Provincie Limburg, besluit Wet Natuurbescherming

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE LIMBURG

Naar aanleiding van het verzoek van de Stichting Faunabeheereenheid Limburg, ontvangen op

20 december 2017,

verlenen hierbij aan:

Stichting Faunabeheereenheid (FBE) Limburg

Postbus 960

6040 AZ ROERMOND

tel.: 0475-381733

info@fbelimburg.nl

O N T H E F F I N G

nr. 2018-02: onttrekken van nestjonge spreeuwen uit de natuur.

Van de verbodsbepalingen genoemd in:

- artikel 3.1 lid 1 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor wat betreft het opzettelijk vangen van spreeuwen.

Deze ontheffing is geldig in de gehele provincie Limburg, gedurende de periode van 30 april 2018 tot en met 5 juli 2020.

Er wordt slechts ontheven van de verbodsbepalingen voor zover wordt voldaan aan de voorschriften.

Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden:

  • 1.

    De ontheffing mag uitsluitend worden gebruikt ter voorkoming van belangrijke schade aan blauwe bessen.

     

  • 2.

    De ontheffing is alléén inzetbaar in combinatie met de ontheffing Vangen en Verplaatsen van spreeuwen. 

     

  • 3.

    Jonge spreeuwen mogen alléén uit speciaal voor het project opgehangen nestkasten worden gehaald.

     

  • 4.

    De jonge spreeuwen in de nestkast dienen te worden geringd met een vaste pootring van 4,5 mm met een unieke code, als de jonge spreeuwen tussen de 5 en 10 dagen oud zijn.

     

  • 5.

    De vogels mogen alléén worden geringd door een deskundige; een persoon in het bezit van een wetenschappelijke ringvergunning van het Vogeltrekstation, of een volière- of duivenhouder.

     

  • 6.

    De vogels mogen alléén worden gevangen en/of geringd tussen één uur na zonsopkomst tot één uur voor zonsondergang. 

     

  • 7.

    De jonge spreeuwen dienen op leeftijd van maximaal 17 dagen te worden verwijderd. Er dienen minimaal 2 jonge spreeuwen in de kast achter te blijven.  

     

  • 8.

    De verwijderde, geringde spreeuwen dienen terstond naar een volièrehouder te worden gebracht waar de spreeuwen in een geschikte volière worden geplaatst en verzorgd om verder uit te groeien.  

     

  • 9.

    Na afloop van het broedseizoen dient de ontheffinghouder (FBE Limburg) een rapportage te sturen van het aantal opgehangen nestkasten, het broedsucces in de kast en het aantal jongen dat is geringd en uit de kasten is verwijderd.

     

  • 10.

    Deze ontheffing dient bij controle binnen 24 uur getoond te kunnen worden aan handhavers (ambtenaren van Politie, NVWA, de Provincie Limburg of door de minister van Justitie en Veiligheid aangewezen opsporingsambtenaren).

     

  • 11.

    Het gebruik van deze ontheffing is enkel toegestaan op gronden waarvoor de gebruiker van de ontheffing beschikt over de toestemming van de grondgebruiker voor het uitvoeren van populatiebeheer en/of schadebestrijding.  

  • 12.

    Deze ontheffing kan als machtiging (toestemming tot ontheffinggebruik) worden doorgeschreven naar uitvoerders: Zij kunnen de ontheffing op hun beurt doorschrijven naar (andere) uitvoerders: Zij kunnen de ontheffing op hun beurt doorschrijven naar (andere) uitvoerders. De FBE Limburg verstrekt (al dan niet via een digitaal systeem) schriftelijke toestemmingen (gebruikersontheffingen genaamd machtigingen). Voorts dient een gewaarmerkt afschrift van de onderhavige ontheffing te zijn bijgevoegd. Dit gebruik van de ontheffing middels machtiging dient te geschieden met inachtneming van de voorschriften en beperkingen genoemd in deze ontheffing en met inachtneming van de aanvullende voorschriften en beperkingen in de machtiging. De machtigingen kunnen worden verstrekt door tussenkomst van wildbeheereenheden.  

    Machtigingen dienen op naam van de betreffende uitvoerder te worden gesteld. Aan het geven van een machtiging mogen door de FBE Limburg, of door de eventueel tussenkomende wildbeheereenheid, enkel eisen dienend aan het doel van de ontheffing worden gesteld. Het in rekening brengen van administratiekosten, behandelingskosten of andere kosten door FBE Limburg of door de eventueel tussenkomende wildbeheereenheid aan machtiginghouders is niet toegestaan. Middels een machtiging kan de ontheffing geheel of gedeeltelijk worden doorgeschreven.

    De uitvoerders die in het bezit zijn van een machtiging kunnen zich, bij het verrichten van de handelingen waarvoor de machtiging kunnen zich, bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing is afgegeven, laten bijstaan door andere uitvoerders die zich in de onmiddellijke nabijheid bevinden.  

     

  • 13.

    Het doorgeven van de machtiging aan andere uitvoerders zonder dat de machtiginghouder zélf aanwezig is kan enkel wanneer alle betrokken uitvoerders in het bezit zijn van een afschrift van de gebruikte ontheffing én een schriftelijke door de machtiginghouder ondertekende en op naam gestelde verklaring, dan wel digitale doorschrijving, waarin de machtiginghouder de betrokken uitvoerder toestemming verleent om van de machtiging gebruik te maken. Van deze verklaring dient, voordat hiervan gebruik wordt gemaakt, een afschrift te worden verzonden naar de persoon of organisatie van wie de machtiginghouder de machtiging heeft gekregen. 

  • 14.

    De ontheffinggebruiker verleent medewerking aan eventueel gedurende de ontheffingsperiode te starten veterinaire of wetenschappelijke onderzoeken en levert indien gevraagd actief een bijdrage aan de gegevensverzameling.  

  • 15.

    Ten behoeve van de verplichte rapportage van de ontheffinghouder aan de Provincie Limburg dient de ontheffinggebruiker aan de ontheffinghouder te rapporteren volgens de regels die zij hiervoor heeft opgesteld in de toestemming tot ontheffinggebruik. 

  • 16.

    Het gebruik van de gebruikersontheffing kan geheel of gedeeltelijk worden opgeschort wegens bijzondere weersomstandigheden. 

  • 17.

    De gebruikersontheffing kan te allen tijde worden geschorst, ingetrokken of gewijzigd en moet op eerste vordering aan ambtenaren van Politie, NVWA, de Provincie Limburg of door de minister van Veiligheid en Justitie aangewezen opsporingsambtenaren ter inzage worden gegeven. 

  • 18.

    Indien blijkt dat van deze ontheffing gebruik wordt gemaakt in strijd met het gestelde in de ontheffing of de toestemming, dan wordt hiervan door de ontheffinghouder melding gemaakt bij de Provincie Limburg en kan de gebruikersontheffing onmiddellijk worden ingetrokken door de ontheffinghouder. Aanwijzingen van de behandelend ambtenaar dienen te worden opgevolgd.

  

Plaats: Maastricht

Datum: 30-04-2017

  

Gedeputeerde Staten van Limburg

namens deze,

     

Ing. C.M.P. Salomons

Clustermanager Natuur en Water

 

Naar boven