Bedrijfshulpverleningsregeling Provincie Limburg 2018

Gedeputeerde Staten van Limburg,

 

gezien de in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden bereikte overeenstemming over de invoering van de CAP2018,

 

gelet op de Algemene Wet Bestuursrecht en de Provinciewet,

hebben in hun vergadering van 27 november 2018 besloten de Bedrijfshulpverleningsregeling Provincie Limburg 2006 in te trekken en de Bedrijfshulpverleningsregeling provincie Limburg 2018 vast te stellen.

 

Bedrijfshulpverleningsregeling provincie Limburg 2018

De Bedrijfshulpverleningsregeling provincie Limburg 2018 is een uitvoeringsregeling van artikel 3.4.4 CAP

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      provincie: de provincie Limburg;

    • b.

      bevoegd gezag: Gedeputeerde Staten van Limburg;

    • c.

      bedrijfshulpverlener: de ambtenaar werkzaam bij de provincie Limburg die is aangewezen om conform hulp in of rond de gebouwen van de provincie Limburg te verlenen met één van de volgende taken:

      • -

        het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;

      • -

        het beperken en bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen;

      • -

        het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het bedrijf of de inrichting;

      • -

        het alarmeren van en samenwerken met de gemeentelijke brandweer en andere hulpverleningsorganisaties;

    • Daarbij worden binnen de provincie Limburg de volgende categorieën onderscheiden:

      • -

        bedrijfshulpverlener (gediplomeerd EHBO’er met aantekening reanimatie, brandbestrijding en AED);

      • -

        ploegleider EHBO;

      • -

        hoofd bedrijfshulpverlening;

    • d.

      BHV: de bedrijfshulpverleningsorganisatie van de provincie Limburg.

Artikel 2 Aanwijzing als bedrijfshulpverlener

  • 1.

    Aanwijzing als bedrijfshulpverlener voor onbepaalde tijd wordt schriftelijk door het bevoegd gezag verleend.

  • 2.

    In de aanwijzing wordt in ieder geval vermeld:

    • de naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, adres en woonplaats van de bedrijfshulpverlener;

    • het organisatie-onderdeel waar de bedrijfshulpverlener werkzaam is;

    • de BHV-locatie, de taak bij de BHV en de datum met ingang waarvan hij wordt aangewezen voor de taak bij de BHV.

  • 3.

    Intrekking van het besluit tot aanwijzing als bedrijfshulpverlener door het bevoegd gezag vindt plaats:

    • op schriftelijk verzoek van de bedrijfshulpverlener;

    • indien de bedrijfshulpverlener niet meer in het bezit is van een geldig BHV-certificaat;

    • indien het hoofd Bedrijfshulpverlening hem niet meer in staat acht op adequate wijze zijn taak uit te voeren;

    • bij schorsing of ontslag als ambtenaar in dienst van de provincie;

    • als de bedrijfshulpverlener langer dan een jaar niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3 lid 7.

Artikel 3 Criteria voor BHV-werkzaamheden

  • 1.

    De bedrijfshulpverlener voert naast zijn normale werkzaamheden de bedrijfshulpverleningstaken naar behoren uit.

  • 2.

    Er is sprake van naar behoren uitvoeren van de bedrijfshulpverleningstaken naast de normale taak als de bedrijfshulpverlener voldoende inzetbaar is geweest voor de uitoefening van deze taken.

  • 3.

    Onderstaand worden de taken aangegeven voor de verschillende categorieën bedrijfshulpverleners.

    • a.

      Taken bedrijfshulpverlener:

      • 1)

        het ontruimen van het gebouw;

      • 2)

        het begeleiden van personen naar veilige plaatsen;

      • 3)

        het controleren van het gebouw op aanwezigheid van personen;

      • 4)

        het verrichten van levensreddende handelingen;

      • 5)

        het bestrijden van branden met kleine blusmiddelen;

      • 6)

        het afvoeren van gewonden, het begeleiden van personen in geval van ontruiming;

      • 7)

        het verlenen van eerste hulp aan personen;

      • 8)

        het ondersteunen, assisteren en begeleiden van de gemeentelijke of regionale brandweer dan wel andere professionele hulpverleners;

      • 9)

        het verrichten van schade beperkende maatregelen.

    • b.

      Taken ploegleider:

      • 1)

        de taken van de hierboven genoemde bedrijfshulpverleners;

      • 2)

        het leiding geven aan meerdere leden van de bedrijfshulpverleningsorganisatie;

      • 3)

        het uitvoeren van opdrachten van het Hoofd Bedrijfshulpverlening met een ploeg bedrijfshulpverleners.

    • c.

      Taken hoofd bedrijfshulpverlening:

      • 1)

        het dagelijks leiding geven aan de bedrijfshulpverleningsorganisatie;

      • 2)

        het leiding geven bij calamiteiten aan de BHV-organisatie en het beveiligingspersoneel;

      • 3)

        het zorg dragen voor de werving, opleiding en oefening van het BHV-personeel;

      • 4)

        het opstellen en het laten uitvoeren van het BHV-noodplan (aanvalsplan en ontruimingsplan);

      • 5)

        het doen van voordrachten aan het bevoegd gezag voor de aan de bedrijfshulpverleners toe te kennen toelagen.

  • 4.

    Om het bovenvermelde naar behoren te kunnen uitvoeren dienen alle Bedrijfshulpverleners in het bezit te zijn van een BHV-certificaat van een erkend opleidingsinstituut en het Eenheidsdiploma EHBO met aantekening reanimatie van het Oranje Kruis.

    Bedrijfshulpverleners die nog niet in het bezit zijn van een BHV-certificaat kunnen slechts worden ingezet voor de in dit artikel in lid 3 onder a. 1 tot en met 3 vermelde taken.

  • 5.

    De ploegleider dient in het bezit te zijn van het certificaat ploegleider.

  • 6.

    Het hoofd BHV dient in het bezit te zijn van het certificaat van de opleiding HBHV.

  • 7.

    De bedrijfshulpverlener is voldoende inzetbaar geweest, indien hij/zij zich vrijwillig gedurende een jaar verdienstelijk heeft gemaakt op het terrein van de bedrijfshulpverlening, conform het bepaalde in artikel 3 tweede lid. Dit blijkt jaarlijks uit het regelmatig en in voldoende mate deelnemen aan de herhalingslessen en oefeningen alsmede het participeren in een piketrooster in het Gouvernement of op een sublocatie de rol van BHV’er vervullen.

  • 8.

    Het bevoegd gezag ziet, op voordracht van het hoofd bedrijfshulpverlening, toe op de inzetbaarheid voor de aangewezen taak.

  • 9.

    BHV-cursussen, -herhalingslessen en -oefeningen worden zoveel mogelijk tijdens de normale bedrijfstijd gehouden.

Artikel 4 Vergoedingen

  • 1.

    Indien de bedrijfshulpverlener heeft voldaan aan de voor hem geldende criteria neergelegd in artikel 3 van dit besluit ontvangt de bedrijfshulpverlener een toelage.

    De toelage bestaat voor:

    • -

      de bedrijfshulpverlener uit een toelage van € 368,46 (bruto);

    • -

      de ploegleider uit een toelage van € 368,46 (bruto) en een functietoeslag van € 157,93 (bruto);

    • -

      het hoofd BHV uit een toelage van € 394,74 (bruto) en een functietoeslag van € 157,93 (bruto).

  • 2.

    De toelage wordt per jaar of naar rato van het aantal maanden dat de aanwijzing geldt betaald.

  • 3.

    Aan iedere persoon die gedurende vijf achtereenvolgende jaren dienst heeft gedaan als bedrijfshulpverlener en gedurende deze periode heeft voldaan aan de bijbehorende verplichtingen, wordt een jubileum-gratificatie toegekend van € 289,51 bruto. Deze gratificatie wordt toegekend na iedere periode van vijf jaar, met dien verstande dat indien betrokkene langer dan vijftien jaar dienst heeft gedaan als bedrijfshulpverlener de jubileumgratificatie € 421,08 bruto zal zijn.

  • 4.

    Een BHV-uurvergoeding, ten bedrage van € 13,65, wordt toegekend indien de voorgeschreven BHV-activiteiten worden gehouden buiten de voor de betreffende BHV’er vastgestelde werktijd.

  • 5.

    Het hoofd Bedrijfshulpverlening doet aan het bevoegd gezag voordrachten voor de hierboven genoemde toelagen.

Artikel 5 Aansprakelijkheid

  • 1.

    In afwijking van de bepalingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies ten aanzien van een dienstongeval, geldt bij BHV-activiteiten dat de schade die de bedrijfshulpverlener ondervindt als gevolg van een dienstongeval voor rekening van de provincie komt, indien de bedrijfshulpverlener zich aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften heeft gehouden en de schade niet is te wijten aan zijn grove schuld of onvoorzichtigheid.

  • 2.

    Indien de bedrijfshulpverlener in het kader van BHV-activiteiten ondeskundig of onrechtmatig handelt, is de schade dientengevolge jegens derden voor rekening van de provincie conform de algemene regels omtrent aansprakelijkheid.

Artikel 6 Aanpassing bedragen

De bedragen vermeld in artikel 4 worden aangepast aan de hand van de structurele salarisverhogingen zoals die middels de Collectieve arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector provincies worden vastgesteld.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

De Bedrijfshulpverleningsregeling provincie Limburg 2018 vervangt de Bedrijfshulpverleningsregeling Provincie Limburg 2006 en treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

 

Maastricht, d.d. 27 november 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris,

de heer drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven