalt het derde lid.
6.
Aan
het tot derde vernummerde lid wordt toegevoegd: Bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de gegevens
en de derden aan wie gegevens mogen worden
verstrekt.
7.
Het tot vierde
vernummerde lid komt te luiden:
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
worden regels gesteld met betrekking tot de verstrekking van gegevens
door de Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen of de Sociale verzekeringsbank aan andere
bestuursorganen, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van aan die
andere bestuursorganen opgedragen taken, de daarvoor in rekening te
brengen kosten, en het gebruik daarbij van de infrastructuur, bedoeld
in artikel 62, tweede lid.
8.
Onder vernummering van het zevende tot
vijfde lid, vervalt het zesde
lid.
9.
Aan het artikel worden
twee leden toegevoegd, luidende:
6.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur
wordt bepaald welke gegevens op grond van het eerste en tweede lid
mogen worden verstrekt en welke kosten daarvoor in rekening mogen
worden gebracht.
7.
De Centrale
organisatie werk en inkomen is bevoegd uit de onder haar
verantwoordelijkheid gevoerde administratie van werkzoekenden, bedoeld
in artikel 25, en aangelegd voor de uitoefening van de taken, bedoeld
in artikel 21, aan natuurlijke personen of rechtspersonen die in het
kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van
personen in het arbeidsproces bevorderen, gegevens te verstrekken die
noodzakelijk zijn voor de uitvoering van werkzaamheden in opdracht van
werkgevers, gemeenten en het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen als bedoeld in de Werkloosheidswet, de Wet werk
en bijstand en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten. Bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens
mogen worden
verstrekt.
P
Artikel 74, tweede lid, komt te
luiden:
2.
Het in
het eerste lid vervatte verbod is niet van toepassing
indien:
a. enig wettelijk voorschrift
tot de bekendmaking verplicht;
b. degene
op wie de gegevens betrekking hebben schriftelijk heeft verklaard tegen
de verstrekking van deze gegevens geen bezwaar te
hebben;
c. de gegevens niet herleidbaar
zijn tot individuele natuurlijke
personen.
Q
Artikel 77 wordt als volgt
gewijzigd:
1.
Het eerste en tweede lid
vervallen.
2.
De aanduiding
«3.» voor het derde lid vervalt en aan dat lid wordt
toegevoegd: en kunnen regels worden gesteld omtrent de inrichting van
de administratie van de genoemde
rechtspersonen.
R
In
de artikelen 83a en 83b wordt «artikel 33a» vervangen
door: artikel
83c.
S
Artikel 83c
komt te
luiden:
Artikel 83c.
Overgangsrecht
arbeidsverledenbeschikking
1.
Tot
een bij regeling van Onze Minister bepaalde datum geeft het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uiterlijk 18 maanden na
afloop van ieder tijdvak van vijf kalenderjaren aan de werknemer,
bedoeld in de Werkloosheidswet, van wie in dat tijdvak door het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gegevens zijn verwerkt op
grond van deze wet, een beschikking waarin van ieder kalenderjaar in
dat tijdvak is aangegeven of hij over 52 of meer dagen loon heeft
ontvangen als bedoeld in artikel 42 van de
Werkloosheidswet.
2.
De in het eerste
lid bedoelde beschikking wordt door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen aangehouden indien van de in dat lid bedoelde
persoon geen adresgegevens worden verwerkt in de polisadministratie,
bedoeld in artikel 33. In dat geval wordt de beschikking niet eerder
gegeven dan dat de adresgegevens bekend zijn.
3.
Op verzoek van belanghebbende geeft het
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een beschikking over
tijdvakken die niet zullen worden bestreken door de in het eerste lid
bedoelde beschikking waarin van ieder kalenderjaar in dat tijdvak wordt
aangegeven of hij over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen als
bedoeld in artikel 42 van de Werkloosheidswet.
4.
Bij de vaststelling van het aantal kalenderjaren,
bedoeld in het eerste en derde lid, is artikel 17b van de
Werkloosheidswet van overeenkomstige toepassing.
5.
Tot 1 januari 2012 is het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen, in afwijking van het eerste lid
bevoegd:
a. de in dat lid genoemde
termijn van 18 maanden buiten beschouwing te laten,
en
b. de in dat lid bedoelde beschikking
te geven over tijdvakken korter of langer dan vijf
jaar.
6.
Bij
ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent het
eerste en tweede
lid.
T
Artikel 84 wordt als volgt
gewijzigd:
1.
In het eerste lid wordt
«55, tweede, derde, vierde en vijfde lid» vervangen door:
55, tweede en derde
lid.
2.
Het tweede, derde en
vijfde lid vervallen.
3.
Het
vierde lid wordt vernummerd tot tweede lid en komt te
luiden:
2.
De in het eerste
lid strafbaar gestelde feiten zijn
overtredingen.
Artikel 6.
Algemene
nabestaandenwet
De Algemene nabestaandenwet wordt als
volgt gewijzigd:
A
In artikel 1,
onderdeel b, wordt «de premie, bedoeld in de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: de premie voor de
volksverzekeringen, bedoeld in de Wet financiering sociale
verzekeringen.
B
Artikel
2 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
eerste lid, onderdeel b, eerste zin, en onderdeel d, eerste zin, wordt
«en premies ingevolge de sociale verzekeringswetten, behoudens
de nominale premie ingevolge de Ziekenfondswet» vervangen door:
, premies op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen en de
procentuele premie op grond van de
Ziekenfondswet.
2.
In het
eerste lid, onderdeel b, tweede zin, en onderdeel d, tweede zin, wordt
«ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld
in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
3.
In het
tweede lid wordt «ingevolge een van de sociale
verzekeringswetten» vervangen door: op grond van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
C
In
artikel 13, vierde lid, wordt «de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: de Wet financiering sociale
verzekeringen.
D
In
artikel 62, tweede lid, wordt «degene, die krachtens het eerste
lid van artikel 16a van de Coördinatiewet Sociale verzekering
mede als werkgever wordt beschouwd, ongeacht de bij het tweede lid van
dat artikel bedoelde uitzonderingen» vervangen door: de inlener,
bedoeld in artikel 34 van de Invorderingswet
1990.
E
In artikel
63c, eerste lid, onderdeel d, wordt «artikel 26 van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 71 van
de Wet financiering sociale
verzekeringen.
F
Hoofdstuk
6 vervalt.
G
Artikel
74
vervalt.
Artikel 7.
Algemene
Ouderdomswet
De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 9 wordt als
volgt gewijzigd:
1.
In het derde lid,
eerste zin, wordt «premies ingevolge de sociale
verzekeringswetten» vervangen door: premies op grond van de Wet
financiering sociale verzekeringen, de procentuele premie op grond van
de Ziekenfondswet en.
2.
In
het derde lid, tweede zin, wordt «artikel 1 van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
3.
In het derde
lid, tweede zin, wordt «ingevolge de Werkloosheidswet»
vervangen door: bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
4.
In het
vierde lid wordt «ingevolge een van de sociale
verzekeringswetten» vervangen door: op grond van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
B
Artikel
13 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, wordt
«ingevolge deze wet» vervangen door: op grond van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
2.
In het
eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 18 van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 61 van
die
wet.
C
Artikel
29 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
vierde lid, eerste zin, wordt «premies ingevolge de sociale
verzekeringswetten» vervangen door: premies op grond van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
2.
In het
vierde lid, tweede zin, wordt «artikel 1 van de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: de Wet financiering sociale
verzekeringen en wordt «ingevolge de Werkloosheidswet»
vervangen door: bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
3.
In het
vijfde lid wordt «ingevolge een van de sociale
verzekeringswetten» vervangen door: op grond van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
D
In
artikel 37, eerste lid, onderdeel e, wordt «artikel 26 van de
Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 71
van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
E
Artikel
47 vervalt.
F
In
artikel 48, eerste lid, wordt «artikel 20 van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 65,
eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
G
Na
artikel 48 wordt een opschrift ingevoegd
luidende:
HOOFDSTUK VI.
INFORMATIEVERPLICHTINGEN.
Artikel 8.
Wet
arbeid en zorg
De Wet arbeid en zorg, zoals deze komt
te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 2 april 2004
ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten
in verband met de beëindiging van de toegang tot die verzekering
voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van deze wet
arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ) (29 497)
en indien het bij koninklijke boodschap van 5 februari 2002 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Coördinatiewet Sociale
Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve
lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het
uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en
vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten) (28 219) tot wet worden
verheven en in werking treden, wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1:3, eerste
lid, wordt als volgt gewijzigd:
1.
In
onderdeel b wordt «bedoeld in artikel 103 van de
Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in artikel 93 van de
Wet financiering sociale
verzekeringen.
2.
In onderdeel
a wordt «bedoeld in artikel 72 van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: bedoeld in
artikel 112 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
B
In
artikel 3:15 wordt «artikel 97f, onderdeel o, van de
Werkloosheidswet» vervangen door «artikel 108,
eerste lid, onderdelen c en d, van de Wet financiering sociale
verzekeringen» en wordt «bedoeld in artikel 104»
vervangen door: bedoeld in artikel
106.
C
In artikel
3:16, eerste lid, onderdeel e, wordt «vrijstelling»
vervangen door:
ontheffing.
Ca
In
artikel 5:6, eerste lid, wordt «het bedrag, genoemd in artikel
9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering»
vervangen door: het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de
Wet financiering sociale
verzekeringen.
D
In
artikel 7:6, tweede lid, wordt «artikel 97f, onderdeel i, van de
Werkloosheidswet» vervangen door «artikel 108, eerste
lid, onderdeel i, van de Wet financiering sociale verzekeringen»
en wordt «bedoeld in artikel 104» vervangen door: bedoeld
in artikel
106.
Artikel 9.
Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
De
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, zoals deze komt te
luiden indien het bij koninklijke boodschap van 2 april 2004 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet
arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten
in verband met de beëindiging van de toegang tot die verzekering
voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van deze wet
arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ ) (29 497)
tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid,
wordt als volgt gewijzigd:
1.
In onderdeel
c wordt «bedoeld in artikel 72 van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: bedoeld in
artikel 112 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
2.
Onder
vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma
wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
n.
inspecteur: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig
bij regeling van Onze Minister van Financiën is
aangewezen.
B
In
artikel 56 wordt «op grond van de Werkloosheidswet»
vervangen door «op grond van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de
Wet financiering sociale verzekeringen» en wordt «op
grond van die wet» vervangen door: op grond van de
Werkloosheidswet.
C
Hoofdstuk
6
vervalt.
Artikel 10.
Wet
op de ondernemingsraden
De Wet op de
ondernemingsraden wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 25, eerste
lid, onderdeel m, wordt «bedoeld in artikel 75, eerste lid, van
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 63, eerste
lid, van de Ziektewet» vervangen door: bedoeld in artikel 40,
aanhef en eerste lid, onderdeel a, of artikel 40, aanhef en eerste lid,
onderdeel b, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
B
Artikel
46a komt te
luiden:
Artikel 46a
1.
De
ondernemer op wie op grond van deze wet, een collectieve
arbeidsovereenkomst of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld
door een publiekrechtelijk orgaan op 1 januari van het betrokken
kalenderjaar de verplichting rust een ondernemingsraad in te stellen
alsmede de ondernemer die op 1 januari van het betrokken kalenderjaar
een ondernemingsraad heeft met toepassing van artikel 5a, tweede lid,
is een heffing verschuldigd ter bevordering van de scholing en vorming
van ondernemingsraadleden.
2.
De
heffing bedraagt een percentage van het bij de betrokken ondernemer in
het voorafgaande kalenderjaar genoten loon in de zin van de Wet op de
loonbelasting 1964. Voor de toepassing van dit lid wordt onder
ondernemer verstaan: de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de
loonbelasting 1964.
3.
Het percentage
van de heffing wordt jaarlijks door de Raad vastgesteld bij
verordening; het kan op nihil worden vastgesteld.
4.
De heffing wordt namens de Raad door de
rijksbelastingdienst bij wege van aanslag geheven en ingevorderd, met
overeenkomstige toepassing van de voor de heffing en de invordering van
de inkomstenbelasting geldende regels.
5.
In een verordening als bedoeld in het derde lid
wordt bepaald op welke wijze de afdracht van de heffing door de
rijksbelastingdienst aan de Raad geschiedt.
6.
De Raad kan bij verordening nadere regels stellen
omtrent de toepassing van dit artikel.
7.
Een verordening als bedoeld in dit artikel wordt,
voorzover deze betrekking heeft op ondernemingen waarin uitsluitend of
nagenoeg uitsluitend krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid
wordt verricht, niet vastgesteld dan na overleg met de betrokken
werkgevers of verenigingen van werkgevers en de centrales van
overheidspersoneel, verenigd in de Raad voor het
Overheidspersoneelsbeleid.
8.
Een
verordening als bedoeld in dit artikel behoeft de goedkeuring van Onze
Minister, in overeenstemming met Onze Minister van
Financiën.
Artikel 11.
Wet
arbeid vreemdelingen
Artikel 15 van de Wet arbeid
vreemdelingen wordt als volgt
gewijzigd:
1.
Het eerste lid komt te
luiden:
1.
Een werkgever in
de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen, die door een
vreemdeling arbeid laat verrichten, verstrekt, indien de vreemdeling
feitelijk bij een andere werkgever arbeid verricht, een afschrift van
het document, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en
met 3°, van de Wet op de identificatieplicht, van de vreemdeling
dat in zijn loonadministratie is opgenomen, aan de laatstgenoemde
werkgever en draagt er in ieder geval onverwijld zorg voor, dat de
werkgever bij wie de vreemdeling feitelijk arbeid verricht een
afschrift van dit document
ontvangt.
2.
Het vierde lid komt te
luiden:
4.
De vreemdeling is
verplicht aan de werkgever, bedoeld in het tweede lid, met het oog op
de toepassing van het tweede lid, een op hem betrekking hebbend
document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en
met 3°, van de Wet op de identificatieplicht, ter inzage te
verstrekken.
Artikel 12.
Toeslagenwet
De
Toeslagenwet wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 15, tweede
lid, komt te
luiden:
2.
De
bepalingen die gelden voor de loondervingsuitkering ter zake van het
verschuldigd zijn van premie, van de heffing en invordering van premie,
zoals deze zijn opgenomen in de Wet financiering sociale verzekeringen
en de Ziekenfondswet, zijn op de toeslag die op de
loondervingsuitkering wordt verleend, van overeenkomstige
toepassing.
B
Artikel 32 komt te
luiden:
Artikel 32
Artikel
120 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van
overeenkomstige
toepassing.
Artikel 13.
Wet
op de (re)integratie arbeidsgehandicapten
De Wet op
de (re)integratie arbeidsgehandicapten, zoals deze komt te luiden
indien het bij koninklijke boodschap van 13 april 2004 ingediende
voorstel van wet houdende wijziging van enkele
socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het
aanbrengen van enige vereenvoudigingen (29 513) en indien het bij
koninklijke boodschap van 5 februari 2002 ingediende voorstel van wet
tot wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en
andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting
inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet
administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in
socialeverzekeringswetten) (28 219) tot wet worden verheven en in
werking treden, wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 8, twaalfde
lid, wordt «de persoon, bedoeld in artikel 63, eerste lid, van
de ZW» vervangen door «de personen, bedoeld in artikel
29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet, die laatstelijk tot
hem in dienstbetrekking stonden» en wordt «aan die
persoon» vervangen door: aan die
personen.
B
In artikel
16, eerste lid, onderdeel c, wordt «bedoeld in artikel 79b van
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 82, 82a of
97c van de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in artikel
49 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
Ba
In
artikel 28 wordt «het in artikel 9, eerste lid, van de
Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag»
vervangen door: het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering
sociale verzekeringen bedoelde
bedrag.
C
Voor de
tekst van artikel 41 wordt het nummer «1» geplaatst en er
wordt een lid toegevoegd,
luidende:
2.
Het
UWV kan de middelen voor het Reïntegratiefonds in een of meer
rekeningen-courant houden bij Onze Minister van Financiën.
Artikel 120 van de Wet financiering sociale verzekeringen is van
overeenkomstige
toepassing.
D
In artikel 49, vierde lid, wordt «de
persoon, die op grond van artikel 16a van de Coördinatiewet
Sociale Verzekering mede als werkgever wordt beschouwd»
vervangen door: de inlener, bedoeld in artikel 34 van de
Invorderingswet
1990.
E
In artikel 84
wordt na «bedoeld in artikel 76f, zesde lid, onderdeel c, van de
WAO,» ingevoegd: zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande
aan het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen
van de Invoeringswet Wet financiering sociale
verzekeringen,.
Artikel 14.
Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten
De Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 48 wordt
«op grond van de Werkloosheidswet» vervangen door
«op grond van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering
sociale verzekeringen» en wordt «op grond van die
wet» vervangen door: op grond van de
Werkloosheidswet.
B
Artikel
66 komt te
luiden:
Artikel 66.
Beschikking
over financiële middelen
Artikel 120 van de Wet
financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige
toepassing.
Artikel 15.
Wet
gevolgen brutering uitkeringsregelingen
In artikel 10
van de Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen wordt
«artikelen 90 en 93 WW» vervangen door: artikelen 100 en
104 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 16.
Wet
premiedifferentiatie en marktwerking bij
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
Artikel VII van
de Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt als volgt
gewijzigd:
1.
In het eerste lid wordt na
«en in artikel 76f van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering,» ingevoegd: zoals deze
artikelen luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van
inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet
Wet financiering sociale
verzekeringen,.
2.
In het
tweede lid wordt na «als bedoeld in artikel 78, vierde lid, van
de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» ingevoegd: ,
zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande aan het tijdstip van
inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Invoeringswet
Wet financiering sociale
verzekeringen,.
Artikel 17.
Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen
De Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 6 wordt als
volgt gewijzigd:
1.
In het eerste lid
wordt «op grond van de Werkloosheidswet» vervangen door
«op grond van afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering
sociale verzekeringen» en wordt «op grond van die
wet» vervangen door: op grond van de
Werkloosheidswet.
2.
In het
tweede lid wordt «een van de sociale verzekeringswetten»
vervangen door: de Wet financiering sociale
verzekeringen.
B
In
artikel 8 wordt «de Coördinatiewet Sociale
Verzekering» vervangen door: de Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 18.
Wet
aanpassing daglonen Wet overgangsregeling
arbeidsongeschiktheidsverzekering
In artikel 3,
tweede lid, van de Wet aanpassing daglonen Wet overgangsregeling
arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals deze komt te luiden indien het
bij koninklijke boodschap van 5 februari 2002 ingediende voorstel van
wet tot wijziging van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en
andere wetten in verband met een administratieve lastenverlichting
inzake de vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet
administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in
socialeverzekeringswetten) (28 219) tot wet wordt verheven en in
werking treedt, wordt «het in het eerste lid van artikel 9 van
de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag»
vervangen door: het in het eerste lid van artikel 17 van de Wet
financiering sociale verzekeringen bedoelde
bedrag.
Artikel 19.
Wet
medefinanciering aanvullende
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
De Wet
medefinanciering aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, zoals
deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap van 5 februari
2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de
Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in verband
met een administratieve lastenverlichting inzake de vaststelling van
het premieloon en het uitkeringsloon (Wet administratieve
lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten) (28
219) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 1,
onderdeel b, wordt «het bedrag, genoemd in artikel 9, eerste
lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen
door: het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
B
In
artikel 2, eerste lid, wordt «het in artikel 9, eerste lid, van
de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag»
vervangen door: het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering
sociale verzekeringen bedoelde
bedrag.
Artikel 20.
Liquidatiewet
ongevallenwetten
In artikel 8, eerste lid, van de
Liquidatiewet ongevallenwetten wordt «het in het eerste lid van
artikel 9 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering bedoelde
maximum dagloon» vervangen door: het in artikel 17, eerste lid,
van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde
bedrag.
Artikel 21.
Overgangsmaatregel
bovenwettelijke uitkeringen
In artikel 2, eerste lid,
onderdeel a, van de Overgangsmaatregel bovenwettelijke uitkeringen
wordt «het maximumdagloon, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van
de Coördinatiewet Sociale Verzekering (Stb. 1953, 577)»
vervangen door: het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de
Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 22.
Burgerlijk
Wetboek
In artikel 629 lid 1 van boek 7 van het
Burgerlijk Wetboek, zoals dat komt te luiden indien het bij koninklijke
boodschap van 5 februari 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging
van de Coördinatiewet Sociale Verzekering en andere wetten in
verband met een administratieve lastenverlichting inzake de
vaststelling van het premieloon en het uitkeringsloon (Wet
administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in
socialeverzekeringswetten) (28 219) tot wet wordt verheven en in
werking treedt, wordt «het bedrag, genoemd in artikel 9, eerste
lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen
door: het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 23.
Wet
terugdringing ziekteverzuim
In artikel XV, tweede
lid, van de Wet terugdringing ziekteverzuim, zoals dat komt te luiden
indien het bij koninklijke boodschap van 5 februari 2002 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Coördinatiewet Sociale
Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve
lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het
uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en
vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten) (28 219) tot wet wordt
verheven en in werking treedt, wordt «het bedrag, genoemd in
artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale
Verzekering» vervangen door: het bedrag, bedoeld in artikel 17
eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 24.
Wetboek
van Koophandel
In artikel 415h, vijfde lid, onderdeel
3, van het Wetboek van Koophandel wordt «de
Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door:
hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
§ 2.
Financiën
Artikel 25.
Algemene
wet inzake rijksbelastingen
De Algemene wet inzake
rijksbelastingen wordt als volgt
gewijzigd:
aA
In artikel 30f wordt
het derde lid, onderdeel b, vervangen
door:
b. met betrekking tot de
loonbelasting:
1°. indien een naheffingsaanslag wordt
opgelegd aan de werknemer, de artiest, de beroepssporter of het
buitenlandse gezelschap dan wel aan hem een teruggaaf wordt verleend:
over het tijdvak dat aanvangt op de dag na het einde van het laatste
tijdvak van het kalenderjaar waarop de nageheven belasting dan wel de
teruggaaf betrekking heeft en eindigt op de dag van de dagtekening van
het aanslagbiljet dan wel op de dag van de dagtekening van het
afschrift van de uitspraak of van de kennisgeving waaruit van de
teruggaaf blijkt;
2°. in de
overige gevallen waarin een naheffingsaanslag wordt opgelegd: over het
tijdvak dat aanvangt op de dag na het einde van het laatste tijdvak van
het kalenderjaar waarop de nageheven belasting betrekking heeft en
eindigt op de dag van dagtekening van het aanslagbiljet;
3°. in de overige gevallen waarin een
teruggaaf wordt verleend: over het tijdvak dat aanvangt drie maanden na
het einde van het laatste tijdvak van het kalenderjaar waarop de
teruggaaf betrekking heeft en eindigt op de dag van de dagtekening van
het afschrift van de uitspraak of de beschikking of van de kennisgeving
waaruit van de teruggaaf
blijkt;.
A
Artikel 67b wordt als volgt
gewijzigd:
1.
Het tweede lid
vervalt.
2.
Na het eerste lid
worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:
2.
Indien de inhoudingsplichtige de aangifte
loonbelasting niet, niet binnen de in artikel 10 bedoelde termijn, dan
wel onjuist of onvolledig heeft gedaan, vormt dit, in afwijking van het
eerste lid, een verzuim terzake waarvan de inspecteur hem een boete van
ten hoogste € 1134 kan
opleggen.
3.
De bevoegdheid tot het opleggen van de boete
wegens het niet dan wel niet tijdig doen van de aangifte vervalt door
verloop van een jaar na het einde van de termijn waarbinnen de aangifte
had moeten worden gedaan. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete
wegens het doen van een onjuiste of onvolledige aangifte vervalt door
verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar van het
aangiftetijdvak waarop de aangifte betrekking
heeft.
B
In
artikel 68, eerste lid, onderdeel c, wordt «d, e en f»
vervangen door: d en
e.
Artikel 26.
Wet
op de loonbelasting 1964
De Wet op de loonbelasting
1964, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke boodschap
van 16 mei 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op
de loonbelasting 1964 in het kader van administratieve
lastenverlichting en vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten
(Aansluitingswet Walvis) (28 371) tot wet wordt verheven en in werking
treedt, wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 8, eerste lid,
alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid
vervallen.
B
In
artikel 11, eerste lid, onderdeel j, onder 2°, wordt
«ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld
in de afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
C
In
artikel 19d, onderdeel b, wordt «artikel 19, tweede lid, van de
Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 64
van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
D
In
artikel 21 wordt onderdeel b vervangen
door:
b. gecombineerd
heffingspercentage: de som van het belastingtarief eerste schijf en de
volgens artikel 11 van de Wet financiering sociale verzekeringen
vastgestelde premiepercentages voor de algemene ouderdomsverzekering,
de nabestaandenverzekering en de algemene verzekering bijzondere
ziektekosten.
E
In
artikel 21b wordt «artikel 10a, tweede lid, van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 11,
eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
F
In
artikel 26b wordt in de eerste volzin «artikel 28, onderdeel
f» vervangen door: artikel 28, onderdeel e. Voorts wordt in de
tweede volzin «artikel 27, tweede lid» vervangen door:
artikel 27b, eerste
lid.
G
Artikel 27
wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het tweede,
vijfde en achtste lid vervallen onder vernummering van het derde,
vierde, zesde en zevende lid in tweede, derde, vierde en vijfde
lid.
2.
In het tot vierde lid
vernummerde zesde lid wordt «derde lid» vervangen door:
tweede lid. Voorts wordt «tweede lid» vervangen door:
artikel 27b, eerste
lid.
H
Na
artikel 27 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd,
luidende:
Artikel 27a
1.
In
afwijking in zoverre van het overigens bij of krachtens deze wet
bepaalde wordt de belasting over de in artikel 31 bedoelde
eindheffingsbestanddelen geheven van de
inhoudingsplichtige.
2.
De heffing
over eindheffingsbestanddelen, met uitzondering van de aan naheffing
onderworpen eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, eerste
lid, onderdeel a, geschiedt als ware de door de inhoudingsplichtige in
een tijdvak verschuldigde belasting door hem op aangifte af te dragen
belasting.
Artikel 27b
1.
Indien
de werknemer ook premieplichtig is voor de volksverzekeringen geschiedt
de heffing van de belasting en de premie voor de volksverzekeringen in
één bedrag dan wel in één percentage, met
overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de heffing en
de invordering van de loonbelasting.
2.
Voor gevallen waarin het eerste lid toepassing
vindt, worden, met overeenkomstige toepassing van artikel 25, bij
ministeriële regeling tabellen vastgesteld waarin telkens de
belasting en de premie voor de volksverzekeringen in één
bedrag dan wel in één percentage worden
opgenomen.
3.
Bij ministeriele
regeling worden voor daarbij aan te wijzen gevallen
berekeningsvoorschriften vastgesteld aan de hand waarvan uit de in het
tweede lid bedoelde tabellen het bedrag van de belasting wordt
afgeleid.
Artikel 27c
1.
Indien
ten aanzien van de werknemer ook premieplicht voor de
werknemersverzekeringen bestaat, geschiedt de heffing van de premies
voor de werknemersverzekeringen gelijktijdig met die van de belasting
en geschiedt de afdracht van die premies en de belasting op
één aangifte, een en ander met overeenkomstige toepassing
van de regels die gelden voor de heffing en de invordering van de
loonbelasting.
2.
Voor de toepassing
van dit artikel en artikel 27d wordt onder premieplicht voor de
werknemersverzekeringen mede begrepen premieplicht voor de verzekering
ingevolge de Ziekenfondswet waarvoor op grond van artikel 15 of 18 van
die wet premie wordt geheven, en wordt onder premies voor de
werknemersverzekeringen mede begrepen de op grond van genoemde
artikelen verschuldigde premie voor die verzekering.
3.
Toerekening van een betaling op de aangifte
bedoeld in het eerste lid geschiedt naar evenredigheid aan de belasting
en aan de premies voor de
werknemersverzekeringen.
Artikel 27d
Voorzover
de belasting, de premie voor de volksverzekeringen of de premies voor
de werknemersverzekeringen gelijktijdig worden geheven en artikel 28b
of artikel 67b, 67c of 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
toepassing vindt, wordt dat artikel eenmaal
toegepast.
I
Artikel
28 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onderdeel
d vervalt, onder verlettering van de onderdelen e en f tot d en
e.
2.
Na het tot onderdeel e
verletterde onderdeel f wordt, onder vervanging van de punt door een
puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:
f. voor de datum van aanvang van de
werkzaamheden aan de inspecteur opgave te verstrekken van bij
ministeriele regeling te bepalen gegevens waarvan kennisneming voor de
heffing van belasting van belang kan zijn
(eerstedagsmelding).
J
Na
artikel 28 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd,
luidende:
Artikel 28a
1.
Indien
de inhoudingsplichtige met betrekking tot een aangifte binnen vijf
jaren na het einde van het kalenderjaar waarin het tijdvak is
aangevangen waarover die aangifte is gedaan constateert dat hij een
onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan, is hij verplicht
gelijktijdig met de eerstvolgende aangifte, of de daarop volgende
aangifte door middel van een correctiebericht alsnog de juiste en
volledige gegevens te verstrekken.
2.
Indien de inspecteur met betrekking tot een
aangifte binnen vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin het
tijdvak is aangevangen waarover die aangifte is gedaan constateert dat
die aangifte onjuist of onvolledig is, kan hij de inhoudingsplichtige
verplichten gelijktijdig met een aangifte door middel van een
correctiebericht alsnog de juiste en volledige gegevens te
verstrekken.
3.
De
inhoudingsplichtige is gehouden de gegevens bedoeld in het eerste en
tweede lid op dezelfde wijze en in dezelfde vorm te verstrekken als van
de aangifte.
4.
Bij
ministeriële regeling kunnen van de vorige leden afwijkende
regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop en de termijn
waarbinnen het correctiebericht moet worden ingediend.
5.
Een correctiebericht is geen bezwaarschrift in de
zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
6.
Indien bij de aangifte een correctiebericht is
ingediend en het saldo van de te betalen belasting van de aangifte en
het correctiebericht positief is, is de inhoudingsplichtige, in zoverre
in afwijking van artikel 19, eerste lid, van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen, gehouden dit saldo aan de ontvanger te
betalen.
7.
Bij toepassing van het
vorige lid wordt een betaling zoveel mogelijk toegerekend aan het
correctiebericht.
8.
Voor toepassing
van de artikelen 20 en 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
wordt met geheel of gedeeltelijk niet betaald zijn van belasting die op
aangifte behoort te worden afgedragen gelijkgesteld het geval waarin
naar aanleiding van een ingediend correctiebericht te veel is
gesaldeerd of teruggegeven.
9.
In
aanvulling op artikel 20, derde lid, van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen vervalt, indien te veel is gesaldeerd, de bevoegdheid
tot naheffing door verloop van vijf jaren na het einde van het
kalenderjaar waarin de saldering heeft
plaatsgevonden.
Artikel 28b
1.
Indien
de inhoudingsplichtige het correctiebericht bedoeld in artikel 28a,
eerste en tweede lid, niet, onjuist, onvolledig dan wel niet binnen de
gestelde termijn heeft ingediend, vormt dit een verzuim terzake waarvan
de inspecteur hem een boete van ten hoogste € 1134 kan
opleggen.
2.
De bevoegdheid tot het
opleggen van een boete wegens het feit bedoeld in artikel 28a, eerste
lid, vervalt door verloop van vijf jaar na het einde van het
kalenderjaar van de aangifte waarop het correctiebericht betrekking had
moeten hebben.
3.
De bevoegdheid tot
het opleggen van een boete wegens het feit bedoeld in artikel 28a,
tweede lid, vervalt door verloop van een jaar na het einde van de
termijn waarbinnen het correctiebericht had moeten worden
gedaan.
4.
Aan de inhoudingsplichtige
die een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan en die alsnog de
juiste of volledige gegevens door middel van een correctiebericht als
bedoeld in artikel 28a verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs
moet vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid of onvolledigheid
bekend is of bekend zal worden, wordt een boete als bedoeld in artikel
67b, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ter zake
van het feit van de onjuiste of onvolledige aangifte niet
opgelegd.
Artikel 28c
1.
Indien
de inhoudingsplichtige de opgave, bedoeld in artikel 28, onderdeel f,
niet, onjuist, onvolledig dan wel niet binnen de gestelde termijn heeft
verstrekt, vormt dit een verzuim terzake waarvan de inspecteur hem een
boete van ten hoogste € 1134 kan opleggen.
2.
De bevoegdheid tot het opleggen van een boete
wegens het feit, bedoeld in het eerste lid, vervalt door verloop van
één jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de
opgave, bedoeld in artikel 28, onderdeel f, had moeten worden
verstrekt.
K
In
artikel 29, derde lid, wordt «onderdelen a, d en e»
vervangen door: onderdelen a en
d.
L
Artikel 31 wordt
als volgt gewijzigd:
1.
Het eerste lid
vervalt onder vernummering van het tweede tot en met tiende lid tot
respectievelijk eerste tot en met negende
lid.
2.
In het tot eerste lid
vernummerde tweede lid wordt «met betrekking tot dat loon het
eerste lid niet toe te passen» telkens vervangen door: dat loon
niet als eindheffingsbestanddeel aan te
merken.
3.
In het tot tweede
lid vernummerde derde lid wordt in de aanhef «Het bedrag van de
verschuldigde belasting wordt bepaald» vervangen door: Met
betrekking tot eindheffingsbestanddelen wordt het bedrag van de
verschuldigde belasting bepaald. Voorts wordt «tweede
lid» telkens vervangen door: eerste
lid.
4.
In het tot derde lid
vernummerde vierde lid wordt in de eerste volzin «de
Werkloosheidswet» vervangen door: hoofdstuk 3 van de Wet
financiering sociale verzekeringen. In de tweede volzin wordt
«derde lid» vervangen door: tweede
lid.
5.
In het tot zevende lid
vernummerde achtste lid wordt «derde lid» vervangen door:
tweede lid.
6.
In het tot
achtste lid vernummerde negende lid wordt «tweede lid»
telkens vervangen door: eerste
lid.
7.
Het elfde lid vervalt
onder vernummering van het twaalfde lid tot tiende
lid.
8.
In het tot tiende lid
vernummerde twaalfde lid wordt «tweede en derde lid»
vervangen door: eerste en tweede
lid.
M
Artikel
32a wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
eerste lid wordt in de eerste volzin «vierde en vijfde
lid» vervangen door: derde en vierde lid. In de derde volzin
wordt « de Werkloosheidswet» vervangen door: hoofdstuk 3
van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
2.
In het
tweede lid wordt «artikel 27, tweede lid» vervangen door:
artikel 27b, eerste lid. Voorts wordt «vierde en vijfde
lid» vervangen door: derde en vierde
lid.
Artikel 27.
Invorderingswet
1990
De Invorderingswet 1990 wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 7, tweede lid,
komt als volgt te
luiden:
2.
Toerekening
van betalingen op een belastingaanslag geschiedt, behoudens voorzover
daarvan moet worden afgeweken ingevolge het elders in deze wet
bepaalde, naar evenredigheid aan de belasting, aan de premies voor de
werknemersverzekeringen, aan de heffingsrente, aan de revisierente, aan
de compenserende interesten, aan de kosten van ambtelijke
werkzaamheden, aan de bestuurlijke boeten, aan de toeslagen en aan de
opcenten, met dien verstande dat indien artikel 9.1, derde lid, van de
Wet inkomstenbelasting 2001 of artikel 27b, eerste lid, van de Wet op
de loonbelasting 1964 toepassing heeft gevonden, de toerekening in de
eerste plaats geschiedt aan de belasting en vervolgens aan de premie
voor de
volksverzekeringen.
B
In artikel 35, vijfde lid, vervalt «en
artikel 16b, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale
Verzekering».
C
In
artikel 35a, vierde lid, onderdeel c, vervalt «en artikel
16b» en «en artikel
16ba».
Artikel 28.
Wet
inkomstenbelasting 2001
De Wet inkomstenbelasting
2001 wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 2.5, vierde
lid, wordt «artikel 10, eerste en tweede lid, van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 10 van
de Wet financiering sociale
verzekeringen.
B
In
artikel 2.7 wordt in het tweede lid «artikel 10, vierde lid, van
de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door
«artikel 12, eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen». Voorts wordt «artikel 10, eerste lid en
tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen»
vervangen door «artikel 10 van de Wet financiering sociale
verzekeringen».
C
In
artikel 2.11 wordt «niet premieplichtig is voor de Algemene
Ouderdomswet» vervangen door «geen premie voor de
algemene ouderdomsverzekering verschuldigd is ingevolge artikel 10 van
de Wet financiering sociale verzekeringen». Voorts wordt
«premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet die daarover
verschuldigd zou zijn door een persoon die wel premieplichtig is
ingevolge die wet» vervangen door «premie voor de
algemene ouderdomsverzekering die daarover ingevolge de Wet
financiering sociale verzekeringen verschuldigd zou zijn door een
persoon die wel de premie voor de algemene ouderdomsverzekering
verschuldigd
is».
D
In
artikel 3.150, vierde lid, wordt «aan wie wegens gemoedsbezwaren
ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel
a, van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door
«aan wie wegens gemoedsbezwaren tegen één of meer
volksverzekeringen ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 64,
eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet financiering sociale
verzekeringen».
E
In
artikel 3.154, zevende lid, wordt «artikel 27, tweede
lid» vervangen door: artikel 27b, eerste
lid.
F
In artikel 5.11
wordt «artikel 31, tweede lid, onderdeel f, van de Wet op de
loonbelasting 1964» vervangen door: artikel 31, eerste lid,
onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting
1964.
G
Artikel 8.1
wordt als volgt gewijzigd:
1.
In onderdeel
b wordt «artikel 10, eerste en tweede lid, van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 10 van
de Wet financiering sociale
verzekeringen.
2.
Onderdeel c
wordt vervangen door:
c.
gecombineerd heffingspercentage: de som van
het belastingtarief eerste schijf en de op grond van artikel 11 van de
Wet financiering sociale verzekeringen vastgestelde premiepercentages
voor de algemene ouderdomsverzekering, de nabestaandenverzekering en de
algemene verzekering bijzondere
ziektekosten;.
H
In
artikel 8.4 wordt «artikel 10a, tweede lid, van de Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 11,
eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
I
In
artikel 8.5 wordt «artikel 11 van de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: artikel 11, tweede lid, van
de Wet financiering sociale
verzekeringen.
J
In
artikel 8.6 wordt «artikel 11 van de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: artikel 11, derde lid, van
de Wet financiering sociale
verzekeringen.
K
In
artikel 8.7 wordt in het eerste en tweede lid «artikel 10a,
tweede lid, van de Wet financiering volksverzekeringen»
vervangen door: artikel 11, eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
L
In
artikel 8.9a, derde lid, wordt «premie
volksverzekeringen» vervangen door: premie voor de
volksverzekeringen.
M
Artikel
10.7 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
derde, vierde en vijfde lid wordt «volgens de
Werkloosheidswet» vervangen door: bedoeld in afdeling 2 van
hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
2.
In het zesde
lid wordt «volgens een van de sociale-verzekeringswetten»
vervangen door: op grond van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 29.
Wet
op de vennootschapsbelasting 1969
In artikel 20,
achtste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt
«aan wie wegens gemoedsbezwaren ontheffing is verleend als
bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, van de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: aan wie wegens
gemoedsbezwaren tegen één of meer volksverzekeringen
ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 64, eerste lid, aanhef en
onderdeel b, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
§ 3.
Volksgezondheid,
Welzijn en
Sport
Artikel 30.
Ziekenfondswet
De
Ziekenfondswet, zoals deze komt te luiden indien het bij koninklijke
boodschap van 2 april 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging
van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige
andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang tot
die verzekering voor diegenen die op of na de inwerkingtreding van deze
wet arbeidsongeschikt worden (Wet einde toegang verzekering WAZ ) (29
497) tot wet wordt verheven en in werking treedt, wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste
lid, wordt als volgt
gewijzigd:
1.
Onderdeel l komt te
luiden:
l. Algemeen Fonds Bijzondere
Ziektekosten: het fonds, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering
sociale
verzekeringen;.
2.
Onder
vervanging van de komma's aan het slot van de onderdelen a tot en met p
door puntkomma's en van de punt aan het slot van onderdeel q door een
puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
r. Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd
in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen.
B
In artikel 1a, tweede lid, wordt «Wet
financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet
financiering sociale
verzekeringen.
C
In
artikel 1s, vierde lid, onderdeel b, wordt «artikel 39, eerste
lid, onder a, van de Wet financiering volksverzekeringen»
vervangen door: artikel 90, eerste lid, onderdeel a, van de Wet
financiering sociale
verzekeringen.
D
In
artikel 1u, derde lid, wordt «Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale
verzekeringen.
E
In
artikel 1x14, vierde lid, wordt «Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale
verzekeringen.
F
Artikel
15 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Het derde
lid komt te luiden:
3.
. De
rijksbelastingdienst heft en vordert de door de werkgever en door de
verzekerde verschuldigde procentuele premie in overeenkomstig de regels
die gelden voor de heffing en invordering van de loonbelasting. Indien
een wijziging van het in de eerste of tweede volzin van het eerste lid
bedoelde premiepercentage of een wijziging in de verdeling van de
premie op grond van het tweede lid, ingaat op een ander tijdstip dan 1
januari, vindt de vaststelling plaats in overeenstemming met Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onze Minister van
Financiën, en kunnen daarbij regels worden gesteld omtrent de
wijze van berekening van de premie over het gehele
kalenderjaar.
2.
De
tweede zin van het vierde lid wordt vervangen door: De werkgever mag de
door hem verschuldigde premie en de door de werknemer verschuldigde
premie voorzover deze niet op diens loon is ingehouden, niet verhalen
op de werknemer. Elk beding waarbij van de tweede zin wordt afgeweken,
is nietig.
3.
Het vijfde lid
komt te luiden:
5.
Bij
regeling van Onze Minister en Onze Minister van Financiën worden
regels gesteld met betrekking tot de afdracht van de premie alsmede van
de daarmee verband houdende bestuurlijke boeten en renten door de
rijksbelastingdienst aan de Algemene Kas en de wijze van toerekening
van die premie, boeten en
renten.
4.
Het
zesde lid komt te
luiden:
6.
Indien de
verzekerde, bedoeld in het eerste lid, gelijktijdig verzekerd is
ingevolge artikel 3, eerste lid, onder b of d, en over in totaal een
hoger bedrag procentuele premie is betaald dan het bedrag, bedoeld in
artikel 16, derde lid, wordt de premie betaald over het bedrag dat
hoger is dan het hiervoor bedoelde bedrag, terugbetaald met
overeenkomstige toepassing van de artikelen 17 en 59, vierde en zesde
lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen. Bij
ministeriële regeling kan Onze Minister, in overeenstemming met
Onze Minister van Financiën, nadere regels stellen betreffende
de
terugbetaling.
5.
Aan
het artikel worden drie leden toegevoegd,
luidende:
7.
Een aanvraag tot
het geven van een beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze
wet kan door de werkgever, bedoeld in het derde lid, uitsluitend bij de
inspecteur, bedoeld in artikel 1, onderdeel t, van de Wet financiering
sociale verzekeringen worden ingediend. De inspecteur beslist bij voor
bezwaar vatbare beschikking. Artikel 59, vierde en zesde lid, van de
Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige
toepassing.
8.
Een aanvraag tot het
geven van een beschikking over het verzekerd zijn op grond van deze wet
kan door de werknemer uitsluitend bij het ziekenfonds worden ingediend.
Het ziekenfonds informeert de inspecteur, bedoeld in het zevende lid,
en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen omtrent zijn
beslissing. De inspecteur stelt de werkgever, bedoeld in het derde lid,
zonodig op de hoogte van de door het ziekenfonds genomen beschikking
over het verzekerd zijn op grond van deze wet.
9.
Geen premie is verschuldigd met ingang van de
eerste dag van de maand waarin de verzekerde de leeftijd van 65 jaar
zal
bereiken.
Fa
In artikel 15b, derde lid, wordt «artikel
9, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering»
vervangen door: artikel 16, derde
lid,.
G
Na artikel 15c
worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 15d
Artikel
15d De aan een werkgever verleende vrijstelling, bedoeld in hoofdstuk
3, afdeling 6, paragraaf 3, van de Wet financiering sociale
verzekeringen, geldt tevens als vrijstelling van de verplichtingen,
opgelegd bij en krachtens artikel 15 van deze
wet.
Artikel 15e
Ingeval een
verzekerde in het premiebetalingstijdvak, bedoeld in artikel 1,
onderdeel v, van de Wet financiering sociale verzekeringen, zijn naam,
adres of woonplaats niet aan de werkgever heeft verstrekt dan wel zijn
identiteit niet is vastgesteld en niet is opgenomen in de administratie
overeenkomstig artikel 28, onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting
1964, alsmede ingeval de werknemer ter zake onjuiste gegevens heeft
verstrekt en de werkgever dit weet of redelijkerwijs moet weten, blijft
artikel 16, derde lid, buiten toepassing bij de berekening van het loon
waarnaar de premies op grond van artikel 15 worden
geheven.
H
Artikel 16 wordt als volgt
gewijzigd:
1.
In het eerste lid wordt
«de Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen
door: hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
2.
Aan het
eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij ministeriële
regeling kan Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van
Financiën, voor de verzekering van de bij die algemene maatregel
van bestuur aangewezen groepen van personen omtrent het loon andere
regels stellen, waarbij rekening wordt gehouden met
inkomensbestanddelen waarover geen procentuele premie wordt
geheven.
3.
Er worden twee
leden toegevoegd,
luidende:
3.
Bij de
berekening van het loon, waarnaar de premies op grond van deze wet
worden geheven, blijft het loon dat bij dezelfde werkgever meer heeft
bedragen dan een door Onze Minister, in overeenstemming met Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vastgesteld bedrag,
vermenigvuldigd met het aantal loontijdvakken, bedoeld in artikel 1,
onderdeel u, van de Wet financiering sociale verzekeringen, van het
premiebetalingstijdvak, bedoeld in artikel 1, onderdeel v, van die wet,
voor dat meerdere buiten aanmerking. Indien het in artikel 3, eerste
lid, onder a, genoemde bedrag, zoals dit is herzien ingevolge artikel
3a, wijziging ondergaat, wordt het in de eerste zin bedoelde bedrag
door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, met ingang van dezelfde datum
herzien.
4.
De artikelen 17, derde,
vierde, vijfde en zesde lid, en 59, negende en tiende lid, van de Wet
financiering sociale verzekeringen zijn van overeenkomstige
toepassing.
I
In
Hoofdstuk II wordt na artikel 21 een nieuw onderdeel ingevoegd,
luidende:
d.
Ontheffing
wegens
gemoedsbezwaren
Artikel 22
1.
De
Sociale verzekeringsbank kan op verzoek wegens gemoedsbezwaren tegen de
in deze wet geregelde verzekering ontheffen van de verplichtingen
opgelegd op grond van onderdeel c van dit hoofdstuk:
a. de persoon die deze gemoedsbezwaren
heeft;
b. de rechtspersoon waarbij
natuurlijke personen zijn betrokken die deze gemoedsbezwaren
hebben.
2.
Hoofdstuk 5
van de Wet financiering sociale verzekeringen is van overeenkomstige
toepassing.
J
Artikel
78 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het
eerste lid wordt na «een besluit» ingevoegd: van het
ziekenfonds.
2.
In het tweede
lid wordt «het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen» vervangen door: het
ziekenfonds.
K
In
hoofdstuk VI worden na artikel 79 twee artikelen ingevoegd,
luidende:
Artikel 80
In
afwijking van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht is de
werkgever geen belanghebbende bij een besluit van het ziekenfonds over
het verzekerd zijn op grond van deze wet als bedoeld in artikel 15,
achtste lid.
Artikel 81
1.
Tegen
uitspraken van de Centrale Raad van Beroep kan ieder der partijen
beroep in cassatie instellen ter zake van schending of verkeerde
toepassing van de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, 2 tot en
met 12 en 16, eerste lid, en de daarop berustende
bepalingen.
2.
Op dit beroep zijn de
voorschriften betreffende het beroep in cassatie tegen de uitspraken
van de gerechtshoven inzake beroepen in belastingzaken van
overeenkomstige toepassing, waarbij de Centrale Raad van Beroep de
plaats inneemt van een
gerechtshof.
Artikel 31.
Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten
De Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel i, komt te
luiden:
i. Algemeen Fonds Bijzondere
Ziektekosten: het fonds, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering
sociale
verzekeringen;.
B
In het opschrift van hoofdstuk IV wordt
«vrijstelling» vervangen door:
ontheffing.
C
Artikel
32 komt te
luiden:
Artikel 32
De
aan een verzekerde op grond van hoofdstuk 5 van de Wet financiering
sociale verzekeringen verleende ontheffing geldt tevens als ontheffing
van de verplichtingen opgelegd bij of krachtens artikel
17.
D
In artikel 32c, eerste lid, onderdeel d, wordt
«artikel 25 van de Wet financiering volksverzekeringen»
vervangen door: artikel 70, eerste lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
E
Artikel
48 vervalt.
F
In
artikel 76a, tweede lid, wordt «artikel 11, tweede lid, van de
Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: artikel 11,
derde lid, van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
32. Wet op de orgaandonatie
In
artikel 10, vierde lid, van de Wet op de orgaandonatie wordt
«Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38
van de Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door:
Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, genoemd in artikel 89 van de
Wet financiering sociale verzekeringen.
Artikel 33.
Wet
tarieven gezondheidszorg
In artikel 27 van de Wet
tarieven gezondheidszorg wordt «Algemeen Fonds Bijzondere
Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: Algemeen Fonds Bijzondere
Ziektekosten, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 34.
Wet
ziekenhuisvoorzieningen
In artikel 2i van de Wet
ziekenhuisvoorzieningen wordt «Algemeen Fonds Bijzondere
Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: Algemeen Fonds Bijzondere
Ziektekosten, genoemd in artikel 89 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
§ 4.
Justitie
Artikel 35.
Algemene
wet bestuursrecht
In artikel 4:21, tweede lid, van de
Algemene wet bestuursrecht wordt «Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale
verzekeringen of de Ziekenfondswet.
Artikel 36.
Beroepswet
Onderdeel
C van de bijlage bij de Beroepswet wordt als volgt
gewijzigd:
A
Nr. 4a
vervalt.
B
Nr.18 wordt
vervangen
door:
18. Wet
financiering sociale verzekeringen, voorzover het betreft besluiten van
de Sociale verzekeringsbank of het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen.
§ 5.
Binnenlandse
Zaken en
Koninkrijksrelaties
Artikel 37.
Uitkeringswet
KNIL-beroepsmilitairen
In artikel 6 van de
Uitkeringswet KNIL beroepsmilitairen wordt «Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 38.
Uitkeringswet
KNIL-dienstplichttijd
In artikel 5 van de
Uitkeringswet KNIL-dienstplichttijd wordt «Wet financiering
volksverzekeringen» vervangen door: Wet financiering sociale
verzekeringen.
Artikel 39.
Wet
rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders
De
Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders zoals deze komt te
luiden indien het bij koninklijke boodschap van 5 februari 2002
ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Coördinatiewet
Sociale Verzekering en andere wetten in verband met een administratieve
lastenverlichting inzake de vaststelling van het premieloon en het
uitkeringsloon (Wet administratieve lastenverlichting en
vereenvoudiging in socialeverzekeringswetten) (28 219) tot wet wordt
verheven en in werking treedt, wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 27, vierde
lid, wordt «artikel 4 van de Coördinatiewet Sociale
Verzekering» vervangen door: artikel 16 van de Wet financiering
sociale
verzekeringen.
B
In
artikel 29, eerste lid, onderdeel a, wordt «de
Coördinatiewet Sociale Verzekering» vervangen door:
hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale
verzekeringen.
§ 6.
Defensie
Artikel 40.
Uitkeringswet
tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd
veteranen
In artikel 6 van de Uitkeringswet
tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen wordt
«Wet financiering volksverzekeringen» vervangen door: Wet
financiering sociale verzekeringen.
Artikel 41.
Uitkeringswet
financiële compensatie langdurige militaire
dienst
Artikel 4 van de Uitkeringswet
financiële compensatie langdurige militaire dienst komt te
luiden:
Artikel 4
De
over de uitkering verschuldigde belasting ingevolge de Wet
inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 alsmede de
premie voor de volksverzekeringen ingevolge de Wet financiering sociale
verzekeringen komen ten laste van het
Rijk.
HOOFDSTUK 3.
OVERGANGSRECHT
Artikel 42.
Overgangsrecht
1.
Met betrekking tot de financiering van
de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene
Wet Bijzondere Ziektekosten over de kalenderjaren, gelegen voor de
datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze
wet, blijft het recht zoals dit gold voor die datum, van
toepassing.
2.
Met betrekking tot de
financiering van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Ziekenfondswet over de
kalenderjaren, gelegen voor de datum van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van deze wet, blijft het recht zoals dit gold
voor die datum, van toepassing.
Artikel 43.
Overgang lagere
regelgeving
1.
De hierna genoemde
algemene maatregelen van bestuur en de daarop berustende bepalingen,
berusten met ingang van de datum van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen
op dan wel mede op de telkens bij die maatregelen genoemde artikelen
van die
wet:
a. het Besluit vrijwillige verzekering AOW en ANW
2001 en het Besluit vrijwillige verzekering AWBZ: op artikel
71;
b. het Besluit financiering
uitvoeringsorganisatie bijzondere ziektekostenverzekering: op artikel
91;
c. het Besluit vaststelling
premiepercentage wachtgeldfondsen: op artikel 28, eerste
lid;
d. het Besluit vaststelling
rekenpremie wachtgeldfondsen: op artikel 28, tweede
lid.
2.
De hierna
genoemde ministeriële regelingen berusten met ingang van de
datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet
financiering sociale verzekeringen op dan wel mede op de telkens bij
die regelingen genoemde artikelen van die
wet:
a. de Uitvoeringsregeling premieheffing
volksverzekeringen 2002: op artikel 13;
b. de Regeling rekening-courant verhouding sociale
verzekeringen: op de artikelen 119 en 120;
c. de Regeling indeling van het bedrijfs- en
beroepsleven in sectoren: op artikel 95;
d. de Regeling verdeling premiekorting WAO: op
artikel 55, eerste lid;
e. de Regeling
vergoeding bijdragen Remigratiewet: op de artikelen 102 en
110;
f. de Financieringsregeling
Algemene Kinderbijslagwet, de Financieringsregeling Toeslagenfonds en
Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten en de
Financieringsregeling Hoofdstuk 7 Wet arbeid en zorg 2004: op artikel
122;
g. de Regeling reservevorming
Algemeen werkloosheidsfonds 2002 en de Regeling reservevorming
wachtgeldfondsen 2002: op artikel 120, achtste
lid.
3.
Door de SVB
vastgestelde beleidsregels met betrekking tot bevoegdheden op grond van
de Wet financiering volksverzekeringen worden met ingang van de datum
van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van de Wet
financiering sociale verzekeringen aangemerkt als beleidsregels met
betrekking tot de overeenkomstige bevoegdheden op grond van
laatstgenoemde wet.
4.
Door het
College zorgverzekeringen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot
bevoegdheden op grond van de Wet financiering volksverzekeringen worden
met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende
bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen aangemerkt als
beleidsregels met betrekking tot de overeenkomstige bevoegdheden op
grond van laatstgenoemde wet.
5.
De
door het UWV op grond van artikel 97n van de Werkloosheidswet
vastgestelde Regeling vermogensoverdracht wachtgeldfondsen en daaraan
op grond van 116, eerste lid, van die wet door Onze Minister verleende
goedkeuring berusten met ingang van de datum van inwerkingtreding van
artikel 98 van de Wet financiering sociale verzekeringen op
laatstgenoemd artikel.
Artikel 44.
Geldigheid
beschikkingen
1.
De beschikkingen
die het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College
zorgverzekeringen voor de datum van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van deze wet heeft genomen op grond van een
wettelijke bepaling die door de inwerkingtreding van de desbetreffende
bepalingen van de Wet financiering sociale verzekeringen en van deze
wet komt te vervallen en die betrekking hebben of mede betrekking
hebben op een periode, gelegen na de datum van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van deze wet, blijven na die datum van
kracht.
2.
Tot de beschikkingen,
bedoeld in het eerste lid, behoren de beschikkingen die door het UWV
zijn genomen op grond van de hierna genoemde wettelijke bepalingen en
die met ingang van de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende
bepalingen van deze wet gelden als een beschikking, genomen op grond
het artikel, de artikelen of de paragraaf van de Wet financiering
sociale verzekeringen die daarbij is
genoemd:
a. artikel 75 van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering: artikel 40;
b. artikel 63 van de Ziektewet: artikel
40;
c. de artikelen 82a of 97c van de
Werkloosheidswet of artikel 79b van de Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering: hoofdstuk 3, afdeling 6,
§ 2;
d. de Wet
premieregime bij marginale arbeid: hoofdstuk 3, afdeling 6,
§ 3;
e. de artikelen 97k
of 97m van de Werkloosheidswet: de artikelen 95 of
97.
3.
Tot de
beschikkingen, bedoeld in het eerste lid, behoren tevens de
beschikkingen die voor de datum van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van deze wet door het UWV zijn genomen over
het verzekerd zijn op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet of de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en die betrekking hebben of
mede betrekking hebben op een na die datum gelegen
periode.
Artikel 45.
Bezwaarschriftenprocedures
1.
Het UWV, onderscheidenlijk de SVB,
onderscheidenlijk het College zorgverzekeringen is bevoegd te beslissen
op een bezwaarschrift dat voor de datum van inwerkingtreding van de
desbetreffende bepalingen van deze wet is ingediend tegen een
beschikking als bedoeld in artikel 44 en waarop op die datum nog niet
is beslist, met toepassing van het recht zoals dit voor die datum
gold.
2.
In afwijking van het eerste
lid is de inspecteur bevoegd te beslissen op een bezwaarschrift dat na
de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze
wet wordt ingediend en dat betrekking heeft op een beschikking van het
UWV als bedoeld in artikel 44, tweede en derde lid. Op een
bezwaarschrift als bedoeld in dit lid wordt beslist met toepassing van
het recht zoals dit geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding
van de desbetreffende bepalingen van deze
wet.
Artikel 46.
Beroep, hoger beroep en
partijvervanging
1.
Op beroep
tegen een uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV, de SVB of het
College zorgverzekeringen waarop op de datum van inwerkingtreding van
de desbetreffende bepalingen van deze wet nog geen uitspraak is gedaan,
wordt beslist door de rechter waarbij het beroep aanhangig is. Ten
aanzien van dit beroep, alsmede ten aanzien van hoger beroep tegen een
uitspraak van de rechtbank met toepassing van dit lid, blijft het recht
zoals dit gold voor de datum van inwerkingtreding van de desbetreffende
bepalingen van deze wet van toepassing.
2.
Op het beroep dat na de datum van inwerkingtreding
van de desbetreffende bepalingen van deze wet wordt ingediend tegen een
uitspraak op een bezwaarschrift van het UWV inzake een beschikking als
bedoeld in artikel 44, tweede en derde lid, is het recht zoals dit na
die datum geldt van toepassing. De vorige zin is tevens van toepassing
ten aanzien van hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank met
toepassing van dit lid.
3.
In
bestuursrechtelijke gedingen als bedoeld in het tweede lid treedt de
inspecteur als partij in de plaats van het
UWV.
Artikel 47.
Behandeling aanhangige
aanvragen
Op een voor de datum van inwerkingtreding
van de desbetreffende bepalingen van deze wet bij het UWV,
onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk het College
zorgverzekeringen ingediende aanvraag tot het geven van een beschikking
op grond van een wettelijke bepaling die door de inwerkingtreding van
de desbetreffende bepalingen van de Wet financiering sociale
verzekeringen en van deze wet komt te vervallen en die betrekking heeft
of mede betrekking heeft op een periode, gelegen na de datum van
inwerkingtreding van de desbetreffende bepalingen van deze wet, wordt
na die datum door het UWV, onderscheidenlijk de SVB, onderscheidenlijk
het College zorgverzekeringen beslist met toepassing van het recht
zoals dit voor die datum gold.
HOOFDSTUK 4.
OVERIGE EN
SLOTBEPALINGEN
Artikel 48.
Intrekking wetten
1.
De Wet financiering volksverzekeringen
wordt ingetrokken.
2.
De Wet
premieregime bij marginale arbeid wordt ingetrokken.
3.
De Coördinatiewet Sociale Verzekering wordt
ingetrokken.
Artikel 49.
Regelgevende
bevoegdheid
Bij regeling van Onze Minister en Onze
Ministers van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
kunnen met het oog op een goede invoering van de Wet financiering
sociale verzekeringen regels worden gesteld, waarbij zo nodig kan
worden afgeweken van het bepaalde bij en krachtens die wet, deze wet en
de wetten die bij deze wet worden
gewijzigd.
Artikel 50.
Tijdelijke handhaving
informatieverplichtingen en administraties
1.
Indien blijkt dat niet of niet ten
volle kan worden voldaan aan de administratieve verplichtingen op grond
van artikel 59 van de Wet financiering sociale verzekeringen in
verbinding met de Wet op de loonbelasting 1964 en de Algemene wet
inzake rijksbelastingen, dan wel dat de polisadministratie, bedoeld in
artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen,
of de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van die wet, nog
niet volledig kan functioneren, kan bij regeling van Onze Minister, in
overeenstemming met Onze Minister van Financiën en Onze Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, worden bepaald dat, in afwijking
van het bij koninklijk besluit op grond van artikel 52 bepaalde, tot
uiterlijk 1 januari 2008 één of meer van de volgende
voorschriften en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op
de dag voorafgaande aan de bij koninklijk besluit op grond van artikel
52 voor de desbetreffende bepalingen vastgestelde datum, hun gelding na
die datum
behouden:
a. artikel 10, tweede lid, van de
Coördinatiewet Sociale Verzekering;
b. artikel 28, onderdeel d, van de Wet op de
loonbelasting 1964;
c. artikel 58,
tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen;
d. artikel 33 van de Wet
structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
e. artikel 35 van de Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
2.
De toepassing van het eerste lid, onderdelen a, b
en c, kan worden beperkt tot bij de regeling op grond van dat lid aan
te wijzen categorieën.
3.
Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid
blijven voor de duur van die toepassing ten aanzien daarvan tevens de
volgende artikelen en de daarop berustende bepalingen van
kracht:
a. voorzover het betreft het eerste lid, onderdeel a:
artikel 17a van de Coördinatiewet Sociale
Verzekering;
b. voorzover het betreft
het eerste lid, onderdeel b: artikel 68 van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen;
c. voorzover het
betreft het eerste lid, onderdeel c: de artikelen 55, derde lid, 58,
eerste lid, 59, 60, 77, eerste en tweede lid, en 84 van de Wet
structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen.
4.
Bij regeling
van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Ministers van
Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kunnen met
betrekking tot dit artikel nadere regels worden
gesteld.
5.
Bij koninklijk besluit
kan voor de in het eerste lid genoemde datum 1 januari 2008 een
latere datum in de plaats worden
gesteld.
Artikel 51.
Nummering
Voor de plaatsing in het Staatsblad brengt Onze Minister de
aanhalingen van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken
van de Wet financiering sociale verzekeringen die voorkomen in deze wet
en in de wetten die bij deze wet worden gewijzigd in overeenstemming
met de op grond van artikel 126 van de Wet financiering sociale
verzekeringen vastgestelde nieuwe nummering van die
wet.
Artikel 52.
Inwerkingtreding
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij
koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende
artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden
vastgesteld.
Artikel 53.
Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet Wet financiering
sociale
verzekeringen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Kamerstuk 29
531
Gegeven te
's-Gravenhage,
16
december
2004
Beatrix
De
Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid,
A.
J. de
Geus
De
Staatssecretaris van
Sociale Zaken en
Werkgelegenheid,
H. A.
L. van
Hoof
De
Staatssecretaris van
Financiën,
J.
G. Wijn
De
Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
J.
F. Hoogervorst
Uitgegeven de derde februari 2005
derde
februari
2005
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK
1
DEFINITIES
1
Artikel
1 Algemene
begrippen
1
HOOFDSTUK
2 WIJZIGING VAN ANDERE
WETTEN
2
§
1 Sociale Zaken en
Werkgelegenheid
2
Artikel
2
Werkloosheidswet
2
Artikel
3 Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering
7
Artikel
4
Ziektewet
10
Artikel
5 Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen
13
Artikel
6 Algemene
nabestaandenwet
21
Artikel
7 Algemene
Ouderdomswet
22
Artikel
8 Wet arbeid en
zorg
23
Artikel
9 Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
zelfstandigen
24
Artikel
10 Wet op de
ondernemingsraden
25
Artikel
11 Wet arbeid
vreemdelingen
25
Artikel
12
Toeslagenwet
26
Artikel
13 Wet op de (re)integratie
arbeidsgehandicapten
26
Artikel
14 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
jonggehandicapten
27
Artikel
15 Wet gevolgen brutering
uitkeringsregelingen
28
Artikel
16 Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
28
Artikel
17 Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
militairen
28
Artikel
18 Wet aanpassing daglonen Wet overgangsregeling
arbeidsongeschiktheidsverzekering
28
Artikel
19 Wet medefinanciering aanvullende
arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
29
Artikel
20 Liquidatiewet
ongevallenwetten
29
Artikel
21 Overgangsmaatregel bovenwettelijke
uitkeringen
29
Artikel
22 Burgerlijk
Wetboek
29
Artikel
23 Wet terugdringing
ziekteverzuim
30
Artikel
24 Wetboek van
Koophandel
30
§
2
Financiën
30
Artikel
25 Algemene wet inzake
rijksbelastingen
30
Artikel
26 Wet op de loonbelasting
1964
31
Artikel
27 Invorderingswet
1990
35
Artikel
28 Wet inkomstenbelasting
2001
36
Artikel
29 Wet op de vennootschapsbelasting
1969
38
§
3 Volksgezondheid, Welzijn en
Sport
38
Artikel
30
Ziekenfondswet
38
Artikel
31 Algemene Wet Bijzonder
Ziektekosten
41
Artikel
32 Wet op de
orgaandonatie
42
Artikel
33 Wet tarieven
gezondheidszorg
42
Artikel
34 Wet
ziekenhuisvoorzieningen
42
§
4
Justitie
43
Artikel
35 Algemene wet
bestuursrecht
43
Artikel
36
Beroepswet
43
§
5 Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
43
Artikel
37 Uitkeringswet
KNIL-beroepsmilitairen
43
Artikel
38 Uitkeringswet
KNIL-dienstplichttijd
43
Artikel
39 Wet rechtspositionele voorzieningen
rampbestrijders
43
§
6
Defensie
44
Artikel
40 Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd
veteranen
44
Artikel
41 Uitkeringswet financiële compensatie langdurige militaire
dienst
44
HOOFDSTUK
3
OVERGANGSRECHT
44
Artikel
42
Overgangsrecht
44
Artikel
43 Overgang lagere
regelgeving
44
Artikel
44 Geldigheid
beschikkingen
45
Artikel
45
Bezwaarschriftenprocedures
46
Artikel
46 Beroep, hoger beroep en
partijvervanging
46
Artikel
47 Behandeling aanhangige
aanvragen
46
HOOFDSTUK
4 OVERIGE EN
SLOTBEPALINGEN
47
Artikel
48 Intrekking
wetten
47
Artikel
49 Regelgevende
bevoegdheid
47
Artikel
50 Tijdelijke handhaving informatieverplichtingen en
administraties
47
Artikel
51
Nummering
48
Artikel
52
Inwerkingtreding
48
Artikel
53
Citeertitel
48