Wijzigingsverordening Verordening Luchthavens Provincie Limburg

Provinciale Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Wet luchtvaart en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 11 november 2016 hebben vastgesteld:

 

gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 13 september 2016 inzake de Luchthavenregeling helihaven Maastricht Universitair Medisch Centrum te Maastricht;

 

overwegende dat in artikel 8.64 van de Wet luchtvaart is bepaald dat luchthavenregelingen bij verordening door Provinciale Staten worden vastgesteld;

 

overwegende dat de luchthavenregelingen in Limburg zijn opgenomen in de Verordening Luchthavens Provincie Limburg,

 

besluiten vast te stellen de Wijzigingsverordening Verordening Luchthavens Provincie Limburg:

 

Artikel 1

De Verordening Luchthavens Provincie Limburg wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In Afdeling 3, artikel 2. Wordt het derde lid gewijzigd in: Luchthavenregeling helihaven Maastricht Universitair Medisch Centrum te Maastricht.

 

B

 

Afdeling 3.3. Luchthavenregeling helihaven Academisch Ziekenhuis Maastricht wordt vervangen door de nieuwe vastgestelde Luchthavenregeling helihaven Maastricht Universitair Medisch Centrum te Maastricht zoals vastgesteld in de vergadering van Provinciale Staten van 11 november 2016.

Artikel 2

De integrale nieuwe tekst van de Verordening Luchthavens Provincie Limburg wordt in een afzonderlijk Provinciaal Blad geplaatst.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking na afgifte van de Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim als bedoeld in artikel 8.49 van de Wet luchtvaart en na publicatie van de wijzigingsverordening in het Provinciaal Blad.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van Provinciale Staten, gehouden op 11 november 2016.

Provinciale Staten voornoemd

de griffier,

mw. drs. J.J. Braam

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

Rechtsbescherming

 

Tegen dit besluit kan beroep worden ingesteld door belanghebbenden die een zienswijze naar voren hebben gebracht over het ontwerpbesluit en door belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze naar voren te hebben gebracht over het ontwerpbesluit.  U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit ter inzage is gelegd een beroepschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het beroepschrift moet worden ondertekend en ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de datum; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht alsmede de redenen van het beroep (motivering). Het beroepschrift moet worden gericht aan Raad van State; Afdeling bestuursrechtspraak; Postbus 20019; 2500 EA Den Haag. Als u een beroepschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de internetpagina van de Raad van State, www.raadvanstate.nl.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven