Rijkswet van 12 februari 2004, houdende goedkeuring van het op 16 april 2003 te Athene totstandgekomen Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, met Toetredingsakte, Bijlagen en Protocollen (Trb. 2003, 74)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 16 april 2003 te Athene totstandgekomen Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, met Toetredingsakte, Bijlagen en Protocollen, ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het op 16 april 2003 te Athene totstandgekomen Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, met Toetredingsakte, Bijlagen en Protocollen, waarvan de Nederlandse tekst is geplaatst in Tractatenblad 2003, 74, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 2

De goedkeuring door de Staten-Generaal van de verdragen, welke als noodzakelijk en rechtstreeks gevolg van het in artikel 1 genoemde Verdrag gesloten worden tussen de lid-staten van de Europese Unie onderling, danwel tussen de lid-staten, al dan niet gezamenlijk met de Europese Gemeenschappen enerzijds en derde staten of internationale organisaties anderzijds, is niet vereist.

Artikel 3

  • 1. Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Artikel 17 van de Tijdelijke referendumwet is niet van toepassing.

  • 3. Indien over deze rijkswet een referendum is gehouden en onherroepelijk is vastgesteld dat dit heeft geleid tot een raadgevende uitspraak tot afwijzing als bedoeld in artikel 5 van de Tijdelijke referendumwet, is artikel 16, derde en vierde lid, van de Tijdelijke referendumwet van overeenkomstige toepassing.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te Lech, 12 februari 2004

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B. R. Bot

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

A. Nicolaï

Uitgegeven de vierentwintigste februari 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2002/2003, 2003/2004, 28 972 (R 1738).

Handelingen II 2003/2004, blz. 1795–1827; 1828–1842; 1939–1940; 2173.

Kamerstukken I 2003/2004, 28 972 (R 1738) (A, B, C).

Handelingen I 2003/2004, zie vergadering d.d. 10 februari 2004.

Naar boven