Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 29 mei 2018, nr. 999181/1076353, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie regionaal energiebesparingsprogramma woningen Noord-Holland 2018

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

 

Overwegende dat het gewenst is om de regionale aanpak van energiebesparing aan woningen te stimuleren;

 

 

Besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsregeling subsidie regionaal energiebesparingsprogramma woningen Noord-Holland 2018

 

Artikel 1  

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2  

Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten en aan openbare lichamen die zijn ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen in de provincie Noord-Holland.

Artikel 3  

Subsidie kan worden verstrekt voor het opstellen uitvoeren en verantwoorden van een regionaal programma dat bestaat uit:

  • a.

    activiteiten die eigenaren-bewoners stimuleren om verduurzamingsmaatregelen aan hun woningen te treffen en;

  • b.

    een regionaal energieloket ten behoeve van de advisering en begeleiding van eigenaren-bewoners bij het treffen van verduurzamingsmaatregelen aan hun woning.

Artikel 4  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteiten;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteiten;

    • c.

      een regionaal programma als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Indien twee of meer aanvragers de aanvraag namens hen laten indienen door een door hen aangewezen gemeente of rechtspersoon bevat de aanvraag tevens een door de aanvragers ondertekende machtiging conform het door Gedeputeerde Staten op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies beschikbaar gestelde formulier.

Artikel 5  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de perioden:

    • a.

      van het tijdstip als bedoeld in artikel 14, eerste lid, tot en met 13 september 2018 voor 17:00 uur en;

    • b.

      1 januari 2019 tot en met 25 juli 2019 voor 17:00 uur.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie die buiten de in het vorige lid genoemde perioden wordt ontvangen, wordt niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 6  

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast.

Artikel 7  

  • 1.

    Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 8  

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • b.

    de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3, is gestart voordat de aanvraag is ontvangen.

Artikel 9  

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      kosten voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten;

    • b.

      kosten van een ambtenaar die coördinerende werkzaamheden verricht, die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten aannemelijk worden gemaakt op basis van een urenregistratie.

  • 2.

    Subsidie wordt niet verstrekt voor:

    • a.

      de investeringskosten van concrete duurzaamheidsmaatregelen;

    • b.

      apparaatskosten van gemeenten, inclusief reguliere personeelskosten van ambtenaren.

Artikel 10  

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Per gemeente kan een maximumbedrag worden verstrekt volgens de bij deze regeling behorende bijlage.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 4.

    Bij subsidies van minder dan € 10.000,- gaat geen beschikking omtrent subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 11  

Aan de subsidieontvanger worden in ieder geval de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de subsidieontvanger monitort en doet jaarlijks verslag van het aantal bereikte woningeigenaren, het aantal van deze eigenaren dat maatregelen heeft getroffen, welke maatregelen zij hebben getroffen en hoeveel er is geïnvesteerd;

  • b.

    de subsidieontvanger actualiseert jaarlijks het regionale programma voor het komende jaar.

Artikel 12  

  • 1.

    Een eerste voorschot wordt uitgekeerd bij de verlening van de subsidie.

  • 2.

    Een tweede en volgend voorschot kan worden aangevraagd bij de toezending van een voorgangsrapportage. Bij vaststelling van de hoogte van het voorschot wordt rekening gehouden met de voortgang van de uitvoering van het regionaal programma.

Artikel 13  

  • 1.

    Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, en uiterlijk 1 augustus 2023.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2022.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie regionaal energiebesparingsprogramma woningen Noord-Holland 2018.

Haarlem, 29 mei 2018.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Bijlage: Maximaal subsidiebedrag per gemeente

 

Regio's/gemeenten

Bijdrage

Regio's/gemeenten

bijdrage

Alkmaar e.o.

Gooi- en Vechtstreek

Bergen (NH.)

 € 114.347

Blaricum

 € 35.696

Alkmaar

 € 338.059

Gooise Meren

 € 190.700

Castricum

 € 135.165

Hilversum

 € 258.230

Heerhugowaard

 € 181.387

Huizen

 € 124.558

Heiloo

 € 85.057

Laren (NH.)

 € 40.201

Langedijk

 € 95.817

Weesp

 € 54.367

Uitgeest

 € 46.105

Wijdemeren

 € 81.592

 

Amsterdam & Amstelland-Meerlanden

Zaanstreek-Waterland

Amstelveen

 € 228.228

Beemster

 € 32.697

Amsterdam

 € 1.478.196

Edam-Volendam

 € 135.095

Aalsmeer

 € 95.116

Landsmeer

 € 35.463

Diemen

 € 60.435

Oostzaan

 € 30.947

Haarlemmerliede en Spaarnwoude

 € 18.554

Purmerend

 € 242.651

Haarlemmermeer

 € 458.673

Waterland

 € 56.631

Ouder-Amstel

 € 38.847

Wormerland

 € 49.139

Uithoorn

 € 86.189

Zaanstad

 € 418.951

 

IJmond-Zuid-Kennemerland

West-Friesland

Beverwijk

 € 117.393

Drechterland

 € 70.296

Bloemendaal

 € 79.701

Enkhuizen

 € 59.910

Haarlem

 € 454.029

Hoorn

 € 224.949

Heemskerk

 € 116.588

Koggenland

 € 81.440

Heemstede

 € 92.456

Medemblik

 € 148.422

Velsen

 € 193.675

Opmeer

 € 40.632

Zandvoort

 € 57.133

Stede Broec

 € 72.805

 

Kop van Noord-Holland

 

Den Helder

 € 170.850

 

Hollands Kroon

 € 163.965

 

Schagen

 € 159.052

 

Texel

 € 49.606

 

 

Uitgegeven op 4 juni 2018

 

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

 

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Naar boven