Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 22 februari 2019, nr. 1185600/1185605 tot het plaatsen van verkeerstekens E.5.3 van Bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement bij de inkassing van het Noordhollandsch Kanaal tussen km 42,468R en km 42,588R

[Deze bekendmaking betreft een rectificatie vanwege het ontbreken van het Bezwaar. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op 5 maart 2019 plaatsgevonden via het Provinciaal blad 2019, 1599].

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

 

overwegende,

 

dat wij op grond van artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet het bevoegd gezag zijn voor het Noordhollandsch Kanaal;

 

dat wij als bevoegd gezag krachtens artikel 5 van de Scheepvaartverkeerswet kunnen besluiten tot het aanbrengen of verwijderen van verkeerstekens;

 

dat de gemeente Alkmaar voor een periode van vijf jaar vergunning heeft verleend aan Buro Permanent Tijdelijk voor een cultureel-maatschappelijke invulling met een publieksfunctie van de locatie Kanaaldijk 301 te Alkmaar;

 

dat het Buro Permanent Tijdelijk voor de nadere realisatie met de Stichting Buro een tijdelijke gebruiksovereenkomst heeft gesloten;

 

dat genoemde stichting de locatie Kanaaldijk 301 te Alkmaar ook graag vanaf het water van het Noordhollandsch Kanaal zou willen ontsluiten, strikt voor bezoek aan de activiteiten van de stichting Waterkant Alkmaar;

 

dat wij medewerking willen verlenen aan de wens van de stichting om de locatie via het water te kunnen bereiken vanaf de inkassing van het Noordhollandsch Kanaal ter plaatse van de locatie Kanaaldijk 301 te Alkmaar;

 

dat de medewerking het vaarseizoen van 1 april tot 1 november 2019 betreft, waarna een evaluatie zal plaatsvinden;

 

dat wij ter aanduiding van de afmeergelegenheid verkeerstekens E.5.3. Romeinse II van het Binnenvaartpolitiereglement met richtingaanduidingsborden F.2a en onderbord “Sport 1/4 tot 1/11, uitsluitend voor bezoek aan Waterkant Alkmaar” zullen plaatsen;

 

dat wij onze beslissing hebben getoetst aan de door de Scheepvaartverkeerswet beschermde onderstaande belangen:

  • a.

    het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;

  • b.

    het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • c.

    het voorkomen of beperken van schade door de scheepvaart aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen of werken gelegen in of over scheepvaartwegen;

en mede aan het belang van het voorkomen of beperken van:

  • d.

    hinder of gevaar in het scheepvaartverkeer voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden;

  • e.

    schade door het scheepvaartverkeer aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van een gebied waarin scheepvaartwegen zijn gelegen;

     

dat met de plaatsing van de verkeerstekens de hierboven onder a. en b. genoemde belangen worden verzekerd;

 

dat er, voorzover bekend, geen sprake is van andere relevante belangen die het nemen van dit besluit in de weg staan;

 

gelet op de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

 

 

besluiten:

 

  • I.

    door plaatsing van verkeerstekens E.5.3 Romeinse II en F.2a van Bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement het afmeren van vaartuigen in de inkassing van het Noordhollandsch Kanaal tussen km 42,468R en km 42,588R toe te staan;

     

  • II.

    door het aanbrengen van onderborden F.4 van Bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement met de tekst “Sport 1/4 tot 1/11, uitsluitend voor bezoek aan Waterkant Alkmaar” de werking van het hoofdteken te beperken tot de aangegeven categorie en tijdsduur;

     

  • III.

    te bepalen dat het gestelde in ons besluit van 24 oktober 1995, nr. 95-901256, onderdeel II, gewijzigd bij ons besluit van 30 juni 2016, kenmerk 820359/820362, niet van toepassing wordt verklaard op de inkassing tussen km 42,468R en km 42,588R van het Noordhollandsch Kanaal;

     

  • IV.

    te bepalen dat het besluit van kracht wordt één dag na de dag van uitgifte van het Provinciaal Blad.

 

 

Haarlem, 22 februari 2019.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

 

A. van Dijk, voorzitter.

 

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

 

 

 

Bezwaar

Als u belanghebbende bent, kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan gedeputeerde staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem. Wij verzoeken u om in uw bezwaarschrift het telefoonnummer te vermelden waarop u overdag bereikbaar bent. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl. Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan.

 

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Gelijktijdig met het indienen van een bezwaarschrift kunt u - bij een spoedeisend belang - een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland.

 

 

 

 

 

 

Naar boven