Wijziging van het verkeersbesluit voor het Rijn-Schiekanaal (tussen km 7.66 en km 12.33) en de Oude Rijn (tussen km 0.33 en km 11.95), provinciaal vaarwegtraject 4

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

overwegende, dat hun college op grond van het bepaalde in artikel 2 van de

Scheepvaartverkeerswet bevoegd is tot het nemen van de in die wet bedoelde

verkeersbesluiten ter regeling van het scheepvaartverkeer op de provinciale vaarwegen;

 

dat op 1 april 2013 een verkeersbesluit is genomen ter regeling van het innemen van

ligplaatsen langs de oevers van het Rijn-Schiekanaal en de Oude Rijn (met kenmerk PZH-2013-378526155);

 

dat nadien, door de bouw van de Koningin Maximabrug over de Oude Rijn met bijbehorende

wachtvoorzieningen en een loswal, de feitelijke situatie in de Oude Rijn gewijzigd is;

 

dat voorts besloten is dat de oude loswal aan de Rijndijk te Hazerswoude niet langer functie

zal doen als loswal, maar enkel een beroepswachtplaats van maximaal 3 x 24 uur zal blijven;

 

dat gebleken is dat de ligplaatsvakken in en rondom Leiden door recreanten zeer goed

worden benut en dat daarom besloten is om het ligplaatsvak voor de recreatievaart in de

Oude Rijn tussen km 1.0 en 1.1 km met 100 meter uit te breiden nu daar gezien de situatie

ter plaatse ruimte voor bestaat;

 

dat uit overleggen met de gemeente Leiden en andere belanghebbenden gebleken is dat er

langs het Rijn-Schiekanaal behoefte is aan een locatie voor passagiersschepen om

passagiers in en uit te laten stappen en dat hiertoe in samenspraak met belanghebbenden

een geschikte locatie is gevonden en voorzieningen zijn gerealiseerd;

 

dat daarnaast uit overleggen met de gemeente Alphen aan den Rijn gebleken is dat bij hen

de wens bestaat om voor een aantal ligplaatsvakken het regime voor wat betreft de

afmeerduur te verruimen en dat hiertegen onzer zijde geen bezwaren bestaan;

 

dat voorgaande wijzigingen in het verkeersbesluit van 1 april 2013 moeten worden

doorgevoerd teneinde recht te doen aan de feitelijke situatie ter plaatse;

 

dat ter voorbereiding op het onderhavige besluit uitvoering is gegeven aan het bepaalde in

artikel 6 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

 

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement

(BPR), het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, alsmede het door hun

college vastgestelde Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale

organisatie 2017;

BESLUITEN:

 

het verkeersbesluit van 1 april 2013 (met kenmerk PZH-2013-378526155), waarin het

innemen van ligplaatsen in traject 4, te weten het Rijn-Schiekanaal (tussen km 7.66 en km

12.33) en de Oude Rijn (tussen km 0.33 en km 11.95), op de hierna genoemde wijze te

wijzigen.

 

dat aan artikel II., sub 2 de hierna genoemde bepalingen worden toegevoegd:

 

‘d. door het plaatsen van het bord A.7 met richtingaanduidingen F.2 voorzien van een

onderbord met de tekst ‘Met uitzondering van grote schepen max. 3x24 uur’ een ligplaatsvak

wordt ingesteld langs de zuidoostelijke oever van de Oude Rijn tussen km 6.95 en km 7.07,

en langs de noordwestelijke over van de Oude Rijn tussen km 10.11 en km 10.55;’

 

‘e. door het plaatsen van het bord A.5 met richtingaanduidingen F.2 voorzien van een

onderbord ‘M.u.v. passagiersvaartuigen. Uitsluitend in- en uitstappen, max. 1 uur’ een

ligplaatsvak wordt ingesteld langs de westelijke oever van het Rijn-Schiekanaal tussen

km 7.89 en km 7.99;’

 

dat het bepaalde in artikel II. sub 3 d van voornoemd besluit als volgt komt te luiden:

 

‘d. de oostelijke oever van de Oude Rijn tussen km 0.90 en km 1.10, voorzien van een

onderbord met de tekst ‘Sport maximaal 3 x 24 uur’;’

 

dat het bepaalde in artikel II., sub 3 g van voornoemd besluit als volgt komt te luiden:

 

‘g. de noordelijke oever van de Oude Rijn tussen km 8.06 en km 8.08, voorzien van een

onderbord met de tekst ‘Sport kort afmeren maximaal 3 uur’;’

 

dat het bepaalde in artikel II., sub 3 h van voornoemd besluit als volgt komt te luiden:

 

‘h. de noordelijke oever van de Oude Rijn tussen km 8.10 en km 8.13, voorzien van een

onderbord met de tekst ‘Sport kort afmeren maximaal 3 uur’;’

 

dat het bepaalde in artikel II., sub 4 als volgt komt te luiden:

 

‘4. te bepalen dat het is toegestaan om gedurende één week hoogstens opeenvolgend

3 x 24 uur af te meren in de bovengenoemde ligplaatsvakken onder 2d, 2e, 3a, 3b, 3c, 3d,

3e, 3i, 3j en 3k;’

 

te bepalen dat voor het overige de gestelde voorschriften in het Verkeersbesluit van

1 april 2013 in stand blijven.

 

te bepalen dat dit besluit (met kenmerk PZH-2017-596265673) in werking treedt zodra deze

op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt;

 

  • IV.

    dit besluit ter openbare kennis te brengen door plaatsing in het Provinciaal Blad van Zuid-Holland en een plaatselijk huis-aan-huisblad in de betreffende gemeenten;

 

  • V.

    dit besluit ter kennisneming te zenden aan:

 

  • a.

    Gemeente Leiden, postbus 9100, 2300 PC, Leiden;

  • b.

    Gemeente Alphen aan den Rijn, postbus 13, 2400 AA, Alphen aan den Rijn;

  • c.

    ANWB, afdeling Watersport, postbus 93200, 2509 BA, Den Haag;

  • d.

    RWS Waterdienst, Infocentrum Binnenwateren, postbus 17, 8200 AA, Lelystad;

  • e.

    Koninklijke BLN-Schuttevaer, Scheepmakerij 320, 3331 MC, Zwijndrecht;

  • f.

    Koninklijk Nederlands Watersportverbond, postbus 2658, 3430 GB, Nieuwegein;

  • g.

    Hoogheemraadschap van Rijnland, postbus 156, 2300 AD, Leiden;

  • h.

    Politie Regionale Eenheid Haaglanden, postbus 17107, 2502 CC, Den Haag;

 

  • VI.

    belanghebbenden te wijzen op de mogelijkheid om ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit bij hun college een bezwaarschrift in te dienen door verzending aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, postbus 90602, 2509 LP Den Haag, onder vermelding van “Awb-bezwaar” in de linkerbovenhoek van de enveloppe en het bezwaarschrift;

 

  • VII.

    belanghebbenden te wijzen op de mogelijkheid, in samenspraak met de mogelijkheid tot het maken van bezwaar, om ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen.

 

 

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

voor dezen,

mr. D.P. Boddé

hoofd bureau Juridisch Beheer

dienst Beheer Infrastructuur

Besluit d.d. 19 mei 2017 met kenmerk PZH-2017-596265673

Naar boven