Provincie Zeeland – Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016

Besluit van de commissaris van de Koning van Zeeland d.d. 1 september 2016, kenmerk 16012650 tot het verlenen van mandaten.

 

De commissaris van de Koning in Zeeland,

  • overwegende dat het vanwege een wijziging van de topstructuur van de ambtelijke organisatie alsmede vanwege de daaropvolgende doorontwikkeling van de ambtelijke organisatiestructuur wenselijk is om een wijziging aan te brengen in de uitoefening van bevoegdheden die in naam van de commissaris van de Koning worden uitgeoefend;

  • gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht, art. 176, tweede lid van de Provinciewet;

 

besluit vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016.

 

Artikel 1  

  • 1.

    De commissaris van de Koning verleent volgens de bij dit besluit behorende bijlage toestemming tot de uitoefening in zijn naam van:

    • a.

      alle bevoegdheden in onderdeel I van de bijlage aan de secretaris/algemeen directeur en, voor zover van toepassing, aan de directeur Organisatie en aan de directer Programma's en projecten.

    • b.

      de afzonderlijke bevoegdheden aan de daarbij vermelde functionarissen.

  • 2.

    De uitoefening van een in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geschiedt met inachtneming van het in de artikelen 2 tot en met 8 bepaalde.

Artikel 2  

  • 1.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van de secretaris/algemeen directeur geldt de directeur Programma's en projecten als 1ste waarnemend secretaris/algemeen directeur, en geldt de directeur Organisatie als 2de waarnemend secretaris/algemeen directeur.

  • 2.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van de directeur Programma's en projecten geldt als 1ste waarnemend directeur Programma's en projecten de secretaris/algemeen directeur en als 2de waarnemend directeur Programma's en projecten, de directeur Organisatie.

  • 3.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van de directeur Organisatie geldt als 1ste waarnemend directeur Organisatie de secretaris/algemeen directeur en als 2de waarnemend directeur Organisatie de directeur Programma's en projecten.

  • 4.

    Een programma- of projectleider wordt bij afwezigheid of ontstentenis vervangen door een andere programma- of projectleider binnen de betreffende lopende programma's of projecten.

  • 5.

    In de vervanging van een afdelingshoofd bij afwezigheid of ontstentenis is voorzien door horizontale vervanging door een ander afdelingshoofd.

  • 6.

    In de vervanging van een unithoofd bij afwezigheid of ontstentenis is voorzien door vervanging door een afdelingshoofd.

  • 7.

    Bij afwezigheid of ontstentenis van een budgethouder die deze bevoegdheid uitoefent in de functie van secretaris/algemeen directeur, directeur Programma's en projecten, directeur Organisatie, programma- of projectleider, afdelingshoofd of unithoofd, vindt vervanging plaats analoog aan het bepaalde in de leden 1 tot en met 6.

Artikel 3  

De uitoefening van een bevoegdheid geschiedt slechts in gevallen die routinematig, administratief, procedureel of formeel van aard zijn.

 

Artikel 4  

De gemandateerde verschaft de commissaris van de Koning tijdig die informatie die redelijkerwijs voor de commissaris van de Koning van belang geacht moet worden.

 

Artikel 5  

Een van de commissaris van de Koning uitgaand stuk wordt ondertekend als volgt:

  • -

    de commissaris van de Koning in Zeeland,

    namens dezen,

gevolgd door:

  • -

    de functieaanduiding,

  • -

    de handtekening, en

  • -

    de naam van de gemandateerde.

Artikel 6  

Het besluit van 24 februari 2015, houdende vaststelling van het 'Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2015' (Provinciaal Blad nummer 1074 van 2015), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 15 januari 2016 (Provinciaal Blad nummer 264 van 2016) wordt ingetrokken.

 

Artikel 7  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2016.

 

Artikel 8  

Dit besluit wordt aangehaald als "Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016".

 

Aldus vastgesteld door de commissaris van de Koning op 1 septemb er 2016.

 

 

Drs. J.M.M. Polman

 

Uitgegeven, 1 september 2016

De secretaris, A.W. Smit

 

Onderdeel I  

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE, DE DIRECTEUR PROGRAMMA’S EN PROJECTEN, ALLE AFDELINGSHOOFDEN EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS;

 

ALGEMEEN DEEL

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening van:

  • a.

    overeenkomsten met: externe deskundigen; advies/onderzoeksbureaus

  • b.

    aankoopopdrachten en aan- en verkoopovereenkomsten inzake roerende goederen, huur- en ingebruikgeving van apparatuur, programmatuur, machines, gereedschap en andere roerende zaken

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofden

Unithoofden

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

CONCERNSTAF

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Ontheffing aan burgemeesters t.b.v. in artikel 15, eerste lid, onder d, Gemeentewet genoemde verboden handelingen.

Artikel 69 Gemeentewet, art. 3:43 BW

Afdelingshoofd

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

KABINET

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Wet op de Veiligheidsregio's

 

 

 

Het verstrekken van inlichtingen aan de voorzitter van de veiligheidsregio en de Minister van Veiligheid en Justitie ten behoeve van hun rol bij de toepassing van de artikelen 41 en 42.

Artikel 43 Wet op de Veiligheidsregio's

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Het geven van een reactie op de uitgevoerde werkzaamheden van de Inspectie Veiligheid en Justitie in het kader van artikel 57 (toetsen en onderzoek plegen) t.b.v. de Minister van Veiligheid en Justitie.

Artikel 58, eerste lid Wet op de Veiligheidsregio's

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

 

 

 

 

Ambtsinstructie cvdK

 

 

 

Inlichtingen inwinnen en overleggen met in de provincie werkzame rijksambtenaren en medewerkers van de krijgsmacht.

Artikel 2, eerste lid Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Er op toezien dat het bestuur van de veiligheidsregio passende maatregelen neemt om de tekortkomingen, zoals genoemd in de rapportage van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, weg te nemen.

Artikel 5d Ambtsinstructie cvdK, eerste lid juncto artikel 59, derde lid Wet op de Veiligheidsregio's

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Het onverwijld in kennis stellen van de Minister van BiZa van een gegeven aanwijzing als bedoeld in artikel 41 van de Wet op de Veiligheidsregio's.

Artikel 5a, tweede lid Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Provinciale Coördinator Veiligheid

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard ter voorbereiding op bezoeken van de CvdK aan gemeentes.

Artikel 3 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Medewerker Kabinet

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van de benoemingsprocedure burgemeester.

Artikel 6 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van de herbenoemingsprocedure burgemeester.

Artikel 7 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van de ontslagprocedure burgemeester.

Artikel 7a Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard met het Kapittel voor de civiele orden in het kader van het verlenen van onderscheidingen.

Artikel 8 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Beleidsondersteunend medewerker Kabinet

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van verzoeken om bericht en raad aan personen die belast zijn met bevoegdheden in de openbare dienst in de provincie.

Artikel 10 Ambtsinstructie cvdK

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

 

 

 

 

Gemeentewet

 

 

 

Het voeren van correspondentie van uitvoerende aard in het kader van het voorzien in de waarneming van de burgemeester in afwijking.

Artikel 78 Gemeentewet

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef

 

 

 

 

 

Besluit politiegegevens

 

 

 

Het opvragen van politiegegevens in het kader van de adviserende taak inzake het verlenen van een Koninklijke onderscheiding op grond van het Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje Nassau.

Artikel 4:3, eerste lid, sub i van het Besluit Politiegegevens van 14-12-2007, houdende bepalingen ter uitvoering van de Wet Politiegegevens.

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Beleidsondersteunend medewerker Kabinet

 

 

 

 

 

Besluit justitiële gegevens

 

 

 

Het opvragen van justitiële gegevens t.b.v. het dienen van advies inzake:- de benoeming van burgemeesters en- de verlening van een Koninklijke onderscheiding aan een burgemeester op grond van het Reglement op de orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje Nassau.

Artikel 30, eerste lid, sub c van het Besluit van 25-3-2004 tot vaststelling van de justitiële gegevens alsmede tot uitv. van enkele bepalingen van de Wet justitiële gegevens.

Kabinetschef;

Waarnemend Kabinetschef;

Beleidsondersteunend medewerker Kabinet

 

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR EN DE DIRECTEUR ORGANISATIE;

 

AFDELING WATER, BODEM EN NATUUR

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden

 

 

 

Gelasten de houder van de inrichting deze te sluiten, onderscheidenlijk en zwemverbod instellen, ingeval voor gezondheid of veiligheid van bezoekers gevaar dreigt; gehoord de cvdK.

Artikel 11, tweede lid Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden

Directeur Organisatie

 

Opheffen, onderscheidenlijk intrekken van gegeven last of gesteld verbod ex artikel 11, tweede lid; gehoord de cvdK

Artikel 11a, eerste lidWet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden

Directeur Organisatie

 

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

AFDELING PLANVORMING EN REALISATIE

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening overeenkomsten betreffende:

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    aan- en verkopen van onroerende zaken alsmede het ruilen, vervreemden, bezwaren van provinciale eigendommen

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    verpachten/verhuren van provinciale eigendommen

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    ontbinding van pachtovereenkomsten

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    vestiging beperkte rechten

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

  • -

    Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening notariële akten betreffende:

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

  • -

    aan- en verkopen van onroerende zaken

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

  • -

    ruilen, vervreemden, bezwaren van provinciale eigendommen

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

  • -

    vestiging van beperkte rechten. Houdt tevens de bevoegdheid in om een volmacht tot ondertekening te geven

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Beleidsmedewerker grondverwerving c.a.

 

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

AFDELING BEHEER EN ONDERHOUD

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening overeenkomsten betreffende alle beheersaangelegenheden, afdeling beheer en onderhoud.

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd;

Unithoofd

 

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

AFDELING FINANCIEN

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Ondertekening van:

  • -

    rekening-courant overeenkomsten

  • -

    geldleningsovereenkomsten

  • -

    overeenkomsten betreffende vestigingen van beperkte rechten

  • -

    overeenkomsten betreffende het verrichten van diensten door externe deskundigen en adviesbureaus e.d.

  • -

    koopovereenkomsten betreffende roerende zaken

  • -

    verzekeringscontracten en verzekeringsbewijzen

  • -

    automatiseringscontracten

  • -

    volmachten voor vervallenverklaring hypotheek t.b.v. doorhalen verstrekte hypotheek in het hypotheekregister

  • -

    akten van cessie

Artikel176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

Optreden als rekeninghouder van de door de provincie aangehouden bankrekeningen en creditkaart.

 

Afdelingshoofd

 

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

AFDELING INFORMATIEVOORZIENING EN AUTOMATISERING

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Bevoegdheid tot het ondertekenen van ICT overeenkomsten om niet, benodigd voor het aansluiten op de landelijke ICT basisvoorzieningen

Artikel 176 tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd;

Unithoofd ICT-GEO

 

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

AFDELING FACILITAIR

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Vertegenwoordiging provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen door ondertekening van overeenkomsten betreffende bruikleen Abdijplein, Prinsenlogement en de Oude Dormter.

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

T.a.v. bruikleen geldt: indien en voor zover met dat gebruik het provinciaal belang is gediend en voor zover met de activiteit waarvoor deze provinciale eigendommen in bruikleen worden gegeven geen commerciële belangen worden nagestreefd.

 

 

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND

 

ALLE BEVOEGDHEDEN ZIJN GEMANDATEERD AAN DE SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR, DE DIRECTEUR ORGANISATIE EN DE AFZONDERLIJKE BEVOEGDHEDEN TEVENS AAN DE DAARBIJ GENOEMDE FUNCTIONARIS,

 

AFDELING COMMUNICATIE

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Provinciewet

 

 

 

Het ondertekenen van overeenkomsten tot overdracht van auteursrechten en het verlenen van een gebruiksrecht op auteursrechten.

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd

 

 

 

 

Onderdeel II  

 

BEVOEGDHEDEN COMMISSARIS VAN DE KONING VAN ZEELAND IN HET KADER VAN DE BUDGETHOUDERSREGELING

Omschrijving bevoegdheid/mandaat

Wettelijke grondslag

Gemandateerd aan

Opmerkingen

Het ondertekenen van die overeenkomsten waartoe hij als budgethouder door gedeputeerde staten gemandateerd is tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten voor de provincie

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Secretaris/Algemeen directeur;

Directeur Organisatie;

Directeur Programma's en projecten;

Afdelingshoofd Kabinet;

Afdelingshoofd Concernstaf tevens concerncontroller;

Afdelingshoofd Water, bodem en natuur;

Afdelingshoofd Mobiliteit en samenleving;

Afdelingshoofd Ruimte;

Afdelingshoofd Economie en duurzaamheid;

Afdelingshoofd Planvorming en realisatie;

Afdelingshoofd Beheer en onderhoud;

Unithoofd DI;

Unithoofd NI

Voor zover het betreffende budget toereikend is en voor de doeleinden waartoe het budget is toegewezen.

Het ondertekenen van die overeenkomsten waartoe hij als budgethouder door gedeputeerde staten gemandateerd is tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten voor de provincie

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Afdelingshoofd Personeel en organisatie;

Afdelingshoofd Financiën;

Afdelingshoofd Informatie en Automatisering;

Unithoofd ICT-GEO;

Unithoofd I-zaak;

Afdelingshoofd Facilitair;

Afdelingshoofd Communicatie;

Afdelingshoofd Juridisch, inkoop en subsidieloket (JIS);

ProgrammaleiderProjectleider

Voor zover het betreffende budget toereikend is en voor de doeleinden waartoe het budget is toegewezen.

Het ondertekenen van die overeenkomsten waartoe hij als budgethouder door gedeputeerde staten gemandateerd is tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten voor de provincie

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Statengriffier

Voor zover het betreffende budget toereikend is en voor de doeleinden waartoe het budget is toegewezen

Het ondertekenen van die overeenkomsten waartoe hij als budgethouder door gedeputeerde staten gemandateerd is tot het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten voor de provincie

Artikel 176, tweede lid Provinciewet

Secretaris Algemene Rekenkamer

Voor zover het betreffende budget toereikend is en voor de doeleinden waartoe het budget is toegewezen

 

 

Toelichting behorende bij het Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016

1. ALGEMEEN

Aanleiding voor het nieuwe mandaatbesluit

Het besluit tot wijziging van de topstructuur heeft onder meer wijziging tot gevolg van de indeling van de ambtelijke organisatie als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016. De aanstelling van de directeur Organisatie en van de directeur Programma's en Projecten maakt een wijziging van het huidige mandaatbesluit commissaris van de Koning 2015 (afgekort: mandaatbesluit cvdK) noodzakelijk.

De wijziging van de indeling van de ambtelijke organisatie heeft eveneens betrekking op het aanwijzen van programma- en projectleiders ter uitvoering van het streven meer opgaven gestuurd en resultaatgericht te werken. Omdat vooralsnog niet helder in beeld is tot welke mandaten dit zou moeten leiden voor programma- en projectleiders is deze wijziging niet meegenomen in de wijziging van het mandaatbesluit cvdK. Zodra genoeg ervaring is opgedaan met het meer opgaven gestuurd en resultaatgericht werken zal verdere wijziging en aanvulling van het mandaatbesluit plaatsvinden.

 

Onderscheid mandaat, machtiging en volmacht

Bijna dagelijks worden er allerlei beslissingen door de commissaris van de Koning (hierna te noemen: cvdK) genomen. Het zou niet werkbaar zijn als de cvdK al die beslissingen steeds zelf moet nemen en afdoen. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat de CvdK aan een ander de bevoegdheid toekent om dit namens hem te doen. Er is dus sprake van vertegenwoordiging van het bestuursorgaan (lees: de cvdK). Er zijn verschillende vormen van vertegenwoordiging (mandaat, machtiging en volmacht). Hieronder wordt uitleg gegeven over het onderscheid tussen de begrippen mandaat, machtiging en volmacht.

 

Mandaat

In de Algemene wet bestuursrecht is een algemene regeling opgenomen over mandaat, en wel in afdeling 10.1.1. In artikel 10.1 van deze Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder mandaat verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (de cvdK) besluiten te nemen. Met andere woorden: degene aan wie mandaat wordt verleend (= de gemandateerde) krijgt de bevoegdheid om een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend. Het door de gemandateerde genomen besluit geldt dan ook als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische gevolgen als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. Mandaat heeft alleen betrekking op het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In deze wet wordt onder besluit verstaan "een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling". Het gaat hier om typische overheidsbeslissingen, zoals bijvoorbeeld het verlenen van ontheffing aan een burgemeester op grond van artikel 69 van de Gemeentewet. Het bestuursorgaan dat mandaat heeft verleend (= de mandaatgever) blijft volledig verantwoordelijk voor het besluit dat in mandaat is genomen.

 

Machtiging

Van machtiging is sprake bij het verrichten van feitelijke handelingen. Feitelijke handelingen zijn geen privaatrechtelijke handelingen of besluiten als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

Feitelijke handelingen zijn bijvoorbeeld het geven van informatie of het voeren van het woord in een juridische procedure. De schakelbepaling van artikel 10:12 van de Awb bepaalt dat de bepalingen in de Awb die betrekking hebben op mandaat (afdeling 10.1.1) tevens van toepassing zijn indien het bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. Soms wordt het begrip machtiging ook wel gebruikt als verzamelbegrip voor de verschillende vormen van vertegenwoordiging.

 

Volmacht

Volgens het Burgerlijk wetboek wordt onder volmacht verstaan: de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (artikel 3:60 lid 1 Burgerlijk wetboek). Een door de gevolmachtigde "binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever" (artikel 3:61 lid 1 Burgerlijk wetboek). Volmacht heeft altijd betrekking op privaatrechtelijke rechtshandelingen, zoals bijvoorbeeld het ondertekenen van een overeenkomst of convenant. Evenals bij machtiging geldt dat de mandaatregeling van afdeling 10.1.1 van de Awb van overeenkomstige toepassing is wanneer een bestuursorgaan volmacht verleent.

 

Het aangaan van een overeenkomst

Het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling waarbij in de regel de provincie partij is. Het gaat daarbij om de provincie als privaatrechtelijke rechtspersoon en niet om gs of de cvdK als bestuursorganen. Omdat de provincie als bestuursorgaan niet bestaat, zijn gs op grond van de Provinciewet bevoegd om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 158, eerste lid sub e). GS zullen dus moeten besluiten om een bepaalde overeenkomst aan te willen gaan. Vervolgens is bepaald dat de cvdK de provincie in en buiten rechte vertegenwoordigt (artikel 176 Provinciewet). Dit houdt zowel formele procesvertegenwoordiging (in rechte) als vertegenwoordiging bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (buiten rechte). De cvdK is daarom degene die de overeenkomst namens de provincie ondertekent.

Voor het aangaan van een overeenkomst is dus zowel een mandaat nodig van gs (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de cvdK om de overeenkomst te ondertekenen. Het mandaat van gs is geregeld in het mandaatbesluit gs en de volmacht van de cvdK is te vinden in het onderhavige besluit.

Dit laat onverlet dat naast het contracteren inzake privaatrechtelijke bevoegdheden ook sprake kan zijn van het middels privaatrechtelijke overeenkomst vastleggen van afspraken inzake (het gebruik van) publiekrechtelijke bevoegdheden door het bestuursorgaan. In dat geval komt de bevoegdheid tot ondertekening van de bedoelde overeenkomst toe aan het bestuursorgaan. In de regel is dat het college van gedeputeerde staten. Als men een gedeputeerde wil aanwijzen die de ondertekening op zich neemt gebeurt dat via mandaat.

 

Relatie met de respectievelijke wijziging van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2016 en de Regeling budgetbeheer provincie Zeeland 2016

Het besluit van gs tot wijziging van de topstructuur, heeft onder meer wijziging tot gevolg van de indeling van de ambtelijke organisatie als vastgelegd in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016. De aanstelling van de directeur Organisatie en van de directeur Programma's en Projecten alsmede het aanwijzen van programma- en projectleiders ter uitvoering van het streven meer opgaven gestuurd en resultaatgericht te werken, leidt tot aanpassing van de genoemde Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, het mandaatbesluit gedeputeerde staten 2015, het mandaatbesluit commissaris van de Koning 2015 en de Regeling budgetbeheer Provincie Zeeland 2010.

De aanpassing van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016 is gericht op het voorzien in een algemene 'kapstok' waarin het organisatorische uitgangspunt wordt uitgewerkt dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd. In de regeling wordt in dat verband de link gelegd naar het mandaatbesluit van gedeputeerde staten en de Regeling budgetbeheer (de budgethoudersregeling). Naast de tekstuele aanpassing van enkele artikelen die de aansturing van de ambtelijke organisatie en de organisatie-eenheden regelen, wordt de algemene vervangingsregeling aangevuld met een regeling voor de vervanging van een unithoofd, en wordt daarnaast een specifieke vervangingsregeling opgenomen voor de budgethouder. In een dergelijke vervangingsregeling was nog niet voorzien.

 

Ten aanzien van programma- en projectleiders:

Programma- en projectleiders maken deel uit van de ambtelijke organisatiestructuur als beschreven in de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016. Aan deze functionarissen komen specifieke bevoegdheden toe ter uitvoering van hun leidinggevende taken in het betreffende programma of project. Zij kunnen in dat kader tevens worden aangewezen als budgethouder als bedoeld in de Regeling budgetbeheer Provincie Zeeland 2016.

Programma- of projectleider is de formele aanduiding voor de leidinggevende functionaris van een programma of project. In artikel 1, van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, is een definitie opgenomen van programma en project. In de dagelijkse praktijk van de provinciale organisatie kan het voorkomen dat andere benamingen worden gebruikt, zoals die van opgavemanager. Een opgavemanager geldt naar de aard van zijn functie als programmaleider in de zin van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016. Zo zijn er ook andere benamingen denkbaar die steeds moeten worden gekwalificeerd als programma- of projectleider. Het verdient de voorkeur de formele functiebenaming te hanteren, maar als dat onder de gegeven omstandigheden niet is gewenst, dan dient men zich te realiseren wat het formele kader is.

 

Uitgangspunten mandaatbesluit cvdK 2016

Voor een adequate functie-uitoefening dienen de directeur Organisatie en de directeur Programma's en Projecten over toereikende mandaten van zowel gs als van de cvdK te beschikken. Mede daarom is de wijziging vooralsnog gericht op de topstructuur van de organisatie: d.w.z. dat mandaten aan de directeur Organisatie en aan de directeur Programma's en Projecten worden toegekend. De mandatering van gs bevoegdheden wordt geregeld in het Mandaatbesluit gedeputeerde staten 2016. De bevoegdheden die de cvdK namens hem laat uitvoeren door genoemde functionarissen wordt geregeld in het onderhavige Mandaatbesluit commissaris van de Koning 2016. In de regel gaat het om het geven van volmacht tot het ondertekenen van privaatrechtelijke overeenkomsten. Voor het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst, als dan niet in het kader van budgethouderschap (zie hieronder onder Regeling budgetbeheer) is zowel een mandaat nodig van gs (voor het beslissen om een overeenkomst aan te gaan) als een volmacht van de cvdK om de overeenkomst te ondertekenen. Het mandaat van gs is geregeld in het mandaatbesluit gs 2016 en de volmacht van de cvdK is te vinden in het onderhavige besluit.

Voor de onderlinge vervanging van functionarissen wordt verwezen naar de algemene vervangingsregeling van artikel 14 van Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, welke van toepassing wordt verklaard op het onderhavige mandaatbesluit.

Voor het overige blijft de systematiek van het 'oude' mandaatbesluit en –register cvdK intact.

Dit betekent dat ook in het nieuwe besluit is getracht een algemeen kader aan te geven waarbinnen kan worden beoordeeld of een bevoegdheid namens de cvdK kan worden uitgeoefend. In de bij dit besluit behorende bijlage (register cvdK) wordt concreet aangegeven om welke bevoegdheden het gaat. Of deze besluiten c.q. (rechts)handelingen inderdaad 'in mandaat' kunnen worden afgedaan, kan worden beoordeeld aan de hand van de in artikel 2 genoemde criteria.

Er wordt in het besluit en register geen onderscheid gemaakt tussen mandaten, volmachten

en machtigingen, omdat dit voor de werkwijze geen consequenties heeft. Als verzamelnaam hanteren we het begrip 'mandaat' maar wanneer wordt gesproken over mandaat zou het dus best kunnen zijn dat het in feite een volmacht (bijvoorbeeld tot het onderteken van een overeenkomst).

 

Regeling budgetbeheer

Om het mandaatbesluit en -register zo volledig mogelijk te makenzijn ook de mandaten voortvloekend uit de budgethoudersregeling hierin opgenomen. Het is vanuit praktisch oogpunt belangrijk dat in één register kenbaar is wie als budgethouder is aangemerkt en bevoegd is om de actie uit te voeren.

De bevoegdheid tot ondertekening van privaatrechtelijke overeenkomsten waarbij de provincie Zeeland partij is, is wettelijk toegekend aan de cvdK, die op zijn beurt toestemming heeft gegeven aan één of meerdere provinciale functionaris(sen) om dit namens hem te doen. Dit laatste is mogelijk op grond van artikel 176, tweede lid Provinciewet. Juridisch gezien is dit geen mandatering maar verleent de cvdK volmacht aan een functionaris. De aanvulling van deze ondertekeningsvolmachten dient te worden geregeld in het mandaatbesluit en –register van de cvdK. In de hoedanigheid van budgethouder kunnen gs beschikken over budgetten voor bepaalde activiteiten en/of projecten. In die hoedanigheid kunnen zij, mits passend binnen de doeleinden waarvoor het budget is toegewezen en voor zover het budget toereikend is, ingevolge artikel 158, eerste lid sub e Provinciewet besluiten inzake het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten. Ingevolge de Regeling budgetbeheer provincie Zeeland 2010 is separaat mandaat verleend aan ambtelijke functionarissen tot het beschikken over bepaalde budgetten en voorts in het kader daarvan tot het besluiten inzake het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten.

Als gevolg van de nieuwe organisatiestructuur is de Regeling budgetbeheer provincie Zeeland 2010 gewijzigd en wordt budgethouderschap toegekend aan de directeur Organisatie, de directeur Programma's en Projecten en aan programma- en projectleiders. Het betreft een aanvulling op het bestaande budgethouderschap van de secretaris/algemeen directeur, de afdelingshoofden en unithoofden. De vervanging van budgethouders wordt geregeld in artikel 15 van de (nieuwe) Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016.

 

2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Verlenen mandaat

Uitgangspunten herziening mandaatbesluit en –register

  • -

    uitgangspunt is het toekennen van meervoudig mandaat. (=de bevoegdheid komt aan meerdere functionarissen toe). Mandaten worden verleend aan de secretaris/algemeen directeur, de directeur Organisatie, de directeur Programma's en Projecten, de afdelingshoofden en unithoofden. De eerste functionaris is de secretaris/algemeen directeur, de tweede de directeuren (directeur Organisatie en directeur Programma's en Projecten) en de derde de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt (afdelingshoofd, unithoofd etc.). De bevoegdheden van de functionaris 'senior–ontwikkelmanager' zijn geschrapt omdat deze functie is komen te vervallen. Dit geldt eveneens voor de 'werkveldmanager'.

    Uitzondering:

    • een aantal mandaten is uitsluitend aan de directeur Organisatie toegekend:

      voorbeeld: het sluiten van een zwembadinrichting.

    • voor de mandaten die door de cvdK aan de kabinetschef zijn verleend op het gebied van rijkstaken is geen formele plaatsvervanger die bij afwezigheid waar kan nemen. Aan de functieomschrijving van senior beleidsmedewerker Kabinet A is een taak toegevoegd: bij afwezigheid van de kabinetschef treedt de senior-beleidsmedewerker Kabinet A op als zijn waarnemer wat betreft uitvoering van gemandateerde rijkstaken van de cvdK.

Daarnaast behoudt de secretaris/algemeen directeur conform de algemene uitgangspunten ter zake van mandatering zijn bevoegdheden (vangnetfunctie).

 

  • -

    Voor de onderlinge vervanging van functionarissen wordt verwezen naar de algemene vervangingsregeling van artikel 14, en de specifieke vervangingsregeling voor de budgethouder van artikel 15 van de Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris 2016, welke van toepassing wordt verklaard op het onderhavige mandaatbesluit cvdK door middel van het daarin opnemen van een gelijkluidende vervangingsregeling.

  • -

    Ondermandaat is niet toegestaan, enkel in uitzonderlijke gevallen.

Artikel 2. Beperking

In dit artikel wordt de begrenzing van het verleende mandaat aangegeven. Het betreft immers een bevoegdheid. Naast de wettelijke begrenzing die artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht aangeeft somt dit artikel criteria op waardoor het voor de gemandateerde mogelijk wordt om te beoordelen of hij een bevoegdheid c.q. beslissing in mandaat kan uitoefenen en/of nemen.

Mandaat kan enkel worden verleend indien het gevallen betreft die routinematig administratief, procedureel of formeel van aard zijn. Onder ‘routinematig’ wordt verstaan die gevallen waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij passen binnen het vastgestelde beleid. Bij twijfel overlegt de gemandateerde met de bestuurder.

 

Artikel 3. Inlichtingen en verantwoording

Omdat de cvdK, ook al heeft deze mandaat verleend, verantwoordelijk blijft voor de 'in mandaat' genomen beslissing of handeling is het van belang dat hij op de hoogte wordt gesteld van die beslissingen of handelingen waarvan kennisneming van belang is.

 

Artikel 4. Ondertekening

In dit artikel wordt concreet aangeven hoe de ondertekening plaats dient te vinden. In het onderhavige mandaatbesluit en –register wordt er wanneer mandaat aan een ambtelijk functionaris wordt verleend, vanuit gegaan dat die zowel het besluit neemt als ondertekent. Het besluit en register gaan derhalve uit van zgn. 'afdoeningsmandaten'. Kenbaarheid speelt hierbij een rol, dat wil zeggen dat naar buiten toe duidelijk is wie de beslissing of (rechts)handeling 'in mandaat' heeft genomen of verricht.

 

3. TOELICHTING REGISTER

De algemene mandaten zijn vastgelegd in een register. In bijzondere gevallen kan de CvdK (buiten het register om) besluiten om een mandaat te verlenen. Dit dient dan plaats te vinden in een afzonderlijk besluit.

Zoals hiervoor reeds aangehaald is het uitgangspunt van het mandaatbesluit dat meervoudig mandaat wordt verleend. Dit heeft tot gevolg dat de bevoegdheid aan meerdere functionarissen toekomt. Primair de functionaris in de organisatie die daadwerkelijk in de dagelijkse praktijk van die bevoegdheid gebruik maakt (dus afdelingshoofd, unithoofd etc.). De twee directeuren, voor zover het bevoegdheden betreft die tot hun taakveld behoren, en de secretaris/algemeen directeur geven in tweede instantie uitvoering aan de mandaten. Zij kunnen altijd als vangnet dienen. Let op: Een aantal mandaten zijn uitsluitend aan de directeur Organisatie en aan de secretaris/algemeen directeur toegekend

In een algemeen hoofdstuk zijn mandaten ondergebracht die voor de gehele organisatie gelden. Dit verbetert de toegankelijkheid en leesbaarheid van het register. Voorbeeld:

  • Vertegenwoordiging van de provincie bij buitengerechtelijke rechtshandelingen ingevolge artikel 176, tweede lid Provinciewet, zoals het ondertekenen van bepaalde overeenkomsten (aan- en verkoop-/huurovereenkomsten; overeenkomsten met externe deskundigen of met advies/onderzoeksbureau’s);

Tot slot een praktisch 'stappenplan':

 

Stap 1

Kijk in het mandaatregister onder het hoofdstuk "algemeen" of het hoofdstuk van je eigen afdeling.

Kijk in de kolom "omschrijving bevoegdheid" en kijk of het besluit of de (rechts)handeling die je wilt (laten) nemen of verrichten of wordt genoemd.

Er zijn twee mogelijkheden:

  • 1.

    De bevoegdheid wordt niet genoemd. Dit betekent dat je je tot de cvdK dient te richten om toestemming tot het namens hem mogen uitoefenen van de bevoegdheid. Het mandaat-besluit en -register is dan niet meer van toepassing.

  • 2.

    De bevoegdheid wordt wel genoemd. Ga dan naar stap 2.

 

Stap 2

Kijk in de kolom "namens de cvdK uitgeoefend door". Hier staan de functionaris(sen) genoemd die de bevoegdheid mogen uitoefenen. Deze functionarissen mogen tevens ondertekenen.

Naast de daarin genoemde functionaris(sen) is altijd de betreffende directeur en de secretaris/algemeen directeur bevoegd, tenzij het een uitzondering betreft. (zie hiervoor onder: ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING, Artikel 1. Verlenen mandaat).

Bij ontstentenis of afwezigheid van de desbetreffende functionaris: raadpleeg de vervangingsregeling uit artikel 2.

 

Stap 3

* Stel een conceptdocument/brief op en maak gebruik van het model uit het iWRITER.

* Zorg voor een juiste ondertekening.

Naar boven