Algemeen Plafondbesluit 2018

Bekendmaking van het besluit van 14 november 2017 – zaaknummer 2017-013204 tot vaststelling van een regeling

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

 

Gelet op artikel 4:25, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de

Algemene subsidieverordening Gelderland 2016;

 

BESLUITEN

 

Het Algemeen Plafondbesluit 2018 als volgt te stellen:

 

Artikel 1 Plafonds van Hoofdstuk 2 RRVG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2018 ten aanzien van hoofdstuk 2 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.2 (ten behoeve van Ontwikkeling forten) een bedrag van € 0

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.3 (ten behoeve van Gebiedsontwikkeling) een bedrag van € 0

  • c.

    Voor subsidies op grond van artikel 2.4.1 (ten behoeve van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) onder aanhef, en onder a een bedrag van € 130.000 en onder aanhef, en onder b, een bedrag van € 1.000.000

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.7 (ten behoeve van de Tijdelijke stimulering Sociale Woningmarkt) een bedrag van € 0

  • e.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.8 (ten behoeve van Steengoed benutten: Uitvoeringsgereed en realiseren) een bedrag van € 8.000.000

 

Artikel 2 Bijzondere plafonds Hoofdstuk 2 RRvG 2016

 

  • 1.

    De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 2 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

    • a.

      voor subsidies op grond van paragraaf 2.10 (ten behoeve van Ondersteuning bewonersinitiatieven op het gebied van leefbaarheid en sociale samenhang) een bedrag van € 2.600.000.

    • b.

      voor subsidies op grond van paragraaf 2.13 (ten behoeve van Steengoed Benutten Procesondersteuning) een bedrag van € 700.000.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor subsidies op grond van paragraaf 2.11 (ten behoeve van Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden) wordt voor de periode tot en met 31 december 2021 vastgesteld een bedrag van € 1.680.485.

 

Artikel 3 Plafonds van Hoofdstuk 3 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2018 ten aanzien van hoofdstuk 3 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.3 (ten behoeve van Lokale hernieuwbare energieprojecten en participatie door natuurlijke personen en VvE’s) een bedrag van € 500.000

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.4 (Scan VvE) een bedrag van € 300.000

  • c.

    voor subsidies op grond van paragraaf 3.5 (ten behoeve van Stimulering energiebesparing bij bedrijven en instellingen via EPK)) een bedrag van € 1.000.000

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.6 (ten behoeve van Bodemverontreinigingsgegevens op Orde) een bedrag van € 200.000

  • e.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.7 (ten behoeve van de Ondergrond in beeld te behoeve van Ruimtelijke Kwaliteit) een bedrag van € 150.000

  • f.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.8 (ten behoeve van Omgevingsveiligheid) een bedrag van € 665.068

  • g.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.9 (ten behoeve van toezicht op energiebesparing) een bedrag van € 650.000

  • h.

    voor subsidies op grond van paragraaf 3.10 (ten behoeve van Energieloketten 2018) een bedrag van € 785.000.

  • i.

    voor subsidies op grond van paragraaf 3.11 (ten behoeve van Voorfinanciering Ontwikkelkosten) een bedrag van € 1.000.000

 

Artikel 4 Plafonds van Hoofdstuk 4 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2018 ten aanzien van hoofdstuk 4 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.2 (ten behoeve van Landschap en Landgoederen) een bedrag van € 1.300.000

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.3 (ten behoeve van Faunavoorzieningen) een bedrag van € 250.000

  • c.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.7 (ten behoeve van Rustgebieden voor ganzen) een bedrag van € 400.000

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.10 (ten behoeve van Inrichting agrarisch natuur- en landschapsbeheer) een bedrag van € 210.000

  • e.

    Voor subsidies op grond van artikel 4.12.1, eerste lid, onder a (ten behoeve Burgerbetrokkenheid bij natuur, groen en landschap (klein)) een bedrag van € 100.000

  • f.

    Voor subsidies op grond van artikel 4.12.1, eerste lid, onder a (ten behoeve Burgerbetrokkenheid bij natuur, groen en landschap groot)) en onder b en c (Kennisdelen) een bedrag van € 250.000.

  • g.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.13 (ten behoeve van Kennisontwikkeling- en overdracht duurzaam functioneren van de toplaag) een bedrag van € 700.000.

 

Artikel 5 Plafonds van Hoofdstuk 5 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2018 ten aanzien van hoofdstuk 5 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.2 (ten behoeve van Infrastructuurprojecten) een bedrag van € 0

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.3 (ten behoeve van Openbaar vervoer en regiotaxi) een bedrag van € 0

  • c.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.4 (ten behoeve van Infrastructurele openbaarvervoer-voorzieningen) een bedrag van € 2.500.000

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.5 (ten behoeve van Sociale veiligheid) een bedrag van € 0

  • e.

    Voor subsidies op grond van artikel 5.7.1 onder a. (ten behoeve van Fietsvoorzieningen –Stadsregio) een bedrag van € 3.000.000

  • f.

    Voor subsidies op grond van artikel 5.7.1 onder b. (ten behoeve van Fietsvoorzieningen –overige delen Gelderland met uitzondering van de voormalige Stadsregio) een bedrag van € 3.000.000

  • g.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.7, onder c (ten behoeve van Fietsvoorzieningen c) Snelfietsroutes) een bedrag van € 0

  • h.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.8 (ten behoeve van Mobiliteitsprojecten) een bedrag van € 100.000

  • i.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.9 (ten behoeve van Logistiek en Goederenvervoer) een bedrag van € 1.000.000

  • j.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.10 (ten behoeve van Beter Benutten Vervolg) een bedrag van € 0.

  • k.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.11 (ten behoeve van Vrachtwagens CNG) een bedrag van € 750.000.

 

Artikel 6 Plafonds van Hoofdstuk 6 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2018 ten aanzien van hoofdstuk 6 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.10 (ten behoeve van Versterking routes voor fietsen, wandelen, mountainbiken, paardrijden, mennen en varen) een bedrag van € 45.000

  • b.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.11.1, aanhef en onder a (ten behoeve van Generieke Marketing voor en promotie van de provincie Gelderland) een bedrag van € 1.090.000

  • c.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.11.1, aanhef en onder b,(ten behoeve van Marketing voor en promotie van Gelderse regio’s ter bevordering van de vrije tijdseconomie) een bedrag van € 100.000

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.12 (ten behoeve van Innovatieadvies en haalbaarheids-projecten) een bedrag van € 0

  • e.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.15 (ten behoeve van Onderzoeksinfrastructuur voor economische activiteiten) een bedrag van € 0

  • f.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.16 ( Proeftuinen ten behoeve van marktintroducties) een bedrag van € 0

  • g.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.18 (ten behoeve van Innovatieve starters Novio TechCampus) een bedrag van € 250.000

  • h.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.22, onder a (ten behoeve van Herstructureringsplannen) een bedrag van € 150.000

  • i.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.22, onder b, (ten behoeve van Herstructurering van een bedrijventerrein) een bedrag van € 1.500.000

  • j.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.24 onder a (ten behoeve van Samenwerking fysieke bedrijfsomgeving) een bedrag van € 75.000

  • k.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.24 onder b (ten behoeve van Samenwerking fysieke bedrijfsomgeving) een bedrag van € 0

  • l.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.25.2 (ten behoeve van Economische impact - Sportevenementen) ten behoeve van onderdeel a, een bedrag van € 2.700.000 voor onderdeel b, een bedrag van € 800.000

  • m.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.26.1 (Open Clubs en Vitale Sportparken) ten behoeve van onderdeel a, een bedrag van € 50.000, van onderdeel b, een bedrag van €100.000 en van onderdeel c, een bedrag van € 300.000

  • n.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.26.1 (ten behoeve van de uitvoering programma totstandkoming Open Clubs en Vitale Sportparken) een bedrag van € 600.000

  • o.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.27.2, aanhef en onder a en b (ten behoeve van Verkleinen arbeidsmarktdiscrepanties) een bedrag van € 2.500.000

  • p.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.27.2, aanhef en onder c (ten behoeve van Organiserend Vermogen) een bedrag van € 600.000

  • q.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.28 (ten behoeve van Regionale talentencentrum) een bedrag van € 360.000

  • r.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.29 (ten behoeve van Regionaal Multisport-talenten-centrum) een bedrag van € 120.000

  • s.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.30 (ten behoeve van Versterken Jeugdopleiding) een bedrag van € 63.000

  • t.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.31 (ten behoeve van Talenten als ambassadeur) een bedrag van € 20.000

  • u.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.33 (Evenwichtige scholing van sporttalenten) een bedrag van € 30.000

  • v.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.34 (Sport en Innovatie) een bedrag van € 0.

 

Artikel 7 Bijzondere plafonds voor Hoofdstuk 6 RRvG

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor subsidies op grond van 6.35 (ten behoeve van Sportieve Buitenruimte) wordt voor de periode tot en met 31 december 2019 vastgesteld op een bedrag van € 260.000.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor subsidies op grond van 6.32 (ten behoeve van de Samenwerking Gelderland Lubelski) wordt voor de periode tot en met 31 december 2021 vastgesteld op een bedrag van € 155.000.

 

 

Artikel 8 Plafonds van Hoofdstuk 7 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2018 ten aanzien van hoofdstuk 7 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van artikel 7.2.1. (ten behoeve van Productie en festivals) ten behoeve van onderdeel a, een bedrag van € 0 voor onderdeel b, een bedrag van € 0, voor onderdeel c, een bedrag van € 0 en voor onderdeel d, een bedrag van € 0

  • b.

    Voor subsidies op grond van artikel 7.3 (T ten behoeve van talentontwikkeling van professionals) een bedrag van € 75.000

  • c.

    Voor subsidies op grond van artikel 7.4.1 (ten behoeve van Functioneel gebruik erfgoed) voor onderdelen a, b, en c een bedrag van € 9.600.000 en voor onderdeel d, een bedrag van € 400.000

  • d.

    Voor subsidies op grond van art. 7.5 (ten behoeve van Instandhouding gemeentelijke monumenten) een bedrag van € 1.300.000

  • e.

    Voor subsidies op grond van art. 7.6 (ten behoeve van Historische molens en stoomgemalen) een bedrag van € 300.000

  • f.

    Voor subsidies op grond van art. 7.7 (ten behoeve van Cultuur- en erfgoedpacten) een bedrag van € 3.120.000

  • g.

    Voor subsidies op grond van art. 7.8.1.( ten behoeve van Versterken maatschappelijke rol kleine musea) voor onderdeel a, een bedrag van € 200.000 en voor onderdeel b, een bedrag van € 250.000

  • h.

    Voor subsidies op grond van art. 7.9.1. (ten behoeve van Versterken maatschappelijke rol middelgrote en grote musea) voor onderdeel a, een bedrag van € 200.000, voor onderdeel b een bedrag van € 200.000, en voor onderdeel c een bedrag van € 200.000

  • i.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 7.10 (ten behoeve van Cultuur- en erfgoed participatie) een bedrag van € 300.000.

 

Artikel 9 Plafonds van Hoofdstuk 8 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2018 ten aanzien van hoofdstuk 8 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van artikel 8.1.2, aanhef en onder a tot en met e, (Sterk Bestuur) een bedrag van € 250.000

  • b.

    Voor subsidies op grond van artikel 8.1.2, aanhef en onder f (Sterk Bestuur) een bedrag van € 25.000.

  • c.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 8.2 (ten behoeve van Verwijdering drugsafval) een bedrag van € 139.393,94.

 

Artikel 10  

 

  • 1.

    Voor de verdeling van de middelen ten aanzien van de in dit besluit opgenomen artikelen vindt overeenkomstig artikel 1.3.2. van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016, plaats op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Een aanvraag wordt in die volgorde opgenomen zodra zij volledig is.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, worden de aanvragen uit de volgende titels op basis van een onderlinge vergelijking in een rangorde geplaatst:

    • a.

      artikel 5.4.1 (Infrastructurele openbaarvervoervoorzieningen);

    • b.

      artikel 5.7.1 (Fietsvoorzieningen) en

    • c.

      artikel 7.2.1 (Productie en festivals).

 

Artikel 11  

 

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treedt onderdeel e van artikel 3 in werking op een door gedeputeerde staten nader te bepalen datum. Van 1 januari 2018 tot aan deze datum wordt het plafond voor subsidies op grond van paragraaf 3.8 (Omgevingsveiligheid) vastgesteld op € 0.

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

 

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

   

Naar boven