Besluit van de commissaris van de Koning van Noord-Holland van 14 januari 2019 tot vaststelling van het Besluit ondermandaat en machtiging Wet openbaarheid van bestuur 2019

De voorzitter van Provinciale Staten;

Gelet op artikel 2, tweede lid van het Besluit mandaat en machtiging Wet openbaarheid van bestuur van Provinciale Staten van Noord-Holland 2019;

Besluit vast te stellen:

Besluit ondermandaat en machtiging Wet openbaarheid van bestuur 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In het kader van dit besluit wordt verstaan onder:

• a. voorzitter: de voorzitter van Provinciale Staten als bedoeld in artikel 9 Provinciewet of diens vervanger;

• b. presidium: het presidium als bedoeld in het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten en Statencommissies van Noord-Holland 2015;

• c. griffier: de griffier als bedoeld in artikel 104 Provinciewet.

Artikel 2 Ondermandaat

• 1. De voorzitter verleent ondermandaat en geeft de aan hem verstrekte machtiging door aan de griffier om beslissingen te nemen met betrekking tot verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, inclusief de beslissingen die daarmee samenhangen.

• 2. Indien de griffier afwezig is, komen diens bevoegdheden toe aan zijn plaatsvervanger.

Artikel 3 Ondertekening

De ondertekening van beslissingen, zoals bedoeld in artikel 2, luidt:

‘Provinciale Staten van Noord-

Holland, namens deze;

Gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

Artikel 4 Informeren

Het presidium en de voorzitter worden geïnformeerd over uitoefening van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheid.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat en machtiging Wet openbaarheid van bestuur 2019

Haarlem, 14 januari 2019

De voorzitter van Provinciale Staten

mr. A.Th.H. van Dijk