Verkeersbesluit voor provinciale weg Goes - Zierikzee (N256); (1e Deltaweg)

Verkeersmaatregelen voor:

- nieuw aan te leggen landbouwweg;

- parallelweg / verplicht fiets/bromfietspad.

 

Middelburg, 3 december 2021

Zaaknummer: 106957

Afdeling : Infrastructuur en Vastgoed

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

betreft:

Verkeersbesluit voor de provinciale weg Goes - Zierikzee (N256); (1 e Deltaweg).

Verkeersmaatregelen voor:

- nieuw aan te leggen landbouwweg;

- parallelweg / verplicht fiets/bromfietspad.

 

Overwegingen met betrekking tot het besluit

Bevoegdheidsgrondslag

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens.

De betreffende weg N256 is in beheer bij de provincie Zeeland.

Op grond van artikel 18, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Motivering en belangenafweging

De Deltaweg bestaat uit een hoofdrijbaan (voorrangsweg) van 80 km/h (snel gemotoriseerd verkeer) en een parallelweg met 60 km/h (landbouwverkeer en (brom)fietsverkeer). Op het sluisplateau ligt de parallelweg direct vóór zes (voormalige sluiswachters-)woningen. Wachtend landbouwverkeer voor de bypass staat direct vóór de woningen te wachten en veroorzaakt daar veel hinder voor bewoners en fietsers.

De westelijke Hongersdijckbrug over de Zandkreeksluis veroorzaakt hinder voor het landbouwverkeer vanwege de lange wachttijd voor de bypass.

Om de verkeersproblematiek aan te pakken is besloten een nieuwe landbouwweg aan te leggen. Deze landbouwroute mag uitsluitend door het landbouwverkeer worden gebruikt. Voor overig verkeer dient de route gesloten te worden verklaard. Ook komt er een zogenaamde landbouwsluis. Dit is een verkeersvoorziening waardoor de nieuwe landbouwweg uitsluitend gebruikt kan worden door het landbouwverkeer.

Bij calamiteiten fungeert de landbouwweg echter als calamiteitenweg en worden de slagbomen naast de landbouwsluis geopend.

Op de parallelweg heeft het (brom)fietsverkeer en het landbouwverkeer veel hinder van (gemotoriseerd) sluipverkeer. Ter verbetering van de verkeersveiligheid, met name voor de (brom)fietser, is het gewenst de doorgang van het sluipverkeer te belemmeren en hiertoe maatregelen te nemen in de vorm van het instellen van:

- gesloten verklaringen;

- doodlopende weg.

Hiertoe zal de benodigde (voorwaarschuwings)bebording dienen te worden geplaatst.

De parallelweg wordt zowel van de noordzijde als van de zuidzijde een doodlopende weg. De bewoners van het sluisplateau kunnen zowel via de noord- als de zuidzijde hun woningen blijven bereiken. Bezoek en bedienend verkeer voor deze woningen kan uitsluitend via de noordzijde de woningen bereiken.

De aansluiting van de bestaande parallelweg aan de noordzijde op de bypass komt te vervallen.

Door deze maatregelen bereiken we dat er geen sluipverkeer meer is op de parallelweg. Het gemotoriseerde verkeer dient via de hoofdrijbaan te rijden.

Voor een aantal categorieën weggebruikers (ontheffinghouders; brommobielen; tractoren; (brom)fietsers) zijn geen alternatieve routes. Daarom zijn zij uitgezonderd van de verboden. Gebruik van de parallelweg en/of het verplicht fiets/bromfietspad blijft, waar dit met bebording is aangegeven, voor hen toegestaan.

Hierdoor, als ook vanwege financiële en ruimtelijke factoren, is ter plaatse verdere scheiding van verkeerssoorten (m.n. op basis van massa of grote snelheidsverschillen) vooralsnog niet mogelijk.

Wel wordt een breedtebeperking van 3 meter ingevoerd. Hierdoor dient (breed) landbouwverkeer van 3 meter tot 3,50 meter uitsluitend via de bypass te rijden en landbouwverkeer smaller dan 3 meter over het fiets/bromfietspad op de brug.

Deze verkeersmaatregelen ter (preventieve) verbetering van de verkeersveiligheid met een betere doorstroming van het landbouwverkeer zijn tot stand gekomen na een zorgvuldige voorbereiding met veelvuldig bestuurlijk en ambtelijk overleg, alsook gesprekken/overleg met belangenorganisaties en omwonenden. Dit vanwege de complexe situatie en de vele (tegenstrijdige) belangen, zoals de wegcategorisering, de inrichting van de weg en de daarmee aanwezige gevarenpunten, de (on)mogelijkheden voor aanpassing van de weg en de bruggen, de verkeersveiligheid voor weggebruikers en bewoners en de doorstroming van het (landbouw)verkeer. Na afweging van alle belangen, waarbij wij het algemeen belang van de verkeersveiligheid zo veel als mogelijk hebben laten prevaleren, is getracht met deze maatregelen al deze belangen zoveel als mogelijk te borgen.

Overig

De in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de volgende in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen:

Lid 1, sub. a.: het verzekeren van de veiligheid op de weg;

Lid 1, sub. b.: het beschermen van weggebruikers en passagiers;

Lid 1, sub. c.: het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Gelet op artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de politie.

Gelet op artikel 25 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met aangrenzende wegbeheerders, te weten Rijkswaterstaat en Waterschap Scheldestromen.

Zoals hiervoor aangegeven is veelvuldig ambtelijk en bestuurlijk overleg gepleegd met betrokken overheden, belangenorganisaties en omwonenden.

Gelet op artikel 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en artikel 2, 5 en 6 van de Bekendmakingswet wordt dit besluit bekendgemaakt door publicatie in het Provinciaal Blad en is voor een ieder in te zien op www.overheid.nl.

De planning is de landbouwweg medio maart 2022 aan te gaan leggen.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen

Besluiten wij:

Op respectievelijk de nieuw aan te leggen landbouwweg, tussen km 8,460 tot en met km 8,500, en de parallelweg langs de provinciale weg Goes - Zierikzee (N256); (1e Deltaweg), tussen km 6,7 en km 9,3, de navolgende verkeersborden van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en een fysieke verkeersvoorziening te plaatsen:

1. verkeersborden C1, met onderbord OB55 ('uitgezonderd tractorsymbool’), ter hoogte van km 8,475b en km 8,498, gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, met uitzondering van de op het onderbord aangegeven categorie, en een fysieke afsluiting in de vorm van een zogenaamde landbouwsluis ter hoogte van km 8,479 en km 8,495, nieuw aan te leggen landbouwweg uitsluitend bestemmen voor landbouwverkeer;

2. verkeersbord D5-R met onderbord OB05 (‘tractorsymbool’), ter hoogte van km 8,517, gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven, voor de categorie die op het onderbord is aangegeven (tractoren);

3. verkeersborden C1, met onderbord OB054 (‘uitgezonderd symbolen fietsers en bromfietsers’) en onderbord met de tekst “uitgezonderd ontheffinghouders”, ter hoogte van km 8,477b, gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee, met uitzondering van de op de onderborden aangegeven categorieën;

4. verkeersborden C8, ter hoogte van km 8,494b, gesloten voor landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid en mobiele machines;

5. verkeersborden C15, ter hoogte van km 8,467b, gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

6. verkeersborden C18, ter hoogte van km 8,151 en km 8,457b, gesloten voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord is aangegeven (3 meter);

7. onderborden OB055 (‘uitgezonderd tractorsymbool’) en OB065 (“uitgezonderd brommobielen”) en (attenderings)onderbord met tekst “let op motorvoertuigen met ontheffing toegestaan”, onder de verkeersborden G12a, ter hoogte van respectievelijk km 8,143 km 8,462b, genoemde categorieën op het verplichte fiets/bromfietspad toestaan;

8. onderbord OB065 (‘uitgezonderd brommobielen’) onder de verkeersborden G12a, ter hoogte van km 8,640b, genoemde categorie op het verplichte fiets/bromfietspad toestaan;

9. verkeersborden L8 met onderborden OB054 (‘uitgezonderd symbolen fietsers en bromfietsers’) OB55 (‘uitgezonderd tractorsymbool’), OB065 (“uitgezonderd brommobielen”) en onderbord met de tekst “uitgezonderd ontheffinghouders”, ter hoogte van km 8,106, doodlopende weg uitgezonderd de op de onderborden aangegeven categorieën;

10. verkeersborden L8 met onderborden OB054 (‘uitgezonderd symbolen fietsers en bromfietsers’), OB065 (‘uitgezonderd brommobielen’), ter hoogte van km 8,447, doodlopende weg uitgezonderd de op de onderborden aangegeven categorieën;

11. in te trekken, voor zover nodig, eerder genomen besluiten.

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,

namens dezen,

ir. C.A.J. Verhoeve MPM,

hoofd afdeling Infrastructuur en Vastgoed

Mededeling(en)

Inlichtingen

Voor nader gewenste inlichtingen kunt u contact opnemen op:

Verkeersmaatregelen:

06 - 28 90 40 13

06 - 25 70 93 43

06 - 28 90 40 04

Procedure:

06 - 25 72 65 07

Informatieve bijlage

N256-085-0019-Situatietekening bebording - Zaaknummer 106957, is als informatieve bijlage bij de digitale publicatie te downloaden.

Rechtsmiddelen

Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: Gedeputeerde Staten van Zeeland, t.a.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg.

Wie is belanghebbende?

Volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht bent u belanghebbende als uw belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Uw belang moet zich dan wel onderscheiden van de belangen van grote aantallen anderen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als u eigenaar, huurder of gebruiker bent van een perceel in de directe omgeving van de weg waarop het besluit betrekking heeft. Volgens vaste jurisprudentie is dat onderscheid bij een willekeurige verkeersdeelnemer onvoldoende aanwezig.

In het bezwaarschrift neemt u ten minste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend.

U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. I.c. is dat de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden.

Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefolder aanvragen op telefoonnummer 0118-631000. U kunt de informatie ook downloaden via https://www.zeeland.nl/subsidieregels-en-procedures/bezwaar-maken.

Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd.

 

 

 

 

 

Naar boven