Reglement Visitatiecommissies Provinciale Musea

Gedeputeerde Staten van Limburg,

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 5 juni 2018 hebben vastgesteld:

 

Reglement Visitatiecommissies Provinciale Musea

Artikel 1 Doelstelling van de visitatie

Conform het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2018-2019 zal de visitatie van de provinciale musea door de visitatiecommissies zoals gesteld in artikel 2, betrekking hebben op zowel de inhoudelijke kwaliteit van het cultureel aanbod als de kwaliteit van de bedrijfsvoering, ten behoeve van het vergroten van de artistieke en maatschappelijke waarde van de musea en van het effectief en efficiënt inzetten van de provinciale middelen. Op basis van de resultaten van de visitatie vindt actualisering van het provinciaal beleid voor de provinciale musea plaats.

Artikel 2 Instelling van de visitatiecommissies

Gedeputeerde Staten van Limburg, hierna te noemen “het college”, stellen voor de doelstelling zoals geformuleerd in artikel 1, drie visitatiecommissies provinciale musea in, te weten één visitatiecommissie voor het Bonnefantenmuseum in Maastricht, één visitatiecommissie voor het Limburgs Museum in Venlo en één visitatiecommissie voor het Museumplein Limburg in Kerkrade (hierna gezamenlijk te noemen: commissies, dan wel in enkelvoud: commissie).

Artikel 3 Taken van de commissies

  • 1.

    De commissies beoordelen de inhoudelijke kwaliteit van het cultureel aanbod en de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de provinciale musea, zoals genoemd in artikel 2 (hierna te noemen: de provinciale musea), in relatie tot generieke (strategie & beleid in relatie tot het bedrijfsproces, bedrijfsvoering, governance, development en maatschappelijke functie) en specifieke aandachtsgebieden (collectie, programmering, educatie, publiek, PR & Marketing, partners, internationalisering en digitalisering) in de periode 2015-2018.

  • 2.

    De commissies beoordelen de beoogde werking van de provinciale musea in de periode 2019-2022 in relatie tot de aandachtsgebieden zoals gesteld in het eerste lid van dit artikel en formuleren tevens aanbevelingen ten behoeve van kwaliteitsverbetering.

  • 3.

    Elke commissie formuleert haar bevindingen en aanbevelingen in een visitatierapport.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    Elk van de drie commissies bestaat uit ten minste 4 en maximaal 8 leden, inclusief de voorzitter.

  • 2.

    Een vaste kern van ten minste drie commissieleden, zijnde de voorzitter aangevuld met ten minste twee commissieleden met ieder deskundigheid inzake één of meerdere van de generieke aandachtsgebieden zoals gesteld in artikel 3, eerste lid, nemen plaats in de drie commissies.

  • 3.

    Additioneel op de vaste kern zoals gesteld in het tweede lid van dit artikel telt elke commissie, rekening houdende met de museale werking van het betreffende museum, minimaal 1 en maximaal 4 leden met ieder deskundigheid inzake één of meerdere van de specifieke aandachtsgebieden, zoals gesteld in artikel 3, eerste lid.

  • 4.

    De commissieleden zijn in de vijf jaar voorafgaand aan de visitatie niet werkzaam geweest bij het te visiteren museum, hebben in diezelfde periode geen opdrachten vervuld voor het te visiteren museum en van hen is in dezelfde periode geen projectvoorstel of sollicitatie door het te visiteren museum afgewezen.

  • 5.

    De commissieleden zijn deskundig en onafhankelijk. Zij hebben in relatie tot de visitatie geen ander belang dan een zo getrouw mogelijk beeld te geven van hetgeen door hen tijdens het visitatieproces is waargenomen.

  • 6.

    De Provincie Limburg vervult vanuit het cluster Cultuur het ambtelijk secretariaat van de drie commissies. De ambtelijk secretaris is géén lid van de commissies en is daarom niet belast met de inhoudelijke beoordeling van de inhoudelijke kwaliteit van het cultureel aanbod en de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de provinciale musea.

Artikel 5 Benoeming en tijdsduur lidmaatschap

  • 1.

    De commissieleden worden uiterlijk per 1 juli 2018 door het college benoemd tot 1 april 2019.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie(s) kan te allen tijde op eigen verzoek van een commissielid worden beëindigd, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan het college. Wanneer een lid gedurende langere tijd niet voldoende functioneert/kan functioneren, kan het college, gehoord de voorzitter en de ambtelijk secretaris, het lidmaatschap van het betreffende lid tussentijds beëindigen.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1.

    Elke commissie houdt gedurende de looptijd van dit reglement ten minste twee vergaderingen en brengt een (visitatie)bezoek aan het te visiteren museum.

  • 2.

    De commissies hanteren ten behoeve van hun beoordeling c.q. rapportages als leidraad een vragenlijst, waarin wordt ingegaan op vragen gekoppeld aan de generieke en specifieke aandachtsgebieden, zoals genoemd in artikel 3, eerste lid.

  • 3.

    Een commissie kan ook buiten de vragen, zoals genoemd in het voorgaande lid, een oordeel geven over het door de betreffende commissie gevisiteerde museum.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat een commissie het betreffende museum beoordeelt, rekening houdende met de specificiteit van dit museum.

  • 5.

    Een commissie legt haar beoordeling c.q. bevindingen en aanbevelingen vast in een concept visitatierapport en legt dit vervolgens voor aan de directie van het betreffende gevisiteerde museum.

  • 6.

    Het definitieve visitatierapport omvat naast de beoordeling c.q. bevindingen en aanbevelingen van de commissie, de respons van de directie van het betreffende gevisiteerde museum en de reactie van de commissie hierop.

  • 7.

    Desgevraagd geeft de voorzitter een nadere mondelinge toelichting op het concept visitatierapport ten behoeve van de directie van het betreffende gevisiteerde museum en/of een nadere mondelinge toelichting op de definitieve rapporten ten behoeve van het college.

  • 8.

    De vergaderingen, de vergaderstukken en de concept visitatierapporten van de commissies zijn niet openbaar.

  • 9.

    De definitieve visitatierapporten worden door het college openbaar gemaakt.

  • 10.

    De commissieleden en de ambtelijk secretaris van de commissies nemen geheimhouding in acht met betrekking tot de informatie, die zij ontvangen in het kader van de visitatie.

  • 11.

    Indien binnen een commissie een verschil van inzicht bestaat inzake de beoordeling van (een aspect van) het gevisiteerde museum, wordt dit in het visitatierapport inzichtelijk gemaakt.

Artikel 7 Vacatiegelden

De leden van de commissies ontvangen een vergoeding voor het voorbereiden en het bijwonen van de vergaderingen van een visitatiecommissie en voor het verrichten van (visitatie)bezoeken, zoals gesteld in artikel 6, eerste lid, waarbij een (visitatie)bezoek van één dagdeel wordt beschouwd als één vergadering en een (visitatie)bezoek van twee dagdelen als twee vergaderingen.

Voor de hoogte van de vergoeding wordt aansluiting gezocht bij het bepaalde in de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten en commissieleden 2012 Provincie Limburg (2e wijziging). Naast voornoemde vacatie- en voorbereidingsvergoeding bestaat de mogelijkheid om reis- en verblijfkosten vergoed te krijgen.

Artikel 8 Overige zaken

Indien dit reglement niet voorziet in een aspect van het functioneren van een commissie, beslist het college na overleg met de betreffende commissie. De betreffende commissie doet daartoe een schriftelijk verzoek aan het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad en eindigt op 1 april 2019.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als Reglement Visitatiecommissies Provinciale Musea.

     

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 5 juni 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer drs.Th.J.F.M. Bovens

secretaris,

de heer drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven