Staatsblad
van het Koninkrijk der Nederlanden
STB3835
Jaargang 1997
1997
660
Wet van 17 december 1997 tot aanpassing van wetgeving
aan de invoering van het geregistreerd partnerschap in Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek (Aanpassingswet geregistreerd partnerschap)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de invoering
van het geregistreerd partnerschap in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wenselijk
is andere wetten daarmee in overeenstemming te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1.
MINISTERIE VAN ALGEMENE ZAKEN
Artikel 1
In artikel 10, vijfde lid, van de Wet verplaatsing bevolking1, wordt na «echtgenoot» ingevoegd: onderscheidenlijk geregistreerde
partner.
Artikel 2
In artikel 11, derde lid, van de Wet ministeriële verantwoordelijkheid2, komt te luiden als volgt:
3.
De bloedverwanten en aanverwanten van de betrokken minister, in de rechte
linie en tot in de derde graad, alsmede zijn echtgenoot of zijn geregistreerde
partner, zelfs na echtscheiding onderscheidenlijk beëindiging van het
geregistreerd partnerschap anders dan door de dood of vermissing, kunnen niet
genoodzaakt worden verklaringen af te leggen.
HOOFDSTUK 2.
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Artikel 1
De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens3 wordt gewijzigd als volgt:
A. In de artikelen 34, eerste lid, onder a, onderdelen 7 en 9, 50, vierde
lid en 51, derde lid, wordt na de zinsnede «de eerdere echtgenoten»
ingevoerd:, de geregistreerde partner, de eerdere geregistreerde partners.
B. Artikel 34, eerste lid, onder a, onderdeel 10e komt te luiden:
10. gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam
van de echtgenoot, de eerdere echtgenoot, de geregistreerde partner of de
eerdere geregistreerde partner;
C. Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
1.
In het eerste lid wordt de zinsnede «of over de echtgenoot en de
eerdere echtgenoten» vervangen door: , over de echtgenoot en de eerdere
echtgenoten, over het geregistreerd partnerschap en de eerdere geregistreerde
partnerschappen of over de geregistreerde partner en de eerdere geregistreerde
partners.
2.
In het vierde lid wordt na de zinsnede «de eerdere echtgenoot»
ingevoegd: , de eerdere geregistreerde partner.
D. In de artikelen 39, 50, vijfde lid en 51 vierde lid, wordt na de zinsnede
«de eerdere echtgenoot» ingevoegd: , de geregistreerde partner,
de eerdere geregistreerde partner.
E. In de artikelen 52, 80, eerste lid, 81, derde lid, onder c, 99, tweede
lid en 100, tweede lid en 123, negende lid, wordt de zinsnede «van de
echtgenoot of de eerdere echtgenoot» steeds vervangen door: van de echtgenoot,
de eerdere echtgenoot, de geregistreerde partner of de eerdere geregistreerde
partner.
F. Artikel 74, eerste lid, onderdeel b komt te luiden:
b. echtgenoten dan wel geregistreerde partners die hetzelfde woonadres
hebben, voor elkaar;.
G. In de artikelen 74, eerste lid, onderdeel d en 76, wordt na de zinsnede
«de echtgenoot» ingevoegd: , de geregistreerde partner.
H. Bijlage I, onder 1, onderdelen f en g, komen te luiden:
f. Huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap en eerdere huwelijken of
eerdere geregistreerde partnerschappen:
datum huwelijkssluiting of datum aangaan geregistreerd partnerschap;
plaats huwelijkssluiting of plaats aangaan geregistreerd partnerschap;
land en zo nodig gebiedsdeel huwelijkssluiting of aangaan geregistreerd
partnerschap;
huwelijksontbinding of ontbinding geregistreerd partnerschap en reden
daarvan, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap;
datum ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap;
plaats ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd
partnerschap;
land en zo nodig gebiedsdeel ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk
of geregistreerd partnerschap.
g. Echtgenoot dan wel geregistreerd partner en eerdere echtgenoten of
geregistreerde partners;
geslachtsnaam;
voornamen;
adellijke titel of predikaat;
geboortedatum;
geboorteplaats;
geboorteland en zo nodig gebiedsdeel.
I. Bijlage I, onder 7, komt te luiden:
7. Gegevens over de administratienummers van de ingeschrevene, de ouders,
de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of
eerdere geregistreerde partners en de kinderen
administratienummer ingeschrevene;
administratienummer moeder;
administratienummer vader;
administratienummer echtgenoot dan wel geregistreerde partner;
administratienummer eerdere echtgenoot;
administratienummer eerdere geregistreerde partner;
administratienummer kind;
data van kracht worden van de administratienummers.
J. Bijlage I, onder 9, komt te luiden:
9. Gegevens over het sociaal-fiscaal nummer van de ouders, de echtgenoot
dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde
partners en de kinderen sociaal-fiscaal nummer moeder;
sociaal-fiscaal nummer vader;
sociaal-fiscaal nummer echtgenoot dan wel geregistreerde partner;
sociaal-fiscaal nummer eerdere echtgenoot;
sociaal-fiscaal nummer eerdere geregistreerde partner;
sociaal-fiscaal nummer kind;
data van kracht worden van de sociaal-fiscale nummers.
K. Bijlage I, onder 10, komt te luiden:
10. Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam
van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de
eerdere geregistreerde partner
de aantekening dat de ingeschrevene de eigen geslachtsnaam voert;
de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot,
de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde
partner voert;
de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot,
de geregistreerde partner vooraf doet gaan aan de eigen geslachtsnaam;
de aantekening dat de ingeschrevene de geslachtsnaam van de echtgenoot,
de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde
partner doet volgen op de eigen geslachtsnaam;
datum ingang van het gegeven over het naamgebruik;
datum beëindiging van het gegeven over het naamgebruik.
Artikel 2
De Wet op de lijkbezorging4 wordt gewijzigd
als volgt:
A. In artikel 6, eerste en tweede lid, wordt de zinsnede «tot in
de derde graad of huwelijk» telkens vervangen door een zinsnede, luidende:
tot in de derde graad, een huwelijk of een geregistreerd partnerschap.
B. In de artikelen 60, tweede lid, 67, derde lid en 72, tweede lid, wordt
telkens na «echtgenoot» ingevoegd: , de geregistreerde partner.
Artikel 3
Voor de tekst van artikel 1 van de Wet rechtspositionele voorzieningen
rampbestrijders5 wordt de aanduiding «1.» geplaatst
en aan het artikel wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden als
volgt:
2.
Voor de toepassing van deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt
gelijkgesteld met:
a. gehuwd: als partner geregistreerd;
b. weduwe: achtergebleven geregistreerde partner;
c. weduwenuitkering: uitkering ten behoeve van de achtergebleven geregistreerde
partner.
Artikel 4
In artikel 3a, derde lid, van de Wet schadeloosstelling leden Tweede
Kamer6, wordt na «verstaan» ingevoegd: de achtergebleven
geregistreerde partner en.
Artikel 5
De Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees
Parlement7 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 5, derde lid, wordt na «verstaan» ingevoegd:
de achtergebleven geregistreerde partner en.
B. In artikel 8, vierde lid, wordt na «weduwe»' ingevoegd:
of als achtergebleven geregistreerde partner.
Artikel 6
De Kieswet8 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel B1, tweede lid, onderdeel b, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: , geregistreerde partner.
B. In artikel B3, derde lid, wordt na «echtgenoten» ingevoegd:
, geregistreerde partners.
C. In artikel M1 wordt na «echtgenoot» ingevoegd: , geregistreerde
partner.
Artikel 7
Aan artikel 24a van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk
gezag9 wordt een dertiende lid toegevoegd, dat komt te
luiden als volgt:
13.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder echtgenoot of echtgenote
mede verstaan de geregistreerde partner.
Artikel 8
In artikel 19, tweede lid, van de Algemene wet gelijke behandeling10 wordt de zinsnede «echtgenoot of vroegere echtgenoot»
vervangen door: echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner
of eerdere geregistreerde partner.
Artikel 9
In artikel 10, derde lid, van de Gemeentewet11,
wordt na «echtgenoten» ingevoegd: , geregistreerde partners.
HOOFDSTUK 3.
MINISTERIE VAN DEFENSIE
Artikel 1
In artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Wet gewetensbezwaren
militaire dienst12, wordt na «echtgenote» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
Artikel 2
In artikel 45, zesde lid, onderdeel a, en zevende lid, van de Oorlogswet voor Nederland (Stb. 1996, 368)13 wordt «echtgenoot
of vroegere echtgenoot» telkens vervangen door: echtgenoot of eerdere
echtgenoot dan wel geregistreerde partner dan wel eerdere geregistreerde partner.
Artikel 3
Artikel 9 van de Uitkeringswet gewezen militairen14 wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt na «weduwnaar» ingevoegd: dan wel
aan de achtergebleven geregistreerde partner.
B. Het tweede lid vervalt.
C. In het derde lid wordt na «weduwnaar» ingevoegd: dan wel
geen achtergebleven geregistreerde partner.
HOOFDSTUK 4.
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Artikel 1
Artikel 10 van de Vestigingswet Bedrijven 195415
wordt gewijzigd als volgt:
A. In het tweede lid wordt na «weduwe» telkens ingevoegd:
, weduwnaar of de achtergebleven geregistreerde partner.
B. In het zesde lid wordt na «weduwe» ingevoegd: , weduwnaar
of de achtergebleven geregistreerde partner.
Artikel 2
In artikel 13 van de Wet op de Registeraccountants16, wordt na «hun echtgenoten» ingevoegd: of hun geregistreerde
partners.
Artikel 3
De Wet op de Accountants-Administratieconsulenten17 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 15 wordt na «hun echtgenoten» ingevoegd: of
hun geregistreerde partners.
B. In artikel 56, eerste lid, wordt na «echtgenoten» ingevoegd:
of geregistreerde partners.
Artikel 4
In artikel 5, tweede lid, onderdeel a, ten eerste, van de Wet op
het consumentenkrediet18, wordt na «echtgenoten»
ingevoegd: of geregistreerde partners.
HOOFDSTUK 5.
MINISTERIE VAN FINANCIËN
Artikel 1
In artikel 48, eerste lid, van de Comptabiliteitswet19, wordt na «hun echtgenoten» ingevoegd de zinsnede: ,
hun geregistreerde partners.
Artikel 2
In artikel 7a, derde lid, van de Natuurschoonwet 192820 wordt na «huwelijksgemeenschappen» ingevoegd: of gemeenschappen
van geregistreerd partnerschap.
Artikel 3
Artikel 2 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen21 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Aan het derde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door
een puntkomma, toegevoegd:
i. kind: eerstegraads bloedverwant en aanverwant in de neergaande lijn.
2.
Na het vierde lid wordt toegevoegd:
5.
Bepalingen van de belastingwet die rechtsgevolgen verbinden aan het aangaan,
het bestaan, de beëindiging of het beëindigd zijn van een huwelijk
zijn van overeenkomstige toepassing op het aangaan, het bestaan, de beëindiging
onderscheidenlijk het beëindigd zijn van een geregistreerd partnerschap.
Artikel 4
De Invorderingswet 199022 wordt gewijzigd als
volgt:
A. In artikel 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1.
Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door
een puntkomma, toegevoegd:
o. kind: eerstegraads bloedverwant en aanverwant in de neergaande lijn.
2.
Na het derde lid wordt toegevoegd:
4.
Bepalingen van deze wet die rechtsgevolgen verbinden aan het aangaan,
het bestaan, de beëindiging of het beëindigd zijn van een huwelijk
zijn van overeenkomstige toepassing op het aangaan, het bestaan, de beëindiging
onderscheidenlijk het beëindigd zijn van een geregistreerd partnerschap.
B. In artikel 25, zevende lid, wordt «eigen kind, stiefkind»
vervangen door: kind.
Artikel 5
De Successiewet 195623 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 13a, vierde lid, vervalt:, stiefkinderen.
B. In artikel 32, zesde lid, vervalt: , stiefkinderen.
Artikel 6
De Wet op de inkomstenbelasting 196424 wordt
gewijzigd als volgt:
A. In artikel 2, tweede lid, wordt «eigen kinderen en stiefkinderen»
vervangen door: kinderen.
B. In artikel 17, tweede lid, onderdeel a, wordt «eigen kind, stiefkind»
vervangen door: kind.
C. In artikel 45, eerste lid, onderdeel g, onder 5, wordt «eigen
kind, stiefkind» vervangen door: kind.
D. Artikel 46 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:
a. In onderdeel a wordt «eigen kinderen, stiefkinderen» telkens
vervangen door: kinderen.
b. In onderdeel d wordt «eigen kinderen, stiefkinderen» vervangen
door: kinderen.
2.
In het tweede lid wordt «eigen kinderen, stiefkinderen» vervangen
door: kinderen.
3.
In het tiende lid wordt «eigen kinderen, stiefkinderen» vervangen
door: kinderen.
E. In artikel 55, vijfde lid, worden «eigen kind, stiefkind»
en «eigen kinderen, stiefkinderen» vervangen door: kind onderscheidenlijk
kinderen.
Artikel 7
De Wet op de loonbelasting 196425 wordt gewijzigd
als volgt:
A. Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:
a. In onderdeel e, onder 1, wordt «eigen kinderen, stiefkinderen»
vervangen door: kinderen.
b. In onderdeel n wordt «eigen kinderen, stiefkinderen» vervangen
door: kinderen.
c. In onderdeel o wordt «eigen kinderen, stiefkinderen» vervangen
door: kinderen.
2.
In het derde lid, onderdeel a, wordt «eigen kinderen, stiefkinderen»
vervangen door: kinderen.
B. Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt:
1.
In het vierde lid wordt «eigen kind, stiefkind» en «eigen
kinderen, stiefkinderen» vervangen door: kind onderscheidenlijk kinderen.
2.
In het negende lid wordt «eigen kinderen en stiefkinderen»
vervangen door: kinderen.
Artikel 8
In artikel 16, eerste lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting
en premie voor de volksverzekeringen26 wordt «eigen
kinderen, stiefkinderen» vervangen door: kinderen.
Artikel 9
De Wet op de vermogensbelasting 196427 wordt
gewijzigd als volgt:
A. In artikel 2, tweede lid, eerste volzin, wordt «eigen kinderen
en stiefkinderen» vervangen door: kinderen.
B. In artikel 26, eerste lid, onderdeel d, wordt «eigen kinderen,
stiefkinderen,» vervangen door: kinderen.
Artikel 10
De Wet op de vennootschapsbelasting 196928 wordt
gewijzigd als volgt:
A. In artikel 4, onderdeel b, vervalt :, stiefkinderen.
B. In artikel 5, onderdeel b, wordt «eigen kinderen, stiefkinderen»
telkens vervangen door: kinderen.
Artikel 11
In artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op belastingen
van rechtsverkeer29 wordt «eigen kinderen, stiefkinderen»
vervangen door: kinderen.
HOOFDSTUK 6.
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Artikel 1
Het Burgerlijk Wetboek30 wordt gewijzigd als
volgt:
A. Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
1.
In het tweede lid van artikel 16a wordt de zinsnede «65 en 67 van
dit boek» vervangen door : 65, 67 en 80a, vijfde lid.
2.
In het tweede lid van artikel 17a wordt na «huwelijken» ingevoegd:
dan wel geregistreerde partnerschappen.
3.
Artikel 21, eerste lid, komt te luiden:
1.
De ambtenaar van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage maakt akten van
inschrijving op van in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken
betreffende huwelijken of registraties van een partnerschap, waarvan de akten
niet in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand zijn
opgenomen, welke inhouden de nietigverklaring van een huwelijk of van een
geregistreerd partnerschap, een echtscheiding, de ontbinding van een geregistreerd
partnerschap, de ontbinding van een huwelijk na scheiding van tafel en bed
of de vernietiging van zulk een ingeschreven uitspraak, dan wel de beëindiging
van een geregistreerd partnerschap, bedoeld in artikel 80c, onder c, of de
vernietiging daarvan.
4.
In het eerste lid van artikel 23b wordt na «van huwelijk»
ingevoegd: , van registratie van een partnerschap.
5.
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanhef van het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
1. Na «huwelijksakten» wordt ingevoegd: , akten van registratie
van een partnerschap.
2. Na «van huwelijken» wordt ingevoegd: , van geregistreerde
partnerschappen.
b. Aan het vierde lid wordt de volgende zin toegevoegd:
Inschrijving op grond van het eerste of derde lid van een akte van registratie
van een partnerschap vindt niet plaats, indien een of beide geregistreerde
partners die geen Nederlander is, niet beschikt over een rechtsgeldige verblijfstitel
als bedoeld in artikel 80a, eerste of tweede lid. De vorige zin is niet van
toepassing, indien de geregistreerde partners aannemelijk kunnen maken dat
zij beiden buiten Nederland hun woonplaats hebben.
B. Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
1.
In artikel 12 wordt na «echtgenoot» ingevoegd: , geregistreerde
partner,.
2.
In artikel 91a, derde lid, wordt na «huwelijksgemeenschap»
ingevoegd: of in een gemeenschap van een geregistreerd partnerschap.
3.
In artikel 137, eerste lid, wordt na «huwelijksgemeenschap»
ingevoegd: of in een gemeenschap van een geregistreerd partnerschap.
4.
In artikel 195, eerste lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
5.
In artikel 247, eerste lid, wordt na «huwelijksgemeenschap»
ingevoegd: of in een gemeenschap van een geregistreerd partnerschap.
C. Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
1.
Artikel 46, tweede lid, komt te luiden:
2.
Met een echtgenoot wordt een geregistreerde partner of een andere levensgezel
gelijkgesteld.
2.
Artikel 189 wordt gewijzigd als volgt:
a. In het eerste lid wordt na «huwelijksgemeenschap,» toegevoegd:
gemeenschap van een geregistreerd partnerschap,;
b. In het tweede lid wordt na «ontbonden huwelijksgemeenschap,»
ingevoegd: ontbonden gemeenschap van een geregistreerd partnerschap,.
3.
In artikel 321, eerste lid, wordt na onderdeel f een onderdeel g ingevoegd,
onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f in een puntkomma,
luidende:
g. tussen geregistreerde partners.
D. Na artikel 879 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt een nieuw
artikel 879a ingevoegd, dat komt te luiden:
Artikel 879a
In dit boek worden met echtgenoten gelijkgesteld geregistreerde partners.
E. Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
1.
In artikel 106, eerste lid, onderdeel c, wordt na «aan de niet van
tafel en bed gescheiden echtgenoot» ingevoegd: , de geregistreerde partner.
2.
In artikel 108, eerste lid, onderdeel a, wordt na «aan de niet van
tafel en bed gescheiden echtgenoot» ingevoegd: , de geregistreerde partner.
F. Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
1.
In artikel 465, derde lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
, de geregistreerde partner.
2.
In artikel 629b, tweede lid, wordt na «van de werknemer» ingevoegd:
of zijn geregistreerde partner.
3.
In artikel 667, derde lid, wordt na «wegens het in het huwelijk
treden van de werknemer» ingevoegd: of wegens het aangaan van een geregistreerd
partnerschap door de werknemer.
4.
Artikel 670, tweede lid, komt te luiden:
2.
De werkgever kan niet opzeggen wegens het huwelijk van de werknemer of
wegens het aangaan van een geregistreerd partnerschap door de werknemer.
5.
In artikel 674, derde lid, wordt na «echtgenoten» ingevoegd
«dan wel geregistreerde partners» en wordt na «echtgenoot»
telkens ingevoegd «geregistreerde partner».
G. Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:
1.
Aan artikel 1623g wordt een zesde lid toegevoegd, dat komt te luiden:
6.
Met een echtgenoot wordt een geregistreerde partner gelijk gesteld.
2.
In artikel 1627, tweede lid, onder b, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: , de geregistreerde partner.
3.
In artikel 1628, eerste lid, onder a, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: , de geregistreerde partner.
4.
In artikel 1631, tweede lid, onder b, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: , de geregistreerde partner.
5.
In artikel 1631a, tweede lid, onder ten tweede, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: , de geregistreerde partner.
Artikel 2
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering31
wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 4, onderdeel 6, onder a en onderdeel 7, wordt na «echtgenoot»
telkens ingevoegd: of geregistreerde partner.
B. In artikel 18, tweede lid, wordt na de tweede vermelding van «scheiding
van tafel en bed» ingevoegd: , ontbinding van het geregistreerd partnerschap.
C. Artikel 56, eerste lid, komt te luiden als volgt:
1.
De partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, wordt in de kosten
veroordeeld. De kosten mogen echter geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd
tussen echtgenoten of geregistreerde partners of andere levensgezellen, bloedverwanten
in de rechte lijn, broers en zusters of aanverwanten in dezelfde graad, alsmede
indien partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld.
Ook kan de rechter de kosten die nodeloos werden aangewend of veroorzaakt,
voor rekening laten komen van de partij die deze kosten aanwendde of veroorzaakte.
D. Artikel 191 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden als volgt:
a. de echtgenoot en de gewezen echtgenoot dan wel de geregistreerde partner
en de vroegere geregistreerde partner van één der partijen,
de bloed- of aanverwanten van één der partijen of van hun echtgenoot
of van de geregistreerde partner, tot de tweede graad ingesloten, een en ander
tenzij de partij in hoedanigheid optreedt;
2.
In het derde lid, eerste volzin, wordt na «echtgenoten» ingevoegd
«of geregistreerde partners» en wordt de tweede volzin vervangen
door: Evenwel kunnen ouders en kinderen van de echtgenoten of van de geregistreerde
partners zich in gedingen tot echtscheiding en tot scheiding van tafel en
bed, onderscheidenlijk tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap verschonen.
3.
In het vierde lid wordt na «zijn echtgenoot of vroegere echtgenoot»
ingevoegd: onderscheidenlijk zijn geregistreerde partner of vroegere geregistreerde
partner.
E. In artikel 214, tweede lid, wordt de zinsnede «echtscheiding
en scheiding van tafel en bed» vervangen door: echtscheiding, scheiding
van tafel en bed of ontbinding van een geregistreerd partnerschap.
F. In artikel 215, derde lid, onderdeel e, wordt de zinsnede «echtscheiding
en scheiding van tafel en bed» vervangen door: echtscheiding, scheiding
van tafel en bed of ontbinding van een geregistreerd partnerschap.
G. Artikel 324, eerste lid, onder a, onderdeel 7, komt te luiden als volgt:
7°. Echtscheiding, ontbinding van een geregistreerd partnerschap,
scheiding van tafel en bed, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel
en bed en opheffing van de wettelijke gemeenschap van goederen;.
H. Artikel 429c wordt gewijzigd als volgt:
1.
Het tweede lid komt te luiden als volgt:
2.
In zaken betreffende echtscheiding, scheiding van tafel en bed, ontbinding
van het huwelijk na scheiding van tafel en bed en ontbinding van een geregistreerd
partnerschap is, indien het eerste lid geen bevoegde rechter aanwijst, bevoegd
de rechter van de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland,
van het werkelijk verblijf van de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner
die niet de verzoeker is. Heeft een echtgenoot dan wel een geregistreerde
partner echter een voorlopige voorziening gevraagd als bedoeld in de artikelen
822 en 823, dan is tot het einde van de termijn bedoeld in artikel 821, vierde
lid, terzake van een verzoek van deze echtgenoot tot echtscheiding of tot
scheiding van tafel en bed onderscheidenlijk een verzoek van deze geregistreerde
partner tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap bevoegd de rechter
aan wie het verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan.
2.
In het derde lid wordt na «scheiding van tafel en bed» ingevoegd
«of tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap» en wordt
na «echtgenoot» ingevoegd: of de geregistreerde partner.
I. Artikel 429g, tweede lid, komt te luiden als volgt:
2.
In zaken betreffende de rechtsgeldigheid in Nederland van een buitenlandse
akte of uitspraak, de weigering tot het opmaken van een akte van de burgerlijke
stand of een andere verrichting, de wijziging van de vermelding van het geslacht
in de akte van geboorte, huwelijken, geregistreerde partnerschappen, rechten
en verplichtingen van echtgenoten onderscheidenlijk van geregistreerde partners,
de wettelijke gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden onderscheidenlijk
voorwaarden van geregistreerd partnerschap, echtscheiding, scheiding van tafel
en bed, ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, ontbinding
van een geregistreerd partnerschap, adoptie, minderjarigheid, ouderlijk gezag,
voogdij, beschermingsbewind, curatele en levensonderhoud geschiedt de behandeling
met gesloten deuren.
J. In artikel 475d, eerste lid, onder a, tweede lid, onder a, b, e en
f, en derde lid, wordt na «echtgenoten» telkens ingevoegd: of
geregistreerde partners.
K. In artikel 479b wordt «scheidingsgeding» vervangen door
«geding tot echtscheiding, tot scheiding van tafel en bed, onderscheidenlijk
tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap» en wordt «door
de man aan de vrouw» vervangen door «door de ene partner aan de
andere partner».
L. In artikel 598a, eerste lid, wordt «door de man aan de vrouw»
vervangen door «door de ene partner aan de andere partner».
M. In artikel 660, eerste lid, onderdeel 3, onder a, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of de overgebleven partner bij een geregistreerd partnerschap.
N. In artikel 677, vierde lid, wordt na «huwelijk» ingevoegd:
of een geregistreerd partnerschap.
O. Artikel 768 wordt gewijzigd als volgt:
1.
In het eerste lid wordt na de zinsnede «echtgenoten of gewezen echtgenoten»
ingevoegd «dan wel geregistreerde partners of vroegere geregistreerde
partners» en wordt na «gehuwd» ingevoegd «onderscheidenlijk
als partners geregistreerd».
2.
In het tweede lid wordt de zinsnede «of tot scheiding van tafel
en bed» vervangen door: , tot scheiding van tafel en bed of tot ontbinding
van het geregistreerd partnerschap.
P. In artikel 769, eerste lid, wordt de zinsnede «of tot scheiding
van tafel en bed» vervangen door: , tot scheiding van tafel en bed of
tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap.
Q. In artikel 770b, eerste lid, wordt de zinsnede «of tot scheiding
van tafel en bed» vervangen door «, tot scheiding van tafel en
bed of tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap» en wordt na
«echtgenoot» ingevoegd: of geregistreerde partner.
R. In artikel 770c wordt na «echtgenoot» ingevoegd: of geregistreerde
partner.
S. In artikel 850, tweede lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
Artikel 3
Het Wetboek van Koophandel32 wordt gewijzigd
als volgt:
A. In artikel 415e, eerste lid, onderdelen 1 en 2, wordt na «gehuwd
was» telkens ingevoegd: of een geregistreerd partnerschap was aangegaan.
B. In artikel 450aa, eerste lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
Artikel 4
De Faillissementswet33 wordt gewijzigd als volgt
A. Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:
2.
Een schuldenaar die gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan
kan slechts aangifte doen met medewerking van zijn echtgenoot onderscheidenlijk
geregistreerde partner tenzij iedere gemeenschap tussen echtgenoten onderscheidenlijk
geregistreerde partners, is uitgesloten.
B. In artikel 6, tweede lid, wordt na «gehuwd is» ingevoegd
«of een geregistreerd partnerschap is aangegaan» en wordt na «echtgenoot»
ingevoegd «onderscheidenlijk geregistreerde partner».
C. Artikel 22 komt te luiden:
Artikel 22
In het vorige artikel wordt onder «gefailleerde» mede begrepen
de echtgenoot of de geregistreerde partner van de in enige gemeenschap van
goederen gehuwde onderscheidenlijk als partner geregistreerde.
D. Artikel 43, tweede lid, komt te luiden:
2.
Met een echtgenoot wordt een geregistreerde partner of een andere levensgezel
gelijkgesteld.
E. Artikel 61 komt te luiden:
Artikel 61
1.
De echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde neemt alle
goederen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgemeenschap onderscheidenlijk
de gemeenschap van het geregistreerd partnerschap vallen, terug.
2.
De aanbrengst van de bij huwelijkse voorwaarden of bij voorwaarden van
geregistreerd partnerschap buiten de gemeenschap gehouden rechten aan toonder
en zaken die geen registergoederen zijn, kan slechts worden bewezen zoals
bij artikel 130 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ten opzichte van derden
is voorgeschreven.
3.
Van de aan de echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde
opgekomen rechten aan toonder en zaken die geen registergoederen zijn, ten
aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking van de erflater of bij de gift
is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen, moet, in geval van geschil,
door beschrijving of bescheiden blijken. Hetzelfde geldt voor zodanige rechten
en zaken, hem staande huwelijk of geregistreerd partnerschap bij erfenis,
legaat of schenking opgekomen, die ingevolge de huwelijkse voorwaarden onderscheidenlijk
de voorwaarden van geregistreerd partnerschap buiten de gemeenschap vallen.
4.
De goederen, voortgesproten uit de belegging of wederbelegging van gelden
aan de echtgenoot of geregistreerde partner van de gefailleerde buiten de
gemeenschap toebehorende, worden insgelijks door die echtgenoot onderscheidenlijk
geregistreerde partner teruggenomen, mits de belegging of wederbelegging,
in geval van geschil, door voldoende bescheiden, ten genoege van de rechter,
zij bewezen.
5.
Indien de goederen aan de echtgenoot of geregistreerde partner van de
gefailleerde toebehorende, door de gefailleerde zijn vervreemd, doch de koopprijs
nog niet is betaald, of wel de kooppenningen nog onvermengd met de failliete
boedel aanwezig zijn, kan de echtgenoot onderscheidenlijk registreerde partner
zijn recht van terugneming op die koopprijs of op de voorhanden kooppenningen
uitoefenen.
6.
Voor zijn persoonlijke schuldvorderingen treedt de echtgenoot of geregistreerde
partner van de gefailleerde als schuldeiser op.
F. Artikel 62 komt te luiden:
Artikel 62
De persoon met wie de gefailleerde gehuwd is of een geregistreerd partnerschap
is aangegaan, heeft geen aanspraak op de boedel terzake van voordelen bij
huwelijkse voorwaarden onderscheidenlijk voorwaarden van geregistreerd partnerschap
besproken. Wederkerig kunnen de schuldeisers geen genot hebben van de voordelen,
die aan de gefailleerde bij huwelijkse voorwaarden door zijn echtgenoot onderscheidenlijk
bij voorwaarden van geregistreerd partnerschap door zijn geregistreerde partner,
zijn toegezegd.
G. Artikel 63 wordt gewijzigd als volgt:
1.
De eerste volzin van het eerste lid wordt vervangen door: Het faillissement
van de persoon die in enige gemeenschap van goederen gehuwd is of in enige
gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, wordt
als faillissement van die gemeenschap behandeld.
2.
Het tweede lid komt te luiden:
2.
Bij het faillissement van een schuldenaar die in gemeenschap van goederen
gehuwd is of die in gemeenschap van goederen een geregistreerd
partnerschap is aangegaan, zijn de bepalingen van deze wet omtrent handelingen
door de schuldenaar verricht, toepasselijk op de handelingen waardoor de gemeenschap
wettig verbonden is, onverschillig wie van de echtgenoten onderscheidenlijk
van de geregistreerde partners deze verrichtte.
H. Artikel 66, vierde lid, komt te luiden:
4.
De echtgenoot of gewezen echtgenoot van de gefailleerde of degene met
wie de gefailleerde een geregistreerd partnerschap is of was aangegaan, de
kinderen en verdere afkomelingen en de ouders en grootouders van de gefailleerde
kunnen zich van het geven van getuigenis verschonen.
I. Artikel 105, tweede lid, komt te luiden:
2.
Bij een faillissement van een persoon die in gemeenschap van goederen
is gehuwd of in gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is
aangegaan, rust de verplichting om inlichtingen te geven op ieder van de echtgenoten
onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voorzover hij gehandeld heeft.
J. Artikel 223b, derde lid, komt te luiden:
3.
De echtgenoot of gewezen echtgenoot van de schuldenaar of degene met wie
de schuldenaar een geregistreerd partnerschap is of was aangegaan, de kinderen
en verdere afkomelingen en de ouders en grootouders van de schuldenaar kunnen
zich van het geven van getuigenis verschonen.
K. Artikel 229, eerste lid, komt te luiden:
1.
Indien de schuldenaar in enige gemeenschap gehuwd is of in enige gemeenschap
een geregistreerd partnerschap is aangegaan, worden onder de boedel de baten
en lasten van die gemeenschap begrepen.
Artikel 5
De Wetop de rechtsbijstand34
wordt gewijzigd als volgt:
A. In het tweede lid van artikel 31 wordt na «echtscheiding»
ingevoegd: of ontbinding van het geregistreerd partnerschap als bedoeld in
artikel 80c, onder d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,.
B. In artikel 34, derde lid, onderdeel a, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of geregistreerde partner.
Artikel 6
De Wet rechten burgerlijke stand35 wordt gewijzigd
als volgt:
A. De onderdelen a en b van artikel 2 komen te luiden:
a. voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld
in artikel 23b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
b. voor elk uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van Boek
1 van het Burgerlijk Wetboek;
B. In artikel 4 wordt na «huwelijksvoltrekking» ingevoegd:
of registratie van een partnerschap.
C. In artikel 5 wordt na «huwelijksvoltrekking» telkens ingevoegd:
of registratie van een partnerschap.
Artikel 7
De Wet tarieven in burgerlijke zaken36 wordt
gewijzigd als volgt:
A. In artikel 3, zesde lid, wordt de zinsnede «of ontbinding van
het huwelijk na scheiding van tafel en bed» vervangen door: , ontbinding
van het huwelijk na scheiding van tafel en bed of beëindiging van een
geregistreerd partnerschap,.
B. In artikel 13, zesde lid, wordt na «huwelijkse voorwaarden»
ingevoegd: of van de voorwaarden van een geregistreerd partnerschap.
Artikel 8
In de onderdelen e en f van artikel 6, eerste lid, van de Wet tot
invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een
notarieel pensioenfonds36a wordt na «partnerpensioen»
telkens ingevoegd: aan degene met wie een overleden deelnemer of gewezen overleden
deelnemer ten tijde van zijn overlijden een geregistreerd partnerschap was
aangegaan of.
Artikel 9
In de Wet op het Notarisambt37 wordt een artikel
73g ingevoegd, luidende:
Artikel 73g
Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen
besluiten wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. huwelijk: geregistreerd partnerschap;
c. huwelijksaangifte: aangifte van het voornemen tot een geregistreerd
partnerschap;
d. huwelijkstoestemming: toestemming tot het aangaan van een geregistreerd
partnerschap;
e. huwelijkscontract: voorwaarden van geregistreerd partnerschap.
Artikel 10
In artikel 46b, dertiende lid, van de Advocatenwet38 wordt na «echtgenoten» ingevoegd: of geregistreerde partners.
Artikel 11
In artikel 23 van de Wet op de rechterlijke organisatie39 wordt na «echtgenoot» ingevoegd: of geregistreerde partner.
Artikel 12
In artikel 18, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke
ambtenaren40, wordt in de derde volzin na «wordt
mede begrepen» ingevoegd: de achtergebleven geregistreerde partner alsmede.
Artikel 13
De Wet verevening pensioenrechten bij scheiding41 wordt gewijzigd als volgt:
A. Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1.
In het eerste lid, onder a, wordt na «scheiding van tafel en bed»
ingevoegd: dan wel beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders
dan door de dood of vermissing.
2.
In het eerste lid, onder b, wordt na «echtscheiding» ingevoegd:
dan wel beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door
de dood of vermissing.
3.
Het eerste lid, onder f, komt te luiden als volgt:
f. nabestaandenpensioen: weduwen- en weduwnaarspensioen dan wel pensioen
ten behoeve van de achtergebleven geregistreerde partner, waaronder begrepen
bijzonder weduwenen weduwnaarspensioen onderscheidenlijk bijzonder pensioen
ten behoeve van de achtergebleven geregistreerde partner.
4.
Het tweede lid, onder a, komt te luiden als volgt:
a. echtgenoot: eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere
geregistreerde partner;.
5.
Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel d, een onderdeel e en een onderdeel
f toegevoegd, luidende:
d. huwelijkse voorwaarden: voorwaarden van een geregistreerd partnerschap;
e. huwelijkssluiting: registratie van een partnerschap;
f. hertrouwen: het aangaan van een huwelijk na een geregistreerd partnerschap,
het aangaan van een geregistreerd partnerschap na een huwelijk dan wel het
opnieuw aangaan van een geregistreerd partnerschap.
B. In artikel 3, eerste lid, onder c wordt na «gehuwd» ingevoegd:
of geregistreerd.
Artikel 14
In artikel 25a van de Auteurswet 191242 wordt
in de eerste volzin na «echtgenoot» ingevoegd: of de geregistreerde
partner.
Artikel 15
In artikel 35, derde lid, van de Wet op de economische delicten43 wordt na «echtgenoot» ingevoegd: of geregistreerde
partner.
Artikel 16
In artikel 15, derde lid, onderdeel a, van de Wet administratieve
rechtspraak belastingzaken44 wordt na «vroegere echtgenoot»
ingevoegd: dan wel de geregistreerde partner en de vroegere geregistreerde
partner.
Artikel 17
In het Wetboek van Strafrecht45 wordt na artikel
90septies een nieuw artikel 90octies ingevoegd, luidende:
Artikel 90octies
Waar van huwelijk of echtgenoot wordt gesproken wordt, met uitzondering
van artikel 449, daaronder mede begrepen geregistreerd partnerschap dan wel
geregistreerde partner.
Artikel 18
In artikel 152 van het Wetboek van Militair Strafrecht46 wordt na «gewezen echtgenoot» ingevoegd: of degene met
wie hij een geregistreerd partnerschap is of was aangegaan.
Artikel 19
Het Wetboek van Strafvordering47 wordt gewijzigd
als volgt:
A. In artikel 38, derde lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
B. Het 3e onderdeel van artikel 217 komt te luiden:
3° des verdachten of mede-verdachten echtgenoot of eerdere echtgenoot
dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner.
C. In artikel 219 wordt «echtgenoot of vroegere echtgenoot»
vervangen door: echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner
of eerdere geregistreerde partner.
D. In artikel 479, eerste lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
E. In artikel 509a, tweede lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
Artikel 20
In artikel 3, tweede lid, onder a, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven48 wordt na «echtgenoot» ingevoegd: , de achtergebleven
geregistreerde partner.
Artikel 21
Indien het voorstel van wet, houdende wijziging van de Wet op de rechterlijke
organisatie, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van
Strafvordering en andere wetten in verband met de integratie van kantongerechten
en de arrondissementsrechtbanken (tweede fase herziening rechterlijke organisatie)
(24 651), tot wet wordt verheven en in werking is getreden, wordt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gewijzigd als volgt:
A. Artikel 1.1.4 komt te luiden:
Artikel 1.1.4
Met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed, ontbinding
van het huwelijk na scheiding van tafel en bed en ontbinding van het geregistreerd
partnerschap en daarmee verband houdende verzoeken tot het treffen van een
voorlopige voorziening of een nevenvoorziening, alsmede met betrekking tot
de geldigheid en nietigheid van huwelijken en geregistreerde partnerschappen,
heeft de Nederlandse rechter uitsluitend rechtsmacht indien ten tijde van
de indiening van het verzoekschrift:
a. beide echtgenoten of geregistreerde partners Nederlander zijn, of
b. een van de echtgenoten of geregistreerde partners sedert twaalf maanden,
of, indien hij Nederlander is, sedert zes maanden woonplaats of gewone verblijfplaats
in Nederland heeft.
B. In artikel 1.6.9, onderdeel a, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
C. In artikel 1.6.10, vijfde lid, wordt na «echtgenoot» telkens
ingevoegd: of geregistreerde partner.
D. Artikel 2.8.17 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de echtgenoot en de gewezen echtgenoot dan wel de geregistreerde partner
en de vroegere geregistreerde partner van een partij, de bloed- of aanverwanten
van een partij of van hun echtgenoot of van hun geregistreerde partner, tot
de tweede graad ingesloten, een en ander tenzij de partij in hoedanigheid
optreedt;
2.
In het derde lid wordt na «zijn echtgenoot of vroegere echtgenoot»
ingevoegd: onderscheidenlijk zijn geregistreerde partner of zijn vroegere
geregistreerde partner.
E. In artikel 2.11.9, eerste lid, wordt na «echtgenoten» ingevoegd
«, geregistreerde partners» en wordt na «aanverwanten»
ingevoegd «dan wel geregistreerde partners van bloedverwanten».
F. In artikel 3.2.8, tweede lid wordt «scheiding van tafel en bed
en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed» vervangen
door «scheiding van tafel en bed, ontbinding van het huwelijk na scheiding
van tafel en bed en ontbinding van een geregistreerd partnerschap» en
wordt na «echtgenoot» ingevoegd «of geregistreerde partner».
G. In artikel 3.4.7, derde lid, eerste volzin, wordt na «echtgenoten»
toegevoegd «of tussen degenen die met elkaar een geregistreerd partnerschap
zijn aangegaan» en wordt de tweede volzin vervangen door: Evenwel kunnen
ouders en kinderen van de echtgenoten of van degenen die met elkaar een geregistreerd
partnerschap zijn aangegaan zich in gedingen tot echtscheiding en tot scheiding
van tafel en bed, onderscheidenlijk tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap
verschonen.
H. Artikel 803 komt te luiden:
Artikel 803
In zaken betreffende huwelijken, geregistreerde partnerschappen, rechten
en verplichtingen van echtgenoten onderscheidenlijk geregistreerde partners,
de wettelijke gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden onderscheidenlijk
voorwaarden van het geregistreerd partnerschap, vaderschap en afstamming van
kinderen, adoptie, minderjarigheid, ouderlijke macht, voogdij, omgang met
minderjarigen, beschermingsbewind, curatele en levensonderhoud geschiedt de
behandeling met gesloten deuren.
Artikel 22
Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 1992 ingediende voorstel
van wet houdende de Gerechtsdeurwaarderswet (22 775) tot
wet is verheven en in werking is getreden, wordt in artikel 3, tweede lid,
onder a, van die wet na «echtgenoot» ingevoegd: , geregistreerde
partner.
Artikel 23
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 oktober 1995 bij de Eerste
Kamer der Staten-Generaal ingediende voorstel van wet, houdende wijziging
van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke
personen (22 969), tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt
de Faillissementswet gewijzigd als volgt:
A. Artikel 284, derde lid, komt te luiden:
3.
Een gehuwde schuldenaar of een schuldenaar die een geregistreerd partnerschap
is aangegaan kan het verzoek slechts doen met medewerking van zijn echtgenoot
onderscheidenlijk zijn geregistreerde partner, tenzij iedere gemeenschap van
goederen tussen de echtgenoten onderscheidenlijk de geregistreerde partners
is uitgesloten.
B. Artikel 285 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. indien de schuldenaar is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is
aangegaan, een opgave van de gegevens, bedoeld onder b en c betreffende de
echtgenoot onderscheidenlijk de geregistreerde partner.
2.
Het tweede lid, onderdeel f, komt te luiden:
f. indien de schuldenaar is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is
aangegaan, een opgave van de gegevens, bedoeld onder b betreffende de echtgenoot
onderscheidenlijk de geregistreerde partner.
Artikel 24
Indien het bij koninklijke boodschap van 3 mei 1994 bij de Tweede Kamer
ingediende voorstel van wet, houdende wettelijke regeling van het notarisambt,
mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt
en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief
betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het
notarisambt) (23 706), tot wet is verheven en in werking is getreden,
wordt in die wet artikel 1 gewijzigd als volgt:
1.
Voor de huidige tekst wordt het cijfer «1» geplaatst.
2.
Er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. gehuwd: geregistreerd.
Artikel 25
Indien het bij koninklijke boodschap van 8 juni 1994 bij de Tweede Kamer
ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk
Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering in verband met
opneming daarin van bepalingen voor het geregistreerd partnerschap (23 761)49 tot wet is verheven en in werking is getreden, wordt die wet als
volgt gewijzigd:
1.
In artikel 80c, onder c, worden de woorden «door overlegging aan»
vervangen door: door inschrijving door.
2.
In het tweede lid van artikel 80d wordt de zinsnede «zijn de artikelen
155, 159, 159a, 163, derde lid, en 164 van overeenkomstige toepassing» vervangen door: zijn de artikelen 155, 159, eerste en derde lid, 159a,
160 en 164 van overeenkomstige toepassing.
3.
Onderdeel L van artikel II komt te luiden als volgt:
L
In artikel 233 worden de woorden «en niet gehuwd zijn of gehuwd
zijn geweest» vervangen door: en niet gehuwd of geregistreerd dan wel
gehuwd of geregistreerd zijn geweest.
Artikel 26
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 maart 1997 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van het Burgerlijke Wetboek, het Buitengewoon Besluit
Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit
en zekerheid) (25 263) tot wet is verheven en in werking is getreden,
vervalt artikel 1, onderdeel F, onder 4, van dit hoofdstuk, onder vernummering
van onderdeel 5 tot onderdeel 4.
Artikel 27
Indien het bij koninklijke boodschap van 13 maart 1997 ingediende voorstel
van wet, houdende wijziging van de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens
voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds in verband
met de invoering van een flexibele pensioenregeling (25 269)50,
tot wet is verheven en in werking is getreden, vervalt artikel 8 van deze
wet.
Artikel 28
Indien het bij koninklijke boodschap van 23 december 1996 ingediende voorstel
van wet, houdende aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet
bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening van het fiscale procesrecht) (25 175), tot wet is
verheven en in werking is getreden, vervalt artikel 16 van deze wet.
Artikel 29
Indien het bij koninklijke boodschap van 20 maart 1996 ingediende voorstel
van wet houdende herziening van het afstammingsrecht alsmede van de
regeling van adoptie (24 649) tot wet is verheven en in werking
is getreden, wordt die wet als volgt gewijzigd:
Het eerste lid van artikel 228 wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel f komt te luiden:
f. dat de adoptant het kind gedurende ten minste drie aaneengesloten jaren
heeft verzorgd en opgevoed of, in geval van adoptie door twee personen tezamen,
dat zij het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed;
b. Een nieuw onderdeel g wordt toegevoegd, dat luidt:
g. dat de ouder of ouders niet of niet langer het gezag over het kind
hebben. Indien evenwel de echtgenoot of levensgezel van het andere geslacht
van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met
voornoemde echtgenoot of levensgezel van het andere geslacht het gezag heeft.
HOOFDSTUK 7.
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Artikel 1
De Jachtwet51 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 7, eerste lid, onder a, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of geregistreerde partner.
B. In artikel 12a, derde lid onder b, wordt na «hun echtgenoten»
ingevoegd: of hun geregistreerde partners.
Artikel 2
Artikel 8 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet52
wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt na «Echtgenoten» ingevoegd: of
geregistreerde partners.
B. In het tweede lid wordt na «het huwelijk» ingevoegd: of
het geregistreerd partnerschap.
C. In het derde lid wordt na «het huwelijk» ingevoegd: of
het geregistreerd partnerschap.
Artikel 3
De Wet agrarisch grondverkeer53 wordt gewijzigd
als volgt:
A. In artikel 6, tweede lid, onder h, wordt na: «een ontbonden huwelijksgemeenschap»
ingevoegd: , een ontbonden gemeenschap van een geregistreerd partnerschap.
B. In artikel 51, eerste lid, onder b, wordt na «de huwelijksgemeenschap»
ingevoegd: , de gemeenschap van een geregistreerd partnerschap.
Artikel 4
Artikel 21 van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde
199054 wordt gewijzigd als volgt:
A. In het eerste lid wordt na «echtgenoten» ingevoegd: , geregistreerde
partners,.
B. In het tweede lid wordt na «het huwelijk» ingevoegd «of
het geregistreerd partnerschap» en wordt «echtelieden» vervangen
door: echtgenoten of geregistreerde partners.
Artikel 5
De Pachtwet55 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 5, derde lid, wordt na «echtgenoten» ingevoegd:
of geregistreerde partners.
B. In artikel 41 wordt na «echtgenoot» telkens ingevoegd:
of geregistreerde partner.
C. In artikel 43, eerste en tweede lid, wordt na «echtgenoot»
telkens ingevoegd: of de geregistreerde partner.
D. In artikel 44, tweede lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of de geregistreerde partner.
E. In artikel 49, eerste lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
F. In artikel 49a, eerste lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
G. In artikel 54, tweede lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
H. In artikel 56e, eerste lid, onder b, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of zijn geregistreerde partner.
I. In artikel 56i, vijfde lid, onderdeel a, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of geregistreerde partner.
J. In artikel 70g, tweede lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
HOOFDSTUK 8.
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Artikel 1
De Wet op de studiefinanciering56 wordt gewijzigd
als volgt:
A. Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1.
Aan het eerste lid, onderdeel f, ten 1e, wordt na «is gehuwd»
een zinsnede toegevoegd, luidende: of met wie hij een geregistreerd partnerschap
is aangegaan.
2.
In het eerste lid, onderdeel f, ten 2e, vervalt de zinsnede: niet met
de studerende gehuwde.
3.
In het eerste lid, onderdeel f, ten 2e, wordt na «voert» een
zinsnede ingevoegd, luidende: maar met wie hij niet gehuwd is noch een geregistreerd
partnerschap is aangegaan.
4.
Aan het eerste lid, onderdeel l, ten 1e, wordt na «is gehuwd»
een zinsnede toegevoegd, luidende: of met wie hij een geregistreerd partnerschap
is aangegaan.
5.
In het eerste lid, onderdeel l, ten 2e, vervalt de zinsnede: niet met
de debiteur gehuwde.
6.
In het eerste lid, onderdeel l, ten 2e, wordt na «voert» een
zinsnede ingevoegd, luidende: maar met wie hij niet gehuwd is noch een geregistreerd
partnerschap is aangegaan.
7.
In het tweede lid wordt de zinsnede «indien twee ongehuwde personen»
vervangen door: indien twee ongehuwde of niet geregistreerde personen.
B. In artikel 43, vierde lid, wordt na de zinsnede «zijn gehuwd
» een zinsnede toegevoegd, luidende: of een geregistreerd partnerschap
zijn aangegaan.
Artikel 2
Artikel 1 van de Wet tegemoetkoming studiekosten57 wordt gewijzigd als volgt:
A. Aan het eerste lid, onderdeel c, ten 1e, wordt na «is gehuwd»
een zinsnede toegevoegd, luidende: of met wie hij een geregistreerd partnerschap
is aangegaan.
B. In het eerste lid, onderdeel c, ten 2e, vervalt de zinsnede: niet met
de aanvrager onderscheidenlijk de TS-ouder gehuwde.
C. In het eerste lid, onderdeel c, ten 2e, wordt na «voert»
een zinsnede ingevoegd, luidende: maar met wie hij niet gehuwd is noch een
geregistreerd partnerschap is aangegaan.
D. In het tweede lid wordt de zinsnede «indien twee ongehuwde personen»
vervangen door: indien twee ongehuwde of niet geregistreerde personen.
Artikel 3
In artikel 114, vierde lid, onderdeel a, van de Mediawet58, wordt na «echtgenoten» ingevoegd: , geregistreerde partners.
HOOFDSTUK 9.
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Artikel 1
Artikel 1 van de Ziektewet59 wordt als volgt
gewijzigd:
A. Voor de tekst van artikel 1 wordt een 1. geplaatst.
B. Aan het artikel wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen
besluiten wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd.
Artikel 2
Artikel 1 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering60 wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de tekst van het artikel wordt een 1. geplaatst.
B. Aan het artikel wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen
besluiten wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd.
Artikel 3
Artikel 1 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet61 wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de tekst van het artikel wordt een 1. geplaatst.
B. Aan het artikel wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen
besluiten wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwde: als partner geregistreerde.
Artikel 4
De Toeslagenwet62 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot
en met zesde lid, wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;
d. gehuwde: als partner geregistreerde.
2.
In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «derde
lid» vervangen door: vierde lid.
3.
In het tot zesde lid vernummerde vijfde lid wordt de zinsnede «vierde
lid» vervangen door: vijfde lid.
B. In artikel 39, eerste lid wordt de zinsnede «artikel 1, tweede,
derde, vierde of vijfde lid» vervangen door: artikel 1, derde, vierde,
vijfde of zesde lid.
Artikel 5
Artikel 1 van de Wet Werkloosheidsvoorziening63
wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de tekst van het artikel wordt een 1. geplaatst.
B. Aan het artikel wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen
besluiten wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;
d. gehuwde: als partner geregistreerde.
Artikel 6
Artikel 1 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid64 wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de tekst van het artikel wordt een 1. geplaatst.
B. Aan het artikel wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen
besluiten wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. gehuwd: als partner geregistreerd.
Artikel 7
De Algemene Ouderdomswet65 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot
en met zesde lid, wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;
d. gehuwde: als partner geregistreerde.
2.
In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «derde
lid» vervangen door: vierde lid.
3.
In het tot zesde lid vernummerde vijfde lid wordt de zinsnede «vierde
lid» vervangen door: vijfde lid.
B. In artikel 53, eerste lid wordt de zinsnede «artikelen 1, tweede,
derde, vierde of vijfde lid, 2, 3 en 6 » vervangen door: artikelen 1,
derde, vierde, vijfde of zesde lid, 2, 3 en 6.
Artikel 8
1.
De Algemene nabestaandenwet66 wordt als volgt
gewijzigd:
A. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid in tweede tot
en met zesde lid wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. huwelijk: geregistreerd partnerschap;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;.
d. de huwelijkssluiting: het aangaan van het geregistreerd partnerschap;
e. in het huwelijk treedt: een geregistreerd partnerschap aangaat.
2.
In het tot vierde lid vernummerde derde lid, onderdeel d en het zesde
lid wordt de zinsnede «het tweede lid» vervangen door: het derde
lid.
3.
In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «het
derde lid, onderdeel d» vervangen door: het vierde lid, onderdeel d.
B. In artikel 66a, tweede lid, onderdeel b, wordt de zinsnede «artikel
3, eerste lid» vervangen door: artikel 3, tweede lid.
C. In de artikelen 4, 16, eerste lid, onderdeel b, 67, derde en vierde
lid en 71, derde lid wordt de zinsnede «artikel 3» vervangen door:
artikel 3, tweede tot en met zesde lid.
2.
Na de inwerkingtreding van deze wet berust de algemene maatregel van bestuur,
op grond van artikel 3, vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet op artikel
3, vijfde lid, van die wet.
Artikel 9
Aan artikel 1 van de Coördinatiewet sociale verzekeringen67 wordt een nieuw derde lid toegevoegd, luidende:
3.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners.
Artikel 10
Artikel 3 van de Algemene bijstandswet68 wordt
gewijzigd als volgt:
A. Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid in tweede tot
en met zesde lid wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. huwelijk: geregistreerd partnerschap;
d. gehuwd: als partner geregistreerd;
e. gehuwde: als partner geregistreerde;
f. gehuwden: als partners geregistreerden;
g. echtscheiding: beëindiging van een geregistreerd partnerschap
anders dan door de dood of vermissing.
B. In het tot vierde lid vernummerde derde lid, onderdeel d en het tot
zesde lid vernummerde vijfde lid wordt de zinsnede «het tweede lid»
vervangen door: het derde lid.
C. In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «het
derde lid, onderdeel d» vervangen door: het vierde lid, onderdeel d.
Artikel 11
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers69 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid in tweede tot
en met zesde lid wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;
d. gehuwde: als partner geregistreerde.
2.
In het tot vierde lid vernummerde derde lid, onderdeel d en het tot zesde
lid vernummerde vijfde lid wordt de zinsnede «het tweede lid»
vervangen door: het derde lid.
3.
In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «het
derde lid, onderdeel d» vervangen door: het vierde lid, onderdeel d.
B. In artikel 4 wordt de zinsnede «artikel 3, tweede lid»
telkens vervangen door: artikel 3, derde lid.
Artikel 12
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen70 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder vernummering van het eerste tot en met vijfde lid in tweede tot
en met zesde lid wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;
d. gehuwde: als partner geregistreerde.
2.
In het tot vierde lid vernummerde derde lid, onderdeel d en het tot zesde
lid vernummerde vijfde lid wordt de zinsnede «het tweede lid»
vervangen door: het derde lid.
3.
In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «het
derde lid, onderdeel d» vervangen door: het vierde lid, onderdeel d.
B. In artikel 4 wordt de zinsnede «artikel 3, tweede lid»
vervangen door: artikel 3, derde lid.
Artikel 13
Na de inwerkingtreding van deze wet berust de algemene maatregel van bestuur,
op grond van artikel 3, vierde lid, van de Algemene bijstandswet, artikel
3, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers en artikel 3, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, telkens op
artikel 3, vijfde lid, van die wetten.
Artikel 14
Artikel 1 van de Wet voorzieningen gehandicapten71 wordt als volgt gewijzigd:
A. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot
en met zesde lid, wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. gehuwd: als partner geregistreerd.
B. In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «derde
lid» vervangen door: vierde lid.
Artikel 15
Artikel 1 van de Pensioen- en spaarfondsenwet72
wordt als volgt gewijzigd:
A. Onder vernummering van het tweede tot en met zevende in derde tot en
met achtste lid wordt in artikel 1 een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. de man en de vrouw: de geregistreerde partners;
d. huwelijk: geregistreerd partnerschap;
e. gehuwden: als partner geregistreerden;
f. huwelijkse voorwaarden: voorwaarden van een geregistreerd partnerschap;
g. scheiding of echtscheiding: beëindiging van een geregistreerd
partnerschap anders dan door de dood of vermissing;
h. weduwe of weduwnaar: achtergebleven partij bij een geregistreerd partnerschap;
i. weduwen- en weduwnaarspensioen: pensioen ten behoeve van achtergebleven
geregistreerde partners.
B. Na artikel 2b wordt een nieuw artikel 2c ingevoegd, luidende:
Artikel 2c
1.
In pensioenregelingen waarin is voorzien in weduwen-, weduwnaars, of partnerpensioen
hebben wijzigingen in rechten en verplichtingen die ontstaan als gevolg van
de gelijkstelling, bedoeld in artikel 1, tweede lid, in afwijking van artikel
V van de Wet tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met opneming daarin van
bepalingen voor het geregistreerd partnerschap (Stb. ..), uitsluitend betrekking
op perioden van deelname aan die pensioenregeling vanaf inwerkingtreding van
artikel 1, tweede lid.
2.
Onverminderd het eerste lid, kan in een pensioenregeling worden bepaald
dat wijzigingen in de rechten en verplichtingen, bedoeld in het eerste lid,
ook betrekking hebben op eerdere perioden van deelneming.
Artikel 16
In artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet betreffende verplichte
deelneming in een beroepspensioenregeling73, wordt na «wezenpensioen»
toegevoegd: alsmede pensioen ten behoeve van de achtergebleven geregistreerde
partner.
Artikel 17
Artikel 1, tweede lid, van de Arbeidswet 191974
komt te luiden:
2.
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
gelijkgesteld met echtgenoot: geregistreerde partner.
Artikel 18
In artikel 1, onderdeel c, onder 2 van de Noodwet Arbeidsvoorziening75 wordt na «echtgenoot» ingevoegd: of geregistreerde
partner.
Artikel 19
In artikel 1, onderdeel c, onder 2° van de Wet op de loonvorming76 wordt na «echtgenoot» ingevoegd: of geregistreerde
partner.
Artikel 20
In artikel 1, onderdeel b, onder 2°, van het Buitengewoon Besluit
Arbeidsverhoudingen 194577 wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of geregistreerde partner.
Artikel 21
In artikel 23 van de Wet op de bedrijfsorganisatie78 wordt na «hun echtgenoten» ingevoegd: of hun geregistreerde
partners.
Artikel 22
Artikel 1 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen79 wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de tekst van het artikel wordt een 1. geplaatst.
B. Aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd.
Artikel 23
Artikel 1 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen jong-gehandicapten80 wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de tekst van het artikel wordt een 1. geplaatst.
B. Aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd luidende:
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd.
Artikel 24
Indien de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen81 in werking treedt:
A. Vervalt artikel 3 van dit hoofdstuk.
B. Wordt aan artikel I van die wet onder vernummering van het tweede lid
tot derde lid een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners.
Artikel 25
Indien het bij koninklijke boodschap van 12 oktober 1996 ingediende voorstel
van wet, houdende een afzonderlijke inkomensvoorziening voor kunstenaars (Wet inkomensvoorziening kunstenaars) (25 053), tot wet is verheven
en in werking is getreden, wordt artikel 3 van die wet gewijzigd als volgt:
1.
In onderdeel b wordt onder vernummering van 2 tot 3 een nieuw onderdeel
2 ingevoegd, luidende:
2.
degene die een geregistreerd partnerschap is aangegaan;.
2.
In onderdeel d wordt «artikel 3» vervangen door: artikel 3,
tweede tot en met zesde lid,.
HOOFDSTUK 10.
MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Artikel 1
Artikel 31 van de Loodsenwet82 wordt gewijzigd
als volgt:
A. In het eerste lid wordt na «Echtgenoten» ingevoegd: of
geregistreerde partners.
B. In het tweede lid wordt na «huwelijk» ingevoegd «of
het geregistreerd partnerschap» en wordt na «echtelieden»
ingevoegd: of geregistreerde partners.
C. In het vierde lid wordt na «huwelijk» ingevoegd: of het
geregistreerd partnerschap.
Artikel 2
Voor de huidige tekst van artikel 28 van de Waterschapswet83 wordt de aanduiding «1.» geplaatst en aan het artikel
wordt een tweede lid toegevoegd, luidende als volgt:
2.
Voor de toepassing van het vorige lid wordt gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. huwelijkse gemeenschap: gemeenschap van een geregistreerd partnerschap.
Artikel 3
In artikel 17, tweede en derde lid, van de Wet stimulering zeescheepvaart84 wordt na «huwelijksvermogensrecht» telkens
ingevoegd: of registratievermogensrecht.
HOOFDSTUK 11.
MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Artikel 1
De Wet buitengewoon pensioen 1940–194585
wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1a ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Voor de toepassing van deze wet wordt gelijkgesteld met:
a. huwelijk: het geregistreerd partnerschap;
b. gehuwd: als partner geregistreerd;
c. echtgenoot of echtgenote: de geregistreerde partner;
d. weduwe of weduwnaar: de achtergebleven partij bij een geregistreerd
partnerschap;
B. Het tweede lid van artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder a wordt de zinsnede «de man op de dag van het vonnis, waarbij
de echtscheiding of ontbinding van het huwelijk is uitgesproken,» vervangen
door: de man op de dag waarop de beschikking tot echtscheiding of de ontbinding
van het huwelijk is uitgesproken dan wel het geregistreerd partnerschap ingevolge
artikel 80c, onder c en d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is beëindigd,.
2.
Onder c wordt na «hertrouwen» ingevoegd «, het aangaan
van een huwelijk na een geregistreerd partnerschap, het aangaan van een geregistreerd
partnerschap na een huwelijk dan wel het opnieuw aangaan van een geregistreerd
partnerschap.» en wordt na «hertrouwd» ingevoegd «of
geregistreerd dan wel opnieuw geregistreerd».
Artikel 2
De Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers86 wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1a ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Voor de toepassing van deze wet wordt gelijkgesteld met:
a. huwelijk: het geregistreerd partnerschap;
b. gehuwd: als partner geregistreerd;
c. echtgenoot of echtgenote: de geregistreerde partner;
d. weduwe of weduwnaar: de achtergebleven partij bij het geregistreerd
partnerschap;
B. Het tweede lid van artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder a wordt de zinsnede «de man op de dag van het vonnis, waarbij
de echtscheiding of ontbinding van het huwelijk is uitgesproken,» vervangen
door: de man op de dag waarop de beschikking tot echtscheiding of de ontbinding
van het huwelijk is uitgesproken dan wel het geregistreerd partnerschap ingevolge
artikel 80c, onder c en d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is beëindigd,.
2.
Onder c wordt na «hertrouwen» ingevoegd «, het aangaan
van een huwelijk na een geregistreerd partnerschap, het aangaan van een geregistreerd
partnerschap na een huwelijk dan wel het opnieuw aangaan van een geregistreerd
partnerschap.» en wordt na «hertrouwd» ingevoegd «of
geregistreerd dan wel opnieuw geregistreerd».
Artikel 3
De Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–194587 wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1a ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
1.
Voor de toepassing van deze wet wordt gelijkgesteld met:
a. huwelijk: het geregistreerd partnerschap;
b. gehuwd: als partner geregistreerd;
c. echtgenoot of echtpaar: de geregistreerde partner of het geregistreerde
paar;
d. weduwe of weduwnaar: de achtergebleven partij bij het geregistreerd
partnerschap;
2.
In deze wet en de daarop rustende bepalingen:
a. worden als gehuwd of als echtgenoot aangemerkt, ongehuwde personen
van verschillend of gelijk geslacht, die duurzaam een gezamenlijke huishouding
voeren, tenzij het betreft personen tussen wie bloedverwantschap in de eerste
of tweede graad bestaat;
b. wordt als ongehuwd mede aangemerkt degenen die duurzaam gescheiden
leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.
3.
Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in het tweede lid kan slechts
sprake zijn indien twee personen gezamenlijk voorzien in huisvesting en bovendien
beiden een bijdrage leveren in de kosten van de huishouding dan wel op andere
wijze in elkaars verzorging voorzien. Onze Minister kan nadere regels stellen
voor de toepassing van de eerste volzin.
B. Het vijfde en zesde lid van artikel 10 vervallen.
C. Artikel 34 wordt gewijzigd als volgt:
1.
In het tweede lid, onder c, wordt «artikel 10, vijfde lid, onder
a» vervangen door: artikel 1a, tweede lid, onder a.
2.
In het derde lid wordt «artikel 10, vijfde lid, onder a» vervangen
door: artikel 1a, tweede lid, onder a.
Artikel 4
De Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–194588 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid,
wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:
1.
Voor de toepassing van deze wet wordt gelijkgesteld met:
a. huwelijk: het geregistreerd partnerschap;
b. gehuwd: als partner geregistreerd;
c. echtgenoot of echtpaar: de geregistreerde partner of het geregistreerde
paar;
d. weduwe of weduwnaar: de achtergebleven partij bij het geregistreerd
partnerschap;
2.
In het tweede lid (nieuw), onder a, vervalt het woord «mede».
3.
Het tweede lid (nieuw), onder c, komt te luiden:
c. wordt als ongehuwd aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft
van de persoon met wie hij gehuwd is..
B. In artikel 9, tweede lid, wordt na «echtgenoten» ingevoegd:
of geregistreerde partners.
C. In de onderdelen c en d van artikel 41, eerste lid, worden de woorden
«eerste lid» vervangen door: tweede lid.
Artikel 5
De Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet89
wordt als volgt gewijzigd:
A. Na artikel 1 wordt een nieuw artikel 1a ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Voor de toepassing van deze wet wordt gelijkgesteld met:
a. huwelijk: het geregistreerd partnerschap;
b. gehuwd: als partner geregistreerd;
c. echtgenoot of echtgenote: de geregistreerde partner;
d. weduwe of weduwnaar: de achtergebleven partij bij een geregistreerd
partnerschap;
B. Het tweede lid van artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Onder a wordt de zinsnede «de man op de dag van het vonnis, waarbij
de echtscheiding of ontbinding van het huwelijk is uitgesproken,» vervangen
door: de man op de dag waarop de beschikking tot echtscheiding of de ontbinding
van het huwelijk is uitgesproken dan wel het geregistreerd partnerschap ingevolge
artikel 80c, onder c en d, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is beëindigd,.
2.
Onder c wordt na «hertrouwen» ingevoegd «, het aangaan
van een huwelijk na een geregistreerd partnerschap, het aangaan van een geregistreerd
partnerschap na een huwelijk dan wel het opnieuw aangaan van een geregistreerd
partnerschap.» en wordt na «hertrouwd» ingevoegd «of
geregistreerd dan wel opnieuw geregistreerd».
Artikel 6
Artikel 1, tweede lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische
ziekenhuizen90 komt te luiden als volgt:
2.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde heeft degene
die met betrokkene een duurzame gemeenschappelijke huishouding heeft of met
betrokkene een geregistreerd partnerschap is aangegaan, gelijke bevoegdheden
als de echtgenoot.
Artikel 7
De Drank- en Horecawet91 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 20, zesde lid, wordt na «echtgenoten» ingevoegd;
of geregistreerde partners.
B. In artikel 26, tweede lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd;
of geregistreerde partner.
C. In artikel 31, tweede lid, onderdeel b, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of geregistreerde partner.
Artikel 8
Artikel 1 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten92 wordt als volgt gewijzigd:
A. Onder vernummering van het tweede tot en met vijfde lid tot derde tot
en met zesde lid, wordt een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:
2.
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt
gelijkgesteld met:
a. echtgenoot: geregistreerde partner;
b. echtgenoten: geregistreerde partners;
c. gehuwd: als partner geregistreerd;
d. gehuwde: als partner geregistreerde.
B. In het tot vijfde lid vernummerde vierde lid wordt de zinsnede «derde
lid» vervangen door: vierde lid.
C. In het tot zesde lid vernummerde vijfde lid wordt de zinsnede «vierde
lid» vervangen door: vijfde lid.
Artikel 9
De Ziekenfondswet93 wordt gewijzigd als volgt:
A. Artikel 1, tweede lid, komt te luiden als volgt:
2.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen worden mede als gehuwd
of als echtgenoten aangemerkt:
a. geregistreerde partners;
b. niet gehuwde personen van verschillend of gelijk geslacht, die duurzaam
een gemeenschappelijke huishouding voeren, tenzij het betreft personen tussen
wie bloedverwantschap in de eerste graad bestaat.
B. In het derde lid wordt de zinsnede «bedoeld in het tweede lid»
vervangen door: bedoeld in het tweede lid, onderdeel b.
Artikel 10
De Wet op de orgaandonatie94 wordt gewijzigd
als volgt:
a. In artikel 4 wordt na «echtgenoot» steeds ingevoegd: ,
geregistreerde partner.
b. In artikel 11, eerste lid, wordt na «echtgenoot» ingevoegd:
, geregistreerde partner.
Artikel 11
Indien het voorstel van wet tot regeling van medisch-wetenschappelijk
onderzoek met mensen (Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen) (22 588) tot wet wordt verheven en in werking is getreden, wordt
in artikel 4, eerste lid, onder c, van die wet, na «echtgenoot»
ingevoegd: , geregistreerde partner.
HOOFDSTUK 12.
MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Artikel 1
De Woonwagenwet95 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 18, eerste lid, onderdeel b, ten 2, wordt na «echtgenoot»
ingevoegd: of geregistreerde partner.
B. Aan artikel 21, onderdeel a, wordt na «echtgenoot» toegevoegd:
of de geregistreerde partner.
C. In artikel 26, wordt na «aan diens echtgenoot» ingevoegd:
of geregistreerde partner.
D. Artikel 51, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd:
1.
Na «de gehuwde» wordt een zinsnede ingevoegd, luidende: of
degene die een geregistreerd partnerschap is aangegaan.
2.
Na «zijn echtgenoot» wordt een zinsnede ingevoegd, luidende:
dan wel zijn geregistreerde partner.
Artikel 2
In artikel 29 van de Kadasterwet96 wordt na
«huwelijksgemeenschap» een zinsnede ingevoegd, luidende: of van
een gemeenschap van geregistreerd partnerschap.
HOOFDSTUK 13.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 1
Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad brengt Onze Minister
van Justitie de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen van het
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering met de nieuwe nummering van het Wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering in overeenstemming.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip,
dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld.
Artikel 3
Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet geregistreerd partnerschap.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
1 Stb. 1952, 406, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 februari
1997, Stb. 63.
2 Stb. 1855, 33, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 juli
1927, Stb. 259.
3 Stb. 1994, 494, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 oktober
1997, Stb. 546.
4 Stb. 1991, 133, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 mei
1996, Stb. 370.
5 Stb. 1992, 531, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 maart
1997, Stb. 142.
6 Stb. 1994, 357, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 mei
1997, Stb. 250.
7 Stb. 1996, 13, gewijzigd bij de wet van 30 mei 1997, Stb.
250.
8 Stb. 1989, 423, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 527.
9 Stb. 1996, 367, gewijzigd bij de wet van 6 november 1997,
Stb. 510.
10 Stb. 1994, 230, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14
november 1996, Stb. 562.
11 Stb. 1994, 762, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 527.
12 Stb. 1980, 6, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17 april
1997, Stb. 192.
13 Stb. 1996, 368, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
14 Stb. 1966, 451, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21
december 1995, Stb. 638.
15 Stb. 1964, 66, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
16 Stb. 1993, 468, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
17 Stb. 1993, 469, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
18 Stb. 1990, 395, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
19 Stb. 1992, 351, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26
februari 1997, Stb. 96.
20 Stb. 1989, 252, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16
november 1995, Stb. 582.
21 Stb. 1959, 301, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
22 Stb. 1990, 221, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19
november 1997, Stb. 547.
23 Stb. 1984, 546, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december
1997, Stb. 580.
24 Stb. 1990, 103, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30
oktober 1997, Stb. 513.
25 Stb. 1990, 104, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11
september 1997, Stb. 465.
26 Stb. 1995, 635, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11
september 1997, Stb. 465.
27 Stb. 1964, 520, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december
1997, Stb. 580.
28 Stb. 1969, 469, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
29 Stb. 1990, 422, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11
september 1997, Stb. 514.
30 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 oktober 1997, Stb.
506.
31 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 oktober 1997, Stb.
506.
32 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14 november 1996, Stb.
562.
33 Stb. 1893, 140, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14
november 1996, Stb. 562.
34 Stb. 1993, 775, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
35 Stb. 1879, 72, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 april
1994, Stb. 420.
36 Stb. 1844, 39, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
36a Stb. 1954, 407, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11
september 1997, Stb. 395.
37 Stb. 1842, 20, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 mei
1996, Stb. 276.
38 Stb. 1984, 418, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
39 Stb. 1972, 463, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17
apil 1997, Stb. 192.
40 Stb. 1996, 590, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december
1997, Stb. 580.
41 Stb. 1994, 342, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10
april 1997, Stb. 162.
42 Stb. 1912, 308, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december
1997, Stb. 580.
43 Stb. 1950, K 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4
december 1997, Stb. 580.
44 Stb. 1994, 6, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 februari
1997, Stb. 112.
45 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 juni 1997, Stb.
282.
46 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 maart 1997, Stb.
139.
47 Laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december 1997, Stb.
580.
48 Stb. 1975, 382, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
49 Stb. 1997, 324.
50 Stb. 1997, 395.
51 Stb. 1954, 523, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
52 Stb. 1966, 455, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
53 Stb. 1981, 248, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
54 Stb. 1990, 214, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
55 Stb. 1958, 37, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 februari
1997, Stb. 63.
56 Stb. 1997, 254, gewijzigd bij de wet van 2 juli 1997, Stb.
307.
57 Stb. 1995, 676, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 17
april 1997, Stb. 183.
58 Stb. 1994, 386, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december
1997, Stb. 580.
59 Stb. 1987, 88, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 september
1997, Stb. 465.
60 Stb. 1987, 89, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11 september
1997, Stb. 465.
61 Stb. 1990, 127, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 11
september 1997, Stb. 465.
62 Stb. 1987, 91, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 april
1997, Stb. 178.
63 Stb. 1964, 485, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 februari
1997, Stb. 63.
64 Stb. 1987, 94, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10 april
1997, Stb. 162.
65 Stb. 1990, 129, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26
februari 1997, Stb. 96.
66 Stb. 1995, 690, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26
februari 1997, Stb. 96.
67 Stb. 1987, 552, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24
april 1997, Stb. 178.
68 Stb. 1995, 199, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24
oktober 1997, Stb. 515.
69 Stb. 1995, 205, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, 510.
70 Stb. 1995, 206, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
71 Stb. 1993, 545, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
72 Stb. 1981, 18, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
73 Stb. 1972, 400, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
74 Stb. 1930, 388A, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23
november 1995, Stb. 598.
75 Stb. 1971, 448, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
76 Stb. 1970, 69, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
77 Stb. 1963, 271, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 14
november 1996, Stb. 562.
78 Stb. 1950, K 22, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4
december 1997, Stb. 580.
79 Stb. 1997, 176, gewijzigd bij de wet van 11 september 1997,
Stb. 465.
80 Stb. 1997, 177, gewijzigd bij de wet van 11 september 1997,
Stb. 465.
81 Stb. 1997, 178.
82 Stb. 1988, 353, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 4 december
1997, Stb. 580.
83 Stb. 1991, 444, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
84 Stb. 1994, 513.
85 Stb. 1995, 409, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
86 Stb. 1995, 411, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
87 Stb. 1995, 414, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
88 Stb. 1995, 413, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 10
april 1997, Stb. 162.
89 Stb. 1995, 410, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
90 Stb. 1995, 290, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
91 Stb. 1964, 386, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
92 Stb. 1992, 392, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
93 Stb. 1992, 391, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 november
1997, Stb. 510.
94 Stb. 1996, 370, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19
november 1997, Stb. 600.
95 Stb. 1968, 98, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 oktober
1994, Stb. 766.
96 Stb. 1996, 473.
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1996/97, 1997/98, 25 407.
Handelingen II 1997/98, blz. 2327–2328.
Kamerstukken I 1997/98, 25 407 (138, 138a).
Handelingen I 1997/98, zie vergadering d.d. 15/16 december 1997.
Gegeven te 's-Gravenhage,
17 december 1997
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie,
E. M. A. Schmitz
Uitgegeven de drieëntwintigste december 1997
drieëntwintigste
december
1997
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager