Vaststelling Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2017

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 2 mei 2017, kenmerk 3.4/2017001302, team 3P, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2017

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op;

 

  • -

    de Verordening nummer 651/2014 van de Europese Commissie (de Algemene Groepsvrijstellingsverordening);

  • -

    de De-minimisverordening nummer 1407/2013 van de Europese Commissie;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • -

    de Mededeling betreffende referentie- en discontopercentages (Mededeling leningen), PbEU 2008/C14/6;

  • -

    de Mededeling betreffende garanties (Mededeling garanties), PbEU 2008/C155/02;

  

BESLUITEN:

  

vast te stellen de Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2017 en in te trekken de Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2015.

  

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

J.J. van Aartsen, voorzitter

mevrouw mr. A.M. van Schreven, secretaris

  

Uitgegeven 29 mei 2017

 

Artikel 1, Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    AGVV: Verordening (EU) nummer 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, L187);

  • b.

    ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • c.

    business case: document met informatie die nodig is om een gemotiveerde beslissing te nemen over de subsidiëring van de uitvoering van een NGA-project;

  • d.

    businesses activated: het aantal op het NGA-netwerk aan te sluiten bedrijven met een actieve verbinding die ten minste één dienst afnemen;

  • e.

    businesses passed: het aantal bedrijfspanden dat aangesloten kan worden op het NGA-netwerk, waarbij het netwerk minimaal dient te zijn aangelegd tot de straatkast;

  • f.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nummer 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

  • g.

    eigen bijdrage eindgebruikers: de eigen bijdrage die eindgebruikers afdragen om aansluiting van hun verblijfseenheid of bedrijf op het NGA-netwerk te ontvangen;

  • h.

    garantie: een subsidie waarbij de provincie zich door middel van een borgtochtovereenkomst, als bedoeld in artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek (BW), tegenover een geldverstrekker verplicht in te staan voor de betalingsverplichtingen van een geldnemer, waardoor deze geldverstrekker bereid is een lening te verstrekken;

  • i.

    gebiedsanalyse: analyse van de in een gebied reeds aanwezige communicatienetwerken;

  • j.

    geldverstrekker: een (bancaire) instelling die aan een geldnemer een lening (heeft) verstrekt waarvoor Gedeputeerde Staten, onder voorwaarden, deels garant staan;

  • k.

    geldnemer: een rechtspersoon naar burgerlijk recht waaraan een geldverstrekker een lening verstrekt en ten behoeve waarvan Gedeputeerde Staten een borgstelling geven voor de betaling van een deel van de betalingsverplichtingen uit de overeenkomst uit geldlening voor het geval dat de geldnemer in gebreke is;

  • l.

    grijs gebied: gebied waarin één netwerkexploitant aanwezig is en waar in de nabije toekomst waarschijnlijk geen ander netwerk zal worden ontwikkeld;

  • m.

    homes activated: het aantal op het NGA-netwerk aan te sluiten verblijfseenheden met een actieve verbinding die ten minste één dienst afnemen;

  • n.

    homes passed: het aantal verblijfseenheden dat aangesloten kan worden op het NGA-netwerk, waarbij het netwerk minimaal dient te zijn aangelegd tot de straatkast;

  • o.

    lening: een subsidie in de vorm van een geldlening;

  • p.

    marktconsultatie: openbare raadpleging van belanghebbenden op basis van een gebiedsanalyse, zoals bedoeld in de EU-richtsnoeren voor de toepassing van de staatssteunregels in het kader van de snelle uitrol van breedbandnetwerken (2013/C 25/01);

  • q.

    next generation access netwerk of NGA-netwerk: een aansluitnetwerk dat volledig of gedeeltelijk gebruikmaakt van optische elementen en dat breedbandtoegangsdiensten kan leveren met betere kenmerken dan bestaande basisbreedbandnetwerken;

  • r.

    NGA-project: het realiseren van een NGA-netwerk in wit gebied binnen de provincie Drenthe, conform de business case;

  • s.

    passief NGA-netwerk: het passieve deel van een NGA-netwerk, zonder enige actieve component (civieltechnische infrastructuur, buizen, dark fiber, straatkasten/POP’s en eventueel masten);

  • t.

    premie: de minimale jaarpremie (safe-harbour-premie) als bedoeld in de Mededeling betreffende garanties (Mededeling garanties), PbEU 2008, C 55;

  • u.

    uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die de provincie Drenthe met de subsidieontvanger sluit ter uitwerking van de beschikking tot verlening van subsidie in de vorm van een geldlening;

  • v.

    verblijfseenheid: woonhuis, instelling of bedrijf;

  • w.

    vraag: aangetoonde (gebundelde) behoefte van lokale huishoudens en bedrijven aan hoogwaardige breedbandvoorzieningen;

  • x.

    whole sale toegang: toegang voor derden-exploitanten tot het NGA-netwerk;

  • y.

    wit gebied: gebied binnen de provincie Drenthe waarin geen breedbandinfrastructuur aanwezig is en in de nabije toekomst waarschijnlijk ook niet op zakelijke voorwaarden zal worden ontwikkeld.

 

Artikel 2, Doel van de regeling en toepasselijkheid ASV

  • 1.

    Deze regeling heeft tot doel het tot stand brengen van NGA-netwerken in wit gebied binnen de provincie Drenthe.

  • 2.

    Met uitzondering van artikel 1.3, vierde lid, is de ASV op het verstrekken van leningen en garanties op grond van deze uitvoeringsregeling van toepassing.

  • 3.

    Voor de uitvoering van deze regeling kunnen Gedeputeerde Staten nadere voorschriften vaststellen.

 

Artikel 3, Aanvrager

  • 1.

    Een aanvraag kan worden ingediend door een privaatrechtelijke rechtspersoon die blijkens zijn statuten of reglementen ten doel heeft het aanleggen of laten aanleggen en exploiteren of laten exploiteren van een NGA-netwerk in wit gebied ten behoeve van de gebruikers van dat netwerk en die daarin investeert.

  • 2.

    Aan een marktpartij waarvan de aanleg/exploitatie van breedband- en NGA-netwerken tot de kernactiviteiten behoort wordt geen subsidie verstrekt.

 

Artikel 4, Subsidievorm en staatssteun

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen aan privaatrechtelijke rechtspersonen, als bedoeld in artikel 3, subsidies in de vorm van leningen en garanties verstrekken ten behoeve van het aanleggen of door derden laten aanleggen van passieve NGA-netwerken.

  • 2.

    Voor zover een te verstrekken subsidie mede betrekking heeft op grijs gebied, wordt deze slechts verstrekt onder marktconforme voorwaarden en met inachtneming van het volgende:

    • a.

      alleen de ontsluiting van adressen die direct aan de hoofdstructuur grenzen, komen in aanmerking voor een subsidie;

    • b.

      aanleg van de hoofdstructuur door grijs gebied is de meest efficiënte oplossing;

    • c.

      de subsidie in grijs gebied bedraagt ten hoogste 50%, en bij het indienen van de aanvraag dient financiering van het resterende deel zeker te zijn.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten subsidiëren, voor zover het subsidies aangaat die een steunelement bevatten, uitsluitend binnen de kaders van en met inachtneming van alle desbetreffende voorwaarden van de toepasselijke staatssteunkaders.

 

Artikel 5, Aanvraag en subsidiecriteria

  • 1.

    Een aanvraag voor een subsidie wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en bevat in ieder geval:

    • a.

      een sluitende business case, ingediend volgens een door Gedeputeerde Staten verplicht gesteld model, die voldoende haalbaar en uitvoerbaar is en waaruit in ieder geval moet blijken:

      • i.

        de terugverdienmogelijkheden van de investering;

      • ii.

        de bezettingsgraad; en

      • iii.

        bij voorkeur een exitstrategie gericht op verkoop van het netwerk aan marktpartijen na een periode van, afhankelijk van de alsdan geldende bezettingsgraad, ongeveer zeven tot tien jaar;

      • iv.

        een beschrijving en evaluatie van de risico’s van het project en de te nemen beheersmaatregelen;

      • v.

        een beschrijving van de inzet van (inhuur)personeel met voldoende vakkennis en ervaring om het project conform planning uit te voeren;

      • vi.

        beoogde contractpartijen op de lagen 1, 2 en 3 van het netwerk, geselecteerd via aanbesteding of selectieprocedure;

    • b.

      een beheer- en exploitatieplan;

    • c.

      een gebiedsanalyse waaruit blijkt dat er voldoende vraag is;

    • d.

      de uitkomsten van de marktconsultatie;

    • e.

      een projectplan, bestaande uit een inhoudelijke beschrijving van de activiteiten en een planning van de uitvoering en de oplevering;

    • f.

      een verklaring of verklaringen van de overige externe financier(s), dan wel een ondertekende overeenkomst van geldlening met een bankinstelling;

    • g.

      een verklaring inzake eigen bijdragen van de eindgebruikers;

    • h.

      een lijst van toekomstige homes en businesses activated.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen voor de in het vorige lid genoemde bescheiden modellen voorschrijven.

  • 3.

    Een aanvraag voor een subsidie voldoet voorts in ieder geval aan de volgende criteria:

    • a.

      het NGA-project wordt uitgevoerd in wit gebied;

    • b.

      de uitvoering van het NGA-project vindt plaats op de meest doelmatige wijze;

    • c.

      het NGA-project voorziet in het realiseren van een passief NGA-netwerk van minimaal 2.000 homes en businesses passed en ten minste 1.200 homes en businesses activated;

    • d.

      het te realiseren netwerk maakt de distributie van het gebruikelijke breedbanddienstenportfolio (internet, telefonie en televisie) mogelijk en voldoet ten minste aan de volgende technische en gebruikseisen:

      • i.

        de minimale technische levensduur van het netwerk is twintig jaar;

      • ii.

        de internetsnelheid (download en upload) bedraagt bij voorkeur 100 Mbps of meer en ten minste 30 Mbps;

      • iii.

        het netwerk is uitbreidbaar en koppelbaar met andere netwerken;

      • iv.

        buizen zijn breed genoeg om (mede) plaats te bieden voor meerdere kabelnetwerken en verschillende netwerktypologieën.

    • e.

      de eigenaar van het netwerk biedt wholesale-toegang voor derden tot de gesubsidieerde infrastructuur gedurende ten minste zeven jaar waardoor het daadwerkelijk dienstenaanbod tegen geldende marktcondities wordt zeker gesteld en, indien van toepassing, volgens door de ACM vastgestelde beginselen inzake tarifering.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten afwijken van het bepaalde in het derde lid onder c, mits dit geen invloed heeft op de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de business case.

 

Artikel 6, Subsidieverlening in de vorm van een geldlening

  • 1.

    De lening wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat tussen de subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten een overeenkomst van lening ter uitvoering van de subsidiebeschikking tot stand komt.

  • 2.

    In de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, worden onder andere een regime voor betaling van rente, aflossing en afspraken met betrekking tot zekerheden opgenomen. De duur van de overeenkomst is maximaal twintig jaar.

 

Artikel 7, Subsidieverlening in de vorm van een garantie

  • 1.

    De garantie wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat tussen de geldverstrekker en Gedeputeerde Staten een borgtochtovereenkomst wordt gesloten. Deze borgtochtovereenkomst geldt als uitvoeringsovereenkomst ex artikel 4:36 van de Awb, ter uitvoering van de subsidiebeschikking in de vorm van garantstelling aan de geldnemer.

  • 2.

    De garantie dient tot zekerheidsstelling van de betaling van de rente en aflossing aan de geldverstrekker voor het geval dat de aanvrager van de garantie in gebreke is gebleven.

  • 3.

    De garantie wordt, uitgaande van de economische levensduur van een NGA-netwerk, in duur beperkt tot de looptijd van de lening van de geldverstrekker aan de geldnemer, met een maximum van twintig jaar.

  • 4.

    De omvang van de verleende garantie is gelijk aan de restschuld die wordt bepaald op basis van een lineair aflossingsschema, op basis van de looptijd van de lening, ongeacht de door de geldverstrekker en geldnemer gekozen lening- en aflossingsvorm en kan nooit hoger zijn dan de restschuld van de lening indien met de geldverstrekker een andere leningsvorm is overeengekomen.

  • 5.

    De garantie wordt verstrekt voor ten hoogste 80% van de verstrekte lening en tegen een nader te bepalen premie.

 

Artikel 8, Verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger sluit in geval van een lening met de provincie Drenthe uiterlijk acht weken na het verlenen van de subsidie een uitvoeringsovereenkomst.

  • 2.

    De subsidieontvanger betaalt in geval van een lening het overeengekomen aflossingsbedrag en de verschuldigde rente of in geval van een garantie de verschuldigde premie, met ingang van de in de uitvoeringsovereenkomst overeengekomen datum, aan Gedeputeerde Staten (terug) in de overeengekomen termijnen. Ter zake wordt in de uitvoeringsovereenkomst een betalingsregime afgesproken en kunnen verplichtingen worden opgenomen ten aanzien van de kredietwaardigheid van de subsidieontvanger.

  • 3.

    De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan Gedeputeerde Staten van de omstandigheid dat hij verwacht niet binnen de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen termijn te beschikken over de vereiste vergunningen, ontheffingen of andere rechtens benodigde toestemmingen in verband met het realiseren van het NGA-project, of, indien het NGA-project om andere redenen (gedeeltelijk) niet uitvoerbaar is, dat hij verwacht dat hij zijn verplichtingen niet zal kunnen nakomen.

  • 4.

    De subsidieontvanger dient binnen een jaar na subsidieverlening te starten met de realisatie van het NGA-project.

  • 5.

    De activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, moeten binnen drie jaar na subsidieverlening zijn uitgevoerd.

  • 6.

    Indien de looptijd van de subsidie langer is dan één jaar, rapporteert de subsidieontvanger jaarlijks aan Gedeputeerde Staten over de voortgang van de business case en overlegt daarbij in ieder geval de jaarrekening. In afwijking van artikel 2.12 van de ASV kunnen Gedeputeerde Staten de verplichting opleggen tot het vaker dan één keer per jaar afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden inkomsten en uitgaven.

  • 7.

    Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger de verplichting opleggen om ter zake van de te verlenen subsidie zekerheden te verstrekken. Ter uitvoering van deze verplichting kunnen bepalingen worden opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 8.

    De subsidieontvanger zal het netwerk voldoende onderhouden volgens de in de desbetreffende industrie geldende standaarden en zal mutaties registreren in een netwerkadministratie.

  • 9.

    De subsidieontvanger zal het netwerk gedurende de looptijd van de verstrekte lening of garantie niet vervreemden dan wel met rechten bezwaren zonder toestemming van Gedeputeerde Staten.

  • 10.

    De subsidieontvanger is verplicht de ruimst mogelijke whole sale toegang in de zin van artikel 2, onderdeel 139 van de AGVV te bieden aan alle actieve operators tot buizen, masten, dark fiber en straatkasten en ontbundelde toegang tot local loop dan wel subloopontbundeling en bitstroomtoegang te verlenen tegen marktconforme voorwaarden en met inachtneming van de bepalingen van de AGVV.

  • 11.

    De wholesale toegang tot het gesubsidieerde netwerk tegen eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden als bedoeld in lid 10 moet overeenkomstig de AGVV voor een periode van ten minste zeven jaar worden aangeboden en toegang tot buizen en masten mag niet in tijd worden beperkt.

 

Artikel 9, Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken voor een subsidie in de vorm van een lening een voorschot van maximaal 100% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen besluiten geen voorschotten te betalen of de betaling van voorschotten op te schorten zolang het aan te leggen netwerk niet is geregistreerd in de daartoe bestemde registers bij het Kadaster.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot op basis van prestaties, besteding, liquiditeitsbehoefte en het risicoprofiel van de subsidieontvanger.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten verstrekken voor een subsidie in de vorm van een garantie geen voorschot op het verleende subsidiebedrag.

 

Artikel 10, Subsidievaststelling leningen

  • 1.

    Binnen 13 weken nadat het NGA-netwerk is opgeleverd, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie worden in aanvulling op artikel 3.8 van de ASV de volgende stukken overgelegd:

    • a.

      een overzicht van de gerealiseerde contracten (homes activated en business activated);

    • b.

      een verklaring van getrouwheid die is opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Gedeputeerde Staten kunnen nadere eisen stellen omtrent de wijze van totstandkoming en de inhoud van de verklaring van getrouwheid;

    • c.

      een protocol oplevering van de aannemer waaruit de conformiteit met de bij de subsidieaanvraag ingediende businesscase blijkt en een verantwoording van de werkelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten toetsen de aanvraag tot vaststelling aan het volgende:

    • a.

      zijn de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend verricht;

    • b.

      is aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen voldaan;

    • c.

      het ingediende financiële verslag;

    • d.

      de ingediende controleverklaring van een accountant, inclusief een oordeel over de rechtmatigheid.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten stellen binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

 

Artikel 11, Subsidievaststelling garanties

  • 1.

    Indien er sprake is van een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst, leggen zowel de geldlener als de geldnemer de door Gedeputeerde Staten nader te bepalen gegevens over die van belang zijn voor het vaststellen van de subsidie. Tot die gegevens behoren in ieder geval de in artikel 10, tweede en derde lid, bedoelde gegevens.

  • 2.

    Indien de looptijd van de borgtochtovereenkomst is verstreken zonder dat een verzoek tot nakoming van de borgtochtovereenkomst is gedaan, wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld op nihil.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stellen de subsidie binnen 22 weken na ontvangst van het verzoek tot nakoming conform het eerste lid, dan wel conform het tweede lid, vast.

 

Artikel 12, Subsidiabele kosten

  • 1.

    De verstrekte subsidie mag worden benut ter dekking van de volgende kosten:

    • a.

      kosten van materialen benodigd voor de aanleg van een passief NGA netwerk;

    • b.

      kosten van civieltechnische werkzaamheden voor de aanleg van een passief NGA.

  • 2.

    Onder de kosten, bedoeld in het vorige lid, mogen de volgende kosten worden begrepen:

    • a.

      de leges van voor de werkzaamheden benodigde vergunningen;

    • b.

      de kosten van het vestigen van erfdienstbaarheden;

    • c.

      de kosten van het inschrijven van het netwerk in de openbare registers.

  • 3.

    Kosten die al anderszins vergoed zijn door de provincie of andere publiekrechtelijke rechtspersonen of openbare lichamen of door de Europese Commissie, mogen niet worden betaald uit de verstrekte lening.

 

Artikel 13, Weigeringsgronden

In aanvulling op de algemene weigeringsgronden in artikel 2.7 van de ASV, wordt een lening of een garantiesubsidie niet verstrekt indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan de subsidievereisten opgenomen in artikel 5;

  • b.

    het te realiseren netwerk niet voldoet aan de technische specificaties en de eisen ten aanzien van het gebruik van het netwerk, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid;

  • c.

    de kosten van het NGA-project niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

  • d.

    met de uitvoering van het NGA-project is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;

  • e.

    aannemelijk is dat het netwerk niet op de in de aanvraag voorgestelde vorm en manier kan worden gerealiseerd;

  • f.

    de subsidieaanvrager een onderneming is die in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, van de AGVV.

 

Artikel 14, Uitstel of ontheffing betalingsverplichting

  • 1.

    De subsidieontvanger kan Gedeputeerde Staten verzoeken om de lening of de betaling van de premie in geval van een garantie in andere termijnen terug te betalen.

  • 2.

    De subsidieontvanger kan Gedeputeerde Staten deugdelijk gemotiveerd verzoeken om geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk ontheffing te verlenen van de verplichting om op de lening af te lossen en over de lening rente te betalen of de premie voor de garantie te betalen. De ontheffing kan worden verleend indien:

    • a.

      (terug)betaling naar het oordeel van Gedeputeerde Staten door bijzondere omstandigheden geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk onmogelijk is;

    • b.

      een strikte toepassing van de verplichting tot (terug)betaling naar het oordeel van Gedeputeerde Staten door bijzondere omstandigheden zou leiden tot een onredelijke beslissing.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat bij het verzoek om ontheffing, als bedoeld in het tweede lid, een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het BW wordt overgelegd.

  • 4.

    Er wordt geen uitstel of ontheffing verleend wanneer dat naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in strijd is met de toepasselijke staatssteunregels.

 

Artikel 15, Vermogensvorming en claw back

  • 1.

    Bij verkoop of vervreemding van het NGA-netwerk aan een derde, niet zijnde een aan de subsidieontvanger verbonden persoon, binnen de looptijd van de lening, wordt de door vervreemding verkregen bovenmatige winst naar rato van het aandeel van de beschikbaar gestelde lening in de totale aanlegkosten van het NGA-netwerk tussen de subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten verrekend. Onder bovenmatige winst wordt verstaan het positief verschil tussen de kosten van het netwerk bij aanleg, inclusief een redelijk rendement en de transactiewaarde op het moment van vervreemding.

  • 2.

    Bij het bepalen van de hoogte van een vergoeding op grond van dit artikel worden de waarde van het NGA-netwerk en het redelijk rendement vastgesteld door een college van deskundigen. Gedeputeerde Staten en de subsidieontvanger wijzen elk een deskundige aan, die in onderling overleg een derde deskundige aanwijzen.

 

Artikel 16, Citeertitel, inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2017.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan in het Provinciaal Blad.

  • 3.

    De Uitvoeringsregeling aanleg breedband Drenthe 2015 wordt ingetrokken.

 

TOELICHTING ALGEMEEN

 

Vanaf 1 juli 2014 hoeven decentrale overheden (niet marktconforme) steun aan breedbandinfrastructuur niet meer ter goedkeuring bij de Europese Commissie aan te melden wanneer er gebruik wordt gemaakt van de AGVV. Artikel 52 van de AGVV bevat een vrijstelling voor steun voor breedbandinfra-structuur. Om steun onder de AGVV te kunnen plaatsen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo dient bijvoorbeeld niet marktconforme steun plaats te vinden in gebieden waar er geen breedbandinfrastructuur voorhanden is van dezelfde categorie (basisbreedband- of NGA-netwerk) en waar dit soort infrastructuur in de komende drie jaar waarschijnlijk niet door de markt zal worden uitgerold, de zogenaamde witte gebieden. Een lichte kennisgevingsprocedure, waarbij de Europese Commissie moet worden geïnformeerd, volstaat. In grijze gebieden kan alleen marktconform worden gefinancierd.

Decentrale overheden kunnen daarnaast onder de algemene de-minimisverordening ondernemingen tot € 200.000,-- aan steun verlenen zonder dat er sprake is van staatssteun. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steunmaatregelen die onder de de-minimisverordening vallen, worden geacht geen effect te hebben op het handelsverkeer tussen lidstaten. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (artikel 107, eerste lid, VWEU) en leveren dus geen staatssteun op.

De provincie Drenthe heeft de subsidieregeling zo ingericht dat steun aan breedbandinitiatieven altijd voldoet aan de hiervoor geschetste staatssteunkaders.

 

TOELICHTING ARTIKELSGEWIJS

 

Artikel 1  

Onder een NGA-netwerk als bedoeld onder q. worden ook combinaties van verschillende technieken verstaan. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om combinaties van glasvezel en wifi, de zogenoemde punt-multipuntverbindingen, waarmee zeer afgelegen adressen kunnen worden bediend. Hiervoor geldt uiteraard ook de beperking die het eerste lid van artikel 4 aanlegt: de provinciale financiering geldt alleen de passieve infrastructuur (laag 1, te weten de aanleg van buizen, 'dark fiber', straatkasten en eventuele masten). Investeringen in laag 2 (belichtingsapparatuur) en laag 3 mogen niet ten laste van provinciale financiering worden gebracht.

Onder verblijfseenheid als aangeduid onder v. wordt verstaan: woonhuizen, inclusief al dan niet voor permanente bewoning bestemde particuliere recreatiewoningen. Uitsluitend voor tijdelijke verhuur bestemde recreatiewoningen op zogenoemde 'huisjesparken' worden gezien als onderdeel van een bedrijf.

Ten aanzien van de vraag (sub w.) geldt dat deze dient te worden aangetoond met ondertekende (voor)overeenkomsten (abonnementen), waaruit blijkt dat een of meer internetdiensten zullen worden afgenomen.

Whole sale toegang (sub x.) houdt in dat de eigenaar/exploitant van het NGA-netwerk andere exploitanten toegang moet bieden tot zijn faciliteiten. De ruimst mogelijke toegang die via het betrokken netwerk moet worden verleend, omvat, op basis van de huidige technologische ontwikkelingen, ten minste de volgende toegangsproducten:

  • voor FTTH/FTTB-netwerken: toegang tot buizen, toegang tot dark fibre, ontbundelde toegang tot de local loop en bitstroomtoegang;

  • voor passieve netwerkinfrastructuur: toegang tot buizen, toegang tot dark fibre en/of ontbundelde toegang tot de local loop;

  • voor draadloze netwerken (zoals punt-multipuntverbindingen): bitstroomtoegang, medegebruik van fysieke masten en toegang tot de backhaulnetwerken.

Of het gebied waarvoor een lening wordt gevraagd wit gebied is, als bedoeld onder y., dient te zijn vastgesteld via enerzijds een gebiedsanalyse, als bedoeld onder i., en anderzijds een open publieke consultatie van de markt (sub p.). Uit de consultatie moet blijken dat er geen marktpartij is die voornemens is om binnen drie jaar na de consultatie in het gebied een basisbreedbandnetwerk of NGA-netwerk aan te leggen.

 

Artikel 2  

Leningen en garanties worden aangemerkt als subsidie. Vandaar dat hierop de ASV van toepassing is.

Provinciale Staten hebben aan Gedeputeerde Staten toestemming gegeven om voor subsidies verleend op grond van deze regeling af te zien van de in artikel 1.3, lid 4 van de ASV opgenomen procedure van wensen en bedenkingen bij subsidiëring vanaf € 150.000,--.

 

Artikel 3  

De regeling is gericht op het ondersteunen van lokale initiatieven voor het realiseren van NGA-netwerken. Het zijn dan ook deze lokale initiatieven die subsidie kunnen aanvragen. Aan marktpartijen waarvan de aanleg/exploitatie van breedband- en NGA-netwerken tot de kernactiviteiten behoort (bijvoorbeeld Ziggo/UPC en KPN/Reggefiber), worden geen subsidies verstrekt.

 

Artikel 4  

Gedeputeerde Staten kunnen binnen de kaders van de AGVV in gebieden waar al breedbandinfrastructuur aanwezig is, alleen onder marktconforme voorwaarden leningen verstrekken. Onder marktconforme voorwaarden verstrekte leningen worden niet aangemerkt als staatssteun, indien de verstrekking plaatsvindt met inachtneming van de uitgangspunten van het Kader revolverend financieren (statenstuk 2012-549) van de provincie en binnen de grenzen van de Europese regelgeving. In witte gebieden kan onder niet marktconforme voorwaarden geoorloofde staatssteun worden verstrekt.

In de business case mag in beperkte mate de aanleg van een NGA-netwerk in grijs gebied worden meegenomen, teneinde de investering in wit gebied rendabel te maken.

Met “ontsluiting van adressen die direct aan de hoofdstructuur grenzen” wordt bedoeld, dat het alleen mag gaan om adressen gelegen aan bijvoorbeeld de straat waarlangs de hoofdleiding wordt aangelegd. De provincie financiert in grijs gebied geen aftakkingen van de hoofdleiding. Als bij het verbinden van witte kernen de hoofdleiding wordt aangelegd door een grijze kern, is dat alleen toegestaan als dat de kortste of meest logische verbinding is.

Als voor de aanleg van een passief NGA-netwerk in grijs gebied financiering van de provincie wordt gevraagd, moet door middel van een getekende (voor)overeenkomst met een bancaire instelling of anderszins (bijvoorbeeld in de vorm van betaalde eigen bijdragen van eindgebruikers) bij het indienen van de aanvraag worden aangetoond dat er zekerheid is over financiering van het resterende deel.

 

De AGVV geeft in hoofdstuk III, deel 10, aan onder welke voorwaarden overheden steun mogen verlenen aan de realisering van breedbandnetwerken.

De steun mag alleen betrekking hebben op:

  • kosten van materialen benodigd voor de aanleg van een passief NGA netwerk;

  • kosten van civieltechnische werkzaamheden voor de aanleg van een passief NGA

in gebieden waar geen basisbreedband- of NGA-infrastructuur aanwezig is en binnen drie jaar waarschijnlijk ook niet op zakelijke voorwaarden zal worden uitgerold. Het gaat hierbij om de kosten van aanleg en installatie van passieve infrastructuur – de zogenoemde 'laag 1' – door een gecertificeerde kabel- of leidingwerkaannemer. Investeringen in laag 2 (belichting) dienen te worden gedaan door de voor laag 2 gecontracteerde aanbieder. Voor laag 3 (het aanbieden van internetdiensten) geldt hetzelfde.

 

Artikel 5  

Voor een goede beoordeling van de aanvraag is inzicht nodig in zowel de inhoud van de activiteiten/investering waarvoor de lening of garantie nodig is, als in de financiële uitvoerbaarheid daarvan.

Het verplicht te hanteren model voor de business case wordt aangeboden via www.verbinddrenthe.nl.

De informatie bedoeld in het eerste lid, onder a, sub vi., dient om te kunnen vaststellen of er daadwerkelijk contractpartijen zijn die het netwerk zullen aanleggen (laag 1) dan wel actief zullen zijn op de lagen 2 en 3 (belichting en aanbieden van diensten) van het netwerk en daarmee of het netwerk de inkomsten zal genereren.

Indien voorafgaande aan de aanleg van het NGA-netwerk geen eigen bijdragen worden gevraagd van eindgebruikers, geeft de verklaring bedoeld in het eerste lid, onder h., aan dat het totaal van de eigen bijdragen € 0,00 is.

De provincie stelt, om te voorkomen dat publieke middelen ondoelmatig worden ingezet, eisen aan de omvang van het aan te leggen netwerk en aan de business case die aan de exploitatie van het aan te leggen netwerk ten grondslag ligt. Uit de business case moet in elk geval blijken dat de investering in het NGA-netwerk binnen de looptijd van de overeenkomst van geldlening, dan wel binnen de geldigheidsduur van de garantie, kan worden terugverdiend en dat de lening aan de provincie kan worden terugbetaald, respectievelijk dat de lening aan de bankinstelling kan worden terugbetaald en dat jaarlijks de safe harbour-premie aan de provincie kan worden afgedragen. Het beleid van de provincie is erop gericht dat in witte gebieden in beginsel iedereen kan beschikken over een kwalitatief goede breedband-/NGA-voorziening. Business cases worden daarom beoordeeld op de bezettingsgraad. Daarin zijn twee aspecten belangrijk:

  • het aantal woningen en bedrijven dat desgewenst kán worden aangesloten op het netwerk (homes/businesses passed) en

  • het aantal woningen en bedrijven dat heeft aangegeven dat er daadwerkelijk ten minste één dienst zal worden afgenomen (homes/businesses activated).

Het aanleggen van netwerken kleiner dan 2.000 potentiële aansluitingen (in wit gebied) en met minder dan 1.200 afnemers van breedbanddiensten wordt als niet doelmatig gezien. Ook het aanleggen van netwerken die deze ondergrens wel halen kan als ondoelmatig worden aangemerkt, bijvoorbeeld als het gaat om een enclave in een veel groter wit gebied waar een NGA-netwerk wordt of is aangelegd. Het is hierom dat het vierde lid bepaalt dat Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van het bepaalde in het derde lid onder c.

Getoetst wordt (via homes/businesses passed) of iedereen die dat wenst, kan worden aangesloten. Via homes/businesses activated wordt getoetst (op grond van contractueel vastgelegde abonnementen) of het netwerk voldoende inkomsten genereert om de investering in het netwerk terug te verdienen. Desgevraagd dient de aanvrager aan te tonen, bijvoorbeeld door het overleggen van bewijsstukken, dat er ten aanzien van de homes activated sprake is van getekende verklaringen dat na aanleg van het netwerk een of meer breedbanddiensten zullen worden afgenomen.

Het verdient aanbeveling dat de business case ook laat zien dat het voor marktpartijen aantrekkelijk is om op termijn het NGA-netwerk over te nemen.

Een beheer- en exploitatieplan is nodig om de provincie het vertrouwen te geven dat het technisch beheer van het netwerk goed geregeld is en dat daardoor het netwerk exploitabel blijft.

In een gebiedsanalyse is in ieder geval het volgende opgenomen:

  • een kwantitatieve en kwalitatieve opsomming (niet gelimiteerd) en geografische weergave met betrekking tot de huidige situatie omtrent Next Generation Acces in het gebied. Hierin is minimaal opgenomen het aantal huishoudens en bedrijven in wit en grijs gebied (met de definitie wat valt onder wit/grijs);

  • de aanwezigheid van commerciële (markt)partijen en ontwikkelingen rondom marktpartijen. De Stichting Breedbandplatform Drenthe kan bij het maken van de gebiedsanalyse ondersteuning bieden.

Dat de infrastructuur binnen drie jaar waarschijnlijk niet op zakelijke voorwaarden zal worden uitgerold, moet via een open publieke consultatie worden vastgesteld.

De aanvrager kan ervoor kiezen een deel van de investering te laten voorfinancieren door de toekomstige eindgebruikers/abonnees. In dat geval dient de aanvraag/business case vergezeld te gaan van een verklaring, waaruit blijkt welk bedrag door de eindgebruikers gezamenlijk wordt ingelegd.

De technische en gebruikseisen in het derde lid onder d zijn er om te bevorderen dat het netwerk verkoopbaar zal zijn en dienen ook in acht te worden genomen indien subsidie wordt verleend onder de de-minimisverordening.

De business case moet uitgaan van marktconforme abonnementsprijzen.

 

Artikel 6  

Bij een niet-marktconforme lening kan er sprake zijn van staatssteun. Het bedrag van de staatssteun is gelijk aan het bedrag dat volgt uit het verschil tussen de marktconforme rente (bijvoorbeeld als er geleend was bij een bank) en de rente die werkelijk is betaald. De Europese Commissie heeft een methode van referentie- en disconteringspercentages vastgesteld. Hiermee kan de steuncomponent bij deze en andere vormen van staatssteun worden berekend. De rente die op basis van deze methode wordt berekend, wordt als indicatie van de marktrente gebruikt. Leningen die tegen betere financiële voorwaarden dan die op de markt worden afgesloten, moeten in principe worden aangemeld bij de Europese Commissie ter goedkeuring. Als de lening echter 'transparant' is en het steunelement vooraf kan worden berekend zonder risicoanalyse, kan de lening met de AGVV of de de-minimisvrijstelling staatssteunproof worden gemaakt. Een formele aanmeldprocedure is dan niet nodig.

De in het eerste lid bedoelde overeenkomst van lening is een uitvoeringsovereenkomst ex artikel 4:36 Awb.

 

Artikel 7  

De provincie kan alleen garanties verlenen indien ze marktconform zijn. Om staatssteun te voorkomen, moeten overheden garanties verlenen onder voorwaarden die ook voor een particuliere investeerder aanvaardbaar zouden zijn. De vergoeding die de aanvrager voor de garantie moet betalen moet dus marktconform zijn.

Marktconformiteit wordt als volgt gewaarborgd:

  • de omvang van de garantie is goed te meten op het moment van toekenning;

  • de aanvrager verkeert niet in financiële moeilijkheden op het moment van garantstelling;

  • de aanvrager moet een marktconforme vergoeding voor de garantie betalen;

  • er is sprake van een risico dat ook een particuliere investeerder zou lopen;

  • de overheidsgarantie dekt niet meer dan 80% van de uitstaande lening.

Dit betekent dat de bankinstelling die de lening verstrekt, ook zelf een zeker risico dient te aanvaarden. Als de premies worden gebruikt, is de garantie geen staatssteun. Dit is niet verplicht. Decentrale overheden mogen ook kiezen voor lagere premies, wanneer deze marktconform zijn. De vrijhaven-premies kunnen worden gebruikt als referentie om het steunequivalent te berekenen.

Voor het mkb gelden eenvoudigere regels voor garanties. De Europese Commissie heeft 'vrijhaven-premies' geïntroduceerd om de marktconformiteit van garanties beter te kunnen bepalen. Als de decentrale overheid deze premie jaarlijks in rekening brengt bij de kredietnemer, is de garantie marktconform. Als er geen rating is, bijvoorbeeld bij startende ondernemingen, is een premie van 3,8% per jaar van toepassing.

Er wordt een uitvoeringsovereenkomst met een bank gesloten. Hierin wordt het moment waarop de garantiesubsidie ingaat en wanneer de bank de garantie kan inroepen opgenomen.

 

Artikel 9  

Als de provincie een lening verstrekt voor het aanleggen van een NGA-netwerk, bedingt zij in de overeenkomst van geldlening zekerheid (recht van hypotheek en pandrecht). Voor het vestigen van hypotheek is nodig dat duidelijk is waar het netwerk precies gelegen is. Daarvoor is nodig dat het netwerk, via een kaart waarop het netwerk is ingetekend, wordt ingeschreven bij het Kadaster. Om te bevorderen dat een netwerk ook daadwerkelijk wordt ingeschreven, en de provincie haar recht van hypotheek kan vestigen, kan het wenselijk zijn om de bevoorschotting te bevriezen.

 

Artikel 11  

Als geen beroep is gedaan op nakoming van de borgtochtovereenkomst, kan de subsidie ambtshalve, zonder dat er een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend, worden vastgesteld op nihil.

 

Artikel 13  

Als het te realiseren netwerk niet voldoet aan de technische specificaties en de eisen ten aanzien van het gebruik van het netwerk, zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt het netwerk geacht niet verkoopbaar te zijn. In dat geval wordt subsidie geweigerd.

Ook als de kosten van de werkzaamheden niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat wordt subsidie geweigerd. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als het gebied waarvoor de subsidie wordt gevraagd naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvoldoende wordt ontsloten. Teneinde een efficiënte inzet van publieke middelen te bevorderen, is het wenselijk dat de uitvoering van de plannen van lokale initiatieven om NGA-netwerken te realiseren zoveel mogelijk worden gebundeld. Als het gebied c.q. het aantal aansluitingen waarvoor een lening of garantie wordt gevraagd te klein is, wordt de investering ondoelmatig. De kosten staan dan niet in een redelijke verhouding tot het te bereiken resultaat.

Indien op voorhand duidelijk is dat het NGA-netwerk in de voorgestelde vorm niet kan worden gerealiseerd, wordt geen subsidie verleend. Dit kan zich voordoen als er geen omgevings- of aanlegvergunning kan worden verkregen.

 

Artikel 15  

De bepaling over vergoeding van met publieke middelen gevormd vermogen is een uitwerking van het bepaalde in artikel 4:41 Awb.

Naar boven