Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent Subsidieplafonds 2018 voor het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020

Bekendmaking van het besluit van 6 maart 2018 – zaaknummer 2016-016804 tot vaststelling van een regeling

 

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND, handelend in hun hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020,

 

Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5.2.2 en 5.2.5, derde lid, van de Regeling Europese EZ-subsidies, alsmede de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2018,

 

 

BESLUITEN:

 

tot vaststelling van de Subsidieplafonds 2018 met verdeelregels voor het verstrekken van subsidie voor activiteiten die passen binnen het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor wat betreft de in dit besluit gehanteerde begrippen wordt aangesloten bij de begripsbepalingen zoals opgenomen in artikel 1.1 van de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2018. Deze beleidsregel wordt in dit besluit verder aangeduid als Beleidsregel EFRO 2018.

Artikel 2 Subsidieplafond voor grote R&D-samenwerkingsprojecten

  • 1.

    Subsidieaanvragen voor grote R&D-samenwerkingsprojecten als bedoeld artikel 5.2.1, eerste lid, van de REES in samenhang met paragraaf 3.3 van de Beleidsregel EFRO 2018 kunnen uitsluitend worden ingediend in de periode van 21 maart 2018 tot en met 28 februari 2019.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor grote R&D-samenwerkingsprojecten, die gericht zijn op algemene innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 8.000.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 5.400.000.

  • 3.

    Het subsidieplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor grote R&D-samenwerkingsprojecten, die gericht zijn op koolstofarme innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 4.500.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 2.400.000.

  • 4.

    Indien een aanvraag tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van de deelplafonds, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van de deelplafonds, genoemd in het derde lid. Indien het subsidieplafond genoemd in artikel 5.3.2 van de REES echter is bereikt, komt de subsidie geheel ten laste van de deelplafonds, genoemd in het derde lid.

  • 5.

    De beschikbare middelen worden, met inachtneming van de deelplafonds genoemd in het tweede en derde lid, verdeeld volgens de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

Artikel 3 Subsidieplafond voor het stimuleren van proeftuinen

  • 1.

    Subsidieaanvragen voor het stimuleren van proeftuinen als bedoeld artikel 5.2.1, eerste lid, van de REES in samenhang met paragraaf 3.4 van de Beleidsregel EFRO 2018 kunnen uitsluitend worden ingediend in de periode van 21 maart 2018 tot en met 28 februari 2019.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor het stimuleren van proeftuinen die gericht zijn op algemene innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 1.800.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 600.000.

  • 3.

    Het subsidieplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor het stimuleren van proeftuinen die gericht zijn op koolstofarme innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 1.200.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 1.000.000.

  • 4.

    Indien een aanvraag tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van de deelplafonds, genoemd in het tweede en derde lid. Indien het subsidieplafond genoemd in artikel 5.3.2 van de REES echter is bereikt, komt de subsidie geheel ten laste van de deelplafonds in het tweede en derde lid.

  • 5.

    De beschikbare middelen worden, met inachtneming van de deelplafonds genoemd in het tweede en derde lid, verdeeld volgens de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

Artikel 4 Subsidieplafond voor het stimuleren van cluster- en netwerkactiviteiten

  • 1.

    Subsidieaanvragen voor het stimuleren van cluster- en netwerkactiviteiten als bedoeld artikel 5.2.1, eerste lid, van de REES in samenhang met paragraaf 3.5 van de Beleidsregel EFRO 2018 kunnen uitsluitend worden ingediend in de periode van 21 maart 2018 tot en met 28 februari 2019.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor het stimuleren van cluster- en netwerkactiviteiten, die gericht zijn op algemene innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 1.000.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 500.000.

  • 3.

    Het subsidieplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor het stimuleren van cluster- en netwerkactiviteiten, die gericht zijn op koolstofarme innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 1.500.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 600.000.

  • 4.

    De beschikbare middelen worden, met inachtneming van de deelplafonds genoemd in het tweede en derde lid, verdeeld volgens de volgorde van ontvangst van de aanvragen.

Artikel 5 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 13 maart 2018 en vervalt op 1 maart 2019.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd

Gegeven te Arnhem, 6 maart 2018 – 2014-016804

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

Naar boven