Vervoersregeling woon-werkverkeer provincie Overijssel 2017

(krachtens art. F.4 lid 4 CAP)

Besluit van Gedeputeerde Staten van 4 mei 2004 (MI/2004/334) jo. 7 juni 2004 (MI/2004/550).

Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 7 december 2004 (MI/2004/1429) jo. 22 februari 2005 (MI/2005/177) met ingang van 1 januari 2005.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 19 december 2006 (MI/2006/0022278) met ingang van 1 januari 2006, met uitzondering van het Openbaar Vervoersplan.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 28 augustus 2007 (2007/0507121) met ingang van 1 januari 2007.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten 18 november 2008 (2008/0164406) met ingang van 1 januari 2009.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 9 november 2009 (2009/0186285) met ingang van 1 januari 2010.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 20-12-2010 (2010/0196721) met ingang van 1 januari 2011.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 21 mei 2013 (2013/0143192) met ingang van 13 juni 2013.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 20 mei 2014 (2014/0109664) met ingang van 1 januari 2014 .

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 9 september 2014 (2014/0163740) met ingang van 1 januari 2015 in overeenstemming met het Georganiseerd Overleg ter vergadering 4 juni 2014 en schriftelijk op 1 oktober 2014.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 11 mei 2015 (2015/0106165) met terugwerkende kracht per 1 januari 2015.

  • Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 6 december 2016 met ingang van 1 januari 2017.

Om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, presenteert de werkgever in de Vervoersregeling woon-werkverkeer provincie Overijssel 2017 een samenhangend pakket van woon-werkverkeer voorzieningen voor het openbaar vervoer, medewerkers met een handicap alsmede de onbelaste reiskostenvergoeding. Nadere informatie is terug te vinden op intranet. Voor wat betreft woon-werkverkeer met de fiets wordt verwezen naar de WRO (Werkkosten Regeling provincie Overijssel), die daarvoor faciliteiten biedt.

 

Openbaar vervoer

Artikel 1
  • 1.

    Wanneer de ambtenaar overwegend het openbaar vervoer gebruikt voor het woon-werkverkeer, kan de ambtenaar in aanmerking komen voor een vergoeding van 65% van de kosten van de door de ambtenaar gemaakte woon-werkreizen met het openbaar vervoer.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor de in het voorgaande lid genoemde vergoeding, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a)

      De voorwaarden zoals die door de wetgever (de Belastingdienst) ter zake zijn vastgesteld.

    • b)

      De ambtenaar maakt gebruik van de voor de werkgever voordeligste manier waarop hij zijn woon-werkreizen met het openbaar vervoer kan maken.

    • c)

      De ambtenaar heeft een aanstelling voor onbepaalde tijd of een aanstelling dan wel arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van minimaal één jaar. De ambtenaar met een aanstelling of arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd minder dan één jaar kan evenwel deelnemen aan deze regeling, met dien verstande dat logischerwijs gekozen zal worden voor bijvoorbeeld een business- kaart of OV- chipkaart in plaats van een jaarabonnement.

    • d)

      Abonnementen kunnen alleen voor een heel jaar (van 1 januari tot en met 31 december) lopen. Indien de ambtenaar nog niet eerder heeft deelgenomen kan hij evenwel tussentijds instappen.

  • 3.

    Indien een abonnement tevens voordeel geeft op het maken van dienstreizen, gebruikt de ambtenaar het abonnement ook voor dienstreizen.

  • 4.

    De werkgever kan privé gebruik van een abonnement toestaan indien het abonnement de ambtenaar voordeel geeft op het maken van privéreizen en indien daartegen geen fiscale restricties bestaan. De kosten van gemaakte privéreizen zijn voor rekening van de ambtenaar.

  • 5.

    Voor het vaststellen van de eigen bijdrage van de kosten van de door de ambtenaar gemaakte woon-werkreizen met het openbaar vervoer (35%) wordt gerekend met de prijs zonder eventueel bedongen inkoopvoordeel.

  • 6.

    Indien de ambtenaar de keuze maakt om geen gebruik te maken van de voor de werkgever voordeligste manier waarop hij zijn woon-werkreizen met het openbaar vervoer kan maken, zijn de meerkosten van deze keuze voor rekening van de ambtenaar.

  • 7.

    Kosten van verkeerd en/of misbruik van kaarten en/of abonnementen zijn voor rekening van de ambtenaar (bijvoorbeeld de kosten die zijn veroorzaakt door vergeten in- of uit te checken of opgelegde boetes). Bij misbruik treft de werkgever een passende maatregel.

  • 8.

    De ambtenaar weet zich geïnformeerd dat de facturen die de werkgever ontvangt, mogelijk inzicht bieden in de gemaakte reizen.

  • 9.

    De toegang tot de parkeerplaats van de provincie wordt voor de ambtenaar die overwegend gebruikt maakt van het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer, beperkt conform het vigerende parkeerbeleid.

Invloed fiscale regelingen

De eigen bijdrage van de ambtenaar kan – zolang daartegen geen fiscale restricties bestaan – onder de fiscale regelingen, bijvoorbeeld de werkkostenregeling/ IKB worden gebracht. Indien in deze gebruik wordt gemaakt van de fiscale regelingen kan géén gebruik meer worden gemaakt van de onbelaste reisvergoeding ex art. 4 van deze regeling. Afgelegde kilometers woon-werk op andere wijze dan met OV afgelegd (b.v. fiets of auto naar station) komen desgewenst wel in aanmerking voor de onbelaste reiskostenvergoeding. De ambtenaar moet wel zelf kenbaar maken dat hij hiervoor in aanmerking wil komen.

Artikel 2.

De ambtenaar die overwegend de trein gebruikt voor het woon-/werkverkeer en daarbij tevens gebruik maakt van de NS bewaakte fietsenstalling dan wel de NS fietskluis krijgt de kosten daarvan vergoed conform het vigerende tarief.

Invloed fiscale regelingen

De vergoeding voor de fietsenstalling/-kluis heeft geen relatie met de fiscale regelingen.

 

Gehandicapten

Artikel 3.
  • 1.

    Ambtenaren die vanwege hun handicap geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer en niet op een andere wijze een vergoeding voor reiskosten krijgen, komen in aanmerking voor een vergoeding woon-werkverkeer als zij met de auto reizen.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor de in het voorgaande lid genoemde vergoeding, dient de ambtenaar daartoe een verzoek in, onder overlegging van een bewijsstuk van zijn handicap.

  • 3.

    Bij de bepaling van de reisafstand (van het woonadres naar het werkadres en weer terug) geldt de opgave route van het vigerende salarissysteem (op 1-1-2017 is dat Raet).

  • 4.

    De ambtenaar krijgt een vergoeding per kilometer conform het normbedrag zoals dat door de wetgever (de Belastingdienst) is vastgesteld1.

     

Onbelaste reiskostenvergoeding

Artikel 4.
  • 1.

    De ambtenaar kan zijn Individueel Keuzebudget en/of bruto loon (of een gedeelte daarvan) ruilen tegen een onbelaste vergoeding van de reiskosten voor woon-werkverkeer2.

  • 2.

    Bij de bepaling van de reisafstand (van het woonadres naar het werkadres en weer terug) geldt de opgave route van het vigerende salarissysteem (op 1-1-2017 is dat Raet).

  • 3.

    Om in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      Medewerkers van de provincie Overijssel die in vaste of tijdelijke dienst zijn, komen desgewenst in aanmerking voor een vergoeding van de kosten over het voorliggende jaar. De vergoeding per kilometer bedraagt het normbedrag zoals door de wetgever / Belastingdienst is vastgesteld.

    • b.

      Medewerkers die voor de vergoeding in aanmerking wensen te komen, doen daartoe afstand van (een deel van) het Individuele Keuzebudget en/of (indien gewenst) een deel van het reguliere brutoloon.

    • c.

      Het geheel waarvan afstand wordt gedaan, is gelijk aan de vergoeding voor woon-werkverkeer. Het reguliere brutoloon kan niet verder worden verlaagd dan tot het niveau van het wettelijke minimumloon.

    • d.

      Indien de medewerker een tegemoetkoming in de kosten van het woon-werkverkeer ontvangt (bijvoorbeeld openbaar vervoer, NS- businesskaart, chipknip, carpool en/of vergoeding gehandicapten), wordt deze in mindering gebracht op de maximaal te ontvangen belastingvrije vergoeding.

  • 4.

    Als reeds sprake is van vervoer vanwege de werkgever kan geen gebruik van deze regeling worden gemaakt. Ook als de medewerker al gebruik heeft gemaakt van fiscale vervoersvoordelen, kan de uitruil niet meer worden toegepast omdat dan sprake is van vervoer vanwege de werkgever.

  • 5.

    Het aantal kilometers wordt bepaald door te rekenen met het aantal dagen per week dat een ambtenaar naar de vaste werkplek reist. Met de berekening wordt geen rekening gehouden met telewerkdagen en dienstreizen. Minder gereden kilometers ten gevolge van langdurige ziekte (> 26 weken) worden wel betrokken in de berekening.

     

Stagiaires

Artikel 5

De stagiair(e) die aantoonbaar reiskosten maakt met het openbaar vervoer om van de woonplaats naar de stageplek te reizen en geen OV kaart heeft voor dit traject, komt in aanmerking voor een reiskostenvergoeding. De provincie vergoedt de kosten volledig, berekend naar de kosten van openbaar vervoer tweede klas. Het betalingsbewijs dient bij de declaratie te worden gevoegd.

 

Slotbepalingen

Artikel 6

De werkgever bepaalt de wijze van betaling of verrekening van de kosten die op basis van deze regeling voor rekening van de ambtenaar zijn.

Artikel 7

Indien een wijziging van de voorwaarden van een vervoerder, fiscale wet- en/of regelgeving van invloed is op de inhoud of de werking van deze regeling, zullen vervallen voordelen voor ambtenaren niet worden gecompenseerd.

Artikel 8

In de gevallen waarin deze regeling niet op redelijke wijze voorziet of waarin toepassing ernstige bezwaren zou opleveren, kan de werkgever een voorziening naar billijkheid treffen.

Artikel 9

Deze regeling kan worden aangehaald als de de ‘Vervoersregeling woon-werkverkeer provincie Overijssel 2017’ en treedt, na publicatie in het provinciaal blad, per 1 januari 2017 in werking, onder gelijktijdige intrekking van alle voorgaande regelingen.

Toelichting

Artikel 1

  • 2.
    • b)

      Doorgaans is dit bij woon-werkverkeer van 3 dagen of meer per week een jaarabonnement bij een vervoerder.

  • 6.

    Voorbeelden van deze keuzes zijn een upgrade naar OV 1e klasse en een upgrade van een Traject Vrij abonnement naar een Trein Vrij abonnement.

Artikel 4

Het aantal dagen per week dat een ambtenaar naar de vaste werkplek reist wordt geregistreerd in het vigerende personeels- en salarisadministratiesysteem. Het gaat hierbij om het afgesproken werkpatroon, bijvoorbeeld bij 32 uur per week: maandag tot en met donderdag 8 uur per dag en vrijdag 0 uur.

Naar boven