Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
STB6853
Jaargang 2001
2001
675
Wet van 20 december 2001 tot uitvoering van het op
9 december 1999 te New York totstandgekomen Internationaal Verdrag ter
bestrijding van de financiering van terrorisme (Trb. 2000, 12)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat enige wettelijke voorzieningen
moeten worden getroffen ter uitvoering van het op 9 december 1999 te
New York totstandgekomen Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering
van terrorisme;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het voorstel van wet tot uitvoering van het op 15 december
1997 te New York totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van terroristische
bomaanslagen (Trb. 1998, 84) en het op 9 december 1994 te New York totstandgekomen
Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel (Trb.
1996, 62) tot wet is verheven en die wet in werking is
getreden, wordt het Wetboek van Strafrecht als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 4 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een
puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
14°. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 92 tot en
met 96, 108, 115, 117, 117b, 121 tot en met 123, 140, 157, 161, 161bis, 161quater,
161sexies, 162, 162a, 164, 166, 168, 170, 172, 173a, 285, 287, 288, 289, 350,
350a, 351, 352, 354, 385a, 385b en 385d, voor zover het feit valt onder de
omschrijvingen van artikel 2 van het op 9 december 1999 te New York totstandgekomen
Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme
(Trb. 2000, 12) en hetzij het feit is gericht tegen een Nederlander hetzij
de verdachte zich in Nederland bevindt.
B
Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het eerste lid vervalt «gelden of andere betaalmiddelen,»
alsmede «in vereniging».
2.
Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5.
Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.
C
In artikel 117b wordt «zeven jaren» vervangen door: acht jaren.
D
In artikel 172, eerste lid, wordt na «brengt» ingevoegd: ,
dan wel de aanmaak van drinkwater in of de toevoer van drinkwater vanuit de
openbare drinkwatervoorziening belemmert.
ARTIKEL II
Indien het voorstel van wet tot uitvoering van het op 15 december
1997 te New York totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van terroristische
bomaanslagen (Trb. 1998, 84) en het op 9 december 1994 te New York totstandgekomen
Verdrag inzake de veiligheid van VN-personeel en geassocieerd personeel (Trb.
1996, 62) tot wet is verheven en die wet in werking is getreden, wordt de
Uitleveringswet als volgt gewijzigd:
A
In artikel 11, derde lid, wordt «en» vervangen door een komma
en wordt na «artikel 2 van het Verdrag inzake de bestrijding van terroristische
bomaanslagen (Trb. 1998, 84)» ingevoegd: en artikel 2 van het Internationaal
Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme (Trb. 2000, 12).
B
Aan artikel 51a, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
– de misdrijven, strafbaar gesteld in de artikelen 92 tot en met
96, 108, 115, 117, 117b, 121 tot en met 123, 140, 157, 161, 161bis, 161quater,
161sexies, 162, 162a, 164, 166, 168, 170, 172, 173a, 285, 287, 288, 289, 350,
350a, 351, 352, 354, 385a, 385b en 385d van het Wetboek van Strafrecht, voor
zover het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 2 van het op 9 december
1999 te New York totstandgekomen Internationaal Verdrag ter bestrijding van
de financiering van terrorisme (Trb. 2000, 12).
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Stb. 2001, 673.
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 2001/2002, 28 031.
Handelingen II 2001/2002, blz. 1932–1938; 1946; 1947.
Kamerstukken I 2001/2002, 28 031 (135).
Handelingen I 2001/2002, zie vergadering d.d. 17 december 2001.
Gegeven te 's-Gravenhage,
20 december 2001
Beatrix
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Uitgegeven de zevenentwintigste december 2001
zevenentwintigste
december
2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals